Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 05/12/2002
Vraag om uitleg van de heer Jan Loones tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de gevolgen van de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk voor de strandvisserij
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Loones tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de gevolgen van de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk voor de strandvisserij.
De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, op 14 november is in deze commissie de algemene problematiek van het VEN behandeld. Daar zal ik dus uiteraard niet op terugkomen.
Wel wil ik het hebben over een klein deelaspect ervan. Sommige plaatselijke aangelegenheden zijn immers van universeel belang. Dan heb ik het over de onrust bij de strandvissers. In de loop van de commissiebesprekingen heeft de heer Maes trouwens al een vraag gesteld over dit probleem, maar ik heb het antwoord erop niet teruggevonden. Zelfs na contact met mijn collega bleef die onduidelijkheid heersen. Om die -naar ik meen onterechte -onrust weg te nemen is het belangrijk dat u een duidelijk en liefst bevredigend antwoord geeft op deze beperkte vraag.
Die strandvissers zijn verenigd in diverse verenigingen. Zo is er bijvoorbeeld de vereniging De Strandvisschers van den Uytbanck VZW. Ik vernoem ze omdat de naam alleen al uw sympathie zal opwekken. De Uytbanck is een van de verst gelegen strandbanken waar men bij eb zijn netten kan leggen.
De kaarten terzake zijn niet gemakkelijk te raadplegen en te begrijpen. Toch kan uit de ontwerpkaart met betrekking tot het grondgebied van Koksijde -code 101 -worden afgeleid dat het gearceerde gebied betrekking heeft op het strand dat onmiddellijk aansluit op de duinen en loopt tot aan de laagwaterlijn. In de bijbehorende tekst wordt vermeld dat het strand ter hoogte van het Westhoekreservaat inbegrepen is. In het reeds goedgekeurde maatregelenbesluit -waarvan ik de datum niet heb -, wordt vermeld wat de bepalingen zijn, verbonden aan een afgebakend strandgebied. Het gaat hier in het bijzonder over het verbod op het beoefenen van de strandvisserij met behulp van warrelnetten, in artikel 8, nummer 5, en het algemene verbod op visvangst, in artikel 15.
Uiteraard doet dit vragen rijzen bij de verenigingen in kwestie. Ze wijzen op de wil van de overheid om, naast de zorg voor het duurzaam en ecologisch verantwoord beheer van de VEN-gebieden, toch ook rekening te houden met deze vorm van recreatie. Door de verbodsbepaling dreigt de strandvisserij, die van een authentieke en levensnoodzakelijke activiteit is uitgegroeid tot een historisch gegeven en een aantrekkelijke recreatievorm, te verdwijnen. We beschouwen dit als een voortzetting van een oude traditie, die ontstond doordat de vrouwen wier mannen voor zes maanden naar IJsland en andere regio's voeren zo voorzagen in hun behoeften. Een prachtig uitvloeisel daarvan is onze paardenvisserij, die vandaag een economische factor van belang is geworden. Deze vissers zijn zowat de ambassadeurs geworden van ons Vlaams kusttoerisme.
-De heer Jef Van Looy treedt als voorzitter op.
Er heerst dus onrust door de onduidelijkheid inzake het VEN. Meer specifiek voor de strandvisserij en nog meer specifiek voor de paardenvisserij verwacht ik dat u hier een geruststellend antwoord op geeft. Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn om dit soort activiteiten te verbieden, ook al zou dat blijken uit dat maatregelenbesluit. Daarom stel ik vragen. Kunt u begrip opbrengen voor het feit dat die strandvissers zich er zorgen over maken dat ze hun activiteiten niet langer zullen kunnen uitoefenen op die afgebakende VEN-gebieden op de stranden? Welke oplossingen ziet u? Kunt u meedelen of het garnaalvissen te paard het gevaar loopt een verboden activiteit te worden op die afgebakende strandgebieden?
De voorzitter : Minister Dua heeft het woord.
Minister Vera Dua : Mijnheer de voorzitter, ik ben blij met deze vraag. Dit probleem is heel even opgedoken tijdens de begrotingsdebatten, maar het antwoord is wat tussen de plooien gevallen. Ik kan nu dus een en ander rechtzetten.
Mijnheer Loones, deze kaarten zijn normaliter beschikbaar. Misschien heeft u ze gezien. Vooreerst wil ik u er op wijzen dat in de ter inzage gelegde ontwerpplannen van het VEN langs de gehele Vlaamse kust maar één intertidale strandzone is opgenomen. Dat is die strandzone waar vloed en eb spelen, dus eigenlijk de tussengetijdezone. Het gaat namelijk over de Baai van Heist, te Knokke-Heist. Dit wil zeggen dat langsheen onze kustlijn van 65 kilometer slechts 500 meter is opgenomen waar het strandvissen zal worden verboden omwille van natuurbehoudsredenen. Voor alle duidelijkheid : het is verboden, maar alleen voor die zone die is opgenomen.
