Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Schauvliege.
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, in 2010 werd er een Mediafonds opgericht, onder de koepel van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Het wordt sindsdien gespijsd door middelen vanuit zowel Media als Cultuur: 4 miljoen euro vanuit Media en 2,5 miljoen euro vanuit Cultuur.
We hebben hier een paar weken geleden nog een extra discussie gehad, een nogal lange, bijwijlen ideologische discussie, om daar stimuleringsplicht aan toe te voegen. Het gaat om extra middelen die naar Vlaamse fictie of non-fictie zouden kunnen gaan.
Uw collega, minister Lieten, heeft in verschillende commissies en in de plenaire vergadering, maar ook bij speeches, op gala’s en bijeenkomsten van de sector, voortdurend gewezen op de successen die we op die manier geboekt hebben. De lijst is indrukwekkend lang: Zuidflank, Eigen Kweek, Vermist, In Vlaamse Velden. De lijst van kwalitatieve fictie en non-fictie in Vlaanderen die mee gestimuleerd is door dat Mediafonds, is echt mooi.
Deze week moeten we echter samen met de sector vaststellen dat de bijdrage die vanuit Cultuur komt, die 2,5 miljoen euro, zal verdwijnen. Die wordt intern verschoven, er zullen andere dingen mee gebeuren, met alle gevolgen van dien: een sector waar we in Vlaanderen fier op mogen zijn, staat op zijn achterste poten. De mensen uit de sector verkeren in grote onzekerheid. Er zijn verschillende projecten die voorliggen en die de komende jaren gerealiseerd zouden kunnen worden, waarvoor men de lichten nu op rood of minstens op oranje zet.
Ik wou deze vraag aan minister Lieten stellen, die ons voortdurend benadrukte welke successen er geboekt werden. De vraag is naar u doorverwezen. Ik hoop van u dan ook een antwoord te krijgen op mijn vraag wat de Vlaamse Regering hiermee wil doen. Een paar weken geleden mocht mijn fractie, maar ook de heer Verstrepen, verschillende keren horen dat we wantrouwig waren. We waren wantrouwig over de bijdrage van de private sector toen we vroegen waarom het op die manier moest. Wel, nog geen maand later is het wantrouwen bewaarheid geworden. We zien nu dat een derde van de middelen die de Vlaamse Regering in het Mediafonds pompte, wegvalt en we dus eigenlijk moeten rekenen op de extra belasting die we aan de sector van de distributie gaan opleggen.
Is dat niet contradictorisch, minister? Wat wilt u hiermee bereiken, als Vlaamse Regering?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer De Ro, bedankt voor uw vraag. Ze geeft de mogelijkheid om een en ander wat te verduidelijken. Ik ben bijzonder verbaasd over de verwondering vanuit de sector. Ik stel immers alleen maar vast dat er geen 2,5 miljoen euro geschrapt is vanuit de bevoegdheid Cultuur, die in het Mediafonds aanwezig zou zijn. Er zijn nooit middelen vanuit Cultuur in het Mediafonds gestopt.
Het Vlaams Audiovisueel Fonds investeert altijd al, zowel voor als na 2010, middelen in tv-reeksen die vanuit het Fonds werden ondersteund. In 2010 is dan het Mediafonds opgericht. Er was in het Vlaams Audiovisueel Fonds 2,5 miljoen euro uitgetrokken voor fictiereeksen, maar dat is nooit in het Mediafonds gestopt. Dat was blijvend aanwezig in het VAF. Het ging ook om 2,5 miljoen euro, vandaar waarschijnlijk de verwarring.
Van in het begin was de afspraak dat dit een overgangsfase was tot het einde van de lopende beheersovereenkomst, dus tot eind 2013. Dan zouden die middelen in het VAF voor andere doeleinden worden gebruikt. Dat is conform de afspraak die destijds is gemaakt, en die enkele keren op papier is bevestigd. Het wordt niet geschrapt in het VAF, het wordt gebruikt voor creaties, voor het impulsfonds, voor een distributiepremie die gepland is in het VAF. Hier is geen 2,5 miljoen euro geschrapt die voordien in het Mediafonds zat. Dat is wellicht een misverstand. Het is een afspraak die van in het begin is gemaakt en die ook is uitgevoerd. Dat is altijd de bedoeling geweest. Het was een duidelijke afspraak tussen de minister van Media en de minister van Cultuur.
