Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de indexering van de huurprijzen en de bescherming van kwetsbare huurders
Actuele vraag over de bescherming van kwetsbare huurders via de huursubsidies en -premies
Verslag
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de huurmarkt moet worden opgewaardeerd. Vooral de kwetsbare huurders moeten ondersteund worden. Minister, u bent het daarmee eens. Desalniettemin zijn de afgelopen dagen in de media allerlei problemen aan bod gekomen die haaks op die intenties staan. Zo staan vandaag nog steeds 102.000 mensen op een wachtlijst om een sociale woning te kunnen betrekken. Eind vorige week geraakten ook de cijfers over de huurpremies bekend. Daaruit blijkt dat in 2014 94.000 mensen die behoefte hebben aan zo’n huurpremie, er geen beroep kunnen op doen. Die huurpremie is een noodoplossing die in het leven is geroepen omdat ons sociale huurmarktbeleid faalt. Die noodoplossing voldoet dus niet. Als klap op de vuurpijl wil de N-VA de lonen bevriezen, maar de huurprijzen laten stijgen. U kunt begrijpen dat dit voor de huurders – de mensen die in de hoek zitten waar de klappen vallen – erg hard aankomt. Ik heb daarom één vraag. U herhaalde de afgelopen dagen dat u de indexsprong op huurprijzen niet wilt toepassen. Wat wilt u wél doen voor de huurders, zodat ze de steun krijgen waarop ze recht hebben?
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, men kan veel zeggen over de discussie van de afgelopen dagen, maar niet dat het een zeer mooi schouwspel was. Als u de lonen en uitkeringen bevriest, dan is het logisch dat u ook de huurprijzen niet optrekt. U verzet zich echter tegen het standpunt van uw coalitiepartners, die het op dat punt niet met u eens zijn. In feite voert u een machtsstrijd op de kap van de meest kwetsbare groepen op de woonmarkt: de huurders. Bovendien, zo hebt u gezegd, dreigt u ermee om de huursubsidies en -premies te gaan bevriezen, hoewel gisteren werd bekendgemaakt dat meer dan de helft van de huurders meer dan een derde van zijn inkomen spendeert aan huur en dat in 2014 13.000 gezinnen zijn bedreigd met uithuiszetting.
Minister, de meeste mensen hebben uw uitspraken opgevat als revanchisme. U had het zelf over een versterking van de private huurmarkt, maar hoe ik het ook probeer te bekijken: ik zie dat niet. U wilt het de huurders moeilijker maken dat ze de huur kunnen betalen. Die huurders zijn jonge starters die het almaar moeilijker krijgen om een eigen woning te verwerven. Het zijn mensen met een laag inkomen. Als u het hun moeilijker maakt om de huur te betalen, dan doet daar uiteindelijk ook de verhuurder geen voordeel mee, wel integendeel. Minister, als het u werkelijk te doen is om in Vlaanderen een goed woonbeleid te voeren – eerlijk gezegd: ik begin daar steeds meer aan te twijfelen –, dan moet u ermee stoppen om verhuurders en huurders tegen elkaar uit te spelen. Stop de polarisering, stop met mensen te schofferen. En doe dat zeker niet met mensen waarvoor u het als minister van Wonen en Armoedebestrijding zou moeten opnemen.
Mijn vraag is simpel: wat is het standpunt van de Vlaamse Regering en hoe rijmt u uw uitspraken met de cijfers uit de grote woonstudie die gisteren zijn bekendgemaakt? (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Minister, er zijn problemen met de Vlaamse huurmarkt. Inmiddels is dat voldoende aangetoond. Meer dan 46 procent van onze huurwoningen voldoet niet aan de minimale Vlaamse kwaliteitseisen. Meer dan 50 procent van de huurders besteedt meer dan een derde van het inkomen aan huur, en 15 procent houdt uiteindelijk niet voldoende over om menswaardig te leven. Ook de OESO zegt het: de krapte op de huurmarkt zorgt voor problemen. Vooral aan de onderkant van de huurwoningen zijn er problemen: ze zijn te duur. Verhuurders worden geconfronteerd met onbetaalde huur.
