Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, waarde collega’s, Maarten is wetenschappelijk onderzoeker aan de universiteit en huwt met Caroline, verpleegster van beroep. Zij krijgen vlug twee kinderen. Maarten moet zijn doctoraat afwerken om professorabel te worden en Caroline besluit haar zware verpleegsterjob op te geven. Maarten behaalt zijn doctoraat, wordt docent, maar wordt verliefd op zijn assistente en besluit te scheiden. Caroline blijft achter met de kinderen, zonder job, zonder opgebouwde pensioenrechten. Dit is een textbookcase. (Opmerkingen)
Neen, het is niet biografisch bedoeld, minister, dat wil ik wel verduidelijken. (Gelach)
Er zijn gelijkenissen, maar het is niet biografisch bedoeld.
Minister, vijf jaar geleden, bij het begin van de legislatuur, hebt u in uw beleidsbrief aangekondigd dat u ging werken aan contractuele clausules om dit soort problemen, die zwaar onbillijk zijn ten opzichte van een partner, op te vangen. Eindelijk, na vijf jaar, zijn de experten van de KU Leuven en de UHasselt erin geslaagd om clausules op te stellen. Met Gent was het misschien wat sneller gegaan, over de Schelde gaat het altijd een beetje trager. Zij zijn erin geslaagd de clausules uit te werken. Die worden binnenkort gepubliceerd in een brochure van de notarissen en aan het publiek voorgesteld.
Minister, so far so good. Ik heb altijd uw initiatief daaromtrent gesteund. Spijtig dat het zo lang heeft geduurd. Maar wat zien we nu? Op federaal vlak werkt men ook aan deze problematiek. Open Vld wil compensatie door de rechter, CD&V wil een 50/50-split van de pensioenrechten, en uw coalitiegenoten beweren dat u in federale wateren zwemt en dat u nu eindelijk wakker schiet.
Minister, u laat dat allemaal over uw kop gaan, blijkbaar. Hoe verhouden die uitgewerkte voorstellen zich nu met de federale initiatieven? Ziet u die voorstellen als voorlopige oplossingen, als complementair of als alternatief?
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, het is uiteraard duidelijk dat een federale regelgeving wenselijk zou zijn om die rechten te regelen. Maar in afwachting van een federale regelgeving heb ik in 2009 gezegd dat het belangrijk is om vanuit het gelijkekansenbeleid mensen te sensibiliseren voor de invloed die loopbaankeuzes kunnen hebben op hun leven, en vooral dat ze in het begin van een gezamenlijk leven daarover afspraken moeten maken. Ik heb toen gezegd dat we daarover clausules gingen uitwerken. Ik heb dat elk jaar opnieuw gezegd. Dat heeft inderdaad tijd gevergd omdat het een heel ingewikkelde affaire is. Dat is niet zo simpel. Je hebt verschillende statuten: zelfstandigen, ambtenaren, werknemers. Je hebt mensen die met vennootschappen werken, anderen doen dat niet. Je hebt verschillende mogelijke combinaties. Bovendien heb je ook fiscale gevolgen. Dat vergeet men heel vaak wanneer men dergelijke afspraken maakt. Dat is allemaal in kaart gebracht. Dat heeft een dikke turf opgeleverd, die dan is vertaald naar iets wat begrijpelijk is. We hebben dan een brochure gemaakt voor notarissen en juridische adviseurs, waarin men individueel keuzes kan maken. En het een sluit het ander niet uit.
Wij hebben nu de mogelijkheid gecreëerd dat de mensen na die sensibilisering individueel de keuze maken om zo’n clausule op te nemen. De federale wetgever kan de regelgeving verder aanpassen.
Ik wil er nog even op wijzen dat ik in maart 2012 de Federale Regering, en in het bijzonder de heer Vincent Van Quickenborne, die toen nog minister was, een brief heb gestuurd om te zeggen dat ik in de pers had gemerkt dat hij daar ook over nadacht. Ik wilde hem laten weten dat het Vlaamse gelijkekansenbeleid daar ook aan werkt. Wij waren daarover een studie aan het maken en ik wilde hem die studie en de onderzoekers zelf ter beschikking stellen. Dat is wat ik heb meegedeeld aan de Federale Regering. Het klopt dus niet wanneer sommigen gisteren zeiden dat ze uit de lucht vielen. Het is – en dat is niet meer dan normaal in een federaal land – meegedeeld aan de Federale Regering dat wij daarmee bezig waren en het best konden afstemmen.