Verbazing volgt op verbazing. Ik heb geprobeerd zo gauw mogelijk de Handelingen van de plenaire vergaderingen en de commissies Media en Cultuur van de afgelopen weken te lezen. Misschien moest de sector het weten, maar wij, volksvertegenwoordigers, waren toch allemaal verbaasd. Ik heb dit gecheckt bij enkele leden van de oppositie. Het mag dan formeel of technisch op een andere manier zijn aangeduid in de begroting, het is wel heel duidelijk dat die middelen als een geheel werden beschouwd in de sector, en als impuls werden bekeken om Vlaamse fictie en non-fictie te maken.
In de piramide van het succes van de Vlaamse audiovisuele sector halen we onderaan een belangrijk blokje weg. U zegt dat het geen geld is dat wordt bespaard, dat het geld niet weggaat en dat u er andere dingen mee zult doen, maar er ontstaat wel veel onzekerheid in een sector waar men op voorhand moet plannen. Een fictiereeks duurt vanaf het idee tot het op tv komt en succes kent: een paar jaar. We zijn er allemaal graag bij. De Vlaamse Regering blinkt vooral uit in aanwezigheid als er gala’s zijn om prijzen uit te reiken voor zulke fictiereeksen, maar als de middelen op lange termijn moeten worden gegarandeerd, dan klinkt het: men moet niet verbaasd zijn, dat is altijd de afspraak geweest. Misschien ligt het aan mij omdat ik in de oppositie zit, maar ik heb er met verschillende mensen over gesproken en wij vielen toch uit de lucht.
De heer Wienen heeft het woord.
Of het nu een verschuiving of een weglating is uit het VAF, het blijft betreurenswaardig dat er minder middelen zullen worden ingezet voor fictiereeksen. We produceren nu toch fictiereeksen waar het buitenland ons om benijdt. Dat heeft alles te maken met het feit dat het VAF moet werken met de middelen die het heeft en moet verdelen. Misschien is het nuttig om het reglement van het VAF te veranderen. Minister, daarover hoor ik graag uw mening.
Nu zegt het reglement dat wanneer een project, zeker een filmproject, winstgevend wordt, men de steun moet terugstorten aan het VAF. Dan wordt dat deel behouden voor diezelfde producent. Laten we gewoon schrappen dat die middelen vrijkomen en dat het VAF, wanneer een project succesvol is – er is nu een project dat heel succesvol is in het buitenland en enorme winsten maakt –, op een summiere wijze kan participeren aan die winsten. Dan kun je meer middelen genereren voor het VAF.
De heer Vandaele heeft het woord.
Onlangs hebben we hier de stimuleringsregel goedgekeurd, waarbij we aan de distributeurs vragen om een bijdrage te leveren in dat Mediafonds. Nu lijkt het alsof de overheid haar middelen terugschroeft. Dat komt misschien een beetje vreemd over, maar het klopt wel dat het mogelijk verschuiven van middelen in het fonds in het vooruitzicht is gesteld, onder andere in de beheersovereenkomst met het VAF.
Het is belangrijk dat de middelen, of ze nu wel of niet verschuiven, hoe dan ook in de filmsector blijven en worden aangewend. U noemde een bestemming, namelijk de distributiepremies. Gaat het dan vooral over het ondersteunen van de internationale positie van onze Vlaamse producties?
De heer Verstrepen heeft het woord.
Minister, dit is toch een beetje een vestzak-broekzakoperatie. Het is verschuiven van fondsen. Het Mediafonds maakt deel uit van het VAF. Dat is nogal onduidelijk, zeker toen hierover werd gediscussieerd in de voorbije weken.
Ik had liever de minister van Media hier vooraan gezien, want nu is ze niet aanwezig terwijl ze maandenlang wel aanwezig was toen het over dit dossier ging. Ik begrijp dat dit stukje onder uw bevoegdheden valt, maar het is vreemd om vast te stellen dat 65 procent van alle middelen die vanuit het Mediafonds in fictie worden geïnvesteerd, terugvloeit naar producties die bij de VRT zitten. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat dit een vreemde operatie is die met goedkeuring van de Vlaamse Regering wordt gedaan om producties te spijzen van de openbare omroep, terwijl die al genoeg geld krijgt.
