Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het nieuwe aangekondigde begrotingstraject
Verslag
De heer Roszka heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister-president, nauwelijks drie weken geleden heeft uw meerderheid in dit parlement een begroting goedgekeurd waarin halsstarrig werd vastgehouden aan een nominaal jaarlijks begrotingsevenwicht. Dat is nauwelijks drie weken geleden. Enkele dagen geleden, bij het begin van het nieuwe jaar, hebt u twee weekendinterviews gegeven, waarbij het ene al meer dan het andere me de wenkbrauwen deed fronsen.
Ik zal misschien even kort uw geheugen opfrissen, want het is ondertussen Kerstmis geweest en zo. Ik wil u even in herinnering brengen dat van bij het begin, van bij de eerste debatten in het parlement op basis van uw regeerakkoord en op basis van de Septemberverklaring afgelopen maanden over de begroting, u altijd bijna als een geloofspunt hebt vastgehouden aan dat nominaal begrotingsevenwicht. Nu lees ik in een van die interviews – ik zal letterlijk citeren zodat ik geen fouten maak, daarom heb ik ook een papiertje bij – dat u dat nominaal begrotingsevenwicht, net zoals wij het indertijd ook hebben voorgesteld in ons groen alternatief, in onze Zuurstofbegroting, tijdelijk uit te stellen en te verlaten. U kreeg de vraag hoe u langs de ene kant kunt investeren met de stijgende noden en langs de andere kant kunt besparen. Daarop zegt u letterlijk in het interview aan De Tijd dat u tijdelijk wilt afwijken van het begrotingstraject. U zegt dat in een antwoord in het kader van de Europese context. U wilt daar dus tijdelijk van afwijken, en u gaat iets verder, zelfs nog concreter en dieper. U verduidelijkt, op de vraag van de journalist wat dat dan betekent: “Met afwijking bedoel ik eerder dat je als lidstaat meer tijd neemt om naar een evenwicht te gaan.” Minister-president, mijn concrete vraag aan u is: houdt u nog steeds vast aan dat nominale jaarlijkse begrotingsevenwicht?
De heer Bertels heeft het woord.
Minister-president, ik heb hier ook een kopie van het interview, voor alle duidelijkheid. Aansluitend bij wat de heer Rzoska heeft gezegd: we hebben ongeveer drie weken geleden de begrotingsdiscussie afgesloten, die soms grondig en heftig gevoerd werd. Een van de kerndiscussies in het begrotingsdebat was: zijn de ondoordachte besparingen in zorg, onderwijs, welzijn en openbaar vervoer vermijdbaar door de investeringsuitgaven te spreiden in de tijd, of niet? Dat is het alternatief dat we voorgesteld hebben.
De meerderheid was daar heel kort over: TINA. There Is No Alternative. Het kan niet. Maar kerst en Nieuwjaar zijn gekomen. We waren blij verrast te lezen in uw interview van 3 januari dat u blijkbaar tot een beter inzicht gekomen bent en dat u er nu zelf voor pleit om de investeringsuitgaven te spreiden in de tijd. De heer Rzoska heeft ernaar verwezen. Het is niet gewoon een discussie met betrekking tot een aantal procentjes in de begroting, maar een discussie die belangrijk is voor de mensen. Want dat betekent dat er alternatieven zijn voor de besparingen in het onderwijs, de kosten die u oplegt in de kinderopvang, de kosten voor het hoger onderwijs, voor openbaar vervoer, voor mobiliteit.
Minister-president, mijn heel concrete vraag is: bent u bereid om de investeringsuitgaven te spreiden in de tijd, te herbekijken in de begroting zoals die nu is, en staat heel uw meerderheid daarachter?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, ik ben bijzonder blij dat u de tijd hebt genomen om de interviews die ik heb gegeven, te lezen. De voorzitter fluisterde me toe dat hij dat ook heeft gedaan. Er zijn dan toch al drie mensen die dat hebben gedaan. Waarvoor dank. (Gelach)
U moet ze natuurlijk correct en juist lezen en dan zult u merken dat wat ik in het interview zeg, exact hetzelfde is als wat ik hier al de hele tijd heb gezegd, ook naar aanleiding van de Septemberverklaring, ook naar aanleiding van latere debatten.
Ik heb gezegd dat wij bij de Europese Commissie een position paper hebben ingediend waarin we twee zaken vragen. Ten eerste vragen wij een wijziging van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) waarbij het toegelaten is om op grote groeibevorderende publieke investeringen afschrijvingen toe te passen in plaats van ze in één keer te moeten boeken, met respect voor het budgettaire evenwicht. Luister naar mijn woorden in de totaliteit.
