Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 16/05/2002
Vraag om uitleg van de heer Didier Ramoudt tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over het personeelsbeleid van Toerisme Vlaanderen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Ramoudt tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over het personeelsbeleid van Toerisme Vlaanderen.
De heer Ramoudt heeft het woord.
De heer Didier Ramoudt : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, dit is misschien een heikel punt in het beleid van Toerisme Vlaanderen. Ongeveer vijf of zes jaar geleden is er een nieuw decreet op Toerisme Vlaanderen goedgekeurd. Vanaf het begin heb ik gezegd dat dit een draak van een decreet is en dat het niet werkbaar is. Nu, zoveel jaar later, moeten we vaststellen dat het inderdaad een draak van een decreet is en dat het inderdaad niet werkbaar is.
Wat me vooral verontrust, is het volgende. Als men zo'n kind creëert, en men laat het lopen langs de straat, dan moet men natuurlijk niet verbaasd zijn als het een straatkind wordt. Dat is wat nu met Toerisme Vlaanderen gebeurt. Het begint zo zijn eigen leven te leiden omdat het decreet eigenlijk geen uitvoering krijgt. Volgens het Rekenhof gebeuren er daar allerlei rare zaken. Ik zal een aantal passussen voorlezen over het beleid van het personeel in Toerisme Vlaanderen.
Minister Renaat Landuyt : Er staat ook een zeer mooie passus in, specifiek over de minister van Toerisme, die eigenlijk heel uw interpellatie onderuit haalt.
De heer Didier Ramoudt : Neen, mijnheer de minister, u moet opletten wat u zegt. Als men een andere passus bekijkt, dan blijken heel andere zaken.
Minister Renaat Landuyt : Er wordt door het Rekenhof een zeer duidelijk onderscheid gemaakt tussen enerzijds de goede wil en de goede werking van de minister en anderzijds de instelling.
De heer Didier Ramoudt : Het gaat hier om een document dat we al vier of vijf maanden in ons bezit hebben. Daar kom ik nu pas mee omdat ik dacht dat een en ander zou veranderen. Maar blijkbaar volhardt men daar in de boosheid. Eind 2000, begin 2001 onderzocht het Rekenhof het personeelsbeheer van Toerisme Vlaanderen. De resultaten werden gebundeld in het dertiende boek van het Rekenhof 2001, met opmerkingen en informatie voorgelegd aan het Vlaams Parlement. Hierin worden inzake de personeelsuitgaven en het personeelsbeleid van Toerisme Vlaanderen scherpe kritieken geformuleerd. In een eerste kritiek wordt gesteld dat de onduidelijkheid over de toekomstige bevoegdheden van Toerisme Vlaanderen de realisatie van een aangepast personeelskader belemmert. Er is dus nog steeds geen duidelijkheid over deze bevoegdheden. Hierdoor zouden personeelsnoden contractueel worden ingevuld, zonder rechtsgrond, en via een onduidelijke selectie. Kortom, binnen Toerisme Vlaanderen zou geen visie aanwezig zijn inzake het wervingsbeleid.
Daarnaast zouden, volgens ditzelfde rapport, aan de contractuelen niet alleen reglementair te hoge salarissen worden aangeboden, maar tevens onreglementaire vergoedingen en toelagen. Indien deze toestand zich voordoet, wordt er uiteraard een ongelijkheid gecreëerd met de statutaire personeelsleden.
Tevens stelde het Rekenhof vast dat de personeelsdossiers zeer gebrekkig worden beheerd, enerzijds als gevolg van de onderbemanning van de personeelsdienst, anderzijds door een gebrek aan interne controle. Bij de besprekingen van de begrotingen Toerisme voor 2000, 2001 en 2002 is de problematiek van het personeelskader steeds aan de orde geweest. Telkens stelde de minister dat een aanpassing van het personeelsbestand van de instelling en de managementstructuur absoluut noodzakelijk is, opdat de instelling haar beleidsuitvoerende taak zou kunnen volbrengen.