Voorzitter, ik wou toch even onder de aandacht brengen dat ik dat een beetje vreemd vind, net als de houding van de beide ministers die verantwoordelijk zijn in dit dossier.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het zal wel kloppen, maar ik moet eerlijk zeggen dat het mij helemaal ontgaan was, net zoals de heer De Ro. Twee dingen in het dossier verbazen me.
Ten eerste zou men aan filmkant kunnen zeggen: “hoera, er is 2,5 miljoen euro meer aan middelen om film te maken, te distribueren en internationaal te promoten”. Klopt dit? Is er 2,5 miljoen euro meer voor filmmakers en voor de filmdistributie?
Ten tweede is er het idee van geïntegreerd werken door het Mediafonds niet apart te zetten van het VAF door ze in dezelfde structuur te houden. Nu worden ze wel politiek gescheiden, want we maken nu eigenlijk twee kamers: een van minister Lieten en een van minister Schauvliege.
Bovendien is het zo dat de stimuleringsregeling die we onlangs hebben goedgekeurd, uiteindelijk weinig zal betekenen voor de fictie in Vlaanderen, maar daar kunt u minder aan doen, minister. Het geld dat u er van de filmmiddelen instopt, wordt vervangen door geld van de distributie.
De heer De Coene heeft het woord.
Voorzitter, ik zou me willen aansluiten bij wat de heer Vandaele zei. Ik heb trouwens vooraf contact opgenomen met het VAF, want ik was verwonderd dat werd gezegd dat het geld zou verdwijnen. Men bevestigt me dat het niet verdwijnt, maar dat het zal worden aangewend voor een aantal doeleinden en blijkbaar meer dan in de media verschenen is. Dat klopt dus.
Collega’s, het is toch niet verkeerd om ervoor te zorgen dat er zowel middelen komen vanuit de distributiesector als vanuit de overheid om die bloeiende sector te ondersteunen. De sector heeft die middelen nodig.
Minister, u kunt dus bevestigen dat het geld binnen de sector blijft en met name dient voor drie activiteiten van die sector.
De heer Yüksel heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer De Ro en andere collega’s die verbaasd zijn, we hebben het hierover gehad – ik heb het verslag bij me – tijdens de bespreking van de beleidsbrief en de begroting. De heer van Rouveroij had het er toen trouwens over in zijn betoog.
Vandaag is het inderdaad zo dat we met de stimulering een verschuiving hebben gerealiseerd. Het VAF krijgt 20 miljoen euro waarvan 5 miljoen euro van Cultuur komt en 5 miljoen euro van Media en dan hebben we natuurlijk ook Screen Flanders, dat ook nog eens 5 miljoen euro opzijlegt voor Vlaamse audiovisuele producties. Ik begrijp de bezorgdheid van de collega’s dus niet.
De Vlaamse Regering zet echt in op de audiovisuele sector, op de creatieve sector, maar – en ik had natuurlijk een vraag willen stellen aan de minister van Media – het uitvoeringsbesluit voor het decreet Stimuleringsregeling is naar de Raad van State vertrokken op 7 februari. Wanneer zullen de distributeurs de bijdrage die ze moeten leveren, finaal leveren? Er is immers een probleem van overbrugging van kredieten omdat de distributeurs in april moeten laten weten waar ze de 2,5 miljoen euro zullen storten. Wat zal de regering doen, minister, om de tussenperiode te overbruggen?
Dames en heren, ik herhaal en bevestig wat een aantal onder u hebben gezegd.
Het geld verdwijnt niet uit de sector. Het is belangrijk om dat mee te geven.
Ik herhaal nogmaals dat in 2010, bij de oprichting van het Mediafonds, werd gezegd dat we een soort overgangsperiode moesten hebben. We zullen in het begin in meer middelen voorzien vanuit de overheid, maar het is altijd al de bedoeling geweest om ervoor te zorgen dat ook de distributeurs mee een deel van het Mediafonds dragen, en dat is ondertussen geregeld, dat weet u.
