Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 04/05/2000
Vraag om uitleg van mevrouw Ria Van Den Heuvel tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over eerstelijns telefonische hulpverlening en 24-uren permanentie
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van Den Heuvel tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over eerstelijns telefonische hulpverlening en 24-urenpermanentie.
Mevrouw Van Den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Ria Van Den Heuvel : Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, er is een spijtige fout geslopen in mijn schriftelijke vraag. Dat is vermoedelijk gebeurd bij het overtypen. Waar 'Nederlandskundige allochtonen' staat, moet 'Nederlandsonkundige allochtonen' staan.
Met het decreet op het algemeen welzijnswerk heeft ook de telefonische hulpverlening een specifieke plaats en opdracht gekregen in het algemeen en specifiek welzijnswerk. Het is mijn overtuiging dat de functie van de teleonthaaldiensten, die een 24-urenpermanentie garanderen, verder moet worden uitgebouwd en versterkt. Daarbij moet speciale aandacht gaan naar het management van de voorzieningen, en naar de werving en ondersteuning van de vrijwilligers, waarop de organisatie, naast een aantal begeleiders, hoofdzakelijk steunt. De diensten moeten ook verder worden uitgebouwd voor crisisopvang.
De federatie van teleonthaaldiensten spreekt over 120.000 oproepen per jaar, die door ongeveer 500 vrijwilligers worden behandeld. Ik ben het met hen eens dat dat een bijzondere organisatie vergt. Ze hebben bovendien de opdracht om vooral aandacht te besteden aan de zelfmoordproblematiek, kindermishandeling en seksueel misbruik. Dat vraagt om een specifieke aanpak. De zelfmoordproblematiek vermindert niet. Het aantal geslaagde zelfmoorden stijgt, maar ook het aantal mensen dat er mee bezig is en erover wil praten.
In het verleden werd door de federatie van teleonthaaldiensten al aangegeven dat hun budget en de evolutie van hun subsidiëring niet in verhouding staan tot de evolutie van het totaalpakket van het algemeen welzijnswerk. Ze hebben de rekening gemaakt : tussen 1995 en 1999 is het totale budget van het algemeen welzijnswerk met 35 percent gestegen ; de subsidies van teleonthaal zijn daarentegen slechts met 8 percent gestegen. De teleonthaaldiensten hebben steeds de wens uitgedrukt om over extra middelen te kunnen beschikken, omdat er absoluut een personeelsuitbreiding nodig is om hun werk nog goed te kunnen doen.
Teleonthaal werd gevraagd om in te spelen op twee nieuwe projecten. Het eerste is een project in Gent voor telefonische hulpverlening aan Nederlandsonkundige allochtonen. Het project verdient steun. In de welzijnssector bestaat de tendens om voor nieuwe problemen nieuwe voorzieningen in het leven te roepen. Nu echter kan een bestaande dienst worden uitgebouwd in functie van een andere doelgroep. Dat is waardevol.
Het tweede project is Deaftel, een systeem om doven en slechthorenden met de buitenwereld te laten communiceren. De ontwerper heeft teleonthaal ook gevraagd om het systeem te gebruiken, omdat op die manier doven en slechthorenden kunnen worden bereikt. Ik kan hier onmiddellijk twee voorbeelden bedenken van situaties waarin teleonthaal op deze vraag kan ingaan, maar het is natuurlijk de vraag of de diensten van teleonthaal op dit ogenblik over voldoende uitrusting beschikken om dat te doen. Een zeer concrete vraag is dan ook of er op korte termijn voorzien wordt in een personeelsuitbreiding en in managementsondersteuning, zodat teleonthaal de kans krijgt om mee te evolueren.
De voorzitter : Mevrouw Janssens heeft het woord.
Mevrouw Simonne Janssens-Vanoppen : Ik heb deze vraag al schriftelijk gesteld. Ik sluit me aan bij mevrouw Van Den Heuvel. Vooral de kwestie van de managementsondersteuning lijkt me zeer belangrijk. Tenslotte krijgen wij als volksvertegenwoordigers heel wat vragen uit verschillende diensten. Het is uiteraard een goede zaak dat zoveel mensen deze evoluties opvolgen, maar men mag niet vergeten dat zij van ons een gelijkaardige houding verwachten. Ik ben het dan ook eens met de verwachtingen die mevrouw Van Den Heuvel hier heeft geformuleerd.
Deaftel is een recent gelanceerde instelling die doven toelaat om via een modem toch te telefoneren. Het gaat hier blijkbaar om een zeer eenvoudig softwarepakket dat slechts een paar honderden franken kost. Dit eenvoudig instrument kan mijns inziens dan ook op een ruime schaal worden toegepast. Dit is ongetwijfeld zeer interessant voor de hulpverlening.
