Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014. Tweede aanpassing
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2014. Tweede aanpassing
Ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015
Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015
Verslag
Stemverklaringen
Dames en heren, zijn er, voordat we tot de stemmingen overgaan, fractieleiders die een stemverklaring wensen af te leggen?
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, we hebben een debat gehad met een zeer lange inleiding als verslaggeving, dus waarom geen zeer lange uitleiding met de stemverklaringen? Wees gerust, collega’s, ik ga het kort houden.
Het is moeilijk om origineel te blijven, maar ik waag mij aan wat beeldspraak. Ik dacht eerst aan ironie, maar de heer Vandaele heeft mij dat afgeraden. (Gelach)
Het is daarjuist al gezegd door de minister-president: ik denk dat we een zeer goed debat gehad hebben. Ik dank u daar ook voor, collega’s, zowel oppositie als meerderheid.
Vlaanderen heeft een obesitasprobleem, collega’s. U hoeft daar niet meteen voor rond te kijken in de zaal, want ik heb het natuurlijk over de overheid.
Als meerderheid willen wij met die overheid een marathon lopen. Wij willen uitdrukkelijk een langetermijnbeleid voeren, geen kort sprintje trekken, maar effectief op lange termijn een beleid uitzetten. Wij willen een duidelijke richting aangeven voor de toekomst. Wij hebben dat in het regeerakkoord gedaan en deze begroting is een vertaling van die visie die vervat zit in het regeerakkoord.
Tijdens het debat heeft iedereen voldoende bevestigd – en iedereen was het daarover eens – dat we niet weten hoe dat parcours zal lopen. Wij weten niet hoe het parcours er uitziet. Zullen we bergop gaan? Zullen we bergaf gaan? Gaan we vaste ondergrond hebben of gaan we door los zand lopen? Dat weten we niet. Het enige wat we wel weten, is dat als we de marathon willen uitlopen, we zullen moeten trainen. Mijnheer De Clercq, in het Gents: we gaan scherp moeten staan. We gaan als overheid scherp moeten staan om die marathon te kunnen lopen. Elke sportman weet – en voor alle duidelijkheid: ik heb het van horen zeggen – dat trainen offers vraagt. Je moet dingen laten om in conditie te geraken. Misschien moet je stoppen met roken of niet te veel frieten eten. We gaan ons zaken moeten ontzeggen om onze conditie op scherp te stellen.
Het klopt ook, collega’s van de oppositie, dat je niet mag overdrijven met dat rennen. U al te veel zaken ontzeggen, vreet aan het lichaam en vreet aan uw motivatie. Collega’s, deze begroting vertaalt dat langetermijnbeleid in cijfers. We maken Vlaanderen klaar voor elk parcours dat er ook zal komen. We vragen offers maar onmiddellijk voegen we de juiste sociale correcties toe om niet te ver te gaan, om billijk te zijn, om redelijk te zijn.
Er is één ding wat we met zekerheid geleerd hebben: er is een verschil tussen de meerderheid en de voorstellen van de oppositie, de min of meer verdienstelijke voorstellen van de oppositie of op zich toch verdienstelijk om een alternatief aan te bieden. We weten niet wat er komt, maar we weten wel dat Vlaanderen beter voorbereid zal zijn met de begroting van de meerderheid dan met de alternatieven van de oppositie. Wij gaan niet aan schuldopbouw doen. We hebben gemerkt dat er eigenlijk niet zoveel verschil is in de amendementen van de oppositie – het gaat maar om 217 miljoen euro. Maar wij gaan dat dus niet doen. Wij gaan geen schuldopbouw doen, wij gaan zorgen dat we scherp staan. Want wat er ook komt, Vlaanderen krijgt daarmee opnieuw een perspectief. Wij geven opnieuw uitzicht op groei. Wij geven opnieuw uitzicht op investeren. Daarom gaan wij als overheid voor onze conditie zorgen. Wij hebben ambitie, ook in moeilijke tijden, om te blijven investeren, om onze conditie op peil te krijgen om met het oog op de toekomst opnieuw te investeren.