Initieel is gezegd dat men ervoor zou zorgen dat de middelen die voor 2010 binnen het VAF werden voorbehouden voor onder andere televisiereeksen, ook kunnen worden aangewend. Zij zijn nooit in dat Mediafonds gestopt, maar tot eind 2013 waren zij ook ter beschikking. In het licht van de overgangsfase stoppen we in 2014, en dan komen de bijdragen van de distributeurs.
Die 2,5 miljoen euro blijft momenteel in het VAF en wordt inderdaad gebruikt voor creaties en voor een impulspremie. Een impulspremie is een nieuw instrument van deze legislatuur. Wanneer een regisseur of maker bijzonder succesvol is met een eerste productie, dan kan die heel snel een impulspremie krijgen om op dat succes verder te surfen en te zorgen dat hij of zij echt kan doorbreken. Daar wordt heel veel gebruik van gemaakt.
Een ander belangrijk luik is de distributiepremie. Mijnheer Vandaele, u hebt het juist voor. Wanneer een fictiereeks bijzonder succesvol is in het buitenland, dan kunnen wij daar middelen aan geven waardoor die gemakkelijker in de verschillende filmzalen wordt gepromoot en getoond. Op die manier worden onze films en fictiereeksen in het buitenland verder gepromoot. Het klopt dat wij die middelen voorbehouden voor de sector.
Mijnheer Yüksel, ik kan niet onmiddellijk antwoorden op uw vraag wat er intussen zal gebeuren. Ik kan niet spreken in de plaats van minister Lieten. Stel dat zich acute problemen voordoen en er dringend middelen nodig zijn die echter nog niet voorhanden zijn vanuit de distributeurs, dan kan een overgangsoplossing worden gevonden. Dat was ook het geval in het verleden. We kunnen in zo’n geval rond de tafel gaan zitten en bekijken hoe we dat tijdelijk kunnen oplossen. Vanuit Cultuur zijn wij altijd bereid om na te gaan hoe we samen met Media oplossingen kunnen vinden. Ik denk dat dit een geruststelling kan zijn voor de sector. Het is niet de bedoeling dat we daar in een zwart gat terechtkomen en dat zich problemen voordoen op het terrein.
Toen het Mediafonds is opgericht, hebben wij ook vastgesteld dat de middelen die voorhanden waren, ook niet allemaal werden aangewend en opgebruikt. Heel wat van die middelen zijn nooit aangewend waarvoor zij waren gereserveerd. Het gaat om een bedrag van 1,3 miljoen euro vanuit Cultuur dat specifiek was voorbehouden voor die fictiereeksen en dat niet werd gebruikt. Dat is bijzonder eigenaardig. Maar intussen hebben die fictie- en televisiereeksen opnieuw extra schwung gekregen, waardoor de vraag in de toekomst zal stijgen.
Ik heb niet beweerd dat het geld uit de sector verdwijnt maar heel expliciet de Vlaamse fictie en non-fictie voor tv rekende op middelen. Volgens het signaal dat minstens is gegeven tijdens de discussie die we een paar weken geleden hebben gevoerd bij de stemming over het decreet over de investeringen vanuit de distributiesector, leek het in elk geval voor de sector dat er bovenop de overheidsmiddelen private middelen zouden komen. Nu moeten we vaststellen dat het wantrouwen dat we toen hadden om te zeggen dat er niet meer zou zijn en dat dit een deel zou vervangen van wat de overheid in dat specifieke deel van de audiovisuele sector investeerde, nu ook blijkt te kloppen. En dat is spijtig, want net op het moment dat we internationale successen boeken, zal er niet meer geld naar dat specifieke deel van de audiovisuele sector gaan, maar blijft het break-even doordat het uit de private sector gaat.
Wanneer we volgende week scoren in Hollywoord met één film, dan hoop ik dat iedereen beseft dat dit het topje van de ijsberg is en dat zich daaronder een bloeiende sector moet bevinden om dat te bewerkstelligen. Want het is niet die ene film die genomineerd is voor de Oscars die maakt dat een volledige sector goed is. Dat kan mensen wel stimuleren. De grote onderkant is de Vlaamse fictie voor televisie, en daar zijn we de laatste jaren heel sterk bezig geweest door de middelen die hieruit komen. Minister, ik hoop dat we door deze verschuiving die sector niet in gevaar brengen, tijdelijk of permanent. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.