Gelukkig is het sinds de laatste staatshervorming een volledig Vlaamse bevoegdheid geworden, dus hebben we de bevoegdheid om de huurmarkt op te krikken. We kunnen daar alle maatregelen die nodig zijn, voor inzetten. Gelukkig heeft de Vlaamse Regering in al haar voorzienigheid dat ook bepaald. Er zijn verschillende maatregelen opgenomen in het regeerakkoord om de verhuurder te versterken, fiscale maatregelen om de huurmarkt te versterken, de Vlaamse Wooncode die we helemaal naar Vlaamse inzichten kunnen aanpakken. Ook om de huurder te versterken zijn verschillende maatregelen opgenomen, onder andere de hervorming van de automatische toekenning van woonsubsidies en woonpremies. Jammer genoeg krijgt slechts 1,8 procent van de mensen die recht hebben op een huurpremie, die ook effectief. Slechts 6 procent van de mensen op wachtlijsten voor sociale huisvesting doen een beroep op premies waar ze recht op hebben.
Er is dus een probleem. De vraag is of de Vlaamse Regering de middelen die ze heeft gepland, versneld zal inzetten om de woonsubsidies en -premies te doen terechtkomen bij de mensen die ze nodig hebben zodat er een recht op wonen is en zodat zowel de kwaliteit als de betaalbaarheid van de huisvesting erop vooruitgaat.
Minister Homans heeft het woord.
Ik ben zeer opgetogen over de opmerking van mevrouw Partyka, die zegt dat de Vlaamse overheid bevoegd is. Dat hebt u gezegd, en ik ben het met u eens. Laten we allerlei adviezen afwachten.
Mevrouw Moerenhout, ik ben blij dat we het eens zijn. We moeten inderdaad iets doen voor de kwetsbare huurders, en dat doen we ook. Er zijn initiatieven genomen in het verleden. Bijvoorbeeld het Huurgarantiefonds, bijvoorbeeld het systeem van huursubsidies en huurpremies. Dat zijn niet alleen mijn verdiensten. De vorige minister heeft die zaken opgezet, en wij willen ze voortzetten. Voor alle duidelijkheid, het zijn zeer goede initiatieven.
In alle debatten van de afgelopen dagen heb ik gezegd dat we aan de verhuurders-eigenaars allerlei inspanningen vragen in het kader van energie-efficiëntie, dakisolatie tegen 2020 enzovoort, die op het einde van de rit in het voordeel zijn van de huurder. Dat is een heel belangrijk element in dit debat. Als je dak en je huis goed geïsoleerd zijn en het is energie-efficiënt, dan komt dat ten goede van de energiefactuur van de huurders. Dat wil zeggen dat de huurders minder zullen moeten betalen voor energie. Het is dus een zeer goede maatregel dat we bepaalde verplichtingen aan eigenaars-verhuurders opleggen om inspanningen te doen voor energie-efficiëntie, zodat de huurder op het einde van de rit minder moet betalen voor de energiefactuur.
Ik heb een heel pakket aan bevoegdheden, maar vanuit Armoedebeleid heb ik recentelijk 312.000 euro vrijgemaakt om in te zetten op de preventie van uithuiszetting, net voor die kwetsbare huurders. Dat is heel belangrijk. Het is goed om in te zetten op preventie en niet alleen in te grijpen op het moment dat het eigenlijk al te laat is. Dat gaan we samen doen met de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) die lokaal actief zijn, om te vermijden dat die mensen om welke reden ook uit hun huis worden gezet.
Doen we veel voor de kwetsbare huurders? Ja. Doen we veel voor de huurders? Ja. Maar het regeerakkoord is duidelijk. Ik ben het met u alledrie eens dat we moeten inzetten op de rechten van de huurders. Tegelijk is het regeerakkoord duidelijk dat we de privéhuurmarkt willen versterken. 70 procent van de Vlamingen is eigenaar. Dat wil zeggen dat 30 procent moet huren, waarvan ongeveer 20,5 procent op de privéhuurmarkt en 9,5 procent op de sociale huurmarkt. Dat wil zeggen dat we privéverhuurders nodig hebben om mee te voorzien in de huisvesting van alle mensen. De overheid kan dat niet alleen.
