Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister-president, de invoering van de nieuwe begrotingsregels door Europa heeft ervoor gezorgd dat de overheidsperimeter en de pps-projecten (publiek-private samenwerking) die bij ons zijn opgenomen in het regeerakkoord, wat nare gevolgen hebben. De dossiers die zijn opgenomen, zijn hier al vaak aan bod gekomen. Het gaat onder andere om Oosterweel en de scholenbouw onder Scholen van Morgen.
U had tijdens een van de vorige plenaire vergaderingen al aangegeven dat u dringend werk zou maken van het opstarten van besprekingen met Europa daarover. Ik had begrepen dat u vorige week donderdag met mevrouw Thyssen, eurocommissaris voor Werk, een afspraak had daarover.
Intussen hebben we ook kunnen zien dat de Vlaamse Regering een pamflet heeft geschreven, een ‘position paper’, omtrent de hele problematiek en dat er een aantal suggesties en denkpistes worden aangereikt. Minister-president, mogen wij, als Vlaamse Parlementsleden, delen in de informatie van het gesprek van vorige week donderdag met de eurocommissaris?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Van Miert, het standpunt van de Vlaamse Regering is dat wij enerzijds een begrotingsevenwicht en budgettaire orthodoxie willen, maar anderzijds ook zo veel mogelijk willen investeren. Wij botsen daarbij op het Europese rekeningenstelsel.
Onze vraag is dubbel. Wij vragen dat wij voor publieke investeringen zouden mogen afschrijven, zoals de privésector dat doet. Nu moeten wij boekhoudkundig bedragen boeken die we niet uitgeven op het moment dat de werken opgeleverd worden. Wij vragen om te werk te kunnen gaan zoals particulieren die een huis bouwen of kopen, daarvoor lenen en elk jaar een bedrag opnemen in hun budget. Dat is een fundamentele wijziging van die regel.
In afwachting daarvan vragen wij dat de Europese regels zouden toelaten dat er een afwijking mogelijk is van het aanpassingstraject voor de middellangetermijndoelstellingen. Dat is mogelijk met de verordening van 21 mei 2013. De Europese Commissie heeft gezegd dat dat kan voor landen met negatieve economische groei. Wij vragen dat die afwijking zou kunnen voor de hele eurozone, als verkerend in tijden van ernstige economische moeilijkheden op dit ogenblik. De groeiprognoses zijn, zoals u weet, laag.
Ik heb dat tijdens het kennismakingsbezoek bij mevrouw Marianne Thyssen ook aangekaart. Zij vroeg me om dat aan de voorzitter van de commissie, de heer Juncker, te bezorgen. Ik heb dat ook gedaan. We kaarten dat natuurlijk ook intra-Belgisch aan, met het oog op een standpuntbepaling bij Ecofin en de Europese Raad van december, want die zal daarover gaan. Ik kom van de Europese Raad die vanochtend plaatsvond. De vraag naar publieke investeringen leeft in heel veel lidstaten.
Minister-president, ik dank u voor het antwoord. Ik heb begrepen dat we nog maar aan het begin staan van de discussie en het overleg. Dat voelt bij mij, als nieuweling, toch wat zurig aan. Deze Vlaamse Regering – en ook de vorige – is toch altijd inzake boekhouding en begrotingen een goede leerling geweest. U zei het zelf: de groei is eerder klein, en zal de komende jaren ook stagneren. Als we dan moeten vaststellen dat we de broodnodige investeringen niet kunnen doen, dan voelt dat zuur aan.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, dit is een belangrijk thema, want het leidmotief van deze Vlaamse Regering is toch te kunnen blijven investeren in de toekomst van Vlaanderen. Vlaanderen wil investeren in grote infrastructuurwerken en toch de financiën op orde houden. We staan daar 100 procent achter. Het zal wel niet eenvoudig zijn om vanuit Vlaanderen de Europese boekhoudkundige regels te veranderen. Op dat punt moeten we op zoek gaan naar steun. Minister-president, hebt u dat bij uw collega van Noordrijn-Westfalen aangekaart?
