Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister, we hebben enkele dagen geleden geleerd dat de uitrol van de slimme energiemeters zou worden stopgezet, op basis van een kosten-batenanalyse. De energiemeters zouden onvoldoende rendement hebben. Het is een gigantische investering: het kost heel veel geld om alle meters in elk huis in Vlaanderen te vervangen. En het rendement daarvan zou te klein zijn. Die afweging heeft uw collega gemaakt.
Maar de slimme energiemeter was natuurlijk ook een cruciaal onderdeel van het smart grid, waarover we het verschillende keren hebben gehad in de commissie Innovatie. Dat smart grid zorgt ervoor dat we onze energietoevoer op een verstandige manier kunnen regelen.
Terwijl er in het verleden altijd eenrichtingsverkeer was van de producent naar de consument, is het nu zo dat elk huis een beetje mee producent wordt, en dat geeft tweerichtingsverkeer. Daarvoor hebben we zo’n slim netwerk nodig. Als we op een verstandige manier omgaan met de capaciteit van dat net, kunnen we eventueel ook energie opslaan bij de mensen thuis. De natuurelementen die zorgen voor groene stroom, zijn zeer moeilijk te voorspellen. Dat kunnen we uitvlakken door die opslagcapaciteit te vergroten.
Minister, u bent in het kader van innovatie al bezig geweest met de uitrol van dat smart grid. Welke invloed zal de beslissing om de slimme energiemeter niet verder uit te rollen hebben op het verdere onderzoek naar dat smart grid?
Minister Lieten heeft het woord.
Die invloed zal zeker niet negatief zijn, omdat er op dit ogenblik heel wat onderzoek loopt naar hoe we ons net slim kunnen beheren, aan de aanbod- en de vraagzijde. Dat onderzoek in Vlaanderen is uniek – dat mag gezegd worden – omdat verschillende onderzoekspartners de krachten bundelen, bijvoorbeeld onderzoekers van de Universiteit Gent, de KU Leuven en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Ze participeren in verschillende Europese projecten, waarvoor ze zijn geselecteerd dankzij hun excellente kennis.
Dat krijgt ook meer en meer vorm in EnergyVille, waar al die projecten samenkomen en er een onderzoekscentrum uit de grond wordt gestampt, de volgende jaren en maanden, met een heel belangrijke doelstelling rond smart grid. We participeren ook in het project Linear en andere Europese projecten. Er wordt elke keer gekeken naar het beheer van hoogspannings- en laagspanningslijnen, hoe je de capaciteit beter kunt monitoren en erop ingrijpen. De onderzoeken gebeuren ook in samenwerking met de beheerders van de hoogspanningslijnen, zoals Elia, en de laagspanningslijnen, zijnde de verschillende distributienetbeheerders.
Er wordt ook gekeken hoe de gebruikers, maar dan de grote gebruikers, via slimme technologieën van het net zouden kunnen afnemen wanneer het uitkomt. Er lopen projecten die daarvoor technologieën ontwikkelen. Er is al toegepast onderzoek om grote gebruikers te helpen af te schakelen op de juiste momenten en energie op te nemen op andere momenten. Ook lopen er onderzoeken naar de batterijopslagcapaciteit. Er komt meer en meer kennis over hoe we toch energie kunnen opslaan op batterijen, op industrieel niveau, op momenten dat de energie overvloedig beschikbaar is.
Ik wil ook nog even verwijzen naar de proeftuin ‘elektrische voertuigen’ waar het een van de doelstellingen was om na te gaan hoe we elektrische voertuigen kunnen gebruiken als een opportuniteit om het net beter te beheren.
Die onderzoeken vinden dus allemaal plaats, en duurzaam energiebeleid is een speerpuntsector waar die onderzoeken in passen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb begrepen dat uit het onderzoek blijkt dat er geen negatief effect zal zijn. Dat op zich is al een goede zaak. Er zijn heel wat samenwerkingsverbanden, wat absoluut mag worden benadrukt.
U verwijst zeer terecht naar de proeftuin ‘elektrische voertuigen’. Die proeftuin is gebouwd op de vaststelling dat Vlaanderen een ideaal landschap is om die elektrische voertuigen te testen. Hetzelfde geldt een beetje voor smart grid. Vlaanderen is er behoorlijk goed voor geschikt om het effectief in de praktijk uit te rollen en na te gaan welke effecten het heeft. Door het feit dat de slimme meters nu niet zullen worden uitgerold, zal dat onderzoek – die tweede stap naar de ontwikkeling en de uitrol van smart grids – veel moeilijker zijn. Is het feit dat de smart grids nu moeilijker in de praktijk kunnen worden gebracht, meegenomen in de beslissing om niet verder te doen met de uitrol van de inderdaad dure slimme meters?
De heer Martens heeft het woord.
