Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 17/01/2002
Vraag om uitleg van de heer Jos Bex tot de heer Jaak Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over de bijdrage van het Vlaams Gewest in DAT
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Bex tot de heer Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over de bijdrage van het Vlaams Gewest in DAT.
De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, uit gesprekken met BIAC verantwoordelijken blijkt dat hun grootste bekommernis is een of meer home carriers te vinden om Sabena Catering en Technics draaiende te houden. Hopelijk zal DAT die rol spelen.
In hoeverre is de Vlaamse overheid bereid een home carrier voor Zaventem te steunen? Sommige regionale luchthavens genieten bijzondere steun van de overheid. Kan Vlaanderen niet bijdragen aan een oplossing voor deze kwestie?
De heer Jan Penris : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, hoe belangrijk een home carrier ook is voor de luchthaven van Zaventem, het Vlaams Parlement moet in de eerste plaats oog hebben voor de tewerkstelling. Momenteel wordt er gewerkt aan de oprichting van een zeer Vlaamse luchtvaartmaatschappij, namelijk Van Gaever Airlines. Ze heeft reeds personeel aangeworven, een businessplan opgesteld en kapitaal verzameld, maar ze lijkt te worden tegengewerkt door de federale instanties die de licenties verlenen.
Mijnheer de minister, in welke mate volgt de Vlaamse regering dit voor Vlaanderen niet onbelangrijke dossier? Oefent ze druk uit op haar federale collega's?
De heer Jacques Laverge : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is belangrijk dat we de nadruk leggen op de infrastructuur. Mijns inziens moet de ontwikkeling van de luchthaven de prioriteit zijn van de Vlaamse luchtvaartpolitiek.
De heer Jos Bex : Blijkbaar worden mijn vragen vandaag gretig aangegrepen als kapstok. Ik ben zeker overtuigd van het belang van het voortbestaan van de luchthaven. Meermaals heb ik opgemerkt dat de luchthaven ontzettend belangrijk is voor Vlaanderen. Mijn vraag betreft echter uitsluitend de stelling van BIAC dat een home carrier noodzakelijk is voor de tewerkstelling van de personeelsleden van Sabena Catering en Technics. Hoe kan de Vlaamse overheid zo'n home carrier steunen? Het maakt me weinig uit welke kandidaat uiteindelijk die rol zal vervullen. Momenteel zijn er verschillende initiatieven in wording.
De heer Jan Laurys : Ik sluit me aan bij de vraag van de heer Bex. Het is niet het een of het ander. We zijn geen specialisten, maar volgens kenners is een home carrier inderdaad nodig voor het voortbestaan van Zaventem als internationale luchthaven. We hebben het businessplan van DAT nooit gezien, en kunnen dus ook niet beoordelen of een gewestelijke investering aan de orde is. Alleszins is het ook onze bekommernis dat de tewerkstelling op de luchthaven behouden blijft.
De voorzitter : 7.800 mensen werden rechtsreeks geraakt door het faillissement van Sabena, dat 9 dochterbedrijven telde. Sabena Technics krijgt nu 25 miljoen euro van de federale regering om voorlopig voort te kunnen. Ik weet niet onder welke vorm het dat geld krijgt. De Vlaamse regering vindt terecht dat de overheid niet mag investeren in een commerciële luchtvaartmaatschappij.
Voorts wordt er schoorvoetend gesproken over de regionalisering van de luchthaven van Zaventem. Regionale investeringen louter in de infrastructuur zouden misschien wel kunnen. Daarnaast zijn velen de mening toegedaan dat Zaventem een home carrier nodig heeft. De vraag rijst of en hoe de Vlaamse overheid zo'n onderneming kan steunen, al dan niet financieel, terwijl ze in feite uitsluitend in infrastructuur wil investeren.
De Vlaamse regering krijgt nu het verwijt dat ze zich asociaal opstelt. We mogen ons daardoor niet laten intimideren. Mijns inziens mag Vlaanderen alle initiatieven steunen die kunnen leiden tot een nieuwe home carrier voor Zaventem, maar niet met een financiële inbreng.
Minister Jaak Gabriels : Het faillissement van Sabena was triest maar onvermijdelijk. De gevolgen ervan moeten evenwel in een breder perspectief worden geplaatst. In december was de luchtvaartactiviteit op Zaventem teruggevallen met 43 percent.
