Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, in 2012 hebben we hier een historisch decreet betreffende de belasting op de inverkeerstelling (BIV) van personenwagens goedgekeurd. De bedoeling van dat decreet is een belangrijke vergroening van onze wagenvloot tot stand te brengen. De basis van de BIV is niet langer het fiscaal vermogen, uitgedrukt in pk’s, maar de uitstoot van broeikasgassen en vervuilende stoffen. Om het decreet in de juiste plooi te leggen, hebben mevrouw Smaers, de heer Vandaele en ikzelf een amendement ingediend om niet de papieren uitstoot, maar de reële uitstoot in rekening te brengen. Hierdoor kunnen we echt aan een ‘ontdieseling’ van ons wagenpark werken.
Als ik het goed heb begrepen, is de overgangsperiode ondertussen afgelopen. De minister heeft een nieuwe app laten ontwikkelen en is een promotiecampagne gestart om de nieuwe consumenten van de nieuwe regeling op de hoogte te brengen. De bedoeling is dat ze in hun aankoopgedrag maximaal voor zuinige, schone wagens zullen kiezen en dat we op die manier werk kunnen maken van een vergroening van het wagenpark.
Het is spijtig dat de leasewagens niet onder ons decreet vallen. Volgens de bijzondere wet kan de BIV voor leasewagens enkel door middel van een samenwerkingsakkoord tussen de gewesten worden aangepast. Aangezien een op vijf verkochte wagens in ons land leasewagens zijn, is het jammer dat deze grote doelgroep ontsnapt aan de groene prikkel die we willen geven.
Minister, ik heb vernomen dat er tot nu toe nog altijd geen samenwerkingsakkoord is gesloten. Wat is de reden hiervan? Kunnen we alsnog een samenwerkingsakkoord verwachten, zodat we de categorie van de leasewagens ook kunnen vergroenen en de mensen die met een leasewagen rijden de juiste prikkels kunnen geven?
Minister Muyters heeft het woord.
Op 12 januari 2011 hebben we met de andere gewesten afspraken gemaakt over alles wat met verkeersfiscaliteit te maken heeft. Er waren vier punten: het wegenvignet, de kilometerheffing voor vrachtwagens, een proefproject in Brussel voor rekeningrijden bij personenwagens, en de vergroening van de verkeersbelasting en de BIV.
We vonden allemaal samen dat de prioriteit het invoeren was van een kilometerheffing voor vrachtwagens. Ik heb begrepen dat er morgen in de commissie Mobiliteit een stand van zaken wordt gegeven over het rekeningrijden en het wegenvignet. Waar we niet toe zijn gekomen, was de vergroening van de BIV. Minister Schauvliege en ikzelf hebben dat in samenwerking met het parlement wel gedaan. U hebt daar actief aan meegewerkt.
Waarom is dat niet voortgezet? Als je met de andere regio’s een samenwerkingsakkoord over BIV wilt sluiten, dan moet elk van die regio’s er een visie over hebben. In onze Belgische regio’s zijn daar vandaag verschillende meningen over. Wij hebben er milieu- en klimaatelementen in gestopt, Wallonië heeft de klassieke vermogens-BIV met een bonus-malus voor klimaat, en Brussel gebruikt alleen het vermogen als basis.
Van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heb ik begrepen dat men in de studiefase zit om die visie verder te ontwikkelen. Daarop is het wachten voor we tot een samenwerkingsakkoord kunnen komen. Gelukkig kan de vergroening toch bij 80 procent van de wagens meespelen in de beslissing die uiteindelijk zal worden genomen.
Minister, ik heb op tv gezien dat u een begenadigd danser bent in de discipline freestyle. Ik had verwacht dat u ook in de paringsdans succes zou kunnen boeken, en ik hoop dat dat alsnog lukt voor een kilometerheffing vrachtverkeer. Ik hoop ook dat u erin kunt slagen met uw Waalse en Brusselse collega stappen vooruit te zetten in de vergroening van de leasewagens, waarvoor een samenwerkingsakkoord nodig is.