In eerste instantie stelde de minister dat het takenpakket van Toerisme Vlaanderen moest worden aangepast en dat daarvoor een wijziging van het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen nodig was. Deze wijziging vond nooit plaats. In de plaats daarvan werd onlangs een 'mission statement' van Toerisme Vlaanderen opgesteld. Verder stelde de minister bij de bespreking van de begroting Toerisme 2002 dat het project 'beter bestuurlijk beleid' de werking, uitbouw en professionalisering van de administratie niet mag verhinderen en dat dit naderhand kan worden ingepast in dit beter bestuurlijk beleid. In zijn antwoord aan het Rekenhof stelde hij echter dat de geplande hervorming niet wordt doorgevoerd, maar dat de hele kwestie opnieuw zal worden bekeken in het kader van de volledige reorganisatie van de Vlaamse overheid.
De problematiek van het personeel bij Toerisme Vlaanderen is reeds jaren gekend. Bovendien zou, volgens het rapport van het Rekenhof, Toerisme Vlaanderen reeds in mei 1999 een voorstel van personeelsformatie hebben uitgewerkt, doch dit werd nooit bekrachtigd. Het rapport van het Rekenhof zelf dateert van bijna een jaar geleden.
Ik zou enkele passages willen citeren uit de opmerkingen van het Rekenhof inzake het aanwervingsbeleid :'Voor de aanwerving van contractueel personeel laat Toerisme Vlaanderen soms na een publieke oproep tot kandidaatstelling te doen. In sommige gevallen zoekt het zelfs gewoon personeelsleden in de kennissenkring.' De minister heeft dit natuurlijk betwist. Het rapport vervolgt : 'Zo diende men in het jaar 2000 voor een in dienst genomen procesmanager nog een speciale werkgroep te installeren voor de invulling van zijn functie.' Eerst werd dus iemand aangenomen, en pas dan werd de functie uitgevonden. De minister heeft dat natuurlijk ook weerlegd. Ik citeer : 'Volgens de minister strookt deze voorstelling niet met de feiten.'
Minister Renaat Landuyt : Pas op, u moet hier een onderscheid maken tussen de dienst Toerisme Vlaanderen en de minister. Dat is iets dat het Rekenhof ook heeft gedaan. Ik zal dit rapport van het Rekenhof gebruiken om hen om verantwoording te vragen.
De heer Didier Ramoudt : Het is evident dat ik niet u aanval, maar wel de gebruiken die gangbaar zijn binnen Toerisme Vlaanderen, waarover u toch de voogdij en dus de eindverantwoordelijkheid hebt.
Minister Renaat Landuyt : Wat zegt u nu, dat u me niet aanpakt, of dat u dat wel doet?
De heer Didier Ramoudt : Ik heb dit rapport bijna een jaar laten liggen, maar er is nog niets veranderd. Daarover gaat het.
Minister Renaat Landuyt : Weet u al een jaar wat u zopas heeft gezegd?
De heer Didier Ramoudt : Toch al meer dan zes maanden.
Minister Renaat Landuyt : Dit is het rapport van het Rekenhof.
De heer Didier Ramoudt : Ik heb het over stuk 36 van 2001-2002, dat eind vorig jaar verscheen. Dat document moet dus zes of zeven maanden oud zijn.
Er werd ook vastgesteld dat er onreglementaire contractuele salarissen worden betaald. Ik citeer : 'Sommige contractuele personeelsleden ontvangen bij Toerisme Vlaanderen te hoge salarissen. Niettegenstaande de strikte bepalingen in het personeelsstatuut en het stambesluit over salarisbepalingen voor de contractuele personeelsleden, onderhandelt Toerisme Vlaanderen in de praktijk met bepaalde personen over het salaris. Het kent daarbij contractuele salarissen toe van een niveau waarvoor de betrokkene niet het vereiste diploma bezit of waarvan de schaal de beginschaal overstijgt. Vaak ook berekent het een te hoge of fictieve anciënniteit. Salarisverhogingen kent Toerisme Vlaanderen toe middels het aanbieden aan in dienst zijnde contractuelen van een nieuwe overeenkomst.' Er wordt dus geknoeid. Het Rekenhof stelt dat afwijkingen op grond van vrije salarisonderhandelingen onaanvaardbaar zijn. De instelling heeft heel wat opmerkingen in dat verband. Ook iets heel vreemds dat werd vastgesteld, is het ter beschikking stellen van personeel : 'Toerisme Vlaanderen heeft minstens twee personeelsleden in strijd met de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, ter beschikking van andere organisaties (VZW's). In beide gevallen lag de functionele bevoegdheid bij de gebruiker. Een dergelijke sponsoring is wettelijk niet toegelaten.'