In januari was dat nog maar 15 percent. De luchtvaartactiviteit herstelt zich dus. Het is niet aan de overheid om een luchtvaartmaatschappij op te richten of in stand te houden. Daarover is iedereen het eens. We moeten daarom heel goed nadenken over eventuele steun aan een home carrier. Onze eerste prioriteit is dat de luchtvaartactiviteiten op Zaventem optimaal verlopen. Voor de rest kunnen we enkel afwachten. Mijns inziens moeten we ons niet mengen in de onderhandelingen tussen privé-bedrijven.
Zoals bekend heeft de Vlaamse regering op 10 december 2001 een beslissing genomen in verband met de financiering van de tussenkomst van het Vlaams Gewest in de start van een nieuwe luchtvaartmaatschappij. Ik sta volledig achter die beslissing. De GIMV is de instelling die toezicht houdt op het dossier. Het is toevertrouwd aan de heren Fierens, Vandamme en Druyts, respectievelijk de executive investment manager, de investment manager en de juridisch medewerker.
Het is onduidelijk of steun van de Vlaamse overheid VG Airlines of buitenlandse maatschappijen ertoe zou kunnen overhalen om de home carrier van Zaventem te worden. In het kader van de task force Vlaams Brabant lopen er besprekingen tussen BIAC en het kabinet. We denken eraan vertegenwoordigers van de Dienst Investering Vlaanderen in te zetten om internationale carriers hiervoor warm te maken. BIAC heeft trouwens zelf al initiatieven genomen.
Het grootste knelpunt is de algemene crisis in de luchtvaartsector. Buitenlandse carriers concentreren zich op hun basisactiviteiten en nemen onder druk van hun aandeelhouders een afwachtende houding aan. We moeten de markt haar gang laten gaan : als er vraag is naar een vanuit Brussel opererende carrier zal die opportuniteit worden benut, met of zonder de hulp van de overheid.
Economische steunmaatregelen aan de luchtvaartsector zijn onderworpen aan de Europese kaderregeling van 10 december 1994, met name aan de artikelen 92 en 93 van het EG-Verdrag en van artikel 61 van de EER-overeenkomst over steunmaatregelen van de staten in de luchtvaartsector. Deze kaderregeling heeft tot doel de luchtvaartmaatschappijen op voet van gelijkheid met elkaar te laten concurreren. Steun is in principe verboden. Enkel bij uitzondering en mits akkoord van de Europese Commissie kan steun worden verleend. De kaderregeling legt de houding vast die de Europese Commissie dient aan te nemen bij de beoordeling van steunaanvragen. Overheidsinvesteringen in infrastructuur vallen buiten de regeling en zijn toegelaten. Fiscale voordelen en sociale steun worden in principe als positief beschouwd. Ze worden niet aanzien als overheidssteun, tenzij de maatregel een concurrentievoordeel oplevert dat toelaat kosten te besparen die de maatschappij normaal zelf had moeten financieren. Exploitatiesteun is in geen geval toegelaten.
Kapitaalinjecties kunnen worden toegestaan indien het ingebrachte kapitaal in verhouding staat tot het aantal aandelen dat in het bezit is van de overheid, en tegelijkertijd ook een particuliere aandeelhouder een kapitaalinjectie doet. Het aandeel van de particuliere investeerder moet van reëel economisch belang zijn. Kredietverlening kan worden toegestaan als de overheid de lening verstrekt tegen normale commerciële voorwaarden, en de lening bijvoorbeeld ook bij een handelsbank had kunnen worden verkregen. Garanties mag de commissie enkel toelaten als ze contractueel gekoppeld zijn aan specifieke voorwaarden. Deze voorwaarden kunnen zeer strikt zijn, en bijvoorbeeld voorzien in een verplichte faillietverklaring van de begunstigde onderneming of in een vergelijkbare procedure.
We zullen voorlopig de ontwikkelingen in de sector afwachten. Virgin en DAT gaan misschien samenwerken. Momenteel is er echter nog geen officieel akkoord. Virgin Express doet het niet zo goed, en het spreekt voor zich dat een samenwerking met DAT de toekomst van deze dochtermaatschappij van Virgin niet mag hypothekeren. Deze kwestie is het laatste obstakel. Als DAT en Virgin samenwerken, zal er binnen de kortste keren een nieuwe luchtvaartmaatschappij tot stand komen.
