Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de overheveling van de middelen uit het cultuurbudget naar het Gemeentefonds
Verslag
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de bibliotheken en de culturele centra zijn bezorgd en misnoegd omdat ze bang zijn dat de middelen die vandaag van het lokaal cultuurbeleid overgeheveld worden naar het Gemeentefonds, niet meer zullen worden aangewend voor cultuur. De gemeente heeft nu de keuze hoe ze die middelen wil inzetten.
Uit cijfers weten we dat 50 procent van de jongeren gebruikmaakt van de bibliotheek. We zien dat dat voor hen vaak de eerste keer is dat ze met boeken in aanraking komen. Heel veel jongeren die thuis geen studieplek hebben, gaan naar de bib om te studeren. Heel veel jongeren die geen boeken kunnen kopen, gaan naar de bib. Ouderen gaan naar de bib om hun krantje te lezen, maar ook om sociaal contact te hebben.
Dat creëert ongelijkheid, omdat je twee groepen gaat creëren: zij die naar de bibliotheek en naar de culturele centra kunnen gaan, en anderen die dat niet kunnen doen. U geeft zelf toe dat u niet uitsluit dat er bibliotheken zullen worden gesloten. Dat hebt u toegegeven in De Zevende Dag; dat hebt u toegegeven in andere media.
Minister, ik moet eerlijk zeggen dat ik daarvan schrik. Ik dacht dat wij bondgenoten in de cultuur waren. Ik dacht dat u zou opkomen om ervoor te zorgen dat er geen bibliotheken zouden worden gesloten. In plaats daarvan zegt u: ik weet dat dat zal gebeuren. We weten ook dat er heel wat wijkbibliotheken gesloten zijn tussen 2003 en 2011. Minister, wat gaat u doen om tegen te gaan dat bibliotheken gesloten worden? (Applaus bij sp.a)
De heer Caron heeft het woord.
Minister, geheel ter informatie: ‘Boekmancahier’, dat deze ochtend in mijn bus viel, een Nederlands blad over cultuurbeleid, heeft een heel themanummer over de bibliotheek van de toekomst. Dat kan inspirerend zijn. Ik raad het u absoluut aan. De titel op de eerste pagina is: ‘De openbare bibliotheek verbindt.’ Om maar te zeggen dat het meer is dan een huis van boeken alleen.
Mijn vraag gaat een stuk verder dan dat. De gemeente moet morgen geen bibliotheek meer hebben. Ik hoop dat de barbaren die hun bibliotheek gaan afschaffen, niet talrijk zullen zijn.
Wat echter eigenlijk kwalijker is in deze evolutie, is dat het oormerken van sectorale subsidies helemaal verdwijnt. De openbare bibliotheek, het cultuurcentrum, het jeugdwerk, de sportinfrastructuur zijn de resultante van een Vlaams impulsbeleid met beperkte middelen, en met veel gemeentelijke middelen, maar er werd samengewerkt. De voorbije veertig jaar hebben we – nietwaar, collega Van Dijck – in Vlaanderen een fantastisch palet aan voorzieningen voor sport, cultuur en jeugd gecreëerd. We gaan dat oormerken wegnemen.
Kijken we eens naar datzelfde Nederland, waar dat oormerken is weggehaald, waar overigens de bibliotheekverplichting nog altijd bestaat. Ook in de nieuwe wet met betrekking tot de openbare bibliotheken van minister Bussemaker blijft dat verplicht. U kent dat uiteraard goed. Dat oormerken weghalen zal niet meteen een groot effect hebben, maar na deze beleidscyclus van de gemeenten zal dit beetje bij beetje verdwijnen, zoals in veel andere domeinen en op veel andere plaatsen. Het samenwerkingsverband tussen Vlaanderen en de lokale besturen heeft dat fantastische palet gerealiseerd. Ik ben zelf een kind van die initiële beleidsinspanningen van de ministers Van Mechelen en De Backer, van Luc Martens zelf, die nu voorzitter is van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Minister, dat we die evolutie inzetten, doet me dus pijn. Is het dan echt een schande dat Vlaanderen iets vraagt – en dit weliswaar mee betaalt – aan de lokale besturen voor bijvoorbeeld een openbare bibliotheek of een cultuurcentrum, dat het met de gemeenten samenwerkt? Gaan we die meerwaarde nu echt opofferen?
