Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 14/06/2001
Vraag om uitleg van de heer Dany Vandenbossche tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de subsidiëring van musea in het kader van het museumdecreet
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Vandenbossche tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de subsidiëring van musea in het kader van het museumdecreet.
De heer Dany Vandenbossche : Mevrouw de voorzitter, het museumdecreet is voor de Vlaamse musea een goede zaak geweest. Indien men over het beleid van de voorbije twee jaar iets kan zeggen, is het wel dat de musea erop zijn vooruitgegaan. De middelen die in het museumdecreet zijn ingeschreven, zijn immers sterk gegroeid. Men kan dit zien aan de bedragen die aan de erkende musea worden uitgekeerd. De minister verdient hiervoor alle lof.
Naar aanleiding van de begroting hebben we hier diverse debatten gevoerd. Het is de bedoeling om de middelen voor het museumdecreet verder te laten groeien. Er zijn tevens een aantal aanpassingen doorgevoerd.
We hebben het in deze commissie al meermaals gehad over het toekennen van een minimumsubsidie voor bepaalde musea. Ik weet wat de bedoeling van deze maatregel is. Ik heb van verschillende mensen in de sector evenwel vernomen dat er zich een aantal praktische problemen stellen. De subsidies aan stedelijke musea worden uitgekeerd via de vriendenverenigingen van die musea. Aangezien dit in Gent ook het geval is, heb ik dit al aan den lijve mogen ondervinden.
Er is bij een aantal van die musea wat commotie ontstaan omdat de subsidies voor 2001 nog niet zijn uitgekeerd. Men heeft me gemeld dat er blijkbaar technische problemen zijn ontstaan. Ik zou toch graag eens horen waarom die subsidies voor 2001 nog niet zijn uitgekeerd.
Minister Bert Anciaux : De Vlaamse regering heeft vorige week een besluit genomen.
De heer Dany Vandenbossche : Mijn aanvullende vraag was wanneer die subsidies zullen worden uitgekeerd. Dit betekent dat mijn vraag al is beantwoord nog voor ik ze kon stellen.
De voorzitter : Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux : Mevrouw de voorzitter, de vraagsteller heeft het uiteraard over de werkingssubsidies aan de erkende musea. Op dit ogenblik bedraagt de werkingssubsidie van de Vlaamse Gemeenschap 9,5 miljoen frank per erkend museum ingedeeld bij het landelijke niveau. De subsidie bedraagt met andere woorden 1 miljoen frank meer dan in het jaar 2000.
De Vlaamse regering heeft het ontwerp van wijziging van het uitvoeringsbesluit recent principieel goedgekeurd. Dit ontwerp bevindt zich momenteel voor advies bij de Raad van State. Het heeft betrekking op mijn beslissing om vanaf 2001 ook aan de erkende musea ingedeeld bij het regionale niveau een forfaitaire werkingssubsidie toe te kennen. Deze intentie is reeds bij de begrotingsopmaak 2001 ingeschreven in de fiche van programma 45.3, basisallocatie 33.01, subsidies aan en ten gunste van musea.
Op dit ogenblik wordt aan deze musea een beperkte werkingssubsidie toegekend door de provincies. Het is noodzakelijk dat de Vlaamse overheid haar verantwoordelijkheid neemt inzake de uitbouw van een professioneel en kwalitatief museumaanbod. Met een subsidie voor de uitbouw van de basisfuncties van een museumwerking en voor een kern van personeelsleden zetten we op dit vlak een eerste stap. Uiteindelijk moet dit resulteren in een gedifferentieerd systeem van forfaitaire werkingssubsidies voor erkende musea. De differentiatie zal dan gebeuren op basis van het niveau van indeling.
De werkingssubsidies zijn bedoeld om de kosten voor de dagelijkse werking en voor een kern van personeelsleden te ondersteunen. Zoals reeds gezegd, bedraagt deze subsidie op dit ogenblik 9,5 miljoen frank per instelling op landelijk niveau. In de meeste gevallen dekt dit bedrag ongeveer 10 percent van de reële kosten. Een werkingssubsidie van de Vlaamse Gemeenschap aan een erkend museum op het regionaal niveau zal 2 miljoen frank bedragen. De betrokken provincie zal bovendien ook een beperkte subsidie ontvangen. Samen staan deze bedragen in verhouding tot de subsidies aan de landelijk ingedeelde instellingen. Ongeacht van deze werkingssubsidies, blijven alle erkende musea in aanmerking komen voor projectsubsidies.
Hiernaast zijn in de tekst van het uitvoeringsbesluit een aantal kleine wijzigingen aangebracht. Die wijzigingen zijn gebaseerd op de ervaringen van de voorbije jaren en moeten de tekst verhelderen. Ze omvatten onder meer definities en verduidelijkingen van begrippen, bijvoorbeeld 'samenwerkingsverband'. De wijzigingen betreffen ook de erkenningscriteria, een verduidelijking van de garanties voor het eigendoms- of het genotsrecht van de collectie en van de basisinfrastructuur, een aanpassing van de termijnen van de erkenningsprocedure, correcties met betrekking tot het advies van de provincies, de toevoeging van het gebruik van het internationale logo voor erkende musea, de subsidiëring van de logische ordening van de artikels, de toekenning van werkingssubsidies aan erkende musea op het regionaal niveau, een aanpassing van de termijn voor het indienen van een aanvraag voor werkings- en projectsubsidies en de start- en projectsubsidies. De wijzigingen betreffen ook het toezicht. Het gaat om een verduidelijking en een aanvulling van de documenten die moeten worden ingediend voor het toezicht op de erkenning en op de werking. Ten slotte wordt de termijn voor het indienen van nieuwe beheersnota's op zes jaar gebracht en komt er vanaf 2003 een vaste datum voor alle erkende musea.
Het bevoegde gezag van de erkende musea op landelijk niveau moet jaarlijks, voor 1 april, bij de administratie een aanvraag voor een werkingssubsidie indienen. Begin april worden de aanvragen gecontroleerd op hun formele en inhoudelijke volledigheid. Indien nodig vraagt de administratie de musea om de ontbrekende stukken. Op basis van dit onderzoek wordt een ontwerpbesluit opgesteld. De procedure voorziet in een legistiek en in een taaladvies, alsook in een advies van de Inspectie van Financiën. Daarna wordt de Vlaamse minister van Financiën en Begroting om een goedkeuring gevraagd.
Dit jaar is het begrotingsakkoord op 3 mei gegeven. Aangezien de subsidies meer dan 6 miljoen frank bedragen, moest dit subsidiebesluit aan de Vlaamse regering worden voorgelegd. Op 1 juni 2001 heeft de Vlaamse regering dit besluit goedgekeurd. Zodra het subsidiebesluit door de controleur van de vastleggingen is vastgelegd, wordt de procedure tot vereffening van de voorschotten opgestart.
Ik denk dat de uitkeringen in de loop van de komende weken zullen worden uitbetaald. Dit besluit is onmiddellijk aan de controleur van de vastleggingen bezorgd. Ik ben ervan overtuigd dat de uitbetalingen nog voor het zomerreces zullen plaatsvinden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.