De Vlaamse regering hoort zich hier evenwel niet in te mengen. Haar enige verantwoordelijkheid is ervoor zorgen dat de luchthaven van Zaventem optimaal functioneert. Dat is ook belangrijk om Zaventem aantrekkelijk te houden voor de buitenlandse luchtvaartmaatschappijen. Vooral voor de lange afstandsvluchten is het heel belangrijk dat een paar grote carriers Zaventem als uitvalsbasis kiezen. De bevolking zal dan ook niet langer moeten overstappen telkens ze naar verre bestemmingen wil reizen.
Voorlopig kiest de Vlaamse regering er dus voor om via de GIMV te werken aan de kwaliteit van de infrastructuur. Ik ben ervan overtuigd dat dit onze eerste opdracht is en dat we daar op termijn de vruchten van zullen plukken.
De voorzitter : De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex : Mijnheer de minister, u hebt gesproken over het aantrekken van carriers. Ik wil benadrukken dat het voor Zaventem niet alleen belangrijk is om carriers uit verschillende landen aan te trekken, maar ook om een home carrier te hebben, om het verwijt van de vakbondsafgevaardigde aan de Vlaamse overheid te counteren. Zo kunnen we de tewerkstelling bij Technics en Catering behouden. Volgens de mensen van BIAC kan dat alleen worden gegarandeerd als er een stevige homecarrier is.
Minister Jaak Gabriels : We moeten de werkloosheidscijfers ook over een langere periode zien. De VDAB was blij dat ze opnieuw kon ingaan op de grote vraag om personeel beschikbaar te stellen in Vlaams-Brabant. De alarmerende berichten die we destijds hebben vernomen na de sluiting van Renault Vilvoorde, waren na enkele maanden volledig opgedroogd. Ik vraag een beetje geduld. De regio Vlaams-Brabant ontwikkelt een zeer hoge activiteitsgraad. De GOM en de Kamer van Handel en Nijverheid vertellen mij hetzelfde. Zeker als er ondertussen op kleine schaal extra activiteiten worden ontwikkeld, ben ik ervan overtuigd dat we heel vlug over die moeilijkheden heen geraken.
De heer Eddy Schuermans : Mijnheer de minister, in uw interpretatie van de Europese kaderrichtlijn zijn er buiten infrastructuur, waarover de regering reeds heeft beslist, geen andere mogelijkheden. Het fiscale hoofdstuk is niet onze bevoegdheid. Een kapitaalsinjectie kan maar indien men echt participeert, en er is geen intentie om dat te doen. Kredietverlening moet onder de voorwaarden waarop een handelsbank dat zou doen. Ik vraag me trouwens af wat het nut is als een overheid dat doet. Aan garanties hangt een verplichte faillietverklaring vast. Dat is dus ook niet het goede scenario. De conclusie is dat het Vlaams Gewest, behalve inzake infrastructuur, eigenlijk niets wil of kan doen.
Er valt wat te zeggen voor die interpretatie. Ze steekt wel af tegen de houding van het Waalse Gewest, dat een heel andere visie heeft. Ondanks de kaderrichtlijn speelt het Waals Gewest via Ryanair een agressieve rol op de markt. Volgens een aantal mensen is het zelfs marktverstorend. Moeten we hierop lijdzaam toezien? Moet Vlaanderen die richtlijn zo orthodox interpreteren? In de Belgische en de Europese context zijn dat toch twee totaal verschillende interpretaties van dezelfde richtlijn.
Minister Jaak Gabriels : We hebben daarover een debat gevoerd in het Vlaams Parlement. Het Vlaams Parlement heeft de beslissing van de Vlaamse regering goedgekeurd. We zijn niet bereid om na enkele maanden onze houding te veranderen. Als we het andere pad zouden kiezen, begeven we ons op glad ijs. Dat zal ook blijken in de komende jaren. Het vinden van tijdelijk kapitaal zou sommigen zuur kunnen opbreken. Een dergelijk dossier moeten we niet gevoelsmatig, maar zuiver economisch bekijken. We moeten alles doen om de activiteitsgraad in Zaventem aan te zwengelen.
