Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, vorige week vernamen wij dat u ‘on tour’ door Vlaanderen trekt. Niet als minister-president, maar als boegbeeld van CD&V. Ik begrijp het: februari is de laatste maand dat men nog commerciële affiches van 20 vierkante meter mag ophangen, nadien volgt de sperperiode. Uw campagne als boegbeeld van CD&V staat wel in schril contrast met wat u daarover in het verleden hebt gezegd. Toen zei u over ministers die in campagnemodus waren, dat u met hen niet meedoet en doorwerkt tot het einde. Het einde, dat is tot de laatste dag van de werkzaamheden van het Vlaams Parlement. Vandaag betekent dat 25 april. Maar nu stellen we vast dat u al in februari als boegbeeld van CD&V in heel Vlaanderen komt, en niet als minister-president. Dat zal de verwarring ten top brengen.
Wie spreekt dan? De minister-president, hoofd van de Vlaamse Regering? Of is het Kris Peeters, boegbeeld van CD&V? Geen kat die het weet. Zou het niet beter zijn om u en uw eigen ministers op te leggen niet op campagne te gaan tot 25 april, wanneer het Vlaams Parlement ophoudt bijeen te komen? Zou dat geen duidelijkheid creëren? Zo zou de kiezer tenminste weten wie in welke hoedanigheid spreekt.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik spreek hier als minister-president, nog een heel tijdje, tot 25 mei, en naar ik hoop ook na die datum, maar daar zullen de kiezers over beslissen. Werkt de Vlaamse Regering onverkort door? Het antwoord luidt: ‘ja’. Ik ben hier op dinsdagen, woensdagen en donderdagen, en op vrijdagen op de ministerraad. Als u zich zorgen zou maken: ik beantwoord vragen en de Vlaamse Regering neemt beslissingen. Straks wordt hier nog een interessante vraag over Oosterweel gesteld, die mij de kans zal bieden te zeggen hoe wij dat dossier de volgende dagen en weken zullen aanpakken. De Vlaamse Regering regeert.
Een minister-president is, zoals u, ook een politicus. Ik heb in dat verband bepaalde taken voor mijn partij te verrichten. U merkte op dat ik op sommige plaatsen in Vlaanderen op affiches sta, met de interessante vraag welk Vlaanderen men wil. Andere politieke partijen hebben daarop al geantwoord. Ook de uwe, overigens: ik kreeg nogal wat berichten met het antwoord van het Vlaams Belang op die vraag. Het maakt de campagne interessant. Ook anderen hebben al interessante campagne-initiatieven genomen.
Mijnheer Van Hauthem, elke maandagnamiddag bezoek ik bedrijven en spreek ik met mensen. Dat is voor mij, maar ook voor de mensen die ik ontmoet, erg interessant. Ik begrijp dus niet wat het probleem is, want wij blijven regeren en het parlementaire werk wordt voortgezet.
Voorzitter, minister-president, collega's, ik heb nooit beweerd dat u en uw regering het parlementaire werk zouden negligeren. Dat heb ik zelfs niet gesuggereerd. Het punt is dat u maandenlang zegt dat u doorwerkt tot de finish, en de finish is het moment waarop het Vlaams Parlement zijn werkzaamheden staakt. In tegenstelling tot wat u hebt gezegd, stel ik vast dat u al deze maand elke maandag als boegbeeld van CD&V – wellicht samen met uw kabinet, wat in feite niet mag – campagne voert.
En dat is toch wel heel vroeg. Het zal de verwarring bovendien alleen maar ten top drijven, want namens wie spreekt u dan die maandag? Namens de Vlaamse Regering als minister-president – dat geldt ook voor andere ministers – of namens Kris Peeters, boegbeeld van CD&V? Laat ons afspreken om niet toe te geven aan die verwarring, minister-president. Keer terug naar uw oorspronkelijke plan, om pas als boegbeeld van CD&V in campagne te gaan als dit parlement ophoudt bijeen te komen, en dat is op 25 april. Dat zou het voordeel van de duidelijkheid hebben. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister-president, ik vond het ook een ietwat eigenaardige beslissing van u om vier vijfden voor Vlaanderen te gaan werken en één vijfde voor CD&V. Er is nog werk genoeg om voltijds voor Vlaanderen te gaan, als ik zie wat er nog allemaal op de plank ligt. Ik hoop dat een aantal belangrijke beslissingen niet op maandag zullen gebeuren. Vorige maandag was er het probleem met de kinderopvang. Toen was u quiches aan het bakken. Ik vond dat u op dat moment beter in het Vlaams Parlement aan het werk was geweest om bijvoorbeeld dergelijke zaken te proberen oplossen. Er is werk genoeg om voltijds voor Vlaanderen te gaan in plaats van vier vijfden. (Applaus bij Groen)
De heer Bouckaert heeft het woord.
De heer Bruno Tobback heeft terecht verklaard dat ministers voltijds betaald worden tot de ontbinding van het parlement en dat ze dan ook voltijds moeten werken. Ik heb een oplossing, minister-president: ik stel voor dat de Vlaamse Regering een outsourcingscontract sluit met CD&V van 20 procent, zodat u gedurende 20 procent van de tijd voor CD&V kunt werken en 80 procent voor de Vlaamse Regering. Dat is een eerlijke regeling.
