Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 05/11/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Marijke Dillen tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over de toename van het aantal syfilisinfecties
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Dillen tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over de toename van het aantal syfilisinfecties.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Uit de jaarlijkse peiling van het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid blijkt dat het aantal geïnfecteerden met syfilis dit jaar driemaal hoger ligt dan vorig jaar. Uit de gegevens van de onderzochte patiënten blijkt dat een kwart van hen in Antwerpen woont, een vijfde in Brussel en 18 percent geen gekende woonplaats heeft. De meesten leven in twee steden.
Syfilis is een zeer ernstige bacteriële aandoening. Enige jaren geleden dacht men nog dat ze volledig was uitgeroeid. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. Volgens de onderzoekers heeft de stijging onder meer met een toename van onveilig seksueel gedrag te maken. Van de personen die zijn onderzocht, zegt slechts eenderde de voorbije zes maanden maar één partner te hebben gehad.
Mevrouw de minister, op het vlak van preventie rust hier een belangrijke opdracht. Hoe denkt u dit probleem aan te pakken, ook al is uw bevoegdheid op het vlak van preventie beperkt?
In tegenstelling tot enige tijd geleden, wordt de toename van onveilig seksueel gedrag onrustwekkend. Welke initiatieven neemt u om dit probleem preventief aan te pakken en zo een oplossing te bieden? Komen er nog nieuwe sensibiliseringscampagnes?
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : De toename van de incidentie van syfilis werd voor het eerst tijdens het eerste trimester van 2001 door de Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap in Antwerpen vastgesteld. Het probleem stelde zich vooral in milieus met verhoogde promiscuïteit, bij mannelijke homo´, prostituees en prostituanten met onveilig vrijgedrag, zoals in de darkrooms. Wij hebben van bij het begin een gerichte campagne gevoerd om het probleem van syfilis aan te pakken. Het heeft geen zin om met brede bevolkingscampagnes te starten. Het is veel beter om gericht campagne te voeren en zo de juiste doelgroepen te bereiken.
De Gezondheidsinspectie heeft de artsen in Antwerpen per brief, samen met begeleidende info, ingelicht over deze problematiek. Er is ook een gerichte infocampagne opgezet in de homobars en de sauna´. Hierover werd met de partnerorganisaties op het terrein, zoals Sensoa, samengewerkt. De prostitutiesector werd benaderd via Payoke, het kanaal van hulpverlening aan prostituees. Op ruimer niveau zijn de infoboodschappen overgenomen door de gespecialiseerde pers. Er komen dus geen nieuwe brede sensibiliseringscampagnes. Die zijn niet nodig. We zullen onze energie besteden aan het gericht informeren en voorkomen van syfilis in de milieus waar deze ziekte zich voordoet.
De partnerorganisaties die op dit moment beleidsplannen ontwikkelen, na een eerste campagnemoment, zijn onder meer Sensoa. Vanaf 1 januari 2003 smelten zij samen met het CGSO-Trefpunt, het Centrum voor Geboorteregeling en Seksuele Opvoeding. Beide organisaties herzien op dit ogenblik, naar aanleiding van de fusie, hun beleidsplan. Zij krijgen hierbij de vraag om bijzondere aandacht te schenken aan de doelgroepen, die voor de preventie van SOA´ in aanmerking komen.
De VZW Gezondheidshuis Antwerpse Prostitutie en Pasop zijn twee organisaties die zich speciaal richten tot prostituees en de bevordering van veilig seksueel gedrag en de preventie van SOA overdracht bij hen. Dat gebeurt door intensief terreinwerk.
Dan is er nog het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Het ITG besteedt speciale aandacht aan de sub-Saharaanse Afrikaanse migranten en reizigers.
De laatste partner is de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen. De vereniging werkt eraan om aanbevelingen en werkmodellen betreffende SOA's te ontwikkelen en te implementeren bij de Vlaamse huisartsen. Huisartsen zijn een belangrijke schakel in de sensibilisering inzake veilig seksueel gedrag en de preventie en genezing van SOA's. Dat past in ons beleid om de huisarts te waarderen als een belangrijke partner in de preventieve Vlaamse gezondheidszorg. Hij of zij komt immers vaak in contact met alle bevolkingsgroepen die in de steden actief zijn.
Ik vat samen. Het probleem kennen we. We willen geen algemene publiekscampagnes voeren, maar wel heel specifieke en gerichte campagnes via de gebruikelijke kanalen.
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Uit de cijfers blijkt dus dat ongeveer 80 percent van de besmette personen homo's zijn. Ongeveer de helft daarvan zijn drager van het HIV-virus. De toename van het aantal syfilisinfecties wilt u blijkbaar doelgericht aanpakken. U werkt daarvoor samen met de partnerorganisaties op het terrein.
Niet alleen in dit dossier heeft de stijging te maken met de uitbreiding van het onveilig seksueel gedrag. De toename van het aantal aidsgevallen is daarvan ook een gevolg. Misschien moeten we in het kader van de begrotingsbespreking eens onderzoeken of we volgend jaar niet opnieuw een brede sensibiliseringscampagne over onveilig seksueel gedrag kunnen opzetten.
De voorzitter : Het incident is gesloten.