Minister Gatz heeft het woord.
Mijnheer Caron, ik zal zo meteen op uw vraag antwoorden. Mevrouw Idrissi, ik zal niet meteen op uw vraag antwoorden, omdat ik denk dat die vanuit uw perspectief zonder voorwerp is. Ik heb hier namelijk het sp.a-verkiezingsprogramma mee. Ik verwijs naar de pagina’s 279 en 280 en de resoluties 1234 en 1235. Voorzitter, ik citeer er kort uit: “De Vlaamse overheid centreert tal van bevoegdheden die volgens sp.a beter op het lokale niveau uitgeoefend kunnen worden. (...) Het voorgaande impliceert dat de Vlaamse overheid de bevoegdheden en het volledige bijhorende budget moet overdragen aan de lokale besturen.” (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Idrissi, u bakt ze graag bruin, dat weet ik, maar het moet niet al te gek worden.
Mijnheer Caron, ik antwoord graag op uw vraag, die zeer pertinent is. Wat we gemeen hebben, denk ik, is dat we allebei van boeken houden. Wat we gemeen hebben, is dat we allebei van bibliotheken houden. Wat we gemeen hebben, is dat we willen dat die bibliotheken blijven bestaan. Die bibliotheken móeten ook blijven bestaan. Er is ook een actie aan de gang. Het emotionele debat dat nu naar boven komt, bewijst ook dat de bibliotheek, die een beetje naar de periferie van het culturele debat was verdwenen, volledig terug is. Zeer goed. Dat bewijst ook mijn stelling, waarover we het niet eens zijn, namelijk dat de Vlaamse bibliotheken zúllen blijven bestaan. U hebt echter geen glazen bol, en ik heb er ook geen.
Ik kan u alleen een aantal argumenten geven waaruit ik afleid dat de Vlaamse bibliotheek dermate verankerd is dat we niet meteen moeten vrezen. Ten eerste betalen de gemeenten al jaren lang het leeuwendeel van die bibliotheken, met plezier en uit eigen zak. Ten tweede hebben de jongste jaren zeer veel bibliotheken het licht gezien. Ik noem er enkele, alleen maar van de jongste zes maanden: Heusden-Zolder, Lummen, Bilzen, maar ook Ganshoren en Roeselare. Er staan er nu ook een aantal op stapel, in Aalst, Mechelen, Gent, Beerse, Hechtel-Eksel en Strombeek-Bever.
Ik denk dus dat het nog niet meteen de verkeerde kant uitgaat. Ik zie ook dat de Franse Gemeenschap de bibliotheekplicht heeft afgeschaft, en dat sindsdien het aantal bibliotheken nog steeds in stijgende lijn is gegaan.
Het echte inhoudelijke debat dat ik de komende maanden graag met u in de commissie wil voeren, betreft de vraag hoe we mee de bibliotheek van de toekomst vorm en inhoud kunnen geven. Bij ons kun je immers twee dingen zien. Ik heb dat al gezegd in de commissie. We zien dat er eigenlijk minder ontleningen zijn. Dat ligt vaak aan het feit dat er minder cd’s worden ontleend. Wat het boek betreft, is dat wat diffuser. Anderzijds zijn er de jongste jaren wel veel meer bezoekers in onze bibliotheken. Heel die discussie over de belevingsbibliotheek – kijk naar ARhus in Roeselare, kijk naar Muntpunt – is nog een zaak van vallen en opstaan en van zoeken, maar dat is het echte debat. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de Vlaamse lokale bibliotheek, die momenteel sterk is verankerd in alle gemeenten, in de harten van de Vlamingen verankerd kan blijven? Ik heb daar alle vertrouwen in. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik ben blij en tegelijkertijd een beetje verwonderd. U citeert uit het sp.a-partijprogramma, maar u doet dat onvolledig. Wij hebben gezegd dat die middelen naar het Gemeentefonds moeten worden overgeheveld.