In subsidiaire orde hebben we aan de Commissie in de position paper gevraagd om – en het ligt zeer moeilijk: noordelijke versus zuidelijke staten – als dit niet kan, een nieuwe beslissing te maken. Er is een afwijkingsclausule binnen de verordening met betrekking tot het begrotingstraject, het traject naar het groei- en stabiliteitspact, die Olli Rhen verduidelijkt heeft. Ze is toepasbaar met respect voor de 3 procentnorm, met respect voor de schuldafbouw maar enkel voor die lidstaten die een negatieve economische groei hebben. Ik heb gezegd dat er op dit ogenblik gelukkig geen enkele Europese lidstaat zich in een periode van negatieve groei bevindt. Ik heb voorgesteld dat er tijdelijk, ook weer voor die duurzame investeringen, zou van worden afgeweken en dat men tijdelijk, om die investeringen te doen, de hele Eurozone zou erkennen als een zone in diepgaande neergang op dit ogenblik. Zo krijg je zuurstof om investeringen te doen. Ik heb het ook gezegd op vraag van een lid van de sp.a-fractie dat het pad in het groei- en stabiliteitspact behouden moet blijven. In de lijn naar het begrotingsevenwicht 2018 heeft men er zich toe verbonden om een evenwicht te hebben. Maar de Europese Commissie kan dus toelaten dat er ESR-matig een afwijking op komt.
Dat is wat ik gezegd heb. We wijken niet af van het nominale begrotingstekort. We hebben dat verdedigd. We hebben nog maar pas in dit parlement – weliswaar meerderheid tegen minderheid – een begroting goedgekeurd met een nominaal begrotingsevenwicht. Maar als het zou kunnen, zouden we een aanpassing willen van de regels van consolidatie en begrotingsevenwicht. We hebben een kapstok, want Juncker is voorzitter van de Europese Commissie geworden en heeft gezegd dat hij zal zoeken naar een nieuw evenwicht tussen de consolidatieregels en de nood aan grote publieke investeringen. Ik hoop dat velen de mening van de regering delen dat er publieke investeringen zouden moeten komen.
Dus niets nieuws. Dit is het discours dat wij gehouden hebben. De begroting 2015 die we nog maar pas hebben goedgekeurd en hebben ingediend met een nominaal evenwicht, gaan we nu niet veranderen.
Minister-president, met alle respect – en ik probeer altijd intellectueel eerlijk te zijn –, maar u houdt nu toch een licht ander discours dan bij de begrotingsbespreking enkele weken geleden. U hebt toen nooit over een tijdelijke afwijking – in het interview spreekt u over een tijdelijk uitstel – gesproken.
U bent dus wel degelijk aan het onderzoeken of u geen afspraak met Europa kunt maken. Minister-president, op dat vlak begrijp ik het niet goed. Ik begrijp het echt niet goed. Ook de vorige regering heeft hier jarenlang het parlement een rad voor de ogen gedraaid door te zeggen dat men met Europa ging onderhandelen. U weet net zo goed als ik dat het Rekenhof heeft vastgesteld dat wij zowat de enige lidstaat zijn die eigenlijk de pps-projecten buiten de begroting heeft proberen op te bouwen. Ze zitten allemaal terug in de consolidatieperimeter. Het is dus van twee zaken één.
Het is zeer duidelijk als u zelf het voorbeeld van de Oosterweel geeft. U hebt het in het interview over 0,2 procent van het bbp die we tijdelijk in de begroting gaan opnemen. In uw berekening betekent dat 600 miljoen euro per jaar, in de mijne is dat 800 miljoen euro. U geeft zelf aan Eurostat aan dat het 4,8 miljard euro gaat kosten. Ik heb de documenten intussen gezien. U gaat dus 800 miljoen euro per jaar laten inkantelen in de begroting volgens de huidige Europese regels die toch niet gaan veranderen, want dat hebben vorige regeringen ook al geprobeerd. Van twee dingen één dus. Ofwel zegt u nominaal evenwicht, ofwel volgt u wat wij ook al een heel lange tijd zeggen: u kunt het uitstellen, u kunt het evenwicht wel degelijk halen in 2018 om broodnodige investeringen te doen. Maar wat u nu doet, is zwalpen tussen twee systemen.
Minister-president, ik moet de heer Rzoska een beetje gelijk geven. Ik weet niet of u een bocht aan het voorbereiden bent of niet, maar ik versta het verschil niet tussen duurzame investeringen die u nu ineens opgenomen hebt in de begroting 2015 – 450 of 470 miljoen euro en dan volgend jaar nog eens 450 miljoen euro – en andere duurzame investeringen die u eventueel in gedachten zou hebben. We hebben een voorstel gedaan om die te spreiden binnen deze legislatuur om de schuld niet te laten oplopen.