Mevrouw Hostekint, het regeerakkoord en mijn beleidsnota Wonen, waarbij u ook heel actief deelnam aan het debat in de commissie, vertoont een evenwicht tussen de rechten van de verhuurder en die van de huurder. Ik dacht dat sp.a mij volgde, toch bij monde van de heer Vandenbroucke, in het belang van sociale verhuurkantoren (SVK’s). Moet de Vlaamse Regering sociale woningen bijbouwen? Ja, daar ben ik het absoluut mee eens. Kunnen we alles alleen? Neen.
Enerzijds moeten we dus de handen in elkaar slaan met de private sector, maar anderzijds moeten we ook zoveel mogelijk verhuurders en eigenaars aanmoedigen om hun woning aan hetzelfde sociale tarief op de markt te brengen via een sociaal verhuurkantoor. Daar zijn we het over eens. Het is een belangrijke maatregel waarop de Vlaamse Regering meer moet inzetten zodat er op de huurmarkt meer woningen ter beschikking komen voor de mensen die het net iets moeilijker hebben in onze samenleving. Mevrouw Hostekint, ik hoop dat het we het hierover eens zijn.
U spreekt over dreigementen. Ik heb gewoon gezegd dat, als het debat van de index wordt geïmporteerd in het woonbeleid, er een zekere logica moet worden gehanteerd. Ik heb heel duidelijk gezegd dat als men een indexsprong zou doen voor de huurprijzen – en laten we de bevoegdheid even buiten beschouwing, alhoewel mevrouw Partyka heel duidelijk heeft gezegd dat wij bevoegd zijn –, het heel belangrijk is om een zekere logica door te trekken. Als men een indexsprong doet voor huurprijzen, vind ik het zeer raar dat men dan geen indexsprong zou doen voor bepaalde tegemoetkomingen. Ik heb er onmiddellijk aan toegevoegd, mevrouw Hostekint, dat ik dat persoonlijk zeer jammer zou vinden, zeer jammer zou vinden voor die mensen die het inderdaad al heel moeilijk hebben op de private huurmarkt. Ik heb er dat onmiddellijk aan toegevoegd. Ik ben natuurlijk ook niet verantwoordelijk voor titels zoals ‘Dreigementen van Homans’ enzovoort. Wil ik dat doen? Neen, ik wil dat niet doen. Ik heb gewoon een bepaalde logica willen aantonen.
Mevrouw Partyka, ik ben blij dat we het eens zijn over wie er nu eigenlijk bevoegd is, maar laten we de juridische adviezen ter zake afwachten. U hebt mij gevraagd hoe het staat met de hervorming van het stelsel van de huursubsidie en de huurpremie. U weet dat we dat uitgebreid hebben besproken in de commissie Wonen. Het staat inderdaad in het regeerakkoord en in de beleidsnota. We gaan dat doen. Ik denk dat het niet verstandig zou zijn om snel snel aan het werk te gaan. Er is nu een evaluatie. Ten vroegste in de tweede helft van 2016 zal het kunnen worden geïmplementeerd. Mevrouw Partyka, ik zie u gezichten trekken, maar ik ben geen voorstander van haastwerk. ‘Haast en spoed is zelden goed’ luidt een goed Vlaams spreekwoord. We kunnen het beter goed evalueren. Ik ben het met u eens dat door het huidige systeem van twee aparte systemen naast elkaar, bepaalde mensen uit de boot vallen. We moeten het systeem uniformiseren om tegemoet te komen aan die meest kwetsbare huurder op de private huurmarkt.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Minister, u bent inderdaad verantwoordelijk voor Wonen en voor Armoedebestrijding. In die zin vind ik het dan ook stuitend dat u durft te zeggen dat huurpremies een oplossing zijn voor de armoede vandaag op de huurmarkt en dat u nog eens herhaalt dat als de huurprijzen toch zouden worden bevroren, ook de huurpremies en huursubsidies zouden worden bevroren. Dat is een schande. Waarom? Ik herhaal het cijfer nog eens: 94.000 mensen van de 102.000 mensen hebben geen premie terwijl ze er nood aan hebben. Mevrouw Partyka, u zegt dat maar 6 procent het aanvraagt. Neen, 6 procent heeft er recht op. De overige 94 procent heeft er zelfs geen recht op volgens de criteria die de Vlaamse Regering vandaag heeft vastgelegd. Dat is de waarheid.
