Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de uitgestelde doorrekening van de kosten voor de groenestroomcertificaten, naar aanleiding van het bekend raken van een SERV-studie ter zake
Actuele vraag over de uitgestelde doorrekening van de kosten voor de groenestroomcertificaten, naar aanleiding van het bekend raken van een SERV-studie ter zake
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Smet.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister, wens eerst en vooral minister Van den Bossche van mijnentwege een spoedig herstel toe. We missen haar hier nu al. Nu zal ik proberen een ingewikkeld dossier in mensentaal samen te vatten, zodat ook u het verstaat. (Gelach)
Voelt u zich wel goed?
Neen, ik voel me beter. (Gelach)
In ons land wordt op twee manieren energie opgewekt: langs de klassieke weg, met de klassieke energiecentrales, en langs de alternatieve weg, via de zogenaamde groenestroomopwekking. Mijn voorganger, de heer Freddy Van Gaever, noemde groene energie alternatief, goedbedoeld breigoed dat niet kostendekkend is. Op een of andere manier moet dat worden gefinancierd. Vandaag gebeurt dat met zogenaamde groenestroomcertificaten. Tot op heden worden de kosten van de subsidiëring niet volledig aan de consument – de burger en de bedrijven – aangerekend. De SERV heeft nu vastgesteld dat de uitgestelde factuur van die subsidies misschien wel 2 miljard euro zou kunnen bedragen. Dat betekent dat op het moment dat de kosten gerecupereerd moeten worden, de bedrijven en de gezinnen ten minste 2 miljard euro zullen moeten ophoesten. Dat betekent ook dat in de loop van de volgende legislatuur de prijs van de elektriciteitsrekeningen aanzienlijk zal toenemen. Houdt uw regering daar rekening mee, minister?
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het probleem is al goed geschetst. Ik wil wel benadrukken dat volgens het rapport van de SERV de kostprijs van de groenestroomcertificaten 2 miljard euro bedraagt. Die kosten kunnen vandaag niet worden verrekend in de elektriciteitsfacturen omdat de tarieven werden bevroren. Dat neemt niet weg dat het een bijzonder ernstig probleem is. Mijn fractie heeft daarover al herhaaldelijk aan de alarmbel getrokken. Veel energiespecialisten maar ook organisaties zoals de SERV en de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) doen dat. Wat is het standpunt dat de Vlaamse Regering op het overlegcomité met de SERV zal innemen? De vraag is eenvoudig: zal de Vlaamse Regering haar standpunt over de doorrekening van de kosten wijzigen? Zal zij de kosten doorrekenen aan de energieconsument, en zo ja, wanneer?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik ben ook wat in de war nu ik hier tegenover de minister van Onderwijs sta.
Minister, kort gesteld: de Vlaamse Regering schuift de investeringskosten voor groene stroom door naar de toekomstige energiefactuur van mensen en bedrijven. Dat stelt de SERV. Er is wat discussie over het precieze cijfer, maar de SERV heeft al meermaals op het probleem gewezen.
Er is iets eigenaardigs aan de gang. Enerzijds is er het Vlaamse beleid, dat stelt dat groene-investeringskosten worden verrekend in de energiefactuur – onder meer via de nettarieven –, maar op het federale niveau bevriest men de nettarieven. Het is een totaal tegenstrijdig beleid, en in de twee gevallen gaat het om een beleid waarvoor een socialistisch minister bevoegd is.
De SERV besluit dat het debat over de verkiezingen van 2014 heen wordt getild. Klopt dat? Gaan uw collega’s op Vlaams en federaal niveau nog voor die verkiezingen maatregelen treffen?
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, gisteren plaatste de SERV een bericht op zijn website om te zeggen dat de cijfers die in de media zijn opgedoken, voorlopige berekeningen zijn waarop geen verdere commentaar zal worden gegeven. Navraag leert dat deze berekeningen niet zijn gevalideerd door de partners van de SERV, omdat er twijfels zijn over de betrouwbaarheid. Ik kan mij daar dan ook niet verder over uitspreken. Niemand – en ook u niet, veronderstel ik – heeft de berekeningen kunnen inkijken.