Wij vragen dan ook aan de regering om eendrachtig te volharden in de keuzes die u in deze begroting hebt gemaakt. Als N-VA-fractie zullen wij de begroting dan ook met veel plezier steunen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik begin met te zeggen dat we deze begroting niet zullen goedkeuren.
Na twee dagen debat is het niet zo dat we minnetjes kunnen doen over wat er hier voorligt. Het was een goed debat, dat wordt vaak herhaald en dat is ook zo. Het was bij momenten ook een hard debat.
Ik haal eerst twee elementen aan die niet de reden zijn van ons stemgedrag. We zijn het ermee eens dat de schulden in Vlaanderen niet hoger mogen zijn dan wat de regering zelf zegt. We zijn het ook eens met de hele discussie van meer efficiënt te kunnen werken en de planlast te verminderen voor burgers, bedrijven en lokale besturen. We hebben dat duidelijk gezegd en dat is niet de reden van onze tegenstem.
Maar er is een derde en een vierde punt dat de minister-president ook heeft aangehaald en waar we het fundamenteel mee oneens zijn. Het derde punt is dat dit geen begroting in evenwicht is. Het vierde punt is dat dit geen evenwichtige begroting is.
Waar het om gaat, is dat prijsstijgingen neerkomen op gezinnen en ook op zelfstandigen en kmo’s die een omgekeerde herverdeling teweegbrengen die we zelden hebben gezien. De implicatie van de beslissingen die hier voorliggen, is dat de economie vertraagt en het vertrouwen wegkwijnt.
U mag honderd keer herhalen dat het de bedoeling is om op lange termijn te investeren. De waarheid stond in de brief van de minister-president over het besparingspad Welzijn: we gaan structureel besparen en we gaan proberen te investeren. Dat wordt voorgelegd. De bevolking, de gezinnen en de bedrijven weten heel goed wat dat betekent. We vinden het niet rechtvaardig.
U neemt een recept aan dat eerder is geprobeerd. Aan het begin van het debat hebben we verwezen naar de echte Zweden, die een vijftal jaar geleden hetzelfde deden met dezelfde boodschap. In hun onderwijsbeleid hebben ze zo gezorgd voor de grootste achteruitgang in de resultaten ooit. Een rechtse regering met rechtse recepten.
We zien hetzelfde in Nederland, waar ze na de bankencrisis hebben aangekondigd dat ze hard en snel moesten snijden, hoewel het pijnlijk is. De gevolgen zijn dat de schulden daar meer zijn gestegen. De consumptie is achteruitgegaan. Nu is er een zware discussie in de regering, omdat de kwaliteit van de zorg bedroevend is. De recepten die hier voorliggen, zijn al geprobeerd.
Er is één ding dat de regering bindt: een boekhouder zijn, een evenwicht brengen. Dat is het. Dat is de enige reden waarom de regering soms durft toe te geven dat het pijnlijk is. We hebben hier een paar keer gehoord, als de oppositie zegt dat mensen ongerust zijn – Zorgnet, de Gezinsbond of de studenten –, dat de oppositie overdrijft. Een paar keer hebben we van de meerderheid gehoord dat ze eerlijk toegeven dat het om pijnlijke dingen gaat.
Als u geen goed waarom hebt, als u geen goede reden aan de bevolking kunt geven om pijnlijke dingen te doen, hebt u een probleem. De enige reden is dat het een begroting in evenwicht is. Daarom moet het pijnlijk zijn. Maar als de begroting dan niet in evenwicht is, zijn uw motivaties om dit te doen zeer pijnlijk. Het gaat niet over een breed verhaal, het gaat over wat er concreet bij de mensen en in de economie gaat gebeuren.