Overigens verandert er op deze locatie niets tegenover vroeger, wanneer het VEN definitief zou worden afgebakend. De Baai van Heist is immers reeds sinds 22 oktober 1997 aangewezen als Vlaams natuurreservaat, zodat het volgens artikel 35, punt 5 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud in dat gebied sowieso verboden is om 'dieren te doden, te jagen of te vangen en op welke wijze ook hun jongen, eieren, nesten of schuilplaatsen te storen of te vernietigen'. Onder dieren moeten uiteraard ook vissen, kreeftachtigen, weekdieren, holtedieren en wormen worden verstaan. Die wormen hebben dan waarschijnlijk te maken met de vispraktijken. De opname van de Baai van Heist in het VEN zal dan ook geen wijziging in de reglementering van dat gebied teweegbrengen.
Op het grondgebied van Koksijde is er geen enkel intertidaal strand, waar dus strandvisserij zou kunnen worden beoefend, opgenomen. De vrees van de plaatselijke strandvissersclubs is dus ongegrond. Zij vallen daar helemaal niet onder, dus voor hen verandert er niets. Immers, volgens de bepalingen van artikel 20 van het decreet inzake het natuurbehoud kunnen slechts bepaalde gebieden worden aangeduid als VEN, dus als GEN en GENO. Sommige door de gewestplannen vastgelegde bestemmingscategorieën komen daarvoor in aanmerking -dat zijn dan de groengebieden -net als de in uitvoering van het Duinendecreet aangeduide beschermde duingebieden. Daar, op de Baai van Heist in Knokke-Heist en het Klein strand van Oostende na, langs de gehele Vlaamse kust tot op heden geen enkele intertidale strandzone als beschermd duingebied is aangeduid of op een gewestplan groen is ingekleurd, konden dan ook -op de voornoemde uitzondering in Knokke-Heist na -geen stranden als GEN of GENO worden opgenomen in het VEN. Volgens de aard van de bestemming is het niet mogelijk om ze nu aan te duiden. Men zou de ruimtelijke bestemming moeten wijzigen om ze op te nemen.
Wat betreft het gebruik van warrelnetten, merk ik op dat zij verantwoordelijk zijn voor de verdrinkingsdood van zeehonden, bruinvissen en zeevogels. Dat wordt bevestigd door zowel de federale Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium als door de Vlaamse administratie, de Aminal-afdeling Natuur. De recreatieve visserij, die gebruik maakt van warrelnetten in de territoriale zee, -dit is beneden de laagwaterlijn van de zeekaarten -, is bijgevolg verboden bij koninklijk besluit van 21 december 2001 betreffende de soortenbescherming in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.
Naar aanleiding van de afbakeningsdiscussie van het VEN, worden een aantal verbodsbepalingen of reglementeringen gemakkelijk op een hoop gegooid. Vanuit het federale niveau is het gebruik van warrelnetten in de territoriale zee reeds verboden.
Aangezien de strandvisserij op het grootste deel van het strand wel nog kan worden uitgeoefend en slechts een heel kleine strook werd voorbehouden voor het natuurbehoud, ben ik van mening dat er een redelijk evenwicht is bedongen en er dus geen problemen zijn. Er moet niet naar een alternatieve oplossing worden gezocht. Het verbod geldt immers slechts over een zeer kleine afstand.
Het enige intertidaal strand dat werd opgenomen in het voorliggende ontwerp van VEN is 'De Baai van Heist' te Knokke-Heist. Voor zover wij weten, komt het garnaalvissen te paard in dat gebied -als het er al ooit werd beoefend -sinds tientallen jaren niet meer voor. Op het grondgebied van de gemeente Koksijde, waar het garnaalvissen te paard wel nog wordt beoefend, werd geen enkele intertidale strandzone in het voorliggende ontwerp van VEN opgenomen. Deze activiteit loopt dus geen enkel gevaar omwille van het natuurbeleid.
De heer Jan Loones : Ik dank de minister voor haar antwoord. Ik ben echter onvolledig geweest. Afgezien van het VEN, is er immers nog het besluit van 24 mei 2002 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de beschermingsgbieden in uitvoering van de Europese Habitatrichtlijnen. Er is een cartografische weergave bijgevoegd waaruit blijkt dat de beschermde strandgebieden zich uitstrekken tot de laagwaterlijn. Daarin schuilt wel enig gevaar. Uit uw antwoord leid ik af dat die vrees onterecht is, vermits de problematiek opnieuw werd bestudeerd naar aanleiding van de VEN-afbakening. Het strandreservaat in Knokke-Heist is inderdaad uniek en voor de overige stranden is geen wijziging aangebracht.
De warrelnetten beschouwt men als een monster van Loch Ness, een spook dat af en toe de kop opsteekt. Er is slechts eenmaal een kadaver van een zeehondje in een warrelnet gevonden. Het gevaar van de warrelnetten blijft dan ook zeer betwist. Ik bedank de minister voor haar geruststellend antwoord.
Minister Vera Dua : Ik vind de strandvisserij een belangrijke vorm van recreatie. Het is niet de bedoeling om op dat vlak te limiterend op te treden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.