We hebben er ook bij gezegd, in de paragraaf die u niet hebt voorgelezen, dat die middelen geoormerkt moeten worden, dat ervoor moeten worden gezorgd dat de middelen die vandaag voor cultuur bestemd zijn, ook naar cultuur gaan. (Applaus bij sp.a)
U haalt dat citaat aan, minister, omdat u niet antwoordt op mijn vraag wat u zult doen om tegen te gaan dat bibliotheken gesloten worden. U weet dat vandaag al één vijfde van de wijkbibliotheken gesloten wordt. U kunt dat heel simpel doen door de middelen te oormerken, maar dat doet u niet. Misschien omdat u dat niet mag van uw collega’s? (Applaus bij sp.a)
Minister, we hebben in Vlaanderen een slechte traditie van regelneverij, dat weten we allemaal. Ik zou de heer Van Dijck even willen zeggen dat we op het vlak van het sportbeleid de gouden medaille hebben gewonnen. De bemoeienis bij het lokaal sportbeleid ging veel te ver en dus moeten we inderdaad een belangrijke stap terugzetten. De vraag is of de pendel helemaal van hier naar ginder moet. Het voorbeeld dat gemeenten tussen 60 en 80 procent betalen voor een bibliotheek of een cultuurcentrum, is juist. Dat is vanaf dag 1 zo geweest, het is net die samenwerking die ervoor heeft gezorgd dat we dit landschap hebben. En nu gaat u één van de twee samenwerkende partners van zijn verplichting ontslaan – dat is nog het minste – maar ook van zijn drive, van de stimulansen die Vlaanderen geeft.
Ik vind dat jammer, want de bibliotheek moet een nieuwe toekomst hebben. Ik lees even wat titels voor: ‘De fysieke eenheid en digitale bibliotheek als twee-eenheid’, ‘De educatieve evolutie’, ‘Buiten de fysieke muren treden’, ‘Bibliotheek en community building’, ‘Overheid en bibliotheek’. Het zijn allerlei evoluties waar de sector niet blind voor is. Lees maar eens wat de bibliotheeksector daar zelf over zegt. Er gebeuren fantastische dingen, we kunnen sterk vooruit, maar ik zou het partnerschap echt niet graag verliezen.
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, noch mevrouw Idrissi, noch de heer Caron heeft een baard, maar het zijn wel beiden onheilsprofeten en die werden vroeger het land uitgejaagd. Dit geheel terzijde.
Niemand stelt de openbare bibliotheek in vraag, ook de gemeenten en lokale besturen niet. Ik heb dit al eens gezegd, dit is een déjà vu van de begrotingsbesprekingen: er is vanuit Groen en nu blijkbaar ook vanuit sp.a, heel weinig vertrouwen in het lokale bestuur. Wij hebben dat vertrouwen wel.
U hebt het over de verplichting, mevrouw Idrissi. Kijkt u even naar mijn eigen stad, waar sp.a in het bestuur zit. Daar werden filialen gesloten, ondanks de verplichting. Wij waren daar tegen, maar dat is natuurlijk een andere discussie.
Het gaat niet om de verplichting. Het gaat om de kwaliteit van de bib. We moeten daarbij kijken naar de nieuwe evoluties, daarin hebt u gelijk. We moeten erop inspelen dat een bibliotheek meer is dan een boekerij, dat het ook andere functies kan bevatten. Ik denk aan Canada, waar er vaak een boekhandel is binnen de bibliotheek. Er zijn verschillende mogelijkheden waar we moeten op inspelen. Dat wordt de uitdaging. Die twee moeten we combineren. En ik denk dat de minister nog wel zal toevoegen met welke innovatieve zaken hij het probleem wil verhelpen.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Voorzitter, minister, het debat hier en de afgelopen dagen over de bibliotheken lijkt wel een promocampagne voor de bibliotheek. Alleen al daarom is het een positief gegeven.
Toch lijkt enige nuancering op zijn plaats. Een aantal collega’s zeiden het al maar ook mijn fractie is er absoluut van overtuigd dat we er vertrouwen in moeten hebben dat de lokale besturen ook wanneer dat niet moet, zullen blijven investeren in de bibliotheek, net zoals ze in het verleden hebben gedaan.