Mevrouw Van Den Heuvel heeft ook de Nederlandsonkundigen vermeld. Er zijn nog groepen mensen die vaak worden vergeten, zoals mensen die een operatie aan de stembanden hebben ondergaan en mensen die om andere redenen moeilijk kunnen spreken. Zij kunnen met een geschreven boodschap bij al deze diensten terecht. Bij de inburgering van dit systeem zal een ruimere operationaliteit dan aanvankelijk gedacht, worden verkregen.
De betrokken diensten moeten dan wel over de nodige ondersteuning beschikken. De minister heeft de vraag naar managementsondersteuning zelf al onderschreven. Dit blijkt met de huidige begrotingsmiddelen echter moeilijk te kunnen. Ik ga ervan uit dat dit onderwerp bij toekomstige begrotingsbesprekingen nog aan bod zal komen, maar wil het hier toch al aanhalen.
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Mevrouw Van Den Heuvel en mevrouw Janssens hebben gelijk. De begroting 2000 voorziet in heel wat meer middelen voor het algemeen welzijnswerk, maar niet specifiek voor teleonthaal. In het kader van de uitvoering van de resolutie over bijzondere jeugdbijstand komt die verhoging der middelen de laagdrempelige jeugdzorgverlening ten goede. Bij de begrotingscontrole zijn hier overigens nog wat middelen aan toegevoegd.
Er zijn tevens middelen bestemd voor de managementsondersteuning. Deze middelen zijn echter verbonden aan de fusieoperaties van de centra voor algemeen welzijnswerk. De diensten voor teleonthaal vallen hier enigszins buiten. Bovendien krijgen de onderbezette regio's een aanvulling, en zal Vlaanderen bij nadere contacten met het federale niveau zijn verantwoordelijkheid opnemen om iets te doen aan het hele pakket van het forensisch welzijnswerk.
Men kan stellen dat de evolutie van de subsidiëring van teleonthaal niet in verhouding is met de evolutie van het globaal budget van het algemeen welzijnswerk. Rekenkundig klopt dit ongetwijfeld, maar de centra voor algemeen welzijnswerk hebben in het kader van de reeds vermelde fusieoperaties de laatste jaren heel wat inspanningen geleverd. We komen nu de vroeger gemaakte afspraak na dat het voltooien van die fusieoperaties zou gepaard gaan met een extra managementsondersteuning.
We hebben er tijdens de eerste maanden van deze legislatuur wel voor gezorgd dat de ondersteuning voor het tot Ondersteuningscentrum voor het Algemeen Welzijnswerk omgedoopte Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, ook voor de teleonthaaldiensten geldt. Dat biedt deze diensten heel wat concrete voordelen. De stafmedewerkers van het OCAW zullen het kwaliteitsdecreet voor hen mee uitvoeren. Dit betekent dat ze op die manier toch van een bepaalde managementsondersteuning kunnen genieten.
Bovendien is sinds kort een niet-gereglementeerde toelage van 850.000 frank toegekend. Deze middelen moeten vooral dienen om aan de bekendmaking van teleonthaal te werken, om een aantal moderne communicatiemiddelen aan te kopen en om de huidige software te vernieuwen.
De historisch gegroeide enveloppe was gunstiger voor teleonthaal dan voor de andere centra binnen het algemeen welzijnswerk. Men kan dan ook zeggen dat het hier om een terechte inhaalbeweging gaat. Dit betekent dat alle diensten nu weer op een gelijk niveau komen, en dat we de volgende jaren weer samen kunnen programmeren.
Ik ga nog even in op de verdere uitbouw van de diensten van teleonthaal. Er is nog steeds geen programmatie voor het algemeen welzijnswerk. In die programmatie is wel decretaal voorzien, maar de vorige regering heeft hier nooit werk van gemaakt. Het opstarten van een dergelijke programmatie is geenszins eenvoudig. Ik kan begrijpen dat de vorige regering zich in deze kwestie nogal aarzelend heeft opgesteld. Ik heb de administratie nu de opdracht gegeven om de uitwerking van die programmatie op te starten. Pas hierna kan op een gestructureerde manier met de centra voor algemeen welzijnswerk en de diensten voor teleonthaal over uitbreiding worden gepraat.
Mevrouw Van Den Heuvel heeft het ook over de telefonische opvang van en hulpverlening aan Nederlandsonkundige allochtonen gehad. Ik moet eerlijk toegeven dat niemand op mijn kabinet of binnen de administratie hiervan op de hoogte is. Mijns inziens gaat het hier om een louter lokaal Gents project.
