Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 31/05/2001
Vraag om uitleg van de heer Erik Matthijs tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over het Regionaal Landschap Meetjesland
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Matthijs tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over het Regionaal Landschap Meetjesland.
De heer Matthijs heeft het woord.
De heer Erik Matthijs : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben niet iemand die veel vragen stelt over regionale problemen, maar nu vond ik het toch de moeite. De Vlaamse overheid heeft acht gebieden in Vlaanderen erkend als Regionaal Landschap. Het gaat om het Hageland, de Vlaamse Ardennen, de Kempen, ZenneZuun&Zoniën, het Dijleland, Haspengouw, de West-Vlaamse Heuvels en het Meetjesland.
Naast het feit dat een Regionaal Landschap een gebied is met landschappelijke waarden, is het gelijktijdig een territoriaal samenwerkingsverband bestaande uit overheden en verenigingen. Het forum heeft in grote lijnen een viertal doelstellingen voor ogen : ontwikkeling van het streekeigen karakter, ontwikkeling van kleine landschapselementen, natuurbehoud- en ontwikkeling en ruimte bieden aan beleving van het landschap vooral gericht op educatie en toerisme.
Het wetgevend kader van de Regionale Landschappen is het decreet op het natuurbehoud en het uitvoeringsbesluit van 12 februari 1999. In dat uitvoeringsbesluit worden bepaalde sectoren, zoals cultuur en polders, uitgesloten van deelname aan de algemene vergadering. In de raad van bestuur is er een groot overwicht van natuur en overheid. Momenteel kunnen enkel overheid, natuur- en milieuverenigingen, toerisme, landbouw en wildbeheerseenheden zetelen. De bestendige deputatie en de dienst Planning en Natuurbehoud van de provincie Oost-Vlaanderen kozen op 22 maart 2001 formeel voor een verruiming van de algemene vergadering.
Actoren en sectoren zoals cultuur, streekontwikkeling en polders zijn onlosmakelijk verbonden met het landschap en dienen bij te dragen tot de ontwikkeling ervan. Het landschap is immers een samenspel tussen natuur en cultuur en is de verantwoordelijkheid van elke sector. Dit wordt door landschapsspecialisten aan Vlaamse en Europese universiteiten onderkend. De Europese Landschapconventie van 19 juli 2000 legt de nadruk op het betrekken van elk niveau en elke sector bij de ontwikkeling van het landschap.
De actoren cultuur, streekontwikkeling, enzovoort enkel een vrijblijvende raadgevende stem geven of ze louter opnemen in werkgroepen, is het ontkennen van de verantwoordelijkheid van deze sectoren inzake het behoud van het landschap. Het doet afbreuk aan hun mogelijke bijdrage. Een ruimere interpretatie van artikel 4, paragraaf 2 van het uitvoeringsbesluit kan deze actoren een stem geven in het hoogste democratische orgaan, met name de algemene vergadering. Dit ligt volledig in de lijn van artikel 54, paragraaf 1 van het decreet op Natuurbehoud. Ik citeer : 'Het Regionale Landschap is gericht op de bevordering van een draagvlak rond landschapszorg en heeft geenszins een reglementair karakter'.
Mevrouw de minister, dan wil ik het even hebben over de raad van bestuur. De overheid en de natuursector hebben een belangrijke rol inzake de ontwikkeling van het landschap. Het vertekent echter het beeld om de verantwoordelijkheid, middelen en kennis voor 66 percent bij hen leggen. Om meerdere sectoren toe te laten moet artikel 4, paragraaf 3 van het uitvoeringsbesluit worden gewijzigd. Daarvoor kan advies worden gevraagd aan de MINA-raad, de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud, Aminal, het Vlaams Overleg Regionale Landschappen, een landschapsdeskundige verbonden aan een universiteit, een jurist en uw kabinet. Gezien het feit dat een raad van bestuur werkbaar moet zijn, is het misschien zinvol om te vertrekken van het idee van een stem per sector of actor. Het streefdoel moet zijn te werken met een consensus model.