Wat moet er gebeuren? De huurpremie moet worden uitgebreid. Er zijn medestanders in het halfrond. Breid de huurpremie uit. Het is de eerste manier om de armoede op de huurmarkt aan te pakken. Daarnaast, bouw sociale woningen bij, snel en meer. En die indexsprong voor huurprijzen, voer die door.
Ik was afgeleid door de voorzitter. (Gelach. Applaus)
Minister, ik heb natuurlijk geen antwoord gekregen op mijn vraag. Mijn vraag was wat het standpunt van deze regering is. Ik heb gehoord dat u het dreigement over de huursubsidies en de premies hebt herhaald. U hebt nog eens beklemtoond dat u vindt dat het een bevoegdheid van de Vlaamse Regering is, maar ik heb niet het standpunt van de Vlaamse Regering gehoord. Het onze is duidelijk: wij vinden dat als uitkeringen en lonen worden afgetopt, het niet kan dat huurprijzen stijgen. Dat is een kwestie van gelijke inspanningen en van gelijke verdeling van de inspanningen.
Minister, u hebt bovendien nog eens benadrukt dat u voor een versterking van de private huurmarkt bent. Ik ben blij dat te horen. Ik begon er immers aan te twijfelen. Wij zijn daar ook voor. Net daarom zou ik u willen oproepen met de polarisering te stoppen.
In de helft van de huurcontracten is de indexering niet eens opgenomen. Dit betekent misschien wel dat de verhuurders het belangrijker vinden op het einde van de maand de huur op hun rekening gestort te krijgen dan een verhoging door te voeren met wat u luttele euro’s noemt. Ze hebben gelijklopende belangen. De huurder wil woonzekerheid en de verhuurder wil de zekerheid dat zijn inkomen op zijn rekening staat.
Ik roep u op ermee te stoppen de mensen uit elkaar te drijven, te schofferen en te polariseren. (Applaus bij sp.a)
Minister, ik ben zeer blij dat u er, net als CD&V, voorstander van bent de Vlaamse bevoegdheden ten volle uit te oefenen. Het prijzenbeleid maakt daar, voor alle duidelijkheid, echter geen deel van uit. (Applaus bij CD&V en sp.a)
Voor het overige biedt de volle bevoegdheid inzake het woonbeleid voldoende mogelijkheden om de huurder en de verhuurder te versterken. Daar is echt nood aan. Dit geldt zeker voor de zwakke huurder, wat dan weer in het voordeel van de verhuurder is.
Minister, u moet minder discussiëren en meer doen. (Applaus bij sp.a en Open Vld)
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, we hebben dit debat vorige week al gedeeltelijk in de commissie gevoerd. Ondertussen is weer heel wat gezegd en geschreven. Het enige wat hieruit duidelijk blijkt, is dat de Vlaamse Regering, in navolging van de Federale Regering, ook met het kibbelvirus is besmet. Onze regeringen raken het zelfs niet meer eens over wie waarvoor bevoegd is.
Minister, ik krijg steeds meer de indruk dat de meerderheidspartijen nog steeds in verkiezingsmodus zitten. We vangen elkaar vliegen af, maar zijn absoluut niet bezig met het voeren van een goed beleid. Ik heb slechts een boodschap voor u. Uw collega’s en uzelf moeten het haantjesgedrag stoppen en eindelijk aan de slag gaan.