Ik weet niet hoelang de studie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest nog zal duren, maar de andere gewesten kunnen zich best spiegelen aan ons systeem dat het beste is van alle gewesten, waar het vermogen van de wagen achterwege wordt gelaten, maar enkel wordt nagegaan wat er uit het pijpje komt, wat er in de lucht wordt geblazen aan broeikasgassen en vervuilende stoffen. Ik hoop dat we in deze legislatuur stappen vooruit kunnen zetten om de nodige vergroening van de vloot van de leasewagens door te voeren.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de minister heeft terecht gewezen op de inspanningen die Vlaanderen heeft geleverd in samenwerking met dit parlement om tot een vergroening van ons wagenpark te komen. Er zijn nog belangrijke inspanningen te leveren. Ik denk aan het verder uitrollen van plannen voor de elektrische wagen, waar zeker een tandje bij kan worden gestoken.
In het Waalse Gewest is er een studie besteld over de mogelijke mechanismen tot een vergroening van het wagenpark. Daarbij wordt letterlijk verwezen naar Vlaanderen als goede voorbeeld. Minister, zijn er op basis van die studie en de resultaten ervan contacten of overleg geweest met Waals minister Antoine om te komen tot het stroomlijnen of het versnellen van de initiatieven die in andere gewesten worden genomen?
De heer Reekmans heeft het woord.
Minister, de heer Martens heeft een punt. Er worden bedrijven gediscrimineerd die vandaag al investeren in de vergroening. De werknemers die moeten betalen, worden benadeeld, maar ook de werkgevers. Ik raad aan om daar dringend werk van te maken omdat dat een vorm is van zuurstof geven aan bedrijven.
Ten tweede: dikwijls zorgt de BIV voor problemen. Onlangs meldde ik u in de wandelgangen hoe het met mijn inschrijvingen is gegaan. De kostprijs van de P-plaat is vijf keer zo hoog als die van een gewone plaat. Bovendien betaalde ik drie verschillende bedragen voor de inschrijving van drie identieke bedrijfswagens. Ik bezorg u die informatie. Bedrijven mogen er toch van uitgaan dat de administratie de juiste bedragen aanrekent? Men moet dan bezwaarschriften indienen. Ik denk niet dat het om alleenstaande gevallen gaat, want dat is me in het tijdsbestek van één maand twee keer ter ore gekomen.
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, wij hebben in 2011 en 2012 meegewerkt aan de vergroening van de BIV. Die is er in 2012 gekomen. In het regeerakkoord en in uw beleidsnota staat heel duidelijk dat de vergroening van de verkeersbelasting een prioritair aandachtspunt in het beleid van de Vlaamse Regering is. De BIV is er. De jaarlijkse verkeersbelasting zou volgen, maar ten gevolge van het politiek akkoord met de federale overheid en de andere gewesten is gezegd dat wij zouden werken aan een wegenvignet waarin een vergroende jaarlijkse verkeersbelasting zou worden meegenomen. De kilometerheffing is in de maak, maar de BIV voor leasewagens is nog een punt dat nog moet worden uitgevoerd. Als ik me niet vergis, was dat een zaak die in dat akkoord is opgenomen. Ik vraag u dus om dat punt te blijven agenderen op het overleg, en te zorgen voor een gewestoverschrijdende realisatie.
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de heer Martens heeft gelijk: er moet spoedig werk worden gemaakt van dit intergewestelijk samenwerkingsakkoord. Wanneer wordt de vernieuwde jaarlijkse verkeersbelasting bekendgemaakt? U had aangekondigd dat dit nog deze legislatuur zou gebeuren. Er resten ons niet veel maanden meer. De tijd dringt. Komt het er nog van, of wordt het, zoals zo veel zaken met deze Vlaamse Regering, iets voor de volgende regering?
Mijnheer Martens, in dit geval is het niet ‘it takes two to tango’, maar ‘it takes three to tango’. Wij moeten met drie partijen tot een overeenkomst komen. Maar wanneer een van de partijen eerst nog een studie wil uitvoeren en analyseren vooraleer een standpunt kan worden ingenomen, dan moeten wij daarmee rekening houden.
