Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Verstreken heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik weet niet wat jullie vanmiddag hebben gegeten. Bij mij was het een beetje zalm. Ik weet niet of het Schotse zalm was of zalm uit Noorwegen. Die uit Schotland voldoet aan de nodige normen, die uit Noorwegen blijkbaar niet, zegt men, vanwege het voedsel dat men geeft aan die gekweekte zalmsoorten daar. Een stukje vis is gezond. Het helpt bij het welzijn van de mensen, het helpt cholesterol en zo verlagen. Daarom is het noodzakelijk dat we de kleine visserijsector in onze kleine kuststrook ondersteunen.
Vorige week werd er een convenant ondertekend, een toch wel vrij belangrijk convenant, minister. Er waren een aantal partners bij betrokken. Dat werd ondertekend in de Vismijn van Nieuwpoort. Het is een vrij ambitieus plan. Nu waren we wel benieuwd naar de evaluatie van het vorige plan. Waarom ligt er een nieuw plan op tafel? Wat zijn de krachtlijnen van dit plan? Het gaat over vijf jaar. Ik denk dat we elkaar daar de komende maanden en jaren nog wel eens in de commissie over zullen kunnen aanspreken. Ik had graag wat meer tekst en uitleg hieromtrent vernomen. Wat houdt het nieuwe convenant in? Kunt u daar meer toelichting over geven?
Collega, het convenant of het protocol is een mooi voorbeeld van hoe je met verschillende partijen die soms tegenstrijdige belangen hebben, tot een overeenkomst kunt komen om op lange termijn na te denken over de duurzaamheid van onze visserij.
Wie zijn de partners? Dat is uiteraard Landbouw en Visserij, de overheid zelf, en ook de provincie West-Vlaanderen. Dat is een nieuwe partner. Die was niet aanwezig bij de eerste overeenkomst die is afgesloten. Dan is er Natuurpunt, de rederijen zelf, dus de visserijsector, en de wetenschap, meer bepaald het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), dat onderzoek doet naar duurzame visserij.
Het gaat echt over de drie pijlers van duurzaamheid, het is belangrijk om dat hier te vermelden, namelijk de economische pijler, de ecologische pijler maar ook de sociale. We willen eigenlijk zorgen dat er kan worden gevist maar dat het visbestand op peil blijft, dus dat het duurzaam gebeurt. We willen ook de visserij leefbaar houden. We willen kijken welke inspanningen we daar kunnen doen zodat ook jonge mensen opnieuw voor de visserij kiezen, want er is veel te weinig instroom. We moeten ook zorgen dat het beroep aantrekkelijk is doordat het veilig is. Ook het sociale aspect komt aan bod in dat convenant.
Het is de overheid zelf die initiatieven zal kunnen nemen vanuit het beleid. We zullen ook het Europese visserijbeleid verder opvolgen, maar ook het wetenschappelijk onderzoek. Als u mij vraagt naar de evaluatie van het eerste programma, zie je bijvoorbeeld, wat we zelf hebben kunnen zien in Nieuwpoort, dat er geïnvesteerd is in een nieuw soort netten die minder de bodem omwoelen waardoor kan worden gevist in natuurgebieden zonder dat er kleine vissen of visbestanden die overeind moeten worden gehouden, bevist worden. Dat is echte duurzame visserij waar we op inzetten.
Een laatste punt is onlosmakelijk verbonden met de kust. Er zitten initiatieven in om vis te promoten, ook aan de kust. Het gaat om de korte keten, de vismijn, zodat mensen ook daar initiatieven kunnen zien en dat ook het beroep van visser, maar ook de visserijsector zelf, nog meer bekendheid krijgt in Vlaanderen.
Dit was heel kort, want op drie minuten tijd kan ik onmogelijk alles wat dat convenant betreft verder uitleggen.
Dank u wel, minister. Het is natuurlijk niet evident om economische belangen van een sector, een beetje in nood, te ondersteunen in combinatie met natuur, maar als ik u hoor, is dat hoopgevend voor de toekomst. Het is een ambitieus plan. We moeten daar samen onze schouders onder zetten.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, ik was net als de minister en de heer Verstreken aanwezig op de ondertekening van het convenant. Het vistraject is onder meer besproken in de commissie. Daar bleek ook dat er een unieke samenwerking is tussen ecologie en economie.
Het is een zeer belangrijk convenant omdat er een multidisciplinaire aanpak nodig is tussen de verschillende betrokkenen van de Vlaamse visserij om onder meer een groter sectoraal en maatschappelijk draagvlak te creëren en om de transitie naar meer selectiviteit aan te gaan. Met de ondertekening van het convenant is nu een startsein gegeven om er uitvoering aan te geven. Het is natuurlijk de bedoeling dat de engagementen ook worden uitgevoerd.
Vandaar mijn vraag, wanneer zal een eerste evaluatie van de uitvoering plaatsvinden?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Mijnheer Verstreken, ik heb spaghetti gegeten, desondanks.