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, ik wil een bijkomende vraag stellen, en zal straks, bij motie van orde, nog andere vragen stellen. Mijn vraag is vrij eenvoudig. U hebt in de Septemberverklaring gesteld dat inzake de pps-constructies de gewijzigde houding van Eurostat over gefinancierde initiatieven zoals Scholen van Morgen, het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA), de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de Liefkenshoektunnel ervoor zorgt dat het bedrag van 446 miljoen euro in de begroting staat. Blijft u bij die uitspraak?
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, ik heb dezelfde vraag, want dat is voor de begrotingsbesprekingen erg belangrijk. Men heeft ervoor gekozen om de zaken zo aan te pakken, gegeven de regels. Maar ook u stelt dat er een breed draagvlak is om de zaak op middellange termijn te verwerken. Als dat zou gebeuren, ziet de begroting er plots heel anders uit, zeker ook wat betreft de investeringen. Ik stel vast dat het ook gaat over investeringen inzake hernieuwbare energie en het vermijden van energiegebruik – al zat dat niet in uw opsomming. Ik heb ook nog een tweede vraag. In de media stonden lijstjes. Zijn die volledig? Vooral inzake energiebesparingen en alternatieve energie wil ik graag weten of er nog andere projecten in overweging worden genomen.
Mijnheer Van den Heuvel, ik heb de zaak in Noordrijn-Westfalen bij minister-president Hannelore Kraft aangekaart. Ik heb onze position paper vooraf bezorgd, maar men had die nog niet bestudeerd. Men verwacht wel dat de bondsstaat pas vanaf 2020 de nulgroeinorm voor schuld zal opleggen aan de Länder. De situatie verschilt er van de onze. Niettemin zijn ook zij geconfronteerd met heel grote uitdagingen op het vlak van investeringen. Men zal de zaak grondig onderzoeken. Ook in contacten met ambassadeurs en andere buitenlanders die ertoe doen, heb ik de zaak al besproken.
Mijnheer Rzoska, het klopt dat het om een work in progress gaat. Ik kan niet een gedetailleerd antwoord geven, want ik heb niet alles gememoriseerd wat Eurostat inzake Scholen van Morgen en het VIPA en dergelijke heeft bepaald. Daarover is destijds met de bevoegde ministers gecorrespondeerd. Ik weet met grote zekerheid dat Eurostat in 2010 stelde dat de investeringen voor de Liefkenshoektunnel buiten de begroting mochten worden geplaatst. In 2014 meldde Eurostat per brief dat met toepassing van het Europees Systeem van Rekeningen ESR 2010 de uitgaven in de begroting moeten worden opgenomen.
Er is daar zeer zeker een veranderde positie. Tegen de Scholen van Morgen, VIPA en pps-projecten keek Eurostat met een andere bril aan. Het precieze verloop van die aangelegenheid kan ik niet zomaar op de banken weergeven zonder de stukken bij mij te hebben.
Mijnheer Crombez, wat u aankaart, is nog iets anders. Dat gaat over het programma-Juncker dat hij heeft geïnitieerd nog voor hij was geïnstalleerd. Ik ben het met u eens dat het allemaal spoort. Hij heeft gezegd dat we tot 300 miljard euro bijkomende publieke investeringen moeten komen. De modaliteiten en de financiering daarvan zijn niet gekend. Er is trouwens nog discussie en terughoudendheid binnen een aantal lidstaten. Er is op ambtelijk niveau gevraagd om een aantal dossiers te bezorgen. Het criterium is dat ze ‘bankable’ en klaar moeten zijn voor financiering. Onze administratie heeft dat gedaan zonder dat daar een politieke selectie in is gebeurd. Dat wordt later op Europees niveau besproken met – denk ik – zeer grote snelheid. De raad in december zal daar immers over gaan. Het is een beetje blind varen omdat we niet weten of het zal worden goedgekeurd, voor welk bedrag en wat de modaliteiten zijn. Momenteel is er op ambtelijk niveau een vordering gebeurd van wat ‘bankable’ dossiers zijn zonder dat we weet hebben van enig ander criterium.
Minister-president, we hebben er alle vertrouwen in dat u en uw ploeg verder zullen aandringen op een snelle beslissing van Europa in deze aangelegenheid zodat Vlaanderen met deze projecten verder kan gaan. Het is voor iedereen duidelijk dat deze projecten nodig zijn en dat ze bovendien een economische dynamiek kunnen en zullen meebrengen. Dat kan Vlaanderen erg goed gebruiken.
De actuele vraag is afgehandeld.