Er moet mij nog iets van het hart. Er zijn in het verleden in volle campagne handelsmissies geweest waarop geen enkele minister aanwezig was, omdat ze allemaal op campagne waren. Het probleem van ministers op campagne is dus een reëel probleem. Je moet dat niet verdoezelen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister-president, zes maanden geleden was u de eerste om uzelf uit te roepen tot kandidaat-minister-president. Er mocht niemand op campagne gaan, maar u was wel als eerste kandidaat om uzelf op te volgen. Tot uw eigen verbazing bent u zes maanden later nog altijd de enige kandidaat-minister-president. Dat zorgt toch voor enige verwarring. Ik vraag mij dan ook af waarom u campagne voert, als u de enige kandidaat bent. (Gelach)
U gaat tot de laatste dag besturen, maar eigenlijk verandert er niet veel, want dit is een regering van stilstand. Ik begrijp nu zeer goed dat u de laatste vijf jaar maar een conciërge bent geweest van de regering. U hebt een uitermate zwakke ploeg ministers, en het enige wat u kunt doen om dat te verhelpen, is u distantiëren van uw regering en zo veel mogelijk als CD&V-boegbeeld op campagne gaan, omdat uw regering een doorschuifregering, een estafetteregering, een stilstandregering is, en er vooral voor gezorgd heeft dat er in de laatste vijf jaar niets gebeurd is. (Applaus bij Open Vld en Groen)
Voorzitter, misschien moet u het regelement van dit huis even aanpassen, want wat de heer Tommelein zojuist heeft gedaan, past perfect in de campagne van Open Vld. (Applaus bij CD&V)
Ik dacht dat u ook zou zeggen dat u kandidaat-minister-president bent. Dat zou pas echt nieuw zijn. (Opmerkingen van de heer Bart Tommelein)
U bent toch lijsttrekker? Maar u hebt niet de ambitie om minister-president te worden. (Opmerkingen van de heer Bart Tommelein)
We zullen proberen om daar een stokje voor te steken. (Gelach)
Collega’s, ik heb gezegd dat de werking van de Vlaamse Regering en ten aanzien van dit Vlaams Parlement onverkort doorgaat tot op het einde. Mevrouw Meuleman, u hebt waarschijnlijk het editoriaal van een of andere krant gelezen, waarin het over vier vijfden ging. Ik begrijp dat de heer Bouckaert daar ook naar verwijst. Maar ik kan u zeggen dat wij zeven op zeven draaien en dat wij alles doen om het beleid in Vlaanderen vorm te geven.
Met betrekking tot ministers, maar ook tot alle hardwerkende politici, is spreken over vier vijfden of vijf vijfden een onderwaardering van hun activiteiten. (Applaus bij CD&V)
Het is dus een beetje gemakkelijk om daarnaar te verwijzen, mijnheer Van Hauthem. Daarover bestaat geen verwarring. Ik ga naar de bedrijven met de vraag welk Vlaanderen ze willen, wat de problemen zijn. Ik luister naar de mensen. Ik begrijp dat dat misschien een verkeerde invulling van het verdere debat is. Wat is campagne voeren? Sommigen, zoals de heer Tommelein, hebben gezegd dat ik al vijf jaar campagne voer. Dat zijn wijze woorden, niet van uzelf, mijnheer Tommelein, maar van iemand anders die zei dat de campagne voor een politicus de dag na de verkiezingen begint. In die zin ben ik het met u eens dat ik al vijf jaar campagne voer voor Vlaanderen, en ik zal dat blijven doen.
Er kunnen wel interessante vragen worden gesteld door de volksvertegenwoordigers en ook door de medewerkers van dit parlement. Het is een heel interessant debat. Als u dat wilt voortzetten, wil ik dat graag doen. De bedoeling om tot het einde van de legislatuur beslissingen te nemen en antwoorden te geven op alle parlementaire vragen, blijft onverkort overeind.
Minister-president, u fietst er een beetje omheen door te zeggen dat u en de Vlaamse Regering onverkort zullen voortwerken tot dit parlement uit elkaar gaat. Daar twijfel ik ook niet aan, maar dat is niet het punt. Het punt is dat u als minister-president plots campagne begint te voeren als boegbeeld van een partij. Andere ministers doen dat ook. En dat gebeurt toch enkele maanden voor de verkiezingen, waardoor de begripsverwarring bijzonder groot wordt. U gaat luisteren naar de mensen, u luistert al vijf jaar naar de mensen, dat doen wij ook. Wat is campagne en wat is het niet? In dit geval is het campagne, want het gaat gepaard met een campagne met affiches van 20 vierkante meter, die alleen maar in februari nog aan de muren kunnen hangen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Natuurlijk, maar wij leveren de minister-president niet.
Dat is de reden waarom u het nu moet doen. Ik blijf het een verwerpelijke praktijk vinden dat ministers van welke partij ook, maanden voor de verkiezingen als boegbeeld van hun partij campagne voeren. Dat is iets voor de laatste anderhalve maand, en niet vroeger.
De actuele vraag is afgehandeld.