Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de resultaten van de haalbaarheidsstudie voor het nieuwe nationale voetbalstadion in Grimbergen
Actuele vraag over de resultaten van de haalbaarheidsstudie voor het nieuwe nationale voetbalstadion in Grimbergen
Verslag
Minister-president Peeters is momenteel op buitenlandse zending. Het antwoord wordt gegeven door minister Muyters.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister, u kent ons standpunt over de komst van een nieuw nationaal voetbalstadion. Daar hebben we niets op tegen.
We hebben echter grote bedenkingen bij de plaats waar het wordt gebouwd. Wij staan eigenlijk achter het standpunt van de Brusselse Regering van 2008, die stelde dat het beter in Schaarbeek-Vorming zou komen. Het zou dan ook een standsontwikkelingsproject zijn om u tegen te zeggen.
Maar goed, half september hebben de verschillende overheden een principeovereenkomst gesloten dat het stadion op Parking C zou moeten komen. De Vlaamse Regering heeft daar toch wel een straf addendum aan toegevoegd met een aantal voorwaarden, waarop ik nu niet zal ingaan. Een van de eerste stappen richting het al dan niet definitief goedkeuren was de financiële haalbaarheidsstudie, die inderdaad eind deze maand bekendgemaakt moest worden.
Wij hebben sinds maandag vruchteloos gepoogd, minister, om die studie te pakken te krijgen. Ik heb gebeld naar het kabinet van de minister-president en gemaild naar de betrokkenen, maar tot op vandaag heb ik nog altijd geen antwoord gekregen. Uit de lekken die er geweest zijn, blijkt dat geen van de verschillende scenario’s, van het goedkoopste tot het duurste, met of zonder piste, met of zonder uitschuifbaar dak, zou kunnen zonder financiële bijdrage van welke overheid dan ook.
De Vlaamse Regering heeft altijd gezegd, dacht ik, dat de privésector het zou moeten doen en dat de Vlaamse overheid daar niet financieel aan zou bijdragen. De vraag is: wat is een ‘bijdrage’? Men kan de infrastructuur aanleggen, de grond gratis ter beschikking stellen, waarbij we weten dat de grond eigendom is van de stad Brussel, en dergelijke. Wat is in feite een ‘financiële bijdrage'?
Minister, waarom krijgen wij die studie niet? Kloppen de conclusies van de studie-Deloitte, waarin wordt gesteld dat dit project zelfs in zijn goedkoopste vorm onmogelijk is zonder overheidssteun? Wat is de reactie van de Vlaamse Regering daarop?
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik bouw erop voort. Volgens de lekken in de krant is zo’n stadion quasi onbetaalbaar, zeker als er een atletiekpiste rond zou moeten komen. Dat is een beetje een pijnlijke vaststelling. We moeten ons afvragen wat de rol is van de overheid, zeker wat het financiële aspect betreft.
Ik maak de koppeling naar het vorige vrijdag op de ministerraad goedgekeurde subsidiereglement en de bijbehorende oproep, waarbij u bovenlokale sportinfrastructuur wilt ondersteunen. U hebt daar ook een budget van 10 miljoen euro voor uitgetrokken. Ik dacht dat het in eerste instantie gericht was op grote zwembaden, een schaatspiste en dat soort dingen, maar het zou ook kunnen worden ingezet voor voetbalstadions, denk ik.
Gelet op de financiële perikelen die het stadion heeft, en gelet op het feit dat vooral Anderlecht een voetbalstadion wil op een andere plaats dan vandaag, zou ik graag vernemen wat uw visie is op dat dossier. Meent u dat de Vlaamse overheid daar een financiële bijdrage toe kan leveren?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, eind september heeft de Vlaamse Regering de intentieverklaring tot de bouw van een nieuw stadion ondertekend en heeft daar een aantal belangrijke voorwaarden aan toegevoegd, in het bijzonder op het vlak van mobiliteit, veiligheid en financiële haalbaarheid. Daar is die fameuze studie uit voortgevloeid.
Uit die studie zijn nu een aantal – al dan niet gerichte – lekken gekomen. Kloppen die lekken? Kunnen wij al informatie krijgen over wat er in de studie staat? Blijkbaar is er ook overleg met andere regeringen van dit land over dit dossier. Wat vraagt men aan de Vlaamse Regering? Gaat het om een financiële inspanning? Zijn er andere vragen?
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, in september heeft de minister-president vanuit China een intentieverklaring getekend, weliswaar met een aantal voorwaarden eraan verbonden. Een van die voorwaarden was dat er geen subsidies zouden komen. Een andere was dat er ook een atletiekpiste zou zijn. Uit de studie zou nu echter blijken dat die atletiekpiste niet zo evident is, ook op financieel vlak.