Dan kom ik aan punt 8, Aanwerving langs een VZW : 'Toerisme Vlaanderen betaalt jaarlijks een aanzienlijke toelage aan een VZW -in 1999 een toelage van 16,5 miljoen frank -die momenteel zes personeelsleden ter beschikking stelt van de instelling. Behalve de onregelmatigheid van deze terbeschikkingstelling, heeft het Rekenhof opgemerkt dat de VZW in de praktijk niet meer is dan een instrument om voor Toerisme Vlaanderen bijkomend personeel aan te werven. Er doet zich trouwens vermenging voor tussen de VZW en Toerisme Vlaanderen zodat niet meer duidelijk is wie de eigenlijke werkgever is'.
Vervolgens lezen we nog tal van opmerkingen, bijvoorbeeld het vergoeden van onkosten via fiscaal interessante vakantiecheques of een functioneringstoelage voor een personeelslid ten belope van 10 percent van het jaarsalaris. Er zijn zelfs personeelsleden die hun geldboetes terugbetaald krijgen, terwijl anderen commissielonen krijgen op grond van overnachtingen. Er zijn ook personeelsleden die onterecht een maandelijkse forfaitaire onkostenvergoeding krijgen, waarbij ze op de koop toe hun eigen werkelijke onkostenvergoeding inbrengen. Indien dergelijke zaken in de privé-sector zouden gebeuren, dan zou men onmiddellijk problemen krijgen met de fiscus.
Een instelling zoals Toerisme Vlaanderen heeft ook regels, regels die ze moet volgen. Het is uw taak om daarop toe te zien en ervoor te zorgen dat het niet van kwaad naar erger gaat.
Zoals u weet, moet binnenkort de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen worden vervangen. Het zou bijzonder jammer zijn indien zijn opvolger met al deze onaangename zaken wordt geconfronteerd. Wie een zaak overneemt, moet goed weten wat hij precies overneemt. Concreet betekent dit dus dat de nieuwe administrateur-generaal goed moet weten wat er in zijn huis gaande is en hoe zijn huis wordt bestuurd. Blijkt dan dat het personeelsbeleid te wensen over laat of dat bijvoorbeeld een werknemer negen maanden na het indienen van zijn ontslag nog steeds verder uitbetaald wordt, dan hoef ik hier geen tekening bij te maken.
Ik wil u dan ook een aantal concrete vragen stellen. Waarom zijn er tot vandaag nog steeds geen personeelskader en managementstructuur voor Toerisme Vlaanderen uitgetekend? Zijn er reeds maatregelen genomen om het probleem van de inefficiënte werking van de personeelsdienst op te lossen? Zo ja, welke? Zo niet, waarom niet?
Is het juist dat Toerisme Vlaanderen voor de aanwerving van contractueel personeel soms nalaat een publieke oproep te doen? Zo ja, waarom? Hoe staat u tegenover het feit dat de reglementaire bepalingen inzake het geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden niet wordt nageleefd, met als gevolg dat sommige contractuelen een hoger salaris hebben dan statutaire personeelsleden, alsook dat zij door het verkrijgen van een nieuw contract sneller bevorderd worden?
Volgens het rapport zouden een aantal personeelsleden vergoedingen en toelagen ontvangen zonder reglementaire basis. Werden reeds initiatieven genomen om het probleem van de aangekaarte wanpraktijken op te lossen?
Volgens het Rekenhof zouden twee personeelsleden van Toerisme Vlaanderen ter beschikking zijn gesteld aan VZW´ in ruil voor gratis publiciteit, catalogi of zelfs tickets. Is deze informatie correct? Zo ja, om welke VZW´ gaat het?