Samengevat moet de Federale Regering een algemene regeling uitwerken. Vanuit het gelijkekansenbeleid hebben wij nu een oplossing aangeboden aan mensen om op individueel vlak de keuzes te maken.
Minister, ik juich uw aanpak toe, vooral omdat ik vind dat de contractuele weg, waarbij de partners worden geresponsabiliseerd bij het samenleven of bij het huwen, de beste is. We zien ook in het familierecht en in het erfrecht een tendens naar maatwerk. Algemene regelingen die voor iedereen gelden zoals het vruchtgebruik voor de langstlevende echtgenoot op de gezinswoning en het voorbehouden gedeelte van de kinderen, worden nu geliberaliseerd zodat er meer maatwerk zou komen.
Ik zou het spijtig vinden dat er vanuit het federale niveau een soort uniforme regeling zou komen waardoor allerlei perverse effecten optreden. Ik vind de techniek van contractuele clausules in het secundair huwelijksvermogensrecht zoals we dat noemen, een ex-anteoplossing, waar de partners worden geresponsabiliseerd. Ik vind dat de beste manier. Ik hoop dat sp.a in de Federale Regering dat pad blijft bewandelen, tegen de betuttelende regelingen van de andere partijen in. Als er een algemene regeling komt op federaal vlak, zal dat de aantrekkelijkheid van uw clausules sterk verminderen.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Minister, als het goed is, dan is het goed en dan kan mijn fractie dat ook erkennen. Dit is een positief initiatief. Het is altijd beter om vooraf duidelijke afspraken te maken. Immers, wanneer het misloopt, gaan partijen niet meer rond de tafel zitten en is het vaak meer vechten dan onderhandelen. U moet zich er wel van bewust zijn dat dit louter een advies is.
Minister, op welke manier zult u dit initiatief, dat de mensen kan sensibiliseren, kenbaar maken? Dit is een federale materie. Minister, uw partij zit in de Federale Regering. Ik neem aan dat u overleg pleegt, ook met uw federale collega’s. Op welke manier zult u aandringen bij de federale sp.a-ministers om daar bij prioriteit werk van te maken? Zo ingewikkeld is het ook niet om daar bepaalde juridische stappen in te ondernemen.
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Minister, uw ‘act of love’, zoals u het hebt genoemd, is op zich een nobel initiatief. De Vlaamse Regering voert echter een heel inconsequent beleid. Men kan niet enerzijds campagne voeren om latere miserie bij een koppel te vermijden en anderzijds zelf koppels dieper in de miserie duwen door hun nadien een belasting op te leggen die is verdubbeld. Ik heb het over de verdelingstaks, gekend als de zogenaamde miserietaks. Die taks levert bij een scheidend koppel met een gemiddeld huis 3700 euro extra op. Minister, de beste marketingstunt is niet opgewassen tegen een slecht en inconsequent beleid. (Applaus bij Open Vld en LDD)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, ook ik heb deze problematiek al meermaals aangekaart in de commissie. CD&V zou heel graag nog verder gaan en die compensatieclausules verplicht laten opnemen in huwelijks- en samenlevingscontracten, maar dat is natuurlijk federale materie. We hebben daarover ook al voorstellen gedaan. Ik herinner ook aan het voorstel met betrekking tot de pensioenen.
U hebt gezegd te zullen sensibiliseren. U zult clausules ter beschikking stellen. Daar staan we absoluut achter, alleen is het natuurlijk nog zeer vrijblijvend. In uw antwoord op mijn jongste vraag om uitleg daarover, toen men het rapport aan het opmaken was, hebt u duidelijk het volgende gezegd: “Na de definitieve oplevering van het onderzoeksrapport zal ik die draad met de bevoegde federale ministers opnieuw opnemen.” Dan ging het over dat overleg. Ik denk dan aan de minister van Werk, aan de minister van Pensioenen, aan de minister van Justitie ook. Zult u daar nog verder werk van maken? Ik wil daarop aandringen.