Wat het Regionaal Landschap Meetjesland betreft, doe ik een uitdrukkelijke oproep om het noorden van het Meetjesland te erkennen voor een periode van zes jaar als Regionaal Landschap Meetjesland. Deze organisatie werkt vernieuwend inzake landschapszorg. Na twee jaar intensieve werking is het een ontmoetingscentrum en kenniscentrum inzake landschap geworden. Zowel de concrete feiten op het terrein als het jaarverslag 1999-2000 maken dit duidelijk.
De doelstellingen zoals die zijn omschreven in het uitvoeringsbesluit zijn ruimschoots gehaald. Bij de start van het Regionaal Landschap Meetjesland heeft de streek vernieuwende expertise vanuit Europa en Vlaanderen binnengehaald en omgezet in de praktijk. Er is steeds voor gekozen om zinvolle partners op te nemen in de algemene vergadering. Daar beseft men dat er momenteel een oververtegenwoordiging is van de polderbesturen in de raad van bestuur. De correctie zal eind dit jaar gebeuren. Ik wil er verder op wijzen dat de statuten van de VZW Regionaal Landschap ouder zijn dan het uitvoeringsbesluit. Binnen de algemene vergadering wordt op democratische wijze gedebatteerd over de samenstelling van de algemene vergadering en binnen de geest van het decreet op het natuurbehoud en het uitvoeringsbesluit.
Tot slot wil ik nog enkele vragen stellen. Op welke basis werden bepaalde sectoren uitgesloten van deelname aan de algemene vergadering? Is het niet wenselijk dat de samenstelling van de algemene vergadering wordt verruimd tot alle relevante actoren of sectoren inzake landschap? Is het dan ook niet logisch dat in Vlaanderen alle relevante actoren inzake landschap een stem krijgen in de algemene vergadering, het forum van discussie bij uitstek? Is het niet wenselijk om ook de raad van bestuur te herzien zowel inzake samenstelling als naar de verdeling van het aantal zetels per sector?
Mevrouw de minister, ik heb de belangrijkste vraag tot het einde gespaard. Zult u het noorden van het Meetjesland erkennen als Regionaal Landschap voor de periode 2001-2007, omwille van haar uitstekende werking, niettegenstaande haar brede samenstelling binnen de algemene vergadering?
De voorzitter : De heer Wille heeft het woord.
De heer Paul Wille : Ik kan me volledig aansluiten bij de vragen van de heer Matthijs. We moeten proberen tot een oplossing te komen, zodat dit goed initiatief niet wordt gekortwiekt. Ik heb vroeger al een schriftelijke vraag gesteld aan de minister over de stroefheid van de administratie in deze aangelegenheid. Ik probeer dat te begrijpen. Volgens mij bestaat de vrees dat vertegenwoordigers van corporaties de oorspronkelijke bedoeling van het instrument Regionaal Landschap te veel zouden bezwaren en het milieuvriendelijk karakter zouden belemmeren. We kunnen dat echter opvangen met het consensusprincipe, alhoewel we daar in de streek wat minder goede ervaringen mee hebben - denk maar aan de goedkeuring van het Streekcharter. De actoren cultuur, polders, enzovoort maken een wezenlijk deel uit van het sociale weefsel van de regio. Ze moeten er dus in betrokken worden.
De minister kan misschien stellen dat de VZW niet kan worden erkend omdat naar een bredere samenstelling van de raad van bestuur wordt gestreefd. De beslissing van de algemene vergadering stelt dat de huidige samenstelling en verhoudingen in de raad van bestuur voorlopig niet worden gewijzigd. Volgens mijn interpretatie kan de erkenning toch gebeuren volgens het uitvoeringsbesluit artikel 9, paragraaf 3 voor de periode 2001-2007. Indien de minister beslist de VZW niet te erkennen, zou dat leiden tot betwisting.
Ik vraag dan ook aan de minister om er goed over na te denken. Een consensusregeling houdt in dat de rol van de milieubeweging dermate belangrijk wordt dat de aanwezigheid van andere groepen niet storend zal werken.
De voorzitter : Minister Dua heeft het woord.