Het is duidelijk dat wij vergunningen zullen moeten leveren als de werken van start gaan, want het is Vlaams grondgebied, en er is ook de mobiliteitskwestie.
Uit de studie blijkt ook dat zo’n stadion financieel moeilijk haalbaar is als de gewesten niet tot een akkoord komen om daar ook een aantal zaken te doen. De vraag is of dat puur financieel moet zijn, dan wel onder een andere vorm.
Zijn er vandaag contacten met het andere betrokken gewest, namelijk het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest? In welke mate schieten die op? Blijft u bij het standpunt dat de Vlaamse Regering geen middelen ter beschikking kan stellen voor een nationaal stadion, niettegenstaande uit de studie zou blijken dat het anders moeilijk haalbaar is? (Applaus bij Open Vld)
Minister Muyters heeft het woord.
Collega’s, de studie van Deloitte & Touche is niet onze eigendom. Wij zijn ook geen initiatiefnemer voor de studie. Ik veronderstel dat u bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) zult moeten aankloppen om de studie op te vragen.
Wij hebben vrijdag akte genomen van het feit dat de initiatiefnemer zegt dat het volgens hen financieel alleen haalbaar is als het een stadion wordt zonder dak en zonder piste. Dat concluderen zij uit de studie.
Wij hebben vrijdag ook zes standpunten ingenomen. Ten eerste blijven wij bij het standpunt dat wij vanuit Vlaanderen geen financiële inbreng doen. Ten tweede moet erop gelet worden dat steun aan voetbalstadions aan Europese staatssteunregels moet voldoen. Ten derde verwachten wij van de Brusselse Regering dat het voorstel dat we dan wellicht ooit zullen krijgen, binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) past, en dat de Brusselse Regering op dat moment ook de juridische procedure tot vernietiging van dat GRUP intrekt. Anders is het ook qua tijd niet haalbaar om het stadion te bouwen.
Ten vierde verwachten wij ook dat Brussel steun en medewerking verleent aan de oplossing voor de ring die wij hebben geformuleerd op het niveau van de Vlaamse Regering. Ten vijfde herhalen wij dat er iets moet gebeuren rond de Memorial Van Damme. We hebben daaraan toegevoegd dat het de bedoeling is dat wij ons kandidaat zouden stellen voor het Europees kampioenschap atletiek 2022, en dat dat ook opgelost moet worden. Ons zesde en laatste punt is een akkoord over de veiligheid.
Die punten zijn maandag besproken met de anderen, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de atletiek, Anderlecht, de Koninklijke Belgische Voetbalbond. Het resultaat is dat er drie werkgroepen worden opgericht. Een eerste zal de financierbaarheid onderzoeken. Een tweede zal samen met de atletiekbond een oplossing zoeken voor de atletiek. Het zou bijvoorbeeld een optie kunnen zijn om het Koning Boudewijnstadion te houden tot 2023, maar misschien zijn er ook andere mogelijkheden. Een derde zal ervoor zorgen dat de overheden samenkomen om na te gaan welke de problemen met mobiliteit, veiligheid en vergunningen zijn, zonder al concreet een dossier te hebben. Ik heb het hier vorige keer ook al gezegd: ik ben voor elke investering in Vlaanderen, zeker ook voor voetbalstadions, maar het moet volgens de regels van de kunst. Ik kan moeilijk zeggen dat er geen milieueffectenrapport moet worden gemaakt, of geen mobiliteitseffectenrapport. Ik heb ook niet gehoord dat iemand dat zou hebben gevraagd.
Mijnheer Caron, in de oproep rond de bovenlokale infrastructuur staat uitdrukkelijk: “Projecten met betrekking tot voetbalstadions komen niet in aanmerking gezien de recente projectoproep hieromtrent.” U weet dat er een projectoproep rond voetbalstadions is gestart. Er is 8 miljoen euro voor. Er zijn een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Ik ga ze niet opsommen, maar een ervan is de sociale doelstelling want anders kan er voor Europa geen steun worden gegeven. Ik noem er nog twee andere: in het voetbaljaar 2013-2014 moet je lid zijn van de Vlaamse Voetbalfederatie, en er moet ook een akkoord zijn van de plaatselijke gemeente of stad. Men moet aan die voorwaarden voldoen om een dossier te kunnen indienen, tegen midden januari. Als een voetbalclub uit tweede of eerste klasse, aangesloten bij de Vlaamse Voetbalfederatie, een dossier zou indienen, dan zullen we dat beoordelen, net zoals alle andere dossiers die zouden worden ingediend.
