Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 11/05/2000
Vraag om uitleg van mevrouw Veerle Heeren tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de opvolging van de resolutie betreffende de problematiek van personen met een auditieve handicap
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Heeren tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de opvolging van de resolutie betreffende de problematiek van personen met een auditieve handicap.
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, op het einde van de vorige legislatuur, bijna een jaar geleden, hebben we de resolutie over personen met een auditieve handicap goedgekeurd. Daar stond heel wat in : hulpmiddelen voor auditief gehandicapten, dienstverlening via tolken en begeleiding, enzovoort. Het leek me dan ook wenselijk om na een jaar een bilan op te maken. Via de pers heb ik immers herhaaldelijk vernomen dat er in sommige items evolutie merkbaar is. Het lijkt me zinvol die evaluatie te maken.
In uw beleidsnota pleit u ervoor de traditionele beeldvorming van de diverse doelgroepen te doorbreken. U bracht aan dat het uitbouwen van een sterk middenveld, als betrokkene bij de beleidsvorming voor de doelgroep van blinden en slechtzienden, voor u heel belangrijk is. Bijgevolg wil ik van u de huidige stand van zaken van deze resolutie item per item vernemen. In mijn vraag om uitleg heb ik alle aspecten ook opgesomd. Wat is de invulling van de diverse actieterreinen? Ik spreek dan voornamelijk over de sensibilisering en de informatiecampagne. Gaat u samenwerkingsverbanden aan met mensen die actief zijn op het veld? Hoe ver staat het met de implementatie van de ringleiding? Hoe ver staat het met de tussenkomst in de GSM met fax? Houden we ook rekening met de snelle technologische evolutie? Ik stel immers zelf vast dat er elke maand of ieder half jaar een nieuw product uitkomt. Het is niet zo makkelijk om daar vanuit de overheid heel snel op in te spelen. Wat is de stand van zaken in de telefoonbemiddelingsdienst? Hoe ver staat het met de voorbereiding van de beheersovereenkomst met de VRT? Ik heb begrepen dat hierover volgend jaar opnieuw onderhandeld wordt.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen de voorbije maanden zijn die gesprekken op gang gekomen. Ik heb er persoonlijk echter geen zicht op. Ik weet dat de erkenning van instellingen en verenigingen een bevoegdheid is van minister Anciaux, maar ik vermoed dat ook u in informele contacten daarover van gedachten wisselt. Wat is de stand van zaken van het wetenschappelijk onderzoek dat nog in de vorige legislatuur werd opgestart? Wanneer denkt u dat af te ronden? Men is volop met de studie bezig. Resultaten zult u nog niet kunnen voorleggen, maar het zou boeiend zijn om de voorziene timing te kennen.
Hoe ver staat het met de dagopleiding voor doventolken en het versterken van de hondengeleiding? Heel wat beleidsdomeinen worden gevat in deze resolutie. Dat maakt het ook wel wat moelijk, maar het vormt een uitdaging op zichzelf. Is al beslist over de installatie van een commissie die het voorstel tot officiële erkenning en de uniformisering van de gebarentaal voorbereidt en de suggesties doet? Hoe ver staat het met het vooruitgangsrapport?
De hoorzitting vormt een laatste aspect in mijn vraag. Die was trouwens erg boeiend en indrukwekkend. Het is niet zo evident een hoorzitting met doven te houden, maar het betekende in elk geval een grote verrijking voor de commissieleden die toen zitting hadden in het parlement. Wat evenwel met het vooruitgangsrapport en de commissie? In Nederland heeft men iets gelijkaardigs tot stand gebracht. Er bestaat veel studiemateriaal en wij verschillen op dat gebied toch niet zo veel van de Nederlanders. Het materiaal moet zeker ook hier in België bruikbaar zijn.
De voorzitter : U weet dat wij dit ook hebben aangekaart naar aanleiding van de bespreking van de beleidsnota. We waren een beetje verontrust dat het niet in de tekst was opgenomen. We hebben dat in een motie van aanbeveling over de beleidsbrief opgesteld. Het is wel duidelijk dat het hele parlement daar nog altijd blijft achterstaan. We zijn benieuwd naar de vooruitgang die daarin geboekt werd.
Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Ik heb de hoorzittingen destijds in het parlement niet meegemaakt. Ik heb wel de voorbije maanden een aantal keren contact gehad met Fevlado en met mensen van de dovenvereniging. Dat waren echt heel verrijkende en indrukwekkende gesprekken. Ook op de hoorzitting voor gebruikersverenigingen 14 dagen geleden was er een ruime vertegenwoordiging van de doven en slechthorenden. Ook daar hebben we iets over communicatie geleerd.