Mevrouw Partyka, u blijft, net als tijdens de commissievergadering vorige week, heel erg op de vlakte. U zou nu eens de moed moeten tonen om, net als in de krant, ook in het Vlaams Parlement te zeggen wat het standpunt van uw partij is. Moeten de huurprijzen nu al dan niet worden geïndexeerd?
De heer Engelbosch heeft het woord.
Voorzitter, ik wil beginnen met te stellen dat ik eigenlijk een beetje beschaamd ben. We hebben dit debat niet alleen vorige week in de commissie gevoerd. Hier voeren we opnieuw een debat over een indexaanpassing. Dit debat gaat over 6 eurocent per maand. Ik vind dat we tijdens deze plenaire vergadering echt de hoofdvogel van de onzin hebben afgeschoten. (Applaus bij de N-VA)
Geen enkele huurder in Vlaanderen, ook niet de armsten onder hen, ligt wakker van die paar eurocent per maand. Waar de huurders wel wakker van liggen, hebben de vraagstellers wel vermeld. Ten eerste vinden die huurders geen woning op de private huurmarkt. Ten tweede moeten ze, indien ze toch een woning vinden, minstens een derde van hun inkomen aan woninghuur betalen.
Ik wil zeer graag een debat voeren, maar we moeten een debat voeren over de inhoud, zoals de huurpremies. We moeten die onzin in verband met de index achterwege laten. Die onzin zal er trouwens enkel toe leiden dat de eigenaars hierop zullen anticiperen en hun huurprijzen nu al zullen verhogen. Dat zal het gevolg zijn en dat is de verantwoordelijkheid van bepaalde mensen hier. (Applaus bij de N-VA)
De heer Somers heeft het woord.
Voorzitter, het debat over de private huurmarkt is zeer belangrijk. Steeds meer mensen in Vlaanderen moeten een beroep op de private huurmarkt doen. Er zijn steeds meer alleenstaanden. Omdat het financieel moeilijker wordt, kiezen steeds meer mensen ervoor een woning te huren in plaats van te kopen. De versterking en dynamisering van de private huurmarkt zou dan ook de kern van het debat moeten vormen. Gelukkig is dit ook de kern van het Vlaams regeerakkoord. Op basis hiervan kunnen we ter zake heel wat doen.
Voor onze fractie is heel de discussie over de index eigenlijk een randdiscussie. Ik ben naar de website van de FOD Economie gegaan en ik heb de huurcalculator gebruikt. Ik heb voor vorig jaar 700 euro ingegeven en het effect met en zonder een indexsprong bekeken. Met een indexsprong gaat het om 700 euro. Zonder een indexsprong gaat het om 699,88 euro.
Het merkwaardige is dus dat die discussie over 12 centiemen gaat. Niets verandert, en in een periode van mogelijke deflatie speelt het zelfs in het nadeel van de huurder. Laten we ons dus concentreren op de kern van de zaak, die sector dynamiseren, de huursector versterken en daarop inzetten. (Applaus bij de N-VA en bij Open Vld)
Mevrouw Moerenhout, ik heb in mijn antwoord aangegeven dat wij met deze Vlaamse Regering wel degelijk allerlei initiatieven willen nemen ten bate van de kwetsbare huurders. Ik heb u net nog gezegd dat ik vanuit mijn Armoedebudget 312.000 euro heb vrijgemaakt. U vindt dat misschien niet belangrijk, maar dat is wel degelijk belangrijk voor de preventie van uithuiszetting en dergelijke meer.
U pleit eigenlijk voor een automatische toekenning van de rechten, en ik ben het met u eens. Ik heb hier al vaker gezegd dat de meest kwetsbare mensen in onze samenleving de weg naar hun rechten niet vinden. Ik ben het met u eens dat we meer inspanningen moeten doen voor de automatische toekenning van bepaalde rechten. In het verleden zijn een aantal zaken gebeurd, maar ik denk dat we dat nog veel performanter kunnen maken.
Mevrouw Moerenhout, u hebt ook gevraagd of ik de indexsprong zal doorvoeren of niet. Ik ben blij dat u het ermee eens bent dat wij daarvoor bevoegd zijn.