Collega Diependaele, er is niet beslist om niet uit te rollen maar om niet volledig uit te rollen, omdat uit de kosten-batenanalyse bleek dat vooral ‘prosumenten’ – diegenen die naast consumeren ook injecteren op het net –, budgetmeterklanten en grote verbruikers er belang bij hebben om via een slimme meter hun verbruik te verschuiven en informatie door te sturen.
De netbeheerders zelf hebben uitgerekend dat 200.000 slimme meters voldoende zijn om het net slimmer te maken. Er is geen volledige uitrol nodig om het net bidirectioneel, in verschillende richtingen, te kunnen aansturen en een evenwicht op het net te garanderen. Ik denk dat minister Van den Bossche de juiste keuze heeft gemaakt om tot een selectieve, doelgroepgerichte implementatie van de slimme meter over te gaan en niet iedereen in Vlaanderen te verplichten om zo’n dure meter te plaatsen, ook bij die gezinnen die er eigenlijk geen baat bij hebben, enkel kosten. De selectieve uitrol hoeft de ombouw of de creatie van een smart grid niet in de weg te staan.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik heb ongeveer dezelfde opmerking als die van de heer Martens. De vorige kosten-batenanalyse vertrok van een algemene uitrol. Een algemene uitrol kan niet volgens de gegevens die we nu hebben. Het zou dwaas zijn om een algemene uitrol te doen als er maar 21 euro winst kan worden gemaakt terwijl de kost per jaar 24 euro is. Ik denk dat het een correcte beslissing is. Een partiële uitrol voor die groepen die er wel winst kunnen bij hebben – eigenaars van pv-installaties, budgetmeterklanten, grote verbruikers –, is wel zinvol, misschien ook bij nieuwe meters bij nieuwbouw of verbouwingen. Een beleid gericht op die specifieke doelgroepen is een goede piste.
Ik heb nog een kleine vraag. Minister, weet u of de resultaten van de proefprojecten die Eandis en Infrax bij die 50.000 gezinnen hebben gedaan, meegenomen zijn in deze kosten-batenanalyse? Zijn daar gegevens over?
Mevrouw Claes, voor die laatste vraag moet ik u doorverwijzen naar minister Van den Bossche, die u die informatie zeker zal geven.
Ik wil toch nog eens benadrukken dat ‘smart grid’ een verzamelnaam is. Het gaat over het netwerk op zich, hoogspanning en laagspanning, over de connectie tussen de vraag en het aanbod, die in vele opzichten door de meter wordt geregeld, en het gaat ook over de dienstverlening. Het is niet omdat de meter niet wordt uitgerold in alle gezinnen omdat het neerkomt op het op kosten jagen van de gezinnen of de overheid, dat men niet voortwerkt aan het slimme beheer van het netwerk. Er wordt ingezet op meters voor grote verbruikers, voor specifieke doelgroepen. Ook heel wat fabrikanten van consumentenproducten integreren in hun producten zelf manieren om het gebruik te monitoren en op het juiste moment te doen.
Er wordt ook door de beheerders ingezet door het aanreiken en ontwikkelen van veel meer variabele contracten die de gebruikers de kans geven om slim om te gaan met de afname van hun energieverbruik. Daarnaast wordt ook ingezet op het netwerk.
Mijnheer Diependaele, ik maak me eigenlijk geen zorgen dat dit een dipje zou betekenen in de vooruitgang. Dit was een belangrijke prioriteit van de Vlaamse Regering, zowel van minister Van den Bossche als van mezelf. Er zijn enorm veel middelen vrijgemaakt om het onderzoek te steunen. We zitten daar in de Europese topploeg. Onze netwerkbeheerders, zowel Elia als de distributienetbeheerders, gaan die uitdaging mee aan. Zo is Elia op dit moment bezig met een aanbesteding om geaggregeerde afschakelcapaciteit bij bedrijven te kunnen contracteren. Dit is en blijft een prioriteit in Vlaanderen.
Mijn vraag was specifiek gericht op innovatie. Ik spreek dan ook niet tegen dat de beslissing op basis van de kosten-batenanalyse inderdaad een verstandige beslissing was om enkel nieuwe slimme meters te installeren en niet langer verder te gaan met de projecten om de oude meters te vervangen.
Ik ben blij te horen dat er geen negatief effect op innovatie zelf is en dat we daarmee verder kunnen gaan. Ik heb wel gehoord dat er nog een probleem zou zijn met de opslag. Daar zouden de slimme meters wel nodig zijn om iets te kunnen doen aan de intertemporele capaciteit van het energienet. Men zou willen onderzoeken hoe men meer kan opslaan bij de mensen thuis. Men heeft meer opslagcapaciteit en dus meer slimme meters nodig. Misschien kan dat in de toekomst worden opgelost.
De actuele vraag is afgehandeld.