Ik denk dat ik hiermee een duidelijk zicht heb gegeven op het standpunt van de Vlaamse Regering en op de mogelijkheid van ondersteuning die er zijn. Ik denk dat bijvoorbeeld Anderlecht tot op vandaag geen lid is van de Vlaamse Voetbalfederatie. De ploeg die dus vernoemd wordt, voldoet volgens mij niet aan de voorwaarden.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het blijft natuurlijk een beetje in het vage. Het is een dossier dat van in het begin ‘politiek mismeesterd’ is. Nu is er de studie van Deloitte, die zegt dat het eigenlijk financieel niet haalbaar is, zeker niet met een piste, terwijl de Vlaamse Regering ingezet heeft op een stadion met atletiekpiste. Ik neem aan dat u bij uw standpunt blijft dat u geen financiële steun zult geven, maar dan zijn er nog de andere elementen die spelen. Want men had met dit stadion in welke capaciteit dan ook – en nogmaals: wij hebben niets tegen een nationaal voetbalstadion – veel vroeger moeten beginnen en dan had men in Brussel een deftige oplossing gevonden.
Minister, u weet nu al dat het niet past in het GRUP. U hebt natuurlijk gelijk wanneer u zegt dat Brussel langs de ene kant het GRUP aanvecht, maar het aan de andere kant wel wil gebruiken om het er te zetten.
Het voetbalstadion is ook een evenementenstadion. Het moet opbrengen, dat is nogal logisch. Er is ook Uplace en het NEO-project. Samen zullen ze de capaciteit van de uitbreiding van de ring meteen innemen.
Het dossier staat nog nergens, maar ik noteer wel dat de Vlaamse Regering niet bereid is om financieel bij te dragen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij met uw antwoord over de financiële steun en de verschillende lijnen die er zijn.
Ik vind het prioritair dat in Vlaanderen een aantal voetbalstadions aangepast worden, gerenoveerd worden, verbeterd worden en desnoods herbouwd worden, zodat we een Europees niveau kunnen halen. Als we dan toch de ambitie hebben om zowel voor voetbal als atletiek Europese kampioenschappen binnen te halen, dan zullen we goede infrastructuur moeten hebben.
Er wordt geen geld geïnvesteerd in een nationaal stadion, gesteld dat Anderlecht daarom zou vragen. Het zou wel eens kunnen dat de Vlaamse Regering wordt gevraagd wat Vlaanderen kan doen voor een atletiekstadion of voor een multifunctioneel stadion met atletiek als prioritaire sport. Ik ga met u akkoord om in te zetten op atletiek, met inbegrip van Europese kampioenschappen. De Memorial Van Damme is immers de belangrijkste atletiekmeeting van Europa: laten wij daarop inzetten. De andere financieringslijn kan daartoe bijdragen.
De bouw van zo’n stadion kan maar een succes worden als er daarvoor bij de bevolking een draagvlak bestaat. Een belangrijke voorwaarde voor de komst van een voetbalstadion is dat het er alleen maar met privégelden kan komen. Er moeten ook garanties komen voor het voortbestaan van de Memorial Van Damme, die kleur geeft aan de internationale uitstraling van onze regio. Ten derde moet men het fileleed op de ring en het sluipverkeer in de buurt van de ring aanpakken. Niets ondernemen is de beste garantie voor de toename van het fileleed. Dit dossier moet een hefboom worden om de Brusselse Regering te dwingen mee te werken aan de Vlaamse plannen om de ring te optimaliseren.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Op het eerste gezicht lijken uw voorwaarden om mee te werken aan de bouw van een stadion moeilijk verzoenbaar met de elementen die in de studie staan vermeld. Ik denk dat wij zo’n stadion nodig hebben. U bent de minister van Sport van de grootste gemeenschap van dit land. Het moet mogelijk zijn om via contacten en werkgroepen een oplossing uit te werken. Uiteraard zijn wij verantwoordelijk voor de mobiliteit. Het is een moeilijke zaak. De ring is een moeilijk dossier. Vooruitgang is evenwel mogelijk.