Mijnheer De Bruyn, ik ben erg blij dat minister André Antoine initiatieven neemt die ook aansluiten bij ons standpunt over de BIV. Dat verbaast mij niet, want onze contacten verlopen zeer voorspoedig. Onlangs nog hebben wij de controle op de verkeersbelasting en de BIV in Vlaanderen samen bekeken, inclusief de scanning. Hij was daar erg positief over en zal gelijkaardige initiatieven voor Wallonië nemen. Ik vertrouw erop dat er een convergentie zal gebeuren. Tot vandaag is dat niet zo.
Een ernstige hervorming kan maar wanneer men zelf int. Wallonië int pas sinds 1 januari de verkeersbelasting en de BIV. Brussel doet dat nog niet. Men kan moeilijk aan de federale overheid vragen een moeilijkere aanpak uit te voeren. Mevrouw Smaers, de federale overheid is bij die samenwerkingsovereenkomst niet betrokken; dat is een zaak van de drie gewesten. De vergroening van de verkeersbelasting moeten wij samen bekijken. Wij moeten het geheel bekijken. Er is ook afgesproken dat er geen belastingverhoging voor de Vlamingen zou komen. Een vergroening van de verkeersbelasting invoeren zonder dat de inkomsten verhogen, en nadien een wegenvignet invoeren, op basis van een afspraak met de andere gewesten, zou niet goed zijn. Eerst moeten de afspraken over het wegenvignet worden gerealiseerd.
Morgen wordt in de commissie daarover een stand van zaken meegedeeld. Nadien kan de verkeersbelasting worden hervormd.
Die twee moeten samen gebeuren als we de belasting niet willen verhogen.
Mijnheer Reekmans, u spreekt over discriminatie. Ik hoor vandaag niets anders dan lof over de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL). Natuurlijk kunnen er altijd fouten gebeuren, ik ben de laatste om dat te ontkennen. VLABEL heeft altijd al een zeer goede klachtenbehandeling gehad. Op dat punt kregen ze in het verleden altijd al goede punten van de ombudsman. Ik hoop dat u dat ook zult mogen ondervinden. Ik wou dat u geen klacht had, maar als dat dan toch het geval is, wens ik dat ze goed behandeld wordt. Ik zou graag hebben dat u ze overmaakt. Ik zal het zeker met VLABEL opnemen.
De BIV kan niet verschillen voor identieke wagens. Als er op een of andere manier toch een verschil bestaat tussen wagens, kan dat wel. Een klein verschil kan al een andere BIV geven.
Als de andere collega’s klaar zijn om hun visie te ontwikkelen, ben ik natuurlijk bereid om daarover te praten. Ik heb niet liever dan dat we morgen die maatregel al kunnen toepassen. De maatregel bestaat al als BIV, ook voor ondernemingen. Ondernemingen zijn niet uitgesloten. De ondernemingen met leasewagens zijn uitgesloten. Ik ben vragende partij om ons BIV-systeem, onze filosofie op basis van klimaat- en milieuaspecten morgen uit te breiden naar de leasewagens. Als zich daar enige kans voordoet, zal ik dat in het overleg met de collega’s onmiddellijk aangrijpen.
Minister, u hebt gelijk, het slaat niet op alle bedrijfswagens. Gewone bedrijfswagens aangehouden door vennootschappen hier, vallen onder onze BIV. Alleen voor de leasewagens aangehouden door leasefirma’s is een samenwerkingsakkoord nodig.
De heer Reekmans heeft gelijk: we moeten voorkomen dat er tussen verschillende regimes geshopt wordt. Een bedrijf zou kunnen kiezen voor een leasefirma om daarmee te ontsnappen aan de groene prikkels. Dat is geen verstandige zaak.
Ik hoop, minister, dat de ‘ménage à trois’ snel tot een mooi kindje leidt en dat het op het onze gaat lijken, met andere woorden: een gezond, milieuvriendelijk kindje. (Opmerkingen. Gelach)
Ik heb het natuurlijk over ons systeem. Dat kan wel degelijk leiden tot de vergroening van het wagenpark.
De actuele vraag is afgehandeld.