Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Hendrickx heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, vanochtend was er Overlegcomité, en een van de agendapunten was, zo konden we vernemen, een federaal voorstel om over te gaan tot een herziening of een andere interpretatie van artikel 8 van de samenwerkingsakkoorden uit 2002 met betrekking tot het Agentschap voor Buitenlandse Handel.
Daar waar het huidige artikel bepaalt dat er een voorzitter en een ondervoorzitter moeten worden gekozen uit de raad van bestuur, en dat die enkel tot een verschillende taalgroep moeten behoren en tot een verschillende achtergrond, publieke overheid of economische actor, wil de federale overheid, conform de afspraken van de staatshervorming, komen tot een beurtrol tussen de vertegenwoordigers van Vlaanderen, Wallonië, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de federale overheid.
Mijn vraag is heel eenvoudig: wat is daar vanochtend uit gekomen? Zijn er afspraken over gemaakt?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Hendrickx, we hebben ter voorbereiding van het Overlegcomité vanmorgen laten weten dat wij een ander voorstel op tafel wilden leggen. Dat voorstel hebben we ook op tafel gelegd, zijnde dat het roterend voorzitterschap gaat tussen Vlaanderen en Wallonië, met het ondervoorzitterschap voor Brussel. Dus: geen roterend voorzitterschap voor de federale overheid en ook de positie van Brussel wordt anders ingekleurd.
Daarover is geen akkoord bereikt.
Wij hebben dat punt dan niet goedgekeurd. Indien dit niet wordt aanvaard, kan het oorspronkelijk door de anderen voorgestelde punt door ons niet worden aanvaard. Ik ga ervan uit dat we dit standpunt tot grote voldoening van heel het Vlaams Parlement hebben ingenomen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Van dat nieuw voorstel had ik geen weet. Het gaat een stapje verder dan het federale voorstel. Ik kan dat dus goedkeuren. We zullen zien wat ervan komt. Volgens mij slepen die besprekingen nu toch al lang genoeg aan. Onze voorstellen stuiten, net als onze voorstellen over de vertegenwoordiging bij de EU, steeds weer op een njet van de federale overheid of van de Waalse vrienden. Ik ben benieuwd wat het zal worden.
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, volgens mij is onze positie ook gekend. Wij zijn voor het roterend voorzitterschap. We dachten dat daarover binnen de commissie voor uitvoering van de staatshervorming (COMORI) al een akkoord was bereikt. Dat blijkt niet het geval te zijn.
Wat we niet begrijpen, is wat het steevast vechten tegen federale instanties het bedrijfsleven opbrengt. Wij zijn de economische diplomatie absoluut genegen. Er worden nu eenmaal een pak diplomaten met belastinggeld betaald. Wij vinden dat die diplomaten best allemaal voor het bedrijfsleven werken. Volgens mij is het Vlaams bedrijfsleven het hiermee eens. Dit zou het Vlaams bedrijfsleven in hoge mate ten goede komen. We begrijpen absoluut niet waarom voor een vechtfederalisme moet worden gekozen. Volgens ons heeft het Vlaams bedrijfsleven veel te winnen bij een benutting van de bestaande federale instanties. Die mensen worden ook met Vlaams belastinggeld betaald. We moeten die diplomaten, die in het buitenland vaak aanzien genieten, laten werken. Onze Vlaamse bedrijven hebben er absoluut geen probleem mee dat ook op de ambassades door diplomaten voor hen wordt gewerkt. We moeten federale diplomaten en ambtenaren voor het Vlaams bedrijfsleven laten werken.
Het ligt misschien aan het tijdstip van de dag, maar ik begrijp het betoog van mevrouw Ceysens naar aanleiding van deze actuele vraag absoluut niet. Het gaat hier om het Agentschap voor Buitenlandse Handel. Artikel 8 van het Vlinderakkoord houdt in dat afspraken over een roterend voorzitterschap zijn gemaakt. Wij hebben een ander voorstel. Dat heeft niets met de rol van de federale diplomaten te maken.
Natuurlijk moeten de federale diplomaten zich voor het Vlaams bedrijfsleven inspannen. Tenslotte is 80 procent van onze uitvoer uit Vlaanderen afkomstig. De ondersteuning van het bedrijfsleven is voor iedereen een goede zaak. Ik heb er geen enkel probleem mee dat federale ambtenaren en diplomaten hier ook de schouders onder zetten.
Mevrouw Ceysens, ik kan me vergissen, maar ik zie niet in wat uw betoog in feite met de actuele vraag van de heer Hendrickx te maken heeft. Misschien kunt u me dat straks nog eens uitleggen. Het standpunt van Open Vld is me bekend. Op dit vlak doet het echter niet ter zake.
Wat wij absoluut niet begrijpen, is dat een dergelijk agentschap nog bestaat. De minister-president heeft daarnet al vermeld dat 80 procent van de export in Vlaamse handen is. Dit wordt door vijftig of meer ambtenaren ondersteund. Eigenlijk doet dat agentschap hetzelfde als pakweg het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (F.I.T.) of het Agence wallonne à l’Exportation et aux Investissements Etrangers (AWEX). Het kost ons enorm veel geld, maar eigenlijk is het niet meer dan een veredeld reisbureau om een aantal mensen uit Laken een bezigheid te geven.
Mevrouw Ceysens, de minister-president is klaar met het beantwoorden van actuele vragen. Hij zal zich nu naar het Koffiehuis begeven. Misschien kunt u even meegaan om dit onder het genot van een gezellig kopje koffie verder uit te praten. Het reglement laat u niet toe opnieuw het woord te nemen.
De actuele vraag is afgehandeld.