Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met het zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Organisatie van de Islamitische Conferentie, ondertekend in Brussel op 4 februari 2011.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Van Overmeire, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, dit ontwerp van decreet houdende instemming met het zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) werd besproken in onze commissie op 19 mei 2015.
Onze bevoegdheid is eerder beperkt. Vlaanderen is alleen betrokken indien de organisatie in Vlaanderen rechtshandelingen zou stellen of als werknemers van het verbindingskantoor op Vlaams grondgebied komen wonen. In dat geval zijn de Vlaamse regels voor huisvesting, onteigening en tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten op hen van toepassing.
De bespreking in commissie heeft niet veel tijd gevraagd. Als ik hierover het woord neem, dan is het om te onderstrepen dat een aantal commissieleden, mevrouw Soens, de heer Vanbesien en ikzelf, bijgetreden door de minister-president, uitdrukkelijk hebben gesteld dat de instemming met dit zetelakkoord absoluut niet betekent dat we het eens zouden zijn met de vaak controversiële standpunten die de organisatie soms inneemt. Dat staat trouwens met zo veel worden in de memorie van toelichting en werd dus onderstreept door verschillende collega’s.
De OIC staat achter de Verklaring van Caïro. Daarin wordt gesteld dat mensenrechten en vrijheid van meningsuiting slechts gelden als ze in de sharia passen. Vrije beweging slaat alleen op mannen en niet op vrouwen, religieuze minderheden hebben een tweederangsstatus, enzovoort.
Maar net als bij de accreditatie van een ambassade, zegt de instemming met een zetelakkoord dus niets over de onderlinge verhoudingen. De OIC-zending zal overigens niet uitsluitend met Belgische overheden, waaronder ook Vlaanderen, bilateraal overleggen, maar ook en minstens evenveel met de Europese Unie en met andere internationale organisaties die in Brussel gevestigd zijn.
De Vlaamse Regering heeft er ook op gewezen dat ze het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging (OCAD) gecontacteerd heeft en de bevestiging heeft gekregen dat er geen dreiging bestaat op het vlak van radicalisering en terrorisme.
Tegen deze achtergrond en rekening houdend met de geformuleerde opmerkingen, werd het ontwerp van decreet met 12 stemmen voor eenparig aangenomen. (Applaus)
Mevrouw Soens heeft het woord.
De OIC is inderdaad een controversiële organisatie. Onze instemming met dit ontwerp van decreet houdt in geen geval in dat we ook zouden instemmen met de standpunten van deze organisatie. We pleiten evenwel voor dialoog en overleg. We benadrukken nogmaals het universele karakter van de mensenrechten en van het recht op vrije meningsuiting en het recht op persvrijheid. Onze fractie zal voor dit ontwerp van decreet stemmen.
De heer Janssens heeft het woord.
Collega Van Overmeire heeft al een aantal redenen aangehaald waarom de goedkeuring van dit ontwerp van decreet volgens ons geen goede zaak is. De OIC bestaat uit 57 overwegend islamitische landen en het behartigen van de belangen van moslims heeft deze organisatie wereldwijd als doel. Dit zetelakkoord bepaalt onder meer ook dat de vertegenwoordigers van het secretariaat van de OIC, een aantal adviseurs en technische experts evenals de ambtenaren van de OIC die buiten België hun verblijfplaats hebben, bij de uitoefening van hun taken en tijdens de reizen van en naar de vergaderplaatsen voorrechten en immuniteiten zouden genieten. Zo kunnen ze bijvoorbeeld niet gearresteerd worden, zijn ze niet onderworpen aan maatregelen tot beperking van de immigratie, genieten ze fiscale vrijstellingen en zijn hun documenten onschendbaar.
Veel lidstaten van de OIC, waaronder onder meer Qatar, Iran, Saoedi-Arabië, Soedan, Pakistan en andere hebben een twijfelachtige reputatie en staan bekend als wereldwijde financiers en verspreiders van het moslimfundamentalisme. Als we dat weten en als we ook rekening houden met de nieuwe missie van de OIC, namelijk om de belangen van de in Europa levende moslims te behartigen, valt te vrezen dat ze zich op een actieve manier zullen gaan moeien in de binnenlandse aangelegenheden van Vlaanderen en andere Europese landen, in het bijzonder in relatie tot de moslimminderheid in die landen.
In de mensenrechtenverklaring van Caïro, waar collega Van Overmeire al naar verwees, die ondertekend is door de landen van de OIC, worden de mensenrechten ondergeschikt verklaard aan de islamitische sharia.
Om al die redenen lijkt het ons geen goed idee om dit ontwerp van decreet te steunen. We zullen dat straks bij de stemming dan ook niet doen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik zal kort zijn. Ik verwijs naar mijn inleidende uiteenzetting in de commissie en ook naar mijn repliek. Vandaag heb ik geen nieuwe elementen gehoord. Het is belangrijk dat een en ander nog eens beklemtoond werd, maar ik heb niets toe te voegen aan wat ik in de commissie heb gezegd.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2014-15, nr. 307/1)
– De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.