Mevrouw Hostekint, het standpunt van de Vlaamse Regering is heel duidelijk. We hebben dat afgelopen vrijdag zo afgesproken. Ten eerste staat de indexsprong voor de huurprijzen niet in het regeerakkoord. Ten tweede zullen we onafhankelijk juridisch advies inwinnen wat de bevoegdheidsmaterie betreft. Dat is het officiële standpunt van de Vlaamse Regering.
U had het dan ook over de huurprijzen en dergelijke. Maar waarom alleen de huurprijzen, mevrouw Hostekint? Er werd gezegd, ook door mevrouw Partyka, dat dit moet passen in het kader van het prijzenbeleid en een mildering van het effect dat de indexsprong op de lonen zou hebben voor bepaalde personen.
Mevrouw Partyka, u zei dat we bevoegd zijn voor de indexering en het al dan niet beslissen tot een indexering, maar dat er ook nog zoiets is als een prijzenbeleid. Ik heb ook nooit ontkend dat er nog zoiets bestaat als een concurrerende bevoegdheid. U schudt nu van neen. Het punt dat ik wil maken, is het volgende. Als we dit alleen doen voor de huurprijzen, wil dat zeggen dat we alleen een compenserende maatregel zouden nemen voor de 30 procent van de mensen die huren. Maar wat met de 70 procent van de mensen die ook een indexsprong op hun loon krijgen, maar die niet huren? Wat gaan we daarmee doen? Dat is mij totaal onduidelijk.
Mevrouw Partyka, wij zaten hier in de vorige legislatuur ook in de meerderheid, voor alle duidelijkheid. Wij hebben toen in het kader van de zesde staatshervorming gezegd dat we heel blij zijn met elke bevoegdheid die overkomt, maar wij hebben nooit over ‘een grote copernicaanse omwenteling’ durven spreken. Welnu, het eerste praktijkvoorbeeld ligt op tafel, en het is al gezever over wie nu eigenlijk bevoegd is.
Ik heb vorige week in de commissie al gezegd dat er inderdaad nog een concurrerende bevoegdheid is vanuit de federale overheid. Het staat buiten kijf dat wij sinds 1 juli 2014 bevoegd zijn voor de huurwetgeving, ook voor de al dan niet indexering van de huurprijzen. Maar er bestaat inderdaad nog zoiets als het prijzenbeleid, dat tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort. Ik wil daar wel aan toevoegen, mevrouw Partyka, dat de federale overheid die bevoegdheid mijns inziens enkel en alleen kan inroepen als er sprake is van een behoorlijke inflatie. En ik ben geen econoom, maar bij mijn weten is er op dit moment geen sprake van een behoorlijke inflatie.
Mijnheer Somers, ik ben het met u eens dat we de private huurmarkt moeten versterken. De rechten van de verhuurders zijn de rechten van de huurders en de plichten van de verhuurders zijn de plichten van de huurders. Er zijn bepaalde verplichtingen die een behoorlijk kostenplaatje hebben. Ik denk maar aan het isoleren van het dak. Dat doe je niet met 5 euro. Hetzelfde geldt voor allerlei energie-efficiëntiemaatregelen.
Dus ik vind het niet goed dat je die zekerheid zou wegnemen, want alle inspanningen die op de private huurmarkt gebeuren door de private eigenaars-verhuurders zijn ten bate van de huurders: hun energiefactuur zal op het eind van de maand lager zijn dan tevoren. Ik wil de private eigenaars zoveel mogelijk blijven aanmoedigen om hun eigendom ter beschikking te stellen op de private huurmarkt.
Mijnheer Somers, ik ben het absoluut met u eens dat we de private huurmarkt moeten versterken. Dit gaat over 20,4 procent. De rest bestaat uit sociale huurmarkt, en daarnaast zijn er 70 procent eigenaars. Ik ben het met u eens. Het regeerakkoord is ook heel duidelijk over wat we daarmee willen doen. Ik ben het ook eens met u dat het een randdiscussie is. Sta me toe om te zeggen dat ik die niet begonnen ben.