Ik ben hier in principe niet tegen. Ik ben echter wel van mening dat men zoveel mogelijk een beroep moet doen op de beschikbare tolken. Een teleonthaalcentrale kan nooit over voldoende mensen beschikken om alle Nederlandsonkundigen in de eigen taal te helpen. Zeker in de grootsteden is het gamma aan talen veel te groot. Het lijkt me geen goede oplossing om de bestaande centrale tolkendiensten, waarop ook de OCMW's en andere hulpverleners een beroep kunnen doen, uit te breiden naar de telefonische hulpverlening. Deze tolkendiensten worden momenteel al overbevraagd, vooral dan door de OCMW's en diensten die bij asielprocedures zijn betrokken.
Ik vrees bovendien dat teleonthaal dan ook heel wat vragen zou krijgen die niet zozeer op de psychologisch-sociale hulp zijn gericht, maar wel op de materiële hulp en de huisvesting. Dat is nu al het geval bij de bestaande onthaaltrajecten, die als doel hebben de mensen wegwijs te maken. De beschikbare mensen worden nu echter overspoeld met concrete, individuele hulpvragen inzake huurcontracten en huisvesting.
De vraag naar teleonthaalvoorzieningen voor anderstaligen is me momenteel niet bekend. Als deze vraag nog mocht opduiken, zal ik er op dat ogenblik op antwoorden. Het uitbreiden in die zin van de hulpverlening lijkt me echter te hoog gegrepen.
Deaftel is een commercieel bedrijf in de communicatiesector. Het gaat hier om een agent van Belgacom en Telenet. Deaftel verkoopt telefoonlijnen. Deaftel heeft interessante software ontwikkeld om doven die over een PC beschikken interactief te laten communiceren. De doven die hiervan gebruik maken, krijgen met andere woorden zowel de vraag als het antwoord op hun scherm te zien. De betrokken software is ongelooflijk goedkoop. De hardware is echter vrij duur.
Ik herinner me dat mevrouw De Martelaer al eens heeft gevraagd om die hardware via de lijst van de individuele bijstandsmiddelen van het Vlaams Fonds ter beschikking te stellen. Die mogelijkheid wordt momenteel onderzocht. Ik wil er echter op wijzen dat de spraaktechnologie zeer snel evolueert. Men zou in één computer verschillende softwarepakketten moeten plaatsen.
Dit betekent niet dat we bij de pakken blijven zitten. Er is een overleg opgestart tussen mijn kabinet, het kabinet van minister-president Dewael en de Vlaamse Infolijn, die nu reeds instaat voor Teletolk. Het is de bedoeling om de bestaande software en hardware verder uit te bouwen in het kader van de gesubsidieerde hulpverlening.
Ik kom nog even terug op de concrete vragen van mevrouw Van Den Heuvel. Wat de hardware betreft, zijn de diensten voldoende uitgerust om de nieuwe software te plaatsen. Ik verwijs hiervoor naar de niet-gesplitste toelage van 850.000 frank, die precies voor de modernisering van de hardware is bedoeld.
De diensten beschikken niet over voldoende personeel. In een personeelsuitbreiding en in managementsondersteuning is op dit ogenblik echter niet voorzien. Als we de betoelaging van de centra voor algemeen welzijnswerk, die een fusieoperatie achter de rug hebben, als een inhaaloperatie beschouwen, kunnen beide actoren in 2001 weer gelijk aan de meet vertrekken. Op het ogenblik dat de programmatie rond is, kunnen we de uitbouw van de teleonthaaldiensten en van de centra voor algemeen welzijnswerk stapsgewijs voortzetten.
De voorzitter : Mevrouw Van Den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Ria Van Den Heuvel : Mevrouw de minister, ik wil verduidelijken dat het niet mijn bedoeling is om voor de Nederlandsonkundigen een nieuwe werking binnen teleonthaal op te starten. Het gaat hier om een project dat door het ICCM wordt uitgewerkt. Zij willen hiervoor met teleonthaal samenwerken, om zo hun knowhow in te kunnen brengen. Teleonthaal kan inderdaad niet in een tolk voorzien voor elke taalgroep. Het ICCM vraagt wel aan teleonthaal om voor de opleiding van de vrijwilligers voor dit specifieke project te zorgen. Dat is een heel andere invalshoek.
Ik ga er bovendien van uit dat de initiatiefnemers bij het lezen van uw antwoord inspanningen zullen leveren om hun project onder uw aandacht te brengen en om er alvast een grotere bekendheid aan te geven.
De voorzitter : Het incident is gesloten.