Zo’n belangenconflict is niet om te lachen. Iemand van de N-VA zei gisteren: “Is dat nu een reden om een belangenconflict in te roepen?” (Opmerkingen)
Moet ik namen geven? Hij zit daar achteraan. Het staat in het verslag, u kunt het nalezen. De reden voor het belangenconflict en de vele amendementen die we hebben ingediend, is dat er een pak maatregelen in zitten… (Opmerkingen)
Als u het zelf niet meer weet, het is de heer Gryffroy. Het is niet erg dat u niet alles van ’s avonds weet. (Gelach)
De meeste amendementen en het belangenconflict liggen er omdat er maatregelen worden genomen, in de universiteiten, rusthuizen en lokale besturen, die de prijzen omhoog gaan drijven. Wie denkt u dat die vennootschapsbelasting uiteindelijk gaat betalen op de bouw van een zwembad of een crematorium? De mensen die in die gemeente wonen. Wie gaat het slachtoffer zijn van een leuke aankondiging dat de kinderopvang enkel duurder wordt voor de laagste inkomens? Wat gaat er gebeuren als dezelfde gezinnen, met de laagste inkomens, een opslag krijgen in de zorgpremie die meer is dan de rest? Het gaat om de effecten bij de mensen.
Wij stemmen tegen, omdat we een ongeziene omgekeerde herverdeling in Vlaanderen onrechtvaardig en onevenwichtig vinden. Alle grote verhalen ten spijt, we weten al dat u de economie aan het vertragen bent. U brengt heel wat gezinnen in moeilijkheden. Daarom stemmen we met overtuiging tegen. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Als CD&V-fractie gaan wij overtuigd ja stemmen voor deze begroting, niet enkel omdat wij na twee dagen intensief debat geen enkel geloofwaardig alternatief hebben gehoord. De heer Crombez brandt op vijf minuten de begroting plat. Daarop wil ik duidelijk zeggen: 83 procent van de besparingen wordt door de linkse oppositie goedgekeurd. De toon die men nu aanslaat, alsof dit het ergste is dat Vlaanderen kan overkomen, is schromelijk overdreven.
We steunen deze begroting dus voluit, niet alleen omdat we geen geloofwaardig coherent alternatief hebben gehoord, maar vooral omdat het een begroting is die op termijn perspectief geeft aan de Vlaming. Niet krampachtig vasthouden aan het hebben van de dag van vandaag, maar voluntaristisch, optimistisch en positief naar de toekomst kijken. De heer Somers zal het straks over goesting hebben. We geloven in de kracht van de Vlaming om die toekomst waar te maken.
We steunen deze begroting omdat we ook geloven dat er structurele hervormingen nodig zijn: niet hervormen om te hervormen, maar om Vlaanderen beter te maken, dat echter wel in overleg met het middenveld, in overleg met de sociale partners, in overleg met zoveel bondgenoten van het midden.
We geloven in deze begroting omdat we ook geloven in solidariteit, niet alleen tussen de mensen van vandaag, maar vooral ook met de toekomstige generaties, met onze kinderen en met onze kleinkinderen. We geloven in deze begroting omdat we er ook sterk van overtuigd zijn dat de overheid kwalitatieve dienstverlening moet geven, vertrouwenwekkende maatregelen moet nemen en vertrouwen moet geven aan de partners van het middenveld en heel de Vlaamse samenleving. Vandaar, een positieve kijk op de toekomst, een positieve stem voor deze begroting. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister-president, ik was en ben het op één punt echt wel met u eens: we hebben in deze twee dagen een zeer goed debat gehad. Ik meen dat we gisterennamiddag echt wel een debat au fond hebben gevoerd. Namens mijn fractie wil ik daar alle collega’s kamerbreed voor bedanken. Ik meen immers dat het debat van gisteren echt een debat was over de kern, waarbij iedereen tot in detail zijn plannen op tafel heeft kunnen leggen. Dat lijkt me alleen maar een versterking van dit parlement.