Het zal bij de vervroegde begrotingscontrole wel terugkomen, u gelooft toch zelf niet meer dat u nog een nominaal evenwicht hebt van de begroting 2015. Die discussie hebben we al gehad. In de begroting zitten een aantal cijfers die al lang, lang achterhaald zijn.
Er is geen enkele wijziging in het discours. Ik zou de verslagen van de vorige zittingen weer moeten bovenhalen. Ik ben het niet helemaal zeker, maar ik denk dat wat ik hier in subsidiaire orde geschetst heb, ook geschetst heb na een opmerking van de fractieleider van sp.a, in het pad naar beneden, naar het evenwicht in 2018. Dat is een bestaande investeringsclausule in een Europese verordening die is uitgelegd door Olli Rehn. Daar komen alleen lidstaten voor in aanmerking met een negatieve groei. Daarvan heb ik gezegd: het zal toch nu in deze periode waarin iedereen om publieke investeringen vraagt, veranderd moeten kunnen worden.
Er was vanmiddag een ontmoeting op het koninklijk paleis met Donald Tusk. De Federale Regering was daar en de andere deelstaten. We hebben onze gemeenschappelijke zorg nog eens geuit, dat er mogelijkheden en ruimte moeten zijn voor publieke investeringen, nog eens, met respect voor het evenwicht. Daar is helemaal niets nieuws aan. U neemt uw wensen voor werkelijkheid.
Ik ben trouwens benieuwd hoe de EU het plan-Juncker zal implementeren. Dat is nu goedgekeurd. Dat gaat over 21 miljard euro. Die zou gewaarborgd worden door de Europese Investeringsbank waar tegenover een ‘leverage’ zou staan van 315 miljard euro investeringen. Men kan hopen dat dit allemaal privé-investeringen worden. In de mate dat dat publieke investeringen zijn, gaat het over grote bedragen en zal men opnieuw botsen op diezelfde aanrekeningswijze van het ESR.
Ik heb het ook gezegd aan Donald Tusk, met evenwicht, met respect voor de 3 procentnorm, zou men op deze investeringen een afschrijving moeten kunnen toepassen. Subsidiair hebben we gezegd, bestaat die clausule, maar kan ze niet worden toegepast omdat het alleen kan voor die landen met een negatieve groei. Dat zou een boost voor de economie betekenen en tegelijk maatschappelijke noden invullen. In dat traject naar beneden, naar de 0 procent, zou men moeten kunnen toelaten dat er ESR-matig een afwijking op is. Ondertussen hebben we een begrotingsopmaak met een nominaal evenwicht ingediend. Ze is ook goedgekeurd. Daar wijken wij niet van af.
Minister-president, ik vind dat u zeer veel mist aan het spuien bent. U danst op twee benen, dat vond ik al tijdens het interview, en die benen kunnen absoluut niet met elkaar dansen en slaan in de knoop.
Het is het een of het ander, ofwel is de begrotingsorthodoxie voor u het ultieme, ofwel gaat u nog tijdelijk – en dat is ook wat wij in ons alternatief hebben voorgesteld – in het rood met de bedoeling om in 2018 naar een structureel evenwicht te werken en op die manier zuurstof te blazen in de investeringen en noden in Vlaanderen.
Het was waarschijnlijk ijdele hoop van mij dat de kerstdagen u tot enig inzicht zouden brengen, maar ik hoor toch in uw discours een heel andere tonaliteit dan wanneer u de alternatieven hebt afgebrand. U hebt ze heilloos genoemd en nu begint u zelf te pleiten voor een tijdelijke afwijking. Het is wat mij betreft duidelijk: uw regering danst op twee benen en ze slaan ongelooflijk in de knoop.
Het blijft me onduidelijk waarom duurzame investeringen A anders zouden moeten worden behandeld dan duurzame investeringen B. U had dus een mogelijkheid nu al met de opname van de investeringen van het verleden in de begroting een overschot of marge te creëren zodat u de factuur niet had moeten doorsturen naar de Vlaamse gezinnen.
U hebt dat bewust niet gedaan. U hebt nu blijkbaar willen proberen een opening te creëren die u vandaag opnieuw een beetje sluit. Dat geeft mij de indruk dat u wel een opening creëert in de kranten maar nog niet in dit parlement. En dat is vervelend voor dit parlement. (Applaus bij sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.