Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden Vergadering van 08/11/2001
Vraag om uitleg van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen tot de heer Jaak Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over genderonevenwichten in de Vlaamse afvaardiging in de raad van beheer van de Nationale Delcrederedienst
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van Cleuvenbergen tot de heer Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over genderonevenwichten in de Vlaamse afvaardiging in de raad van beheer van de Nationale Delcrederedienst.
Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is eigenlijk een beetje belachelijk dat ik uw tijd in beslag moet nemen met deze vraag. Ik heb deze vraag echter op 11 januari van dit jaar als schriftelijke vraag ingediend, maar ik heb tot nu toe nog altijd geen antwoord gekregen. Dit is ook als zodanig vermeld in het Bulletin van Vragen en Antwoorden.
Daarom heb ik dan begin juli per brief gevraagd om de schriftelijke vraag om te zetten in een vraag om uitleg. Het resultaat is dus dat een vraag van 11 januari 2001 vandaag in deze commissie wordt behandeld. Eigenlijk vind ik zelf dat dit onderwerp geen vraag om uitleg waard is.
Er zijn echter twee redenen waarom ik deze vraag toch wil stellen. Ten eerste gaat het om iets wat ik continu volg, zij het dan meestal wel op andere terreinen. Ten tweede vind ik gewoon ook dat het Reglement van het Vlaams Parlement en de rechten van de Vlaamse volksvertegenwoordigers moeten worden gerespecteerd.
In haar vergadering van 20 oktober 2000 vaardigde de Vlaamse regering de heren Hugo Van Driessche en Rudy De Meyer af naar de raad van beheer van de Nationale Delcrederedienst. Als plaatsvervangers werden de heren Daniël Geerts en Theodoor Vanden Berghe aangewezen. Het gaat dus uitsluitend om mannen. Nochtans engageerde de Vlaamse regering zich ertoe extra inspanningen te leveren om tot een evenwichtiger samenstelling van de raden van bestuur te komen.
Ik wil toch ook op het volgende wijzen. Het gaat hier om een vergadering van 20 oktober 2000. De decreten bepaalden dat op 1 januari 2001 de samenstelling van deze raden een minimumvertegenwoordiging van één derde diende te hebben. De beslissing van de Vlaamse regering beantwoordde dus zeker niet aan de geest van het decreet.
Mijnheer de minister, deed de regering voor deze aanstellingen een beroep op de Pluspuntbank? Bij de decreten die eisten dat er een vertegenwoordiging van één derde diende te komen in advies- en beheersorganen, werd immers de Pluspuntbank opgericht. Dit is een soort bank waarin kandidaten zich spontaan kunnen inschrijven en waarbij hun CV wordt opgenomen, zodat men veel gerichter raden van bestuur en adviesorganen kan invullen.
Toen we de discussie over deze decreten voerden, hebben we gezegd dat de invulling ervan de basis kon leggen om op een meer democratische manier advies- en beheersorganen samen te stellen. Door gebruik te maken van de Pluspuntbank kunnen we immers meer doorzichtigheid creëren. Iedereen kan zien wat de competenties zijn van bepaalde mannen en vrouwen. Men kan ook zien waar er vacatures of in te vullen plaatsen zijn, zodat iedereen die belangstelling heeft, dat kan laten blijken.
Mijnheer de minister, deed de regering voor deze aanstellingen een beroep op de Pluspuntbank? Hoe werd deze afvaardiging bekendgemaakt? Welk profiel werd vooropgesteld?
De voorzitter : Minister Gabriels heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw Van Cleuvenbergen, ik begrijp uw ongenoegen. U zult echter ook wel begrijpen dat ik niet verantwoordelijk ben voor het feit dat deze vraag niet beantwoord werd, zodat u ze nu mondeling moet stellen. Dit neemt niet weg dat ik nu zeer graag een antwoord zal geven op uw vragen.
Op 20 oktober 2000 heeft de Vlaamse regering de heren Van Driessche en De Meyer inderdaad afgevaardigd naar de raad van beheer van de Nationale Delcrederedienst. De Vlaamse regering deed voor deze aanstelling geen beroep op de Pluspuntbank. De afvaardiging namens het Vlaams Gewest werd door de minister-president schriftelijk bekendgemaakt aan de federale minister van Telecommunicatie, Overheidsbedrijven en Participaties.
In artikel 12 van het KB van 31 augustus 1939, zoals gewijzigd, wordt geen profiel vooropgesteld voor de vertegenwoordigers van de gewesten in de raad van beheer van de Nationale Delcrederedienst. Deze afgevaardigden werden nog niet opgenomen in de raad van beheer van de Nationale Delcrederedienst.
Dankzij het Lambermontakkoord echter, zal de Vlaamse vertegenwoordiging in onder andere deze dienst versterkt worden. De onderhandelingen daarover zijn nog niet afgerond, maar op basis van de uitkomst zullen ongetwijfeld nieuwe kandidaten moeten worden afgevaardigd voor de raad van beheer. Ik neem uw aanbeveling mee wanneer het moment daarvoor gekomen is.
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Mijnheer de minister, ik dank u voor dit engagement.
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen, het gaat hier inderdaad om zaken die essentieel zijn voor de democratische besluitvorming.
Het incident is gesloten.