Minister, het is een zeer goede zaak dat Vlaanderen een voortrekkersrol blijft spelen inzake de verduurzaming van onze visserij. Deze actuele vraag is terecht.
Het is een ambitieus plan, maar ook een ambitieus budget. Wordt die 20 miljoen euro over de jaren evenredig gespreid of niet?
De voorstrekkersrol is wel positief, maar we moeten opletten voor een vrijwillig opgelegde ‘gold plating’. We mogen niet meer gaan doen dan van ons verwacht wordt zodat we de economische rendabiliteit van onze visserij in evenwicht kunnen houden. Werd bij het opstellen van het convenant nagegaan in hoeverre Vlaanderen concreet voorloopt op de verduurzaming van onze visserij in Europees perspectief?
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik onderschrijf natuurlijk het convenant en de drie pijlers ecologie, economie en het sociale aspect. We hebben daar in de commissie al verschillende malen over gesproken. Het is natuurlijk altijd fijn om binnen de eigen grenzen, binnen de grenzen van het Europese Visserijbeleid – en daarmee sluit ik een beetje aan bij de heer Vanderjeugd – altijd een beetje een voortrekkersrol te willen spelen, terwijl we via onze Vlaamse havens wel vis invoeren uit Azië, Canada en overal ter wereld waar niet zo wordt voldaan aan de voorwaarden van verduurzaming binnen het visserijbeleid. Dat vind ik een beetje spijtig.
Op welke manier kunnen we aandacht besteden aan de duurzaamheid van de geïmporteerde visserijproducten?
Het visserijbeleid wordt sterk Europees gestuurd, een beetje vergelijkbaar met het landbouwbeleid is er een gemeenschappelijk visserijbeleid. Wij schakelen ons daar volledig in in. We zijn niet nog eens extra ambitieus. Europa wil dat de visbestanden over de jaren heen stabiel blijven, de overbevissing moet worden stopgezet. Dat is de grote uitdaging waar onze visserijsector voor staat: hoe gaan we daarmee om?
De bestanden van een aantal vissoorten zijn aan het slinken, en die moeten we heropbouwen. De quota gaan daar soms naar beneden. We moeten daarop anticiperen, met nieuwe vis en toepassingen. We moeten ook duurzaam vissen om tegemoet te komen aan de Europese standaarden. Om daarop te anticiperen is dat transitietraject opgezet om binnen de Europese krijtlijnen te kunnen voldoen aan de verplichtingen die ons worden opgelegd en toch te zorgen dat de Vlaamse visserijsector rendabel en economisch leefbaar blijft. Vandaar de transitie om beide te combineren, de duurzaamheid en de ecologische pijler, maar ook de economische en de sociale pijler om onze kustvissers te ondersteunen.
Er is 20 miljoen euro uitgetrokken. Dit geld gaat naar specifieke projecten. We hebben verschillende werkgroepen, mevrouw Vermeulen. Die gaan vanaf september aan de slag. Ze zullen jaarlijks worden geëvalueerd: een pijler wetenschappelijk onderzoek, een pijler beleid en een pijler kust en korte keten, en ook een pijler communicatie. Ze zullen allemaal projecten kunnen indienen, die zullen worden beoordeeld, een beetje zoals de plattelandsprojecten, die kent u allemaal. Op basis van de beoordeling van de concrete projecten zullen de budgetten ter beschikking staan. Ik kan niet zomaar bepalen hoe de budgetten gespreid worden over de verschillende jaren. Het zal afhangen van de projecten die worden ingediend.
We zullen dat ook mee op de voet volgen. We zitten vanuit het beleid ook zelf mee in die werkgroepen. Het is ook aan ons om ervoor te zorgen dat die evaluatie goed verloopt. We zijn het er allemaal over eens dat de visserijsector in Vlaanderen een belangrijke economische sector is, die het niet gemakkelijk heeft en die inderdaad vaak bijkomende verplichtingen opgelegd krijgt, die vaak ook terecht zijn, vanuit de bezorgdheid dat er ook op lange termijn nog voldoende visbestanden zijn.
Mijnheer Sintobin, we hebben in de commissie al verschillende keren de discussie over de invoer van vis gevoerd. U weet dat daar effectief controle op gebeurt. Dat behoort niet tot mijn bevoegdheid, maar het klopt dat we wereldwijd voor een ‘level playing field’ of een gelijk speelveld moeten zorgen. Dat moet vanuit Europa voldoende worden opgevolgd.
Ik dank de minister voor haar hoopgevende antwoord, zeker voor de visserijsector. Ik dank ook de collega’s voor hun aanvullende bemerkingen en ondersteuning. Misschien nog een tip voor de andere collega’s: in plaats van geïmporteerde vis te eten, eet dagverse vis vanuit de Noordzee. En leg deze zomer, als we in reces gaan, eens een stukje vis op de barbecue. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.