Men zal ook wel begrijpen dat ik bijvoorbeeld de heer Van den Heuvel absoluut niet volg als het gaat over het volgende. Ik meen dat ook de oppositie wel degelijk het debat een niveau verder heeft gebracht. Collega’s, ik wil u eraan herinneren dat de opmerking tijdens de Septemberverklaring dat er geen alternatief is, eigenlijk weg is. Nu en gisteren hebben we een debat gevoerd over alternatieven. Voor de democratie lijkt dat me een stap vooruit.
Mijnheer Van den Heuvel, ik ben het inhoudelijk niet met u eens als u zegt dat er geen geloofwaardig alternatief op tafel ligt. Ik denk dat er wel degelijk een geloofwaardig alternatief op tafel ligt, en ik wil absoluut niet meegaan in de desinformatie die u daarover organiseert. We hebben een alternatief op tafel gelegd waarbij er wel degelijk sprake is van een meerjarenpad tot op het einde van de legislatuur. Ook wij doen niet aan schuldopbouw. Ook wij zorgen structureel voor een evenwicht in 2018, dus ook wij schuiven geen facturen door naar toekomstige generaties. Wat we echter wel doen, is via slimme besparingen proberen om extra investeringen mogelijk te maken en niet te desinvesteren in noden die er vandaag zijn, zowel sociaal als op het vlak van de ecologische uitdagingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd en die we moeten oplossen om ervoor te zorgen dat we in 2019 naar een warmere, duurzamere en groenere samenleving kunnen.
Inderdaad, collega’s, wij leggen daarvoor zeer overtuigd en met zeer veel geloof een zachter besparingspad op tafel. Ons voorstel bevat immers wel degelijk voor 45 procent aan besparingen, en er wordt inderdaad gezocht naar een aantal nieuwe, rechtvaardige inkomsten om dat model te doen werken.
Belastingen, collega’s van de meerderheid, zijn er niet enkel in functie van de overheid. Belastingen worden wel degelijk ingezet om in de maatschappij, de samenleving, projecten op touw te kunnen zetten waar dienstverlening achter zit die mensen dag in, dag uit nodig hebben.
Daarmee wil ik deze stemverklaring afsluiten. Ik denk dat Groen wel degelijk een geloofwaardig alternatief op tafel heeft gelegd, dat er een perspectief geboden is richting een sociaal en duurzaam Vlaanderen, en het zal u dan ook niet verwonderen dat wij vol overtuiging tegen uw voorstel zullen stemmen. Uw voorstel stelt een aantal dingen wel degelijk uit. U schuift vandaag facturen door naar heel wat mensen in Vlaanderen en andere facturen stelt u uit naar toekomstige generaties, en dat is wat ons betreft niet de weg waarop dit Vlaanderen moet lopen. (Applaus bij Groen en van mevrouw Ingrid Lieten)
De heer Somers heeft het woord.
Collega’s, u zult begrijpen dat ik in tegenstelling tot de heer Diependaele om persoonlijke redenen niet met sportieve beelden zal werken. Ik dank de heer Van den Heuvel ook voor de warme vermelding. Ik sluit mij aan bij alle vorige sprekers, die zeiden dat we een heel goed debat hebben gehad. We hebben heel veel geleerd. Ik wil de oppositiepartijen gelukwensen met de moed die ze hadden om een alternatief te proberen formuleren ten aanzien van het beleid. We hebben daarover open kunnen discussiëren.
Ik ben mijn toespraak bij het begin van onze besprekingen begonnen met te zeggen dat er verschillende alternatieven zijn. Dat is ook gebleken, maar het is ook duidelijk dat het alternatief van de regering het beste is.
Als ik naar het sp.a-alternatief kijk, stel ik vast dat het voor 82 procent de besparingen van de regering volgt, en dat het de overige 18 procent voor zich uitschuift, schulden maakt en de toekomst hypothekeert. Daar willen wij niet aan meedoen.
Het alternatief van Groen is ook duidelijk. Het alternatief van Groen bestaat er niet in om schulden te maken, maar wel om het gat te dichten met een pak extra belastingen. Maar dat zijn belastingen die de middenklasse zullen treffen, en dat willen wij ook niet.
