Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, een van uw belangrijkste prioriteiten als minister van Mobiliteit is het voorkomen van verkeersongevallen en files. Er is een technologische revolutie die op beide vlakken een enorme sprong vooruit kan betekenen en dat is de zelfrijdende auto. Verschillende instellingen hebben gezegd dat er momenteel al heel wat mogelijk is binnen het huidige wetgevende kader. Uzelf hebt al de zelfrijdende bus in gang gezet in Zaventem en vorige week hebben wij in dit parlement een resolutie goedgekeurd die proefritten moet toelaten.
Autobouwer Tesla heeft aangekondigd dat zij in hun wagens op de openbare weg al een zelfrijdende functie zullen introduceren via een software-update. Over enkele weken zal die software-update beschikbaar zijn. Minister, is dat legaal binnen het huidige wetgevende kader?
Minister Weyts heeft het woord.
Het antwoord kan wat mij betreft niet ja en niet neen zijn omdat ik eenvoudigweg niet over de informatie beschik. Ik weet namelijk niet welke update zal worden doorgevoerd. Er is nog contact geweest, maar zoals ook Febiac tijdens de hoorzitting heeft bevestigd, kan ik niet meer zeggen dan dat Tesla eerder al heeft aangekondigd dat er een update zou komen met verregaande gevolgen. Welke dat concreet zullen zijn, is niet duidelijk. Wel hebben mijn administratie en Tesla intussen afgesproken dat wanneer Tesla duidelijk weet wat het wil doorvoeren in functie van die update, er een overleg zal plaatsvinden met de administratie. Verder staan wij op dat vlak nog niet.
Minister, tussen droom en werkelijkheid staan wetten, decreten en praktische bezwaren. Maar ik apprecieert ten zeerste dat u contact hebt genomen met Tesla om dit belangrijke vraagstuk te kunnen oplossen. Op vele vlakken zijn de wetgevende belemmeringen intussen weggevallen. Er is geen federale wetswijziging nodig, dat heeft de FOD Mobiliteit zelf bevestigd. Ook de verzekeringssector heeft bevestigd dat de zelfrijdende functie perfect mogelijk is en zou kunnen vallen onder de bestaande verzekeringswetgeving. U hebt gesproken over de homologatie in een schriftelijke vraag die ik u daarover heb gesteld.
Eigenlijk zijn heel wat belemmeringen verdwenen, en dus staan we op de rand van de doorbraak van de zelfrijdende auto, mits de bestuurder het stuur op elk ogenblik opnieuw kan overnemen.
Het zou van groot belang zijn voor onze regio als we ertoe kunnen komen dat de Teslawagens op een veilige en legale manier op onze snelwegen rondrijden.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, we hebben vorige week in de commissie een interessante hoorzitting gehad over de zelfrijdende auto. Vandaag stelt collega Van Rompuy een interessante actuele vraag vanuit de invalshoek van het wetgevende kader.
Waar we nog niet over gediscussieerd hebben – wat we wel moeten doen –, is natuurlijk welke rol we zien voor die technologie of zelfrijdende wagen in ons mobiliteitssysteem. Vorige week heeft een spreker ons gewaarschuwd voor het zogenaamde reboundeffect. Als die technologie louter een comfortverhoging is van individueel transport, dan zou dat wel eens kunnen betekenen dat we nog meer met de auto gaan rijden en nog meer in de file gaan staan, wat op zich niet zo erg is voor degene die in de zelfrijdende wagen zit, maar wel voor de samenleving.
Minister, u werkt aan het Mobiliteitsplan Vlaanderen, waarin u een visie zal schetsen op de mobiliteit in Vlaanderen en onze behoeften tegen 2030. Ik hoop dat ik daarin een hoofdstuk vind met uw visie op de rol van de zelfrijdende wagen en die technologie in ons mobiliteitssysteem.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik stel vast dat eender welke uitspraak tijdens een hoorzitting in een commissie voldoende is om de dringende en actuele aard van een vraag in de plenaire vergadering te verantwoorden. (Opmerkingen)
Ik vind dat schitterend, ik juich dat toe. Ik kijk ernaar uit dat u dit interessante gegeven in de toekomst doortrekt, voorzitter.
Collega Van Rompuy, ik zou toch opletten met het pleidooi voor de Tesla. Ik spreek liever over de zelfrijdende auto. We moeten niet voor één merk spreken.
Minister, u hebt een proefproject uitgerold. Het wordt uitgeprobeerd op de terreinen van de luchthaven in Zaventem. Zijn daar al resultaten van bekend? Ik wil u met nadruk vragen om, wanneer die resultaten er zijn, ermee naar de commissie te komen zodat we opnieuw een interessant debat kunnen houden.
Er is geen wijziging van de regelgeving nodig. Men is bezig met een aanpassing van de Conventie van Wenen. De conventie zegt dat men te allen tijde controle moet hebben over het stuur. De Europese deelcommissie van de VN is bezig met een ontwerp van aanpassing van die regelgeving. Dat moet inderdaad gebeuren, zeker als het gaat over massaproductie.
Ik heb begrepen dat er op federaal niveau nog hoorzittingen worden georganiseerd over de verzekeringen. Men vreest dat de verzekeringswetgeving moet worden aangepast. De reden daarvoor is eigenlijk heel banaal. Er moet een antwoord bestaan op de vraag: als een zelfrijdende wagen de berm in rijdt, wie is dan verantwoordelijk en verzekeringstechnisch aansprakelijk? Is dat de constructeur, dan wel de eigenaar van het voertuig? Blijkbaar is de federale overheid nog bezig om een en ander te bespreken.
Ik heb al gezegd: ik wacht niet. We moeten kunnen doen wat we zelf kunnen doen. Daarom heb ik dat project aangekondigd dat nu wordt uitgerold. Dat is niet eenvoudig. We hebben een offerte uitgeschreven, de selectie wordt nu afgerond. We gaan iemand aanwerven om de offerte te kunnen uitschrijven voor de constructeurs die dat proefproject – de zelfrijdende bus op het besloten tracé in Zaventem – zouden kunnen begeleiden en coördineren. Ze mogen een bestek uitschrijven. Dat zou tegen eind dit jaar rond moeten zijn. Volgend jaar willen we effectief een constructeur of alleszins een partij hebben die dat proefproject wil trekken en wil zorgen voor een zelfrijdende bus.
Dus ja, er zijn nog wel wat hordes te nemen, vooral op internationaal en eigenlijk ook op federaal niveau. Dat moet ons er echter niet van weerhouden om in Vlaanderen al te doen wat we kunnen doen. En daarmee zijn we effectief bezig, samen met De Lijn en hopelijk ook samen met enkele constructeurs die ook in Vlaanderen werkzaam zijn.
Minister, toen honderd jaar geleden de auto werd geïntroduceerd, mocht die in de stad 3 kilometer per uur rijden, er moest iemand naast de chauffeur zitten en voor de auto moest er een politieagent met een rode vlag lopen. Ik hoop dat we voor de zelfrijdende auto niet te veel rode vlaggen zullen hangen, maar ik heb het gevoel dat u van goede wil bent.
Wat ik eigenlijk hoop, is dat u zou zeggen, zoals de minister van Mobiliteit in Nederland, dat over twintig jaar haast alle auto’s zelfrijdend kunnen zijn, dat mijn kinderen geen rijbewijs meer hoeven te halen en dat wanneer hun vader over twintig jaar in de auto stapt en zegt dat hij nog eens zelf zal rijden, zij zullen zeggen: “Vader, stop daarmee, dat is levensgevaarlijk.”
De actuele vraag is afgehandeld.