Los daarvan is het natuurlijk niet nieuw dat de ondersteuning van de productie van groene stroom een kost heeft die wordt doorgerekend in de elektriciteitsfactuur van bedrijven en gezinnen. Net omdat die kost onnodig hoog aan het oplopen was, hebben de regering en het parlement het hele systeem anderhalf jaar geleden grondig hervormd. De essentie van die hervorming was zo veel mogelijk groene stroom tegen een zo laag mogelijke maatschappelijke kost.
Het resultaat is dat er voortaan veel minder certificaten worden toegekend, die moeten worden doorgerekend aan de consument. Met andere woorden, de door te rekenen kost daalt. Ik weet niet of de SERV daar in zijn voorlopige berekeningen rekening mee heeft gehouden. Anderzijds heeft de regering de netbeheerders gevraagd een bepaald aantal certificaten voorlopig uit de markt te houden en die pas opnieuw in het systeem te brengen naarmate er een marge komt. Daarvoor plant de regering een vergoeding vanuit de begroting.
Daarnaast zijn de doelstellingen voor groene stroom en dus het aantal in te leveren certificaten opgetrokken. Dat is wat de Vlaamse Regering binnen haar huidige bevoegdheden kon doen.
Voor de distributienettarieven worden we pas volgend jaar op 1 juli bevoegd. De kritiek dat we niets doen, snijdt dus geen hout, want we zijn niet bevoegd. Minister Van den Bossche doet er alles aan om die bevoegdheidsoverdracht grondig voor te bereiden, zodat de volgende regering snel beslissingen kan nemen over de tarieven, en heeft de VREG in dat kader overigens drie bijkomende voltijdsequivalenten toegekend.
Minister Van den Bossche is er voorstander van om een deel van de kost van de groene stroom op de begroting te nemen, naar het voorbeeld van het ondersteuningsmechanisme voor groene warmte dat met overheidsgeld wordt gefinancierd. Maar het komt de volgende Vlaamse meerderheid toe – dat is niet meer dan normaal en dat hebben we afgesproken voor alle bevoegdheden die zullen overkomen – de keuzes ten gronde te maken over de toekomst van de distributienettarieven.
Kameraad Smet, in de SERV zitten niet alleen patroons, maar ook vakbondsafgevaardigden. Als die mensen een signaal uitsturen, wil ik dat dat signaal ernstig wordt genomen. Het gaat niet over 1, 10 of 100 miljoen euro meer of minder, het gaat over het feit dat er een uitstaande factuur is die vroeg of laat aan de consument zal worden aangerekend. Zowel de werkgevers als de werknemers maken zich daar zorgen over, en terecht. De vraag die wij u stellen, is: hoe gaat u met die uitgestelde factuur om? Daar hebt u geen antwoord op gegeven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, in uw antwoord hebt u verwezen naar de aanpassing van het steunmechanisme in 2012. Die aanpassing is te laat gekomen, en heeft ook onvoldoende impact. Ik twijfel niet aan de berekeningen van de SERV. Ze hebben een erg grote competentie, ze weten waarover ze spreken. Voor ze zo’n cijfer neerpennen in een rapport, zullen ze daar wel meer dan een keer over hebben nagedacht.
Die 2 miljard euro die daar momenteel staat, zijn kosten van het huidige systeem die wachten om te worden doorgerekend. U zegt dat dat momenteel niet kan in de facturen, dus moet het worden bijgehouden. Minister, denkt u dat dat gratis is? De intresten voor die kosten lopen natuurlijk ook verder op bij de distributienetbeheerders. Wij hebben daarover al de alarmbel geluid. Alleen kunnen ze dat niet zo luid zeggen aangezien hun voogdijminister de minister voor Energie is.
De vraag is heel helder. Het antwoord op het wanneer kennen we al: na de verkiezingen, want dat is gemakkelijk. Maar wie zal deze kosten betalen? De energieverbruiker op zijn energiefactuur of zal de minister ruimte vinden in haar middelen?
Minister, u zegt dat de kritiek van de SERV geen hout snijdt. Wel, de stelling dat Vlaanderen niet bevoegd is, die snijdt geen hout. Wat kan er gebeuren? Minister Van den Bossche kan een deel van de investeringen in groene stroom uit de energiefactuur halen. Dat is een duidelijke maatregel die ze kan nemen. Dan zult u naar de algemene middelen moeten kijken, naar alternatieve financieringspistes, maar het is onmogelijk al die investeringen in groene stroom verder door te rekenen in de energiefactuur.