Toerisme Vlaanderen zou jaarlijks een aanzienlijke toelage betalen aan een VZW. Voor 1999 zou dit om een bedrag gaan van 409.024,32 euro. In ruil stelt deze organisatie zes personeelsleden ter beschikking van de instelling. Het Rekenhof stelt dat dit een instrument is om voor Toerisme Vlaanderen bijkomend personeel aan te werven. Is deze informatie correct? Zo ja, wordt deze praktijk nog steeds verder gezet? Om welke VZW gaat het?
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Ik wens in de eerste plaats de heer Ramoudt te danken voor zijn vragen en bekommernissen. Hij heeft in ieder geval gelijk als hij stelt dat we de opvolger van de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen niet mogen opzadelen met onfrisse toestanden uit het verleden, zoals beschreven door het Rekenhof. Het rapport van het Rekenhof was trouwens voor mij heel welkom. Het betekende een goede audit over de toestand binnen Toerisme Vlaanderen.
Ik heb dit rapport persoonlijk besproken met de raad van bestuur en met de effectieve leiding van Toerisme Vlaanderen. Zij hebben vervolgens een analyse gemaakt van wat ze kunnen weerleggen of verantwoorden. Ik heb ook de opdracht gegeven alles wat niet te weerleggen of te verantwoorden was, zo snel mogelijk recht te zetten.
Ik waardeer de houding van het Rekenhof dat een duidelijk onderscheid heeft gemaakt tussen de gebeurtenissen tijdens deze en de vorige legislatuur. Ik weet trouwens dat sommigen dit rapport hebben aangegrepen om een verhaaltje waar te maken alsof ik me zou inlaten met het specifieke personeelsbeleid van Toerisme Vlaanderen, iets wat dus helemaal niet het geval is. Het enige wat we wel onder onze voogdij gedaan hebben, is voorzien in mogelijkheden om de armslag van Toerisme Vlaanderen in bepaalde richtingen te versterken. Daarbij was er wel het technische probleem dat we, in consensus met deze commissie, het pas in de vorige legislatuur goedgekeurde decreet niet echt hebben uitgevoerd omdat er een aantal punten waren waarbij de logica zoek was of waarvan de verdere uitvoering niet langer paste in het licht van wat we doen rond beter bestuurlijk beleid.
Een en ander bevindt zich in de algemene context van de reorganisatie van al onze instellingen. De vraag daarbij is of Toerisme Vlaanderen als VOI een extern of een intern verzelfstandigd agentschap zou worden. Het zou de richting uitgaan van een extern verzelfstandigd agentschap, maar dan wel met een andere indeling op het vlak van de administratie en van het operationele orgaan.
Wat de onduidelijkheid -wat iets anders is dan onregelmatigheid -over het personeelskader betreft, koester ik grote verwachtingen op grond van het feit dat we volgend jaar met een nieuwe administrateur-generaal zullen kunnen werken waardoor we effectief lijnen zullen kunnen trekken. Binnen Toerisme Vlaanderen is er immers nood aan leiding.
Wat uw tweede vraag betreft, is er dus een vroegtijdig ontslag van de administrateur-generaal die eind dit jaar zal vertrekken. Momenteel wordt de procedure ingezet voor de nieuwe aanstelling. Voor de rest probeer ik er aan de hand van het rapport voor te zorgen dat wat niet correct was, correct gemaakt wordt.
Het is echter niet omdat sommige toestanden niet correct waren, dat u die als geknoei mag bestempelen. Het ging om een manier van handelen die -weliswaar uit goodwill -te veel 'à la carte' was. Professioneel was die echter niet correct. Trouwens, als de ambtelijke reglementering zwaarder is dan in de privé-sector, dan moet men zich daar maar bij neerleggen. We moeten daarmee leven en indien we dat niet kunnen, moeten we ze maar veranderen. Ik blijf er echter bij dat op dat vlak wat krom was, wordt rechtgetrokken.