Collega’s, in tijden van budgettaire schaarste, wanneer de wind op kop staat, heb je maar twee keuzes. Ofwel klamp je je vast aan het verleden, zet je in op het status-quo, cultiveer je de angst voor de verandering. Met als enig gevolg: meer schulden, geen perspectief, de toekomst opofferen aan het verleden. Ofwel kies je voor hervormingen en creëer je budgettaire ruimte om daarmee nieuwe uitdagingen aan te pakken, de welvaart te herstellen en de toekomst van de volgende generaties veilig te stellen. Dat is wat deze regering met deze begroting doet: in plaats van belastingen te verhogen, bespaart ze op haar instellingen en structuren; zij hervormt het openbaar vervoer van aanbod- naar vraaggestuurd; in de welzijnssector zal ze niet langer instellingen maar veel meer mensen subsidiëren; er wordt veel meer ruimte gegeven aan initiatief van mensen en ondernemingen, in de culturele sector, in de zorgsector, in onze economie.
Mensen gaan meer kansen krijgen, er wordt ingezet op empowerment en emancipatie, maar we laten niemand achter, we sluiten niemand uit en we laten niemand in de steek. Dit is een beleid dat niet betuttelt maar vertrouwen heeft in lokale besturen en in de kracht van de mensen. Dat is een bestuur waar wij, liberalen van Open Vld, voor tekenen. Wij geven dan ook zeer graag het vertrouwen aan deze begroting. (Applaus van de meerderheid)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, u hebt tijdens het debat op heel veel elementen uitgebreid geantwoord, maar u hebt geen reactie gegeven, en u doet dat al een hele legislatuur lang niet, op de kritiek op de communautaire stilstand die u in Vlaanderen hebt ingevoerd, de communautaire lethargie die u in Vlaanderen hebt geïnstalleerd. Als u wat dat betreft niet wilt antwoorden op de vragen van mij of van mijn fractie, dan wilt u misschien wel antwoorden op vragen dienaangaande van iemand die u kent en die u ook waardeert, namelijk professor Bart Maddens.
Hij stelt die vragen in een artikel dat gisteren op de website doorbraak.be werd gepubliceerd, toen wij hier in volle bespreking waren over de begroting en dus ook over de visie over waar u met Vlaanderen naartoe wilt. Bart Maddens vraagt zich af of u een masterplan hebt om via de regeringsdeelname het confederalisme te realiseren, en of voor uw partij de economische doelstellingen zijn gaan primeren op de communautaire. Hij vraagt zich af – en het zijn zijn woorden, niet de mijne – of er misschien een gewone, elementaire machtsreflex meespeelt: is het in de wacht slepen van zoveel mogelijk ministerportefeuilles een doel op zich geworden voor de N-VA?
Dat zijn de vragen die professor Maddens zich stelt en die ik alleen maar kan ondersteunen. U laat die vragen onbeantwoord. Ik ben er nochtans van overtuigd dat een groot deel van uw kiezers daar graag een antwoord op wil hebben. Ik permitteer me om te zeggen dat ik wat dat betreft goed ben geplaatst omdat naar verluidt een aantal van uw huidige kiezers voormalige kiezers waren van mijn partij. Minister-president, dat is een omslag die u duidelijk niet maakt, namelijk de voor Vlaanderen zo noodzakelijke institutionele omslag. Ik begrijp dat dit voor u en uw partij een ongemakkelijke waarheid is maar wij zullen toch op die nagel blijven kloppen en toch die vragen blijven stellen tot u daar een antwoord op geeft. Zolang dat niet het geval is, zie ik geen enkele reden om de stemverklaring die ik in mijn uiteenzetting al heb gegeven, nog te wijzigen. Wij kunnen niet anders, u dwingt ons ertoe om tegen deze begroting te stemmen. (Applaus bij het Vlaams Belang)