We hebben de resolutie die door het Vlaams Parlement was goedgekeurd nominatief opgenomen in het regeerakkoord als verbintenis om ze ook uit te voeren. Hoewel in het beleidsplan niet uitdrukkelijk alle punten waren opgenomen, was het toch de bedoeling daar gestaag aan voort te werken. Het beleidsplan omvat een aantal principes die nauw aansluiten bij de resolutie van het Vlaams Parlement. Men wil eerst en vooral een inclusief beleid voeren: een toegankelijke samenleving voor alle burgers, dus ook voor gehandicapten, behoeftengestuurde zorg op maat en autonomie en zelfbeschikking in plaats van betutteling.
Doven en slechthorenden zijn een specifieke groep binnen de algemene groep gehandicapten. De beperking voor hun integratie en participatie is eigenlijk de communicatie. U weet dat ik deelgenomen heb aan een spelletje bij Rob Vanoudenhoven waar een blinde, een dove en een rolstoelgebruiker aanwezig waren. Daar is mij enorm opgevallen wat doofheid voor de mens betekent. Na de uitzending wordt over vanalles gepraat. De blinde en de rolstoelgebruiker kunnen perfect volgen, maar de dove zit er totaal geïsoleerd bij. Het is mij toen heel erg duidelijk geworden dat communicatie ongelooflijk essentieel is. We moeten dan ook alle mogelijke inspanningen doen om een categoriale benadering van die specifieke doelgroep te verantwoorden.
Ik zal punt voor punt even alles overlopen. We beginnen bij het goede nieuws. Op 12 maart ging Teletolk van start. Dit is een dienstverlening aan doven en slechthorenden vanuit het call-centrum van de Vlaamse Infolijn. Er wordt gebruik gemaakt van Alto-toestellen. Dat is een telefoon met een klein toetsenbord en display. In de aanvangsfase, we zijn immers pas twee maanden bezig, kunnen we spreken van een positieve respons en een groeiend succes. Een werkgroep met een vertegenwoordiger van de minister-president, de Vlaamse Infolijn en het Vlaams Fonds volgt dit project verder op. Technologische ontwikkelingen zullen, waar verantwoord, aanleiding zijn om de dienstverlening te verbeteren. In die zin heb ik trouwens vorige week geantwoord op een vraag van mevrouw Janssens naar de mogelijkheid om de nieuwe software van Telenet ook toe te passen.
We kennen op dit terrein een zeer snelle evolutie. Nog maar een jaar geleden was er een aanvraag van de dovenvereniging om in de hardware, het telefoontoestel met fax, te laten voorzien door het Vlaams Fonds. Een jaar later lijkt dit al achterhaald door het SMS-systeem. Binnen de huidige werking van het Vlaams Fonds in het kader van de individuele materiële bijstand is het zeer moeilijk om die evolutie op de voet te volgen. Dat is één van de redenen waarom meer en meer gedacht wordt, voor de individuele materiële begeleiding, aan iets in de zin van het persoonsgebonden budget. Er is deze week een wetsvoorstel ingediend over een persoonsgebonden budget dat ook zou kunnen uitgebreid worden naar de hulpmiddelen. Een persoon met een handicap krijgt de middelen ter beschikking. Tegelijk wordt hij goed ingelicht over de producten op de markt en de evoluties. Op die manier kan hij zelf kiezen welk hulpmiddel hij op een bepaald moment aankoopt.
De noodcentrales zijn ook op het systeem met de Alto-toestellen aangesloten. Daar wordt werk van gemaakt. Het is een technologie die enorm evolueert en die in de toekomst doven en slechthorenden heel wat perspectieven biedt. Er zijn trouwens in dat verband regelmatige contacten tussen vooraanstaande partners uit de wereld van de telecommunicatie zoals Belgacom, Telenet Vlaanderen, Lernout & Hauspie en de reeds vernoemde werkgroep om na te gaan welke evoluties we kunnen volgen.
Voor de vergoeding van de doventolken hebben we in de begroting 2000 in 6 miljoen frank extra voorzien om het contingent doventolkuren op te trekken van 4.113 tot 6.000 uren. Ook de vergoeding van de doventolken zal worden opgetrokken tot het niveau van de ons omringende landen. Dat betekent een vergoeding van 1.250 frank per uur met een extra forfaitaire vergoeding voor onder andere verplaatsingsonkosten. Dit komt dan neer op een vergoeding van 1.500 frank per uur.