Mijnheer Ramoudt, u vroeg of in sommige gevallen Toerisme Vlaanderen voor een aanwerving geen publieke oproep publiceert. Dit mag in elk geval niet. De personeelsaanwervingen waar ik kennis van heb, hebben de normale procedure doorlopen. Zo werden er personeelsadvertenties geplaatst in de klassieke bladen. In een studie van een van de bladen wordt er zelfs op gewezen dat Toerisme Vlaanderen nogal ruim is bij het openstellen van vacatures. Daaruit maak ik op dat de zaak ook goedkoper kan worden aangepakt. Ik weet dus niet waarnaar u verwijst. Ik ken het hele rapport niet in detail. Ik heb het wel nauwgezet laten analyseren en geëist dat er een gedetailleerd antwoord wordt gegeven. Zaken die niet volgens het boekje verlopen en die men niet kan verantwoorden, moeten worden rechtgezet. Soms zijn er echter gegronde redenen waarom iets op een bepaalde manier wordt aangepakt die ik wel aanvaard.
Vanaf januari 2002 worden de salarissen van het contractueel personeel bepaald overeenkomstig de reglementaire bepalingen. Er moest tabula rasa worden gemaakt met het voorgaande systeem.
De heer Didier Ramoudt : Hebt u dat ook nagegaan?
Minister Renaat Landuyt : Ja. Ik heb er wel over gewaakt dat een werknemer die te goeder trouw is, hiervan geen nadeel ondervindt. Een werknemer die had moeten weten dat er iets niet in orde was, moet terugbetalen wat hem niet toekwam. Gelukkig gaat het in die individuele gevallen om kleine bedragen.
De heer Didier Ramoudt : Mijnheer de minister, sedert 1 januari verdienden de contractuelen niet meer dan wat statutair was bepaald.
Minister Renaat Landuyt : Alles werd zoveel mogelijk geobjectiveerd. Ik weet niet van buiten hoe alles is geregeld.
De heer Didier Ramoudt : Dat is juist wat ik wil weten. Er ontstaan fricties tussen mensen die in dezelfde dienst werken.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer Ramoudt, wij zijn voorstander van gelijkheid. U moet me signaleren waar de zaken fout lopen. De instellingen moeten er ook op toezien dat syndicale eisen niet leiden tot ongelijkheid. De leiding moet daar een strakke lijn in trekken. Mijn richtlijn is dat de zaak in orde moet zijn. Voor het overige moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen.
De heer Didier Ramoudt : Ik veronderstel dat de contractuelen allemaal een opzeg hebben gekregen en dat ze daarna een nieuw contract moesten ondertekenen. Op een andere manier kan dit niet worden opgelost.
Minister Renaat Landuyt : Het zal wel zo zijn dat de contracten moesten worden aangepast. Ik wijs er echter op dat een werknemer die te goeder trouw is, nooit slachtoffer van de situatie kan zijn. Dat is een vaste regel binnen het arbeidsrecht. Men kan hiervan geen gebruik maken om de wedde van mensen af te pakken of hen iets meer te geven. De zaak moet in orde zijn. Het rapport van het Rekenhof wordt daarbij als basis gebruikt.
Daar waar er geen reglementaire basis is, moet er een worden gegeven. Ofwel zijn de reglementen in orde ofwel wordt de zaak opgedoekt. Er zijn gevallen waarbij er zelfs geen reglement was opgesteld terwijl er wel regels werden gevolgd die echter niet op papier stonden. Ik heb via de regeringscommissaris de opdracht gegeven dat er een reglement moest worden opgesteld.
Ik wijs er wel op dat in vele gevallen men niet de intentie had te foefelen. Wel werkten sommigen op een nonchalante manier door zelfs geen reglement op te stellen waarop ze zich konden steunen. Zelfs als er een eigen code wordt gevolgd, dan nog moet die worden geëxpliciteerd. Dat is nu eenmaal de regel.
Er waren toestanden die in het buitenland werden aangeklaagd. Om vlot te kunnen werken, moest er een beroep worden gedaan op een uitzendbureau. Later werd die zaak gereglementeerd. Dat is verantwoord. Het is misschien niet katholiek maar vanuit het perspectief van het management kan de werkwijze wel worden verdedigd. De kritiek van het Rekenhof moet op die manier worden weerlegd.