De naam van de communicatie is gegeven, namelijk de ‘act of love’. Ik meen dat het voor iedereen wel duidelijk is dat het natuurlijk niet zo evident is om bij het begin van een relatie, of dat nu via een samenlevingscontract of via een huwelijkscontract is, meteen al afspraken te moeten maken over de vraag wat men zal doen als de relatie eindigt. Dat is inderdaad niet het meest romantische dat men kan doen. De meeste mensen beginnen toch aan een relatie in de hoop dat die eeuwig of toch zeer lang zal duren. De cijfers liegen er echter niet om: heel wat relaties blijven niet duren. Het is dus beter om daar afspraken over te maken. Daarom hebben we dat dus een ‘act of love’ genoemd. Als mensen in het kader van een relatie, heel vaak uit liefde, worden gedwongen om bepaalde loopbaankeuzes te maken, dan is het een teken van liefde om dat te compenseren als de relatie stopt, om die afspraak te maken in het begin van de relatie. Laten we er geen doekjes om winden: heel vaak zijn het vrouwen die die keuzes maken.
Dat is het uitgangspunt. Hoe sensibiliseren we? Hoe communiceren we daarover met de mensen? Dat doen we nu via Q-music, MNM, Studio Brussel, Flair en anderen. We proberen zo mensen te bereiken. Er worden ook heel wat brochures gemaakt. Nog belangrijker en fundamenteler is echter dat we een engagement hebben met de notarissenfederatie en met notarissenverenigingen. Notarissen zullen dat ter sprake brengen als mensen bij hen komen aankloppen, en zullen mensen ook het advies geven om dat te doen. Dan is het uiteraard aan het individu of het koppel om te kiezen of ze al dan niet meedoen.
Ik ben ook een voorstander van de verdere stap van de wettelijke regeling, ook al ben ik het deels eens met de heer Bouckaert: het is soms maatwerk, het is niet altijd evident om dat alles te regelen. Het vastleggen van die principes is echter een opdracht van de federale wetgever, en niet van mij. Het spreekt vanzelf dat wij het rapport hebben opgesteld in het kader van de federale loyauteit, die ik hoog in het vaandel heb. We zullen dat overmaken aan de Federale Regering, zoals ik dat, nogmaals, in maart 2012 heb meegedeeld aan toenmalig minister van Pensioenen Van Quickenborne, omdat die daar toen ook over had gesproken.
Het is dus belangrijk dat we dit doen. Ik ben heel blij dat iedereen het daarover eens is, met de campagne die we doen. De tijden veranderen. Dat betekent dat, zelfs als een relatie misloopt, mensen – en dan gaat het vooral over vrouwen – eerlijk moeten worden behandeld. Ze moeten een rechtvaardig deel van het inkomen krijgen.
Voorzitter, tot slot, het gaat over wel meer dan pensioenen. Het kan ook om onderhoudsuitkeringen gaan, of om vennootschappen die mensen soms oprichten. Het is dus niet zo evident om dat alles te vatten, want het gaat gewoonweg over meer dan enkel pensioenrechten. Laten we nu dus maar goed sensibiliseren, communiceren en informeren. Laten we de notarissen en de juridisch adviseurs ook goed inlichten en hen aanspreken op hun engagement om dat ook ter sprake te brengen, zodat mensen de juiste keuze kunnen maken. In het begin van een relatie zijn mannen, denk ik, toch vaak tot veel dingen bereid. Wel, dat ze dan ook maar die afspraken maken met vrouwen.
Voorzitter, Vlaanderen heeft weinig bevoegdheden als het gaat over regelingen met betrekking tot gezinnen, samenleven, ouders, kinderen. Met de beperkte bevoegdheden die we hebben, hebben we op één vlak, namelijk de fiscaliteit, een aartsslechte beslissing genomen, namelijk de door mevrouw De Knop al vermelde miserietaks. Elke ochtend zie ik een affiche van een zekere Kris Peeters met daarop “In welke Vlaanderen wil u leven?”. Wel, minister, in het Vlaanderen van de miserietaks wil ik niet leven. Die clausules, dat is een goede interventie in de regeling voor gezinnen. Ik zou het spijtig vinden, mocht al het werk dat ter zake is gepresteerd, overbodig worden gemaakt door ondoordachte regelingen op federaal vlak. (Applaus bij LDD en Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.