De bibliotheken moeten inderdaad een laagdrempelige plek zijn waar het boek centraal staat, maar ze zijn veel meer, ook dat werd hier al aangehaald. Een bibliotheek is een plek van ontmoeting, van informatievergaring en zo verder.
Minister, u haalde het al even aan, maar voor mij is het cruciaal dat we nadenken over hoe we de bibliotheken verder kunnen ondersteunen. Heel cruciaal daarin lijken me de rol van Lokaal, Cultuur en Steunpunt (LOCUS) enerzijds en die van de Vlaamse administratie anderzijds.
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, minister, in navolging van wat de heer Meremans daarjuist zei: ik geloof wel in de lokale besturen. En iedereen hier in het halfrond gelooft in de bib van morgen. Het is in die bib van morgen dat we moeten investeren.
Ik verwijs even naar de ervaringen die ik in Aalst heb vanuit de oppositie. Daar proberen we samen met de meerderheid te werken aan het uitbouwen van een zo goed mogelijke bibliotheek van de 21e eeuw. Daar moeten we op inzetten.
Mevrouw Idrissi, toen het in uw uitleg ging over de lokale besturen, vroeg ik me af hoeveel lokale sp.a-besturen al hebben besloten om wijkafdelingen te sluiten en om niet in te zetten op de bibliotheek van de 21e eeuw. Het is voor die bibliotheek dat we moeten gaan en daaraan zal onze minister meehelpen. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Bastiaens, er zijn twee zaken die we bijkomend kunnen doen in de ondersteunende rol. We monitoren nu een aantal zaken en dat gaan we blijven doen. We willen blijven weten hoeveel ontleningen er zijn. We willen ook een dieptezicht krijgen op waarom er minder ontleningen zijn, wat minder en wat meer wordt ontleend. We willen ook weten wat het publieksbereik is van de bibliotheken. Dat zijn essentiële zaken die we zullen blijven doen. Dat zal het debat blijven stimuleren, ook in de commissie Cultuur.
Uw tweede suggestie is zeker de juiste. Op dit ogenblik zijn er nog altijd steunpunten, LOCUS voor het lokale cultuurbeleid en Bibnet voor de lokale bibliotheken, die gefusioneerd zijn en die, in de zoektocht naar de bibliotheek van de eenentwintigste eeuw, verder de nodige coaching en ondersteuning kunnen geven aan die lokale bibliotheken. Er zijn dus wel degelijk instrumenten die ervoor zorgen dat we het positieve debat dat we nu voeren – ik beschouw dit als een positief debat –, kunnen voortzetten.
Niemand van ons hier wordt als nationaal politicus door de burger vertrouwd. Maar wanneer u en ik ons petje van lokaal politicus op hebben, dan genieten we in de statistische indicatoren van Vlaanderen plots veel meer vertrouwen. Ik zal u helpen, u zult mij helpen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, uw antwoord stemt me treurig en verontwaardigt me ook. Het lijkt wel alsof u antwoordt als minister van lokale besturen en niet als minister van Cultuur. Als minister van Cultuur moet u er proactief voor zorgen dat geen bibliotheken kunnen sluiten. Hoe kunt u dat doen? Het kost u nul komma nul euro. Zorg ervoor dat de middelen die vandaag naar het Gemeentefonds gaan, worden geoormerkt voor cultuur. Dat doet u niet en dat betreur ik ten zeerste. (Applaus bij sp.a)
Tussen een keizer-koster en een nihilist is er een groot verschil. Minister, het is een echte schande dat Vlaanderen een aantal maatschappelijke ontwikkelingen stimuleert. Is het een schande dat we opleggen dat sociale zorg een grondrecht is en door OCMW’s moet worden ingevuld? Is het een schande dat de federale overheid oplegt dat er in veiligheid moet worden voorzien en dat er daarvoor een politiekorps moet zijn in de gemeenten? Is cultuur dan ook geen basisrecht dat we vanuit Vlaanderen met zekere zorg mogen omkaderen en verplichten – ik wil mild zijn – maar minstens stimuleren? (Applaus bij Groen en sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.