Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Willy Segers, Ward Kennes, Mercedes Van Volcem, Peter Wouters, Koen Van den Heuvel en Nadia Sminate houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Segers heeft het woord.
Met het voorliggende voorstel van decreet wordt de definitieve inkanteling van de Huizen van het Nederlands geregeld binnen het Agentschap Integratie en Inburgering. Wat ons betreft, is dat een prima zaak. U weet allen dat de Huizen van het Nederlands een belangrijke rol spelen in het kader van het doorverwijzen van anderstaligen voor het volgen van lessen Nederlands al tweede taal (NT2).
Door de Huizen van het Nederlands onder te brengen in het agentschap brengen we bovendien duidelijkheid in de instrumenten die de integratie van personen van buitenlandse of anderstalige afkomst kunnen bevorderen, en dat is een prima zaak. Dit zal om meerdere redenen bijdragen tot een versterking van de opdrachten die de Huizen van het Nederlands momenteel al opnemen.
Zo wordt met dit voorstel van decreet de oriëntering uitgebreid met een gerichte oriëntering naar anderstaligen en een geschikt aanbod NT2, en zal ook duidelijker kunnen worden gewaakt over een behoeftedekkend aanbod, twee belangrijke elementen die in een vorige legislatuur en de periode ervoor vaak ter discussie stonden, denk maar aan wachtlijsten en dergelijke.
Sinds 1 januari 2015 zijn alle onthaalbureaus, tolkendiensten en integratiecentra reeds ingekanteld in het EVA Integratie en Inburgering, en het is dus best dat de Huizen van het Nederlands zo snel mogelijk mee kunnen inkantelen. Dat gebeurt bij dit voorstel van decreet.
Bovendien voorzag het Vlaamse regeerakkoord van 2014 in een aantal concrete beleidsmaatregelen die we best eveneens in deze wijziging onmiddellijk opnemen: de Huizen van het Nederlands krijgen de opdracht om de taalniveaus NT2 te attesteren, en personen die tot de doelgroep van de inburgering behoren en binnen de vijf jaar na vestiging in Brussel of Wallonië naar Vlaanderen verhuizen, worden ook verplicht dit inburgeringstraject te volgen. Aangezien dit twee operationele en concrete maatregelen zijn, worden die best in één keer mee opgenomen.
Onze fractie staat hier ten volle achter omdat we zo veel mogelijk mensen inburgeringstrajecten willen laten volgen, en dit om hun kansen op integratie en eigen ontwikkeling te grijpen en waar te maken. De aanpassing van het Integratiedecreet met voorliggend voorstel versterkt dit alles.
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, we steunen dit voorstel. We hebben het ook mee ingediend, in uitvoering van het regeerakkoord.
We weten dat er in de vorige legislatuur lang is gediscussieerd over de plaats waar de Huizen van het Nederlands moesten worden ondergebracht: blijven ze bij Onderwijs of maken ze de overstap naar de sector Inburgering en Integratie? In het regeerakkoord is die knoop doorgehakt. Het is dus logisch dat we dat nu decretaal uitvoeren.
Het punt van de inburgering van mensen die reeds in Brussel en Wallonië gewoond hebben en dan naar Vlaanderen komen, is een gevoelig punt. Het is zeker ook in de Rand rond Brussel een element waar heel veel besturen mee worden geconfronteerd. Wanneer mensen op die manier aan de Vlaamse regels in verband met inburgering ontsnappen, dan wordt wat wij beogen, namelijk een betere integratie waarbij mensen goed hun plaats vinden in onze samenleving, ondergraven. In die zin is het goed dat we dat gat in onze regelgeving kunnen dichtfietsen.
Ik heb er ook op gewezen in de commissie dat wanneer andere gewesten ook stappen gaan zetten in het kader van inburgering, wat Brussel al een paar keer heeft aangekondigd, dan zullen we natuurlijk de zaken moeten herbekijken en de nieuwe situatie goed inschatten. Maar, voor alle duidelijkheid, zo ver zijn we nog niet. In die zin is deze stap belangrijk.