Ook het doventolkenbureau krijgt een uitbreiding van 2,5 miljoen frank voor de aanwerving van personeel en 500.000 frank voor werkingskosten. We plegen geregeld overleg met het doventolkenbureau CAB om de precieze behoeften goed op te volgen. Het hele dossier over de 6 miljoen frank extra ligt op dit moment bij de inspectie Financiën ter afhandeling en zal hopelijk een van de volgende weken kunnen worden uitbetaald.
Via het Departement Onderwijs worden doventolken experimenteel ingeschakeld ter ondersteuning van regulier onderwijs voor dove en slechthorende kinderen. Op 13 juni vindt in het kader van de bijeenkomsten van het technisch beheerscomité Speciale Onderwijsleermiddelen binnen het Vlaams Fonds een extra zitting plaats waarin voormelde experimenten met inschakeling van doventolken in het onderwijs zullen worden geëvalueerd. Er is geregeld overleg met het kabinet van collega Vanderpoorten over de ontwikkelingen op dit vlak.
In de terugbetaling van een ringleidingsysteem voor gebruik thuis is reeds langer voorzien door het Vlaams Fonds. Het verplicht voorschrijven daarvan in nieuwe overheidsgebouwen en in nieuwe, voor het publiek toegankelijke gebouwen, is nog steeds niet waargemaakt. Tot op heden geldt immers nog steeds de federale wetgeving op de toegankelijkheid van 1975. Wat dit laatste betreft, wijs ik op de recente inwerkingtreding van het decreet op de ruimtelijke ordening van 1 mei. Binnen dit decreet is het mogelijk om uitvoeringsbesluiten op te stellen over de toegankelijkheid van publieke gebouwen. Ik heb voorgesteld hieromtrent een werkgroep te installeren vanuit het Vlaams Fonds met participatie van de cel Gelijke Kansen, verenigingen van gehandicapten en het kabinet van minister Van Mechelen om een uitvoeringsbesluit daarover voor te bereiden. Die werkgroep is reeds samengekomen. Er wordt dus aan gewerkt.
U verwijst naar het wetenschappelijk onderzoek dat loopt in opdracht van de diensten van de minister-president en de situatie van doven en slechthorenden in Vlaanderen nagaat. De grote Vlaamse universitaire instellingen werken hieraan mee. Ik weet echter niet wanneer de einddatum of de eerste rapportering zal zijn. Ik zal het opzoeken en het u meedelen.
Het gespecialiseerd centrum algemeen welzijnswerk en de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg is een ander verhaal. Gespecialiseerd en algemeen zijn met elkaar in tegenspraak. De algemene werking van de CGG's en het algemeen welzijnswerk staat steeds meer onder druk van de vraag naar categoriale opvang. Vroeger had men allerlei categoriale opvang, tot men door het bos de bomen niet meer kon zien. De slinger heeft dan een tegenovergestelde beweging gemaakt en nu ressorteert alles weer onder het algemeen welzijnswerk, en dit is niet toegankelijk voor doven en anderstaligen. De roep om categoriale voorzieningen wordt luider. We kunnen onmogelijk alle CGG's en CAW's toegankelijk maken voor doven en slechthorenden. Eén centrum per provincie dat wél toegankelijk is voor deze groep lijkt me evenmin een goede oplossing.
In Gent heeft men een stedelijk consulent voor personen met een handicap aangesteld. Deze heeft onder meer een cursus gebarentaal ingericht. Binnenkort kunnen doven en slechthorenden zelf terecht bij de administratieve diensten van de stad. Dit initiatief zou ik willen uitbreiden naar de CAW's zodat doven en slechthorenden een eigen contactpersoon hebben. Het lijkt me een goed idee om twee van dergelijke consulenten per provincie aan te werven.
Over de erkenning en uniformisering van de gebarentaal is de dovengemeenschap zelf het tot nu toe niet eens. Een bijkomend probleem is dat de Nederlandse gebarentaal er heel anders uitziet dan de Vlaamse. Er is geen gebrek aan wetenschappelijk onderzoek. Er loopt bijvoorbeeld een onderzoek aan de VUB en de UG over de grammatica van de Vlaams-Belgische gebarentaal. Daarnaast loopt er een gezamenlijk project van beide universiteiten voor lexicografisch onderzoek van deze taal. Er werden bovendien al tal van proefschriften aan gewijd. Ik zal voor het overleg met Fevlado op 16 juni dit punt op mijn agenda zetten, en eventueel in overleg met de minister van Cultuur mogelijke initiatieven onderzoeken.
