Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, op 15 mei jongstleden is op 73-jarige leeftijd minister van staat en gewezen premier van België Jean-Luc Dehaene overleden. Hij was lid van de Vlaamse Raad van 1988 tot 1995, voor de CVP-fractie.
Jean-Luc Dehaene was een politiek monument. Tactisch, pragmatisch en wars van elk decorum domineerde hij grotendeels de Belgische politiek. Hij was een belangrijke hervormer, en hier, in dit parlement, zullen we hem vooral herinneren als de grondlegger van onze federale staat.
Jean-Luc Dehaene groeide op in Brugge, in een katholieke familie. Hij was de zoon van een neuropsychiater. Zijn sociaal engagement en zijn talent om anderen te doorgronden, kreeg hij wellicht van hem mee.
Hij studeerde rechten en economie en was verbondscommissaris van de katholieke scouts. Zijn professionele loopbaan begon hij in 1965 op de studiedienst van het ACW, en van 1967 tot 1971 maakte hij deel uit van het zogenaamde ‘wonderbureau van de CVP-jongeren’. Het was zijn politieke leerschool.
Nadien was hij verbonden aan verschillende ministeriële kabinetten, onder meer als kabinetschef van Wilfried Martens. Gestuwd door zijn overredingskracht en vanuit een vooral praktijkgerichte benadering van goed bestuur, raakte hij overtuigd van het federalisme. Hij speelde een cruciale rol in de voorbereiding van de gewestvorming.
Van 1981 tot 1988 zat hij in de regering als minister van Sociale Zaken en was hij ook minister van Institutionele Hervormingen, regering waar ik ook lid van was. In 1988 nam hij er Verkeerswezen bij, departement waar hij mij na acht jaar opvolgde.
Zijn reputatie om politieke impasses te doorbreken en schijnbaar onmogelijke compromissen te sluiten, had hij intussen gevestigd. In 1988 en in iets meer dan 100 dagen tijd, realiseerde hij waarin anderen niet slaagden: een akkoord over de derde staatshervorming.
Na de memorabele verkiezingen van 24 november 1991 trad hij zelf aan als eerste minister. Het was onder zijn leiding dat België de eurozone vervoegde en het land zich een federale staat kon noemen. Met het Sint-Michielsakkoord zette hij het dak op de federale staatsstructuur en kreeg Vlaanderen zijn eigen, rechtstreeks verkozen parlement, dit parlement.
De dioxinecrisis van 1999 betekende het einde van zijn premierschap maar maakte hem niet nostalgisch. Trouw aan zichzelf en zonder achteromkijken verliet hij het federale voorplan. Hij was nog even senator, kreeg verschillende belangrijke bestuursmandaten aangeboden en ging voluit voor het lokaal en Europees niveau. Van 2001 tot 2007 was hij burgemeester van Vilvoorde en sinds 2004 zetelde hij in het Europees Parlement. Het ondervoorzitterschap van de Europese Conventie, die een ontwerp van grondwet voor Europa uitschreef, was maar een van zijn vele, belangrijke opdrachten. Europa was voor hem de toekomst.
Dames en heren, als een van onze grote politici stond Jean-Luc Dehaene een leven lang in dienst van de maatschappij. Met zijn engagement bepaalde hij een cruciale periode in de geschiedenis van België en dit parlement. Moge ons respect voor zijn persoon en verdiensten tot steun zijn voor zijn vrouw, kinderen en nabestaanden.
Ik vraag eenieder een moment van stilte in acht te nemen.
– De verkozenen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.