Minister Vera Dua : Mijnheer de voorzitter, dames en heren, het Regionaal Landschap werd opgevat als uitvoeringsinstrument van het natuurbehoud gericht op de doelstellingen van het natuurdecreet. Omdat natuur vaak de zwakke partner is, werden in het uitvoeringsbesluit positieve garanties ingebouwd opdat de natuurdoelstellingen in de Regionale Landschappen wel voldoende aan bod zouden komen. Om dit te garanderen moet een derde van de stemgerechtigde leden van de raad van bestuur uit leden van erkende natuurverenigingen bestaan. Daarnaast komt een derde uit lokale besturen en een derde uit andere doelgroepen, zoals WBE´s, landbouwverenigingen en toerisme. Ook voor de algemene vergadering wordt dit evenredigheidsprincipe aangehouden.
Voor het overige is het besluit van de Vlaamse regering een positieve lijst en worden er dus geen doelgroepen expliciet uitgesloten. Het is evenwel zo dat leden met enkel een raadgevende stem hun lidmaatschap mogelijk niet voor vol aanzien. Overigens is dit niet geheel ten onrechte natuurlijk, alhoewel dit in de praktijk blijkt mee te vallen. Ik heb in dit verband nooit klachten ontvangen van doelgroepen die vonden dat ze bij de werking onvoldoende aan bod kwamen. Ik ga er dan ook vanuit dat het huidige uitvoeringsbesluit voldoende speelruimte biedt om oplossingen te vinden voor de streekeigen situaties. Het past overigens in de opdracht van de Regionale Landschappen om initiatieven te ondersteunen van deelnemers binnen het samenwerkingsverband en van derden of om ermee samen te werken.
De vraag kan worden gesteld of er op geen andere manieren garanties kunnen worden ingebouwd ten aanzien van het natuurbeleid dan enkel via de samenstelling van haar bestuursorganen. Het kan zinvol zijn om - zoals u suggereert - hieromtrent een adviesvraag te stellen bij onder meer de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud en de MINA-raad. Ik stel echter vast dat die zich in hun adviezen nogal strikt houden aan de samenstelling van de bestuursorganen van de Regionale Landschappen zoals dit vandaag is geregeld.
Op dit ogenblik is de aanvraag voor definitieve erkenning die de VZW Regionaal Landschap Meetjesland heeft ingediend op 12 januari van dit jaar, nog in onderzoek. De procedure houdt onder meer in dat de gewestelijke MINA-raad advies moet uitbrengen. Dat is ook gebeurd : het was een negatief advies. Verder wacht ik op het advies van de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud dat begin juni moet worden ingediend. Aan mijn administratie heeft de buitendienst ook een negatief advies gegeven. We zitten dus in een moeilijke situatie. De adviesorganen en de administratie baseren zich op een rechtsgeldig besluit en toetsen dit aan de realiteit. Dit probleem kan evenwel nog worden opgelost.
Er is echter een ander probleem, dat veel moeilijker op te lossen is. Vorig jaar heb ik met andere Regionale Landschappen ontzettend moeilijke en harde discussies gevoerd omtrent hun erkenning. In West-Vlaanderen bijvoorbeeld wilde men afwijken van de regel van een derde lokale besturen. Men vond sowieso dat die de helft moesten uitmaken. Uiteindelijk hebben ze zich toch aangepast. Ik denk dan ook dat ik bij de beoordeling het gelijkheidsbeginsel moet toepassen. Andere Regionale Landschappen hebben wel grondige wijzigingen doorgevoerd. We moeten tot een oplossing komen omdat de erkenning nodig is. Ik stel voor om dan ook rond de tafel te gaan zitten en er proberen uit te geraken in de geest van het uitvoeringsbesluit. Ik wacht op een stap van de VZW Regionaal Landschap Meetjesland.
De voorzitter : De heer Matthijs heeft het woord.
De heer Erik Matthijs : Ik dank de minister voor haar antwoord. Ze vindt dat er een oplossing moet komen en dat de VZW moet worden erkend. De erkenningsdeur is dus niet definitief dicht. Ik hoop op een positief einde.
De voorzitter : Het incident is gesloten.