Tussen het RIZIV en het Vlaams Fonds wordt systematisch overleg gepleegd over het hulpmiddelenbeleid. De Vlaamse overheid heeft natuurlijk weinig impact op de federale domeinen zoals invaliditeits- en ziekteverzekeringsnomenclatuur, het prijzenbeleid en de revalidatieprestaties. Het overleg blijft evenwel noodzakelijk, en het VFSIPH blijft op dit vlak een volgehouden inspanning leveren. Als de technologie snel evolueert, hinkt de logge besluitvorming echter achterop.
De clausule op de beheersovereenkomst met de VRT staat eveneens op de agenda van de vergadering met Fevlado op 16 juni. Ik zal daar als coördinerend minister voor het gehandicaptenbeleid samen met minister Van Mechelen aandacht vragen voor het verhogen van de ondertiteling en voor de begeleiding in gebarentaal van kinderprogramma's.
Ik heb een eerste informeel gesprek gevoerd met minister Anciaux over de herziening van de decreten voor de erkenning van de instellingen en verenigingen van het vormingswerk. Minister Anciaux wil daar zeker over praten, eventueel naar aanleiding van een voorstel van decreet. Voor zover ik weet bestaan er twee erkende dagopleidingen voor doventolken, in Heverlee en Sint-Amandsberg. Ik heb minister Vanderpoorten om meer informatie daarover gevraagd, maar ik kreeg nog geen antwoord.
Tot zover het overzicht van de uitvoering van de resolutie. Er is nog werk aan de winkel, maar de aandacht voor personen met een auditieve handicap is zeker toegenomen dankzij de resolutie. We blijven ons inzetten om het communicatieprobleem van doven en slechthorenden op te lossen.
De voorzitter : Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Het was ook onze bedoeling om de samenleving te sensibiliseren voor deze gehandicapten. Het is een moeilijke doelgroep, zeer divers en zonder een eenheid te vormen. Is het niet mogelijk een platform op te richten om de overvloed aan verenigingen voor doven en slechthorenden te groeperen? Ze zijn niet allemaal bij Fevlado aangesloten, maar misschien kan de federatie als platform fungeren.
Ik geef grif toe dat de subsidiëring van de hulpmiddelen niet eenvoudig is door de snelheid van de technologische evolutie. Kan het Vlicht op dat vlak niet worden ingeschakeld? Hoe is de samenwerking tussen het Vlicht en het Vlaams Fonds? Er was ooit sprake van de opheffing van het Vlicht, wat denkt u daarover?
U wilt de ringleiding laten terugbetalen door het Vlaams Fonds. Geldt dat ook voor de ringleiding in overheidsgebouwen? Ik ben ervoor gewonnen om ringleiding in overheidsgebouwen te stimuleren via subsidies en zelfs om ze verplicht te maken. Ik hoor u graag zeggen dat men een uitvoeringsbesluit in die zin wil uitwerken. We hebben een wettelijke stok achter de deur nodig. Het zou toch wel zinvol zijn om de aanpassing van openbare gebouwen aan auditief gehandicapten samen met de bouwmeester te bekijken.
Ik wil niet vooruitlopen op het wetenschappelijk onderzoek, maar slechthorendheid en doofheid neemt steeds toe. We moeten de technologie aanwenden om dit op te vangen.
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Gelukkig wordt slechthorendheid en doofheid steeds vaker op jonge leeftijd ontdekt. Men kan het dan ook steeds vroeger aanpakken en verhelpen. We moeten blijven investeren in nieuwe hulpmiddelen.
Het is niet aan de overheid om het kluwen aan verenigingen samen te brengen. Voor de oprichting van een groot gebruikersplatform voor personen met een handicap hebben we wel een hoorzitting georganiseerd. We willen de verenigingen aanzetten tot samenwerking, maar een platform moet van onderaf groeien en niet van bovenaf worden opgelegd.
We zijn wel degelijk op de hoogte van de bestaande hulpmiddelen. De evolutie loopt te snel in verhouding tot de organisatie en uitbetaling van de subsidiëring. Het Vlicht en het Vlaams Fonds werken al jaren samen, maar de informatie en de subsidiëring stromen niet altijd door tot bij de gehandicapte. Via de GAC's proberen we dit te verhelpen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.