De heer Eddy Schuermans : Ik ben het met u eens, maar de vraag is of we lijdzaam moeten toezien hoe in een andere regio dezelfde richtlijn anders wordt geïnterpreteerd. Dat is marktverstorend.
De heer Jacques Laverge : Dat is niet alleen het probleem van een maatschappij die tegen lage prijzen werkt. Er zijn verschillende faciliteiten op de luchthaven, maar dat heeft niets te maken met de financiële ondersteuning.
De heer Eddy Schuermans : De houding van het Waalse Gewest is in deze zaak zeer agressief en gaat in tegen de geest en de letter van de richtlijn.
Minister Jaak Gabriels : U weet dat er klachten lopen tegen wat er gebeurt in Charleroi. Het is mogelijk dat Europa dat veroordeelt. Ik betwijfel of dit de beste investering is die een overheid kan doen. Ik kan het Waalse of het Brusselse Gewest niet beletten om dat te doen. Maar wij moeten niet met open ogen in een ravijn lopen.
De heer Jan Laurys : De minister is optimistisch over de werkgelegenheid. Er is echter een fundamenteel verschil tussen wat destijds met Renault is gebeurd, en wat nu in Zaventem gebeurt. Renault is failliet gegaan in 1997. Het heeft toch drie jaar geduurd voor iedereen via de tewerkstellingscel werk heeft gevonden. Bovendien zijn er nog steeds enkele mensen die niet in het gewone economische circuit zijn geraakt.
Renault heeft wel kunnen profiteren van de luchthavenactiviteiten in Zaventem. Daardoor werd er heel snel bijkomende tewerkstelling gecreëerd. Nu is de motor van de regio getroffen. De luchthavenindustrie zelf dreigt vast te lopen. Ik vrees dat er niet zo vlug bijkomende tewerkstelling zal komen als toen met Renault.
In het parlementair debat werd professor Sleuwaegen aangehaald, die zei dat we ons niet mochten verkijken op de situatie van Renault, omdat nu de motor van de Vlaams-Brabantse economie geraakt werd.
Minister Jaak Gabriels : Die motor kan alleen maar draaien als de elementen voor een gezonde economische activiteit in de toekomst aanwezig zijn. Wat bij ons gebeurt, is ook elders op grote schaal gebeurd. Wie zou begin jaren tachtig gedacht hebben dat Pan-Am van de wereldkaart zou verdwijnen? Dat was toen de grootste maatschappij. De overheid moet zich niet inlaten met die branche. We moeten er wel voor zorgen dat Zaventem een aantrekkelijke luchthaven blijft. Het zal misschien met verschillende duizenden arbeidsplaatsen minder zijn, maar die kunnen we opvangen.
Vorig jaar was het hoofdthema op de nieuwjaarsreceptie van de Kamer van Handel en Nijverheid van Vlaams-Brabant, het niet-vinden van voldoende personeel. Men moest uitwijken naar Oost-Europa om personeel te zoeken. Als we dit probleem over een iets langere termijn bekijken, zullen we zien dat het zal worden opgelost.
De heer Jan Penris : Mijnheer de minister, behartigt u op een of andere manier mee het dossier van Van Gaever Airlines zonder dat financieel te steunen?
Minister Jaak Gabriels : Die mensen hebben tot nu toe uitsluitend met het federale niveau contact genomen, omdat het geven van vergunningen en slots een federale bevoegdheid is.
De voorzitter : Aan de grondslag van de vraag van de heer Bex liggen vrij harde uitspraken van een niet-onbelangrijke vakbondsvrouw in dit dossier. DAT is ongeveer opgestart. Men moet toegeven dat de 371.840.287 miljoen euro 500 arbeidsplaatsen betekenen. Hopelijk worden er dat nog meer.
Op 6 juli hebben we bij decreet de PMV opgericht. Dat is een investeringsmaatschappij die voor 100 percent door de overheid wordt gefinancierd, en niet de ziekten heeft van de GIMV. DAT is een schoolvoorbeeld van een dossier dat door de PMV zou moeten worden behartigd, maar toch is GIMV daar actief. Waarom hebben we de PMV dan opgericht?
Minister Jaak Gabriels : De PMV was op dat ogenblik nog niet operationeel. We moesten een instrument vinden dat dit kon doen in opdracht van het Vlaams Gewest. Daarom hebben we de GIMV ingeschakeld. In de toekomst zal dat de PMV zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.