Minister, ik wil niet alleen de automatische toekenning, ik wil een uitbreiding van de huurpremie.
Mijnheer Somers, u spreekt van een versterking van de private huurmarkt. Wel, dan had ik gehoopt dat u hier vandaag hetzelfde standpunt zou innemen als mevrouw Van Volcem in de commissie: zij ondersteunt de uitbreiding van de huurpremie. Zeg dat dan expliciet hier.
Mijnheer Engelbosch, u spreekt van de hoofdvogel van de onzin. Ik wil u graag nog cijfer meegeven dat gisteren door het grote woononderzoek werd bekendgemaakt: het aantal Vlaamse huishoudens die op het einde van de maand eraan twijfelen of ze hun huur al dan niet zullen kunnen betalen. (Opmerkingen)
Huishoudens die op het einde van de maand ’s nachts wakker liggen van de vraag of ze zullen rondkomen. Het gaat om 164.000 Vlaamse huishoudens. Dat is niet min.
Minister Homans, ik geef u volledig gelijk. U zegt dat het huurbeleid een Vlaamse bevoegdheid is. Dat is enkel en alleen uw bevoegdheid, maar ook uw verantwoordelijkheid. Die 164.000 Vlaamse huishoudens, dat is uw verantwoordelijkheid. Ik reken er op dat u daarnaar handelt. (Applaus bij Groen en sp.a)
Minister, het is wel vreemd, als dit een randdiscussie is, een symbolische discussie, dat jullie daarover al drie dagen vechtend over straat rollen. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Weken, misschien. Als het maar over een paar eurocenten gaat, en men redeneert dat die huurder daar niet armer van zal worden, waarom draait men die redenering dan niet om? Want als die huurder niet armer wordt van die paar eurocenten meer huur die hij zal moeten betalen, dan zal de verhuurder wellicht ook niet armer worden van die paar eurocenten die hij niet extra zal krijgen bovenop wat hij vandaag al krijgt. (Applaus bij sp.a en Groen)
Los daarvan, minister, gaat het voor ons over een gelijke verdeling van de inspanningen. Als u zegt dat uitkeringen en lonen niet mogen stijgen, dan kunt u ook niet zeggen dat aan de andere kant de huurprijzen moeten worden opgetrokken. Dat gaat niet over het feit dat men uw private huurder niet zou ondersteunen. Wij vinden dat – en u hebt het zelf aangehaald – zeer belangrijk, maar ik denk, in alle eerlijkheid, dat de verhuurder veel meer wakker ligt van de vraag of hij de huur al dan niet zal krijgen op het eind van de maand, of hij dus niet juridische procedures zal moeten inspannen om de huurder uit te zetten, en of hij uiteindelijk tot uithuiszetting zal moeten overgaan. Dat zal hem veel meer energie en geld kosten dan wanneer deze discussie op een billijke manier zou worden afgesloten. (Applaus bij sp.a en Groen)
Ik had een vraag gesteld over het Vlaamse ondersteuningsbeleid, maar aangezien iedereen maar blijft doorgaan over de federale indexsprong, zeg ik dat voor ons, vanuit het federale oogpunt op het inkomensbeleid, de indexsprong voor de huur een federale bevoegdheid is.
Ik heb altijd een beetje schroom om met een liberaal te spreken over competitiviteit, maar, mijnheer Somers, de huur en die indexsprongen hebben wel degelijk een economisch effect. De huur maakt 8 procent uit van de korf van de gezondheidsindex. Dat heeft wel degelijk op de lange termijn een effect op de competitiviteit. Zeggen dat het over enkele centen gaat, dat het een symbooldiscussie is, heeft geen enkele zin. Op dit moment, nu de inflatie laag is, is het misschien minder belangrijk. Maar niets zegt dat het zo zal blijven. Bovendien is het al decennia zo dat inkomens uit huur worden gelijkgeschakeld met inkomsten uit loon op verschillende vlakken. De koppeling aan de gezondheidsindex is een principe van rechtvaardigheid. Er moet een gelijke behandeling van beide inkomsten zijn. (Applaus bij CD&V, sp.a en Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.