Op vraag van onder andere het parlement werd er iemand van Toerisme Vlaanderen gedetacheerd naar Europa. Dat is ook opgenomen in het statuut. (Opmerkingen van de heer Didier Ramoudt)
Mijnheer Ramoudt, u klaagt de detachering aan. Het is om het even of het nu om een VZW, een NV of een overheidsinstelling gaat. (Opmerkingen van de heer Didier Ramoudt)
De beide gevallen gaan over culturele activiteiten met de steden. Ik denk dat het gaat om Oostende en de activiteiten rond Ensor en Delvaux. Toerisme Vlaanderen heeft knowhow op het vlak van het benaderen van een cultuurproject. Voor de activiteiten rond Keizer Karel V werd er personeel ter beschikking gesteld voor de begeleiding. Voor Brugge 2002 wordt personeel opgenomen in de werking van het evenement om de link te leggen met de internationale promotie. Het gaat dus eigenlijk niet om werk dat gebeurt voor de VZW ; Toerisme Vlaanderen voert zijn taak ter plekke uit. Als overheid vragen we uiteraard dat Toerisme Vlaanderen wordt erkend. Men zal dan ook overal zien dat Toerisme Vlaanderen partner is bij het evenement.
Gisteren was er op FR3 een avondvullend programma over Brugge. Toerisme Vlaanderen heeft daarin een ruime bijdrage geleverd. Hetzelfde mechanisme speelt in Oostende. Tijdens Antwerpen '93 moet een en ander begonnen zijn.
We hebben er alle belang bij om zo te werk te gaan. Dat is allemaal te verantwoorden. Het gaat niet zomaar om een akkoordje met een busvervoerbedrijf, waarbij we een reisleider ter beschikking stellen als men de vlag van Toerisme Vlaanderen naast de naam 'Ramoudt' zou hangen. Hier gaat het eigenlijk over een samenwerking met andere overheden, waarbij we hun activiteiten vorm geven in een VZW. Het Rekenhof wees er wel nogmaals op dat men de regels goed moet respecteren. Eigenlijk gaat het om een terbeschikkingstelling. We betalen iemand die nu voor Europa werkt. Statutair is dat zo voorgeschreven.
De VZW Info wordt elk jaar in de begroting van Toerisme Vlaanderen opgenomen. Een en ander is decretaal onderbouwd. De VZW is opgericht om de gezamenlijke exploitatie -met het Office de Promotion du Tourisme -van de toeristische informatiebalie aan de Grasmarkt te verzorgen. Omwille van de specifieke functievereisten, zoals de meertaligheid van het baliepersoneel, en omwille van de nood aan eenvormigheid van de administratieve positie van het personeel werd een aparte VZW opgericht. Dat was verantwoord. In de loop der jaren is het personeel van deze VZW ingeschakeld voor de uitvoering van de promotionele taken van Toerisme Vlaanderen. Omdat men zo gemakkelijker kan aanwerven, begon men in de VZW personeel in te schrijven dat eigenlijk voor Toerisme Vlaanderen werkt.
-De heer Jacques Laverge treedt als voorzitter op.
Naar aanleiding van het rapport van het Rekenhof heb ik gesteld dat dit niet kan. Daar wordt nu een einde aan gemaakt. Wie werkt voor Toerisme Vlaanderen, moet ook zijn ingeschreven bij Toerisme Vlaanderen. Ik stel ook voor om die VZW op te doeken, want die heeft geen bestaansreden meer. Mijn richtlijn op dat vlak is duidelijk. Dat moet echter gebeuren in afspraak met het OPT, en dat leidt tot enige vertraging. Ik hoop dat de nieuwe leiding van Toerisme Vlaanderen met een schone lei kan beginnen.
De voorzitter : De heer Ramoudt heeft het woord.
De heer Didier Ramoudt : Ik dank de minister voor zijn antwoord.
De voorzitter : Het incident is gesloten.