Ik heb de afgelopen weken in de commissie ook gepleit voor het belang van de rechthebbenden. Heel veel mensen volgen een verplichte inburgering, maar ik wil naar aanleiding van dit voorstel van decreet herhalen dat we steeds meer aandacht moeten hebben voor de mogelijkheden van de rechthebbenden, de mensen uit Midden- en Oost-Europa. Dat is een groeiende groep bij de migranten in onze samenleving.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, we kunnen ons als Open Vld-fractie eveneens akkoord verklaren met de aanpassingen vervat in het voorstel van decreet. Door de Huizen van het Nederlands in te kantelen, bestaat er duidelijkheid en een grotere eenvormigheid, duidelijkheid in het landschap van instrumenten om de integratie van personen met een buitenlandse herkomst of anderstaligen te bevorderen en meer eenvormigheid in de oriëntering van anderstaligen.
In het bijzonder de twee inhoudelijke aanpassingen kunnen op onze goedkeuring rekenen. In de eerste plaats door de Huizen van het Nederlands de bevoegdheid te geven om zelf attesten taalniveau uit te vaardigen, ontstaat er een administratieve vereenvoudiging. Ze hebben ook meer dan voldoende expertise in huis. Het omtrekken naar vijf jaar moet voorkomen dat men de inburgeringsverplichting in Vlaanderen wil omzeilen door zich eerst een jaar in te schrijven in Brussel of Wallonië. Het spreekt wel voor zich dat als Brussel en/of Wallonië ook een verplicht inburgeringstraject opstarten, er een evaluatie zal moeten worden gemaakt om een overlap te voorkomen.
Wij zijn bijzonder gelukkig dat deze aanpassingen aan het decreet met een voorstel van decreet zullen gebeuren om zodoende snel zekerheid te geven aan het personeel van de Huizen van het Nederlands. Daarom zullen wij vanuit de Open Vld-fractie dit voorstel van decreet eveneens steunen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
De collega’s hebben de belangrijkste inhoudelijke aanpassingen van hun voorstel toegelicht. Het gaat over de mogelijkheid voor de Huizen van het Nederlands om de attesten voor het taalniveau Nederlands uit te reiken en over de doelgroep die wordt uitgebreid. Op zich hebben we er geen probleem mee dat de doelgroep wordt uitgebreid voor die verplichte inburgeringscursus, niet met het feit dat er lessen Nederlands worden opgelegd en ook niet met die cursus maatschappelijke oriëntatie, op voorwaarde dat die wordt aangeboden op maat.
Mensen die al enkele jaren in Brussel of Wallonië wonen, zijn immers al tot op zekere hoogte vertrouwd met de gewoontes van ons land. Het kan niet de bedoeling zijn dat zij exact hetzelfde programma moeten doorlopen als mensen die hier pas toekomen. Bovendien – de heer Kennes heeft het gezegd – kan het zijn dat er in de toekomst ook in andere gewesten wetgevende initiatieven komen voor verplichte inburgering. Dan lijkt het ons logisch dat we nu al rekening proberen te houden met wat die gewesten eventueel gaan inrichten en welke competenties de mensen al verworven hebben.
Wij hebben in die zin een amendement ingediend in de commissie. De meerderheid heeft dat weggestemd omdat artikel 29, ten tweede, van het decreet al voorschrijft dat er bij het bepalen van het vormingsprogramma in het inburgeringstraject rekening gehouden dient te worden met reeds verworven kennis en vaardigheden. En dat klopt. Maar in de praktijk is er een probleem. Inburgeraars worden samen gezet op basis van taal in plaats van op basis van competenties. Als je die werkwijze aanhoudt en je gaat er mensen aan toevoegen die al enige tijd in ons land verblijven, wordt het problematisch. Daarom dienen we ons amendement hier opnieuw in, om die cursus maatschappelijke oriëntatie op maat aan te bieden.
Een tweede element waarover we ons zorgen maken is de nieuwe taak voor de Huizen van het Nederlands, namelijk het attesteren. In het huidige voorstel van decreet is er geen controle op het afleveren van deze attesten. Op een centrum voor volwassenonderwijs dat vandaag de attesten aflevert, gebeurt wel controle door de onderwijsinspectie. Dat vinden wij terecht, want er zijn bepaalde gevolgen verbonden aan die attesten, bijvoorbeeld op het vlak van huisvesting. Dus lijkt het ons noodzakelijk dat er een zekere controle gebeurt, zodat die attesten juist worden afgeleverd. Dat kan door de onderwijsinspectie of een ander controleorgaan. In die zin hebben we ook een amendement ingediend.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2014-15, nr. 302/1)
– De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 3. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2014-15, nr. 302/4)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
– Artikel 4 wordt zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 5. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2014-15, nr. 302/4)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
– De artikelen 6 tot en met 9 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.