Minister, u zou ook de groenestroomdoelstellingen kunnen verhogen. Het ironische is net dat we ten gevolge van een te late groenestroomdoelstelling momenteel met dit probleem worden geconfronteerd.
Binnenkort zijn we zelf bevoegd voor de nettarieven. De kritiek van de VREG luidde nu net dat we ons onvoldoende op die overheveling voorbereiden. Indien we alles even overschouwen, blijkt dat we in Vlaanderen de kop in het zand steken.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, de Vlaamse overheid kan heel wat doen om de prijs te drukken. Dat is ook gebeurd. We hebben de opkoopverplichting voor leveranciers opgetrokken. We hebben de steun voor nieuwe installaties verminderd. Die steun ligt nu lager omdat er minder steun nodig is om rendabel te worden. De certificaten voor de bestaande installaties zijn in de tijd beperkt.
Dat zijn allemaal toekomstgerichte maatregelen. Wat het verleden betreft, is het volgens mij moeilijk het Vlaamse Gewest te verwijten dat de tarieven kunstmatig laag worden gehouden. Dat is wat letterlijk in De Tijd is verschenen. De Vlaamse overheid is hiervoor niet bevoegd. Vooralsnog is de federale overheid en, meer bepaald, de CREG hiervoor bevoegd. De netbeheerders moeten bij de CREG tariefvoorstellen indienen. De CREG beslist vervolgens die voorstellen te aanvaarden of te verwerpen.
De CREG laat zich trouwens door de federale overheid niets opspelden. De CREG voelt zich onafhankelijk. Elke poging van de federale overheid om in de tariefmethodologie of -structuur in te grijpen, is door de CREG met succes voor een rechtbank aangevochten. De CREG vindt dit een eigen bevoegdheid als regulator.
Het is de verantwoordelijkheid van de CREG de tarieven tot na de overheveling van de bevoegdheid naar de gewesten te bevriezen. We moeten het Vlaamse Gewest niet onverdiend stenen toewerpen. Het Vlaamse Gewest heeft alle mogelijke inspanningen geleverd om de tarieven in de toekomst zo beperkt mogelijk te houden. (Applaus bij sp.a)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Zoals de heer Martens al heeft opgemerkt, is er een oplossing voor de toekomst. Het decreet van 2012 werkt de oversubsidiëring uit het verleden weg. Ondertussen slepen we natuurlijk nog vele jaren de oversubsidiëring in 2010, 2011 en 2012 met ons mee.
Op verzoek van een federaal minister zijn de tarieven bevroren. In feite zou de Vlaamse minister van Onderwijs hier niet moeten staan. De Vlaamse minister van Energie zou hier misschien ook niet moeten staan. De federale minister van Economie zou hier deze actuele vraag moeten beantwoorden.
Ten gevolge van de tariefbevriezing kunnen de werkelijke kosten niet worden doorgerekend. Bovendien blijven honderdduizenden gezinnen hierdoor verstoken van de korting op de aardgasfactuur. Daar liggen de werkelijke kosten momenteel immers lager. De tariefverlaging zorgt ervoor dat de kosten voor groene stroom geparkeerd blijven en dat honderdduizenden gezinnen hun aardgasfactuur niet zien dalen.
Minister, u hebt daarnet iets heel interessants gezegd. U hebt verklaard dat een gedeelte van de groenestroomfactuur uit de algemene middelen zou worden gefinancierd. Dat is een nieuw voorstel. Ik heb dat minister Van den Bossche nooit horen zeggen. Ik ben heel benieuwd hoe dat zal worden gefinancierd. Zult u een deeltje van de onderwijsbegroting ter beschikking stellen van de minister van Energie? Zult u een gedeelte van de factuur op die manier financieren? U hebt hier immers nieuw beleid aangekondigd.
Mijnheer Bothuyne, ik weet niet of uw fractie u zal steunen. Ik weet niet of het officieel standpunt van CD&V luidt dat we op de onderwijsbegroting zullen besparen. Dat is nieuw. (Opmerkingen van de heer Robrecht Bothuyne)
Mijnheer Bothuyne, ik neem aan dat u hier een hyperpersoonlijk standpunt naar voren hebt gebracht.
