Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 28/05/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Veerle Heeren tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de inname van gronden voor de aanleg van de winterdijk te Mazenhoven
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Heeren tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de inname van gronden voor de aanleg van de winterdijk te Mazenhoven.
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Mevrouw de voorzitter, dit is de eerste keer dat ik de werkzaamheden van deze commissie bijwoon. Graag had ik u dan ook willen bedanken voor het behandelen van mijn vraag om uitleg.
Mijnheer de minister, ten behoeve van de veiligheid en als maatregel tegen de wateroverlast in de streek van de gemeente Mazenhoven in de buurt van Maasmechelen werden in augustus 1999 diverse percelen grond, die eigendom zijn van particulieren, ingenomen voor de werken aan de winterdijk. Omwille van de hoogdringendheid werd toen meteen tot actie overgegaan en werden de administratieve beslommeringen uitgesteld tot achteraf.
In de nazomer van 2000 werd de betreffende dijk reeds ingehuldigd. Nochtans werden de gedupeerde eigenaars tot op heden nog steeds niet door de bevoegde administratie gecontacteerd om een aanzet tot onteigening of enige financiële regeling op te starten. We hebben het vaak over de kloof tussen de burger en de politiek. Welnu, het is precies zo'n onzekerheid of laattijdigheid die de kloof nog vergroot.
Mijnheer de minister, bestaat er een standaardprocedure volgens dewelke dergelijke hoogdringende situaties door de bevoegde administratie worden afgehandeld? Is er in een maximumtermijn voorzien waarbinnen de procedure van onteigening wordt aangevat en afgehandeld? Heeft de administratie ondertussen stappen ondernomen om dit specifieke dossier af te handelen en de gedupeerde eigenaars een regeling aan te bieden?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, collega's, vooraleer te antwoorden op de specifieke vragen wens ik te melden dat de innamen van de nodige terreinen voor de aanleg van de nieuwe winterdijk te Mazenhoven gebeurd zijn op basis van het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen. Dit decreet bepaalt dat het Vlaams Gewest alle nodige waterkeringswerken kan uitvoeren zonder dat de nodige gronden vooraf zijn aangekocht of onteigend. Deze waterkeringswerken brengen in principe dus geen bezitsverlies mee, maar vormen een erfdienstbaarheid van openbaar nut.
Daarnaast bepaalt het decreet wel dat het Vlaams Gewest verplicht is het benodigde bijkomende terrein aan te kopen of te onteigenen, indien de eigenaar van het erf, dat met deze erfdienstbaarheid bezwaard is, dit vraagt. Deze procedure verloopt via het federale comité tot aankoop van onroerende goederen, een dienst van het ministerie van Financiën.
De afdeling Maas en Albertkanaal neemt echter steeds zelf het initiatief om via één procedure over te gaan tot de aankoop van al deze gronden, voor zover de eigenaars akkoord gaan met de vrijwillige ontvreemding. Voor de eigenaars die zelf vragen om hun gronden te onteigenen, wordt een afzonderlijke onteigeningsprocedure bij hoogdringendheid opgestart.
Er bestaat geen standaardprocedure om tot de aankoop van de ingenomen gronden over te gaan, en er bestaat evenmin een maximumtermijn.
De afdeling Maas en Albertkanaal heeft de eerste stappen om tot aankoop van de ingenomen percelen te kunnen overgaan, reeds genomen tijdens de werken, meer bepaald in het voorjaar van 2000. Dat de procedure tot op heden nog niet is afgehandeld, is te wijten aan het feit dat een nieuwe reeks plannen moest worden opgemaakt aangezien bij ontvangst van de kadastrale leggers bleek dat de kadastrale situatie gewijzigd was, aan het feit dat het aankoopcomité een ruime periode nodig heeft gehad voor het opmaken van het ramingsverslag en aan het feit dat de betaling van de bodemattesten aan de OVAM pas begin mei 2002 kon gebeuren ingevolge moeilijkheden met het nieuwe elektronisch betaalprogramma Orafin. De betreffende bodemattesten worden nu dan ook eerdaags verwacht op de administratie.
Wat tot slot de verdere afhandeling van de procedure betreft, kan ik u melden dat na de ontvangst van de door de OVAM af te leveren bodemattesten, de afdeling Maas en Albertkanaal onmiddellijk de aankoopopdracht zal versturen naar het aankoopcomité van het ministerie van Financiën te Hasselt. Deze instantie zal met de eigenaars onderhandelen over de vrijwillige aankoop van de ingenomen percelen.
Mevrouw Heeren, ik deel uw bekommernis. Een en ander duurt voor de burger inderdaad ongehoord lang. Ik zal erop aandringen dat de zaak met de nodige spoed wordt afgehandeld.
De voorzitter : Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het zou zinvol zijn dat, indien de administratie met dergelijke zaken wordt geconfronteerd, ze de mensen informeert, want ze krijgen nergens gehoor. Uiteindelijk komen ze bij hun mandataris terecht.
Het is de taak van de administratie om heel duidelijk te zeggen waar de moeilijkheden liggen. Ik heb er alle begrip voor dat de procedure voor een bodemattest tijd in beslag neemt, maar dat moet wel worden meegedeeld aan de mensen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.