Minister, de vraag is wat uw standpunt is.
Mijnheer Bothuyne, ik wil heel duidelijk stellen dat ik hiermee niet akkoord ga. Sommigen hebben de afgelopen jaren getracht op het onderwijs te besparen. We hebben dat steeds tegengehouden. We hebben zelf 1,8 miljard euro meer aan het onderwijs kunnen geven. Indien dit uw standpunt is, wens ik u veel geluk.
Minister, kunt u alstublieft mijn vraag beantwoorden?
Ik wil even herhalen dat de SERV duidelijk heeft vermeld dat het om voorlopige cijfers gaat. Er zijn vragen over de betrouwbaarheid. We moeten dus enige voorzichtigheid aan de dag leggen alvorens hier conclusies uit te trekken.
Mevrouw De Knop, het mechanisme is hervormd. Het is geen kwestie van uitstel. Om dit te kunnen regelen, moeten we echter eerst bevoegd zijn. We zijn op dit ogenblik nog niet bevoegd.
Ik heb duidelijk gezegd wat de sp.a hiervan vindt. Wij vinden dat een gedeelte van de kosten uit de factuur moet worden gehaald en dat een gedeelte van de kosten uit de algemene begroting moet komen. We kunnen dit enkel regelen op het ogenblik dat de Vlaamse overheid hiervoor bevoegd wordt. Dat is momenteel nog niet het geval.
Tot slot, minister Van den Bossche is die bevoegdheidsoverdracht wel degelijk goed aan het voorbereiden. Getuige daarvan: ze heeft middelen vrijgemaakt voor drie voltijdsequivalenten bij de VREG.
De Vlaamse Regering doet wat ze kan. Het debat is voor de volgende regering, dat geldt voor alle bevoegdheden die zullen overkomen. Ik dacht dat iedereen het erover eens was dat dit ook de meest eerlijke aanpak is.
Uw discours deed me deugd, mijnheer Martens. Bij tijd en wijle voelde ik aan dat u een nationalist aan het worden was. Het applaus dat u ten deel viel van uw fractie bewijst dat er nog nationalistische socialisten bestaan in deze wereld. (Rumoer. Gelach)
Maar dat belet niet dat zelfs die nationalistische socialisten een factuur doorschuiven naar de consument, en daarvoor zullen ze u in het kieshokje te gepasten tijde belonen of bestraffen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, het is ontroerend hoe u het federale beleid finaal nog verantwoordelijk wilt stellen voor het falende energiebeleid, het falende ondersteuningsbeleid op het vlak van groene stroom, in Vlaanderen. De waarheid is dat de minister al had kunnen klaarstaan met een tariefmethodologie. Verder hoeft ze helemaal niet te wachten op de overdracht van bevoegdheden om nu te beslissen om een groter aandeel in de begroting te nemen en te stoppen met deze kosten door te rekenen in de facturen nu of later. Dit is een tikkende financiële tijdbom onder de Vlaamse Regering die ze enkel kan afzetten als ze de moed heeft om die middelen op haar eigen begroting in te schrijven. Dat wilt u niet of durft u niet omdat u dan toegeeft dat dit beleid heeft gefaald. En het heeft gefaald.
Minister, u hebt enkele foutjes gemaakt in uw discours. Ik neem u dat niet kwalijk, want het is uw bevoegdheid niet en het is heel technisch.
Welke fouten?
U zei dat we niet bevoegd zijn om de kosten voor groene stroom uit de energiefacturen te houden. Dat kunnen we vandaag al perfect regelen.
Ik geloof dat we hierin bondgenoten zijn: we moeten meer groene energie produceren. De overgang van het fossiele naar het hernieuwbare energietijdperk vergt nu eenmaal investeringen. Er gaan nog altijd meer subsidies naar de fossiele brandstoffen dan naar groene brandstoffen. We moeten daarvan af. We zijn voor groene energie, maar we moeten wel durven te praten over de financiering van die sector. Nogmaals, we mogen onze kop niet in het zand steken en dat gebeurt vandaag, zowel federaal als regionaal, veel te veel.
De actuele vragen zijn afgehandeld.