Voorts is het ook duidelijk dat er een oplossing moet komen voor de Memorial Van Damme, die bestaansrecht heeft. Mijn vraag is duidelijk: zal de Vlaamse Regering op een constructieve manier meewerken aan de realisatie van dit nationaal voetbalstadion? Zal de Vlaamse Regering bovendien inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat de atletiekpiste voor de Memotrial Van Damme kan worden gerealiseerd? Al op voorhand voorwaarden stellen die een oplossing hypothekeren is zowel warm als koud blazen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Aansluitend bij wat de heer Tommelein zei: de minister heeft duidelijk gezegd dat wij voorstanders zijn van die investeringen in Vlaanderen. Belangrijk om weten is ook dat de Vlaamse Regering haar huiswerk heeft gemaakt. Er zijn voorwaarden gesteld die ervoor moeten zorgen dat een draagvlak kan worden gecreëerd. De heer Van Rompuy had het daarover ook. Ik kan alleen maar stellen dat wij die voorwaarden moeten handhaven, en op basis daarvan de dialoog met de initiatiefnemers moeten voortzetten.
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de vraag naar investeringen van Vlaanderen in een nieuw voetbalstadion dat ook een atletiekpiste herbergt, is groot. Ik denk dus dat Vlaanderen dat moet doen.
Wat mij evenwel bezighoudt, is de vraag wat de Brusselse Regering zal bijdragen. Het is al duidelijk wat het Vlaanderen en eventuele privéinvesteerders zal kosten. Maar wat zal Brussel bijdragen? De heer Van Rompuy wil Brussel dwingen. Met welk bedrag moet Brussel over de brug komen, mijnheer Van Rompuy? Misschien weet u het, minister? Vlaanderen draagt al veel bij voor Brussel. Ik denk dat het logisch is dat ook Brussel zou bijdragen aan de bouw van het stadion.
Minister, ook is er de vraag in welke mate Brussel zal meewerken als het gaat over de mobiliteitsproblematiek in verband hiermee en met alles wat er zal gebeuren in Machelen en Diegem en dergelijke. De vraag hier is dus vooral wat we mogen verwachten van onze partners van andere niveaus.
Mijnheer Reekmans, u zegt dat Vlaanderen een voetbalstadion mét een atletiekpiste moet steunen. Uit die studie van Deloitte blijkt dat Anderlecht niet bereid is te spelen in een voetbalstadion met een atletiekpiste, wat betekent dat de multifunctionaliteit of het veelvuldig gebruik en de financiële draagkracht heel wat kleiner zijn. Daarom zeg ik: we nemen akte van wat initiatiefnemers in dezen naar voren brengen wat de financiële haalbaarheid betreft.
Ik heb bijna iedereen horen zeggen het eens te zijn met de voorwaarden die wij stellen. Mijnheer Van Hauthem, u wijst op de ring en de mobiliteitsproblemen, maar er zal geen stadion komen zonder dat er een mobiliteitseffectenrapport zal zijn, zoals bij andere dergelijke projecten. Mijnheer Tommelein, ik had bijna het gevoel dat u me oproept om toch maar voor dat stadion te gaan, om me vandaag te engageren. Ik engageer me om elke investering in Vlaanderen maximaal te realiseren, maar de voorwaarden zijn de voorwaarden. Europa vraagt een milieueffectenrapport. Er moet een veiligheidsrapport zijn. Mocht Europa dat niet vragen, dan zou iedereen hier me vragen, denk ik, om daar toch voor te zorgen. We moeten dat dus blijven doen.
Ik hoorde daarnet ook iemand zeggen dat dit niet in het GRUP past. Mijnheer Van Hauthem, ik heb nog geen plannen gezien. Ik weet niet of een stadion zonder piste niet binnen de in het GRUP voorziene oppervlakte zou kunnen passen. Laten we dat bekijken als de plannen er zijn. Als het GRUP echter nog moet worden aangepast, en daarna moet de bouwvergunning worden aangevraagd, dan zal het wellicht niet haalbaar zijn om dat stadion tijdig klaar te hebben.
Ik ben blij te horen dat eigenlijk zo goed als iedereen zegt te kunnen leven met de voorwaarden die de Vlaamse Regering naar voren schuift. Men vraagt ons te proberen ervoor te gaan. U mag er zeker van zijn dat ik ga voor elke investering in Vlaanderen die werk met zich mee zal brengen. Dat zal altijd zo zijn. Dit zou ook voor het voetbal een mooier stadion kunnen opleveren, zodat we internationale wedstrijden kunnen spelen. Daar zal ik dus voor gaan, maar binnen de regels die zijn opgelegd. Ik kan daarop geen uitzondering maken voor een voetbalstadion. U zult dat ook niet vragen.
Minister, u moet ook eens goed leren luisteren. Ik heb niet gezegd dat, indien aan de voorwaarden van de Vlaamse Regering zou zijn voldaan, wij dan voorstander zijn van het realiseren van dat project op parking C. Neen, dus. Wij vinden dat het in Schaarbeek-Vorming moet komen. Dat was ook de uitkomst van een studie van 2008 van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Laat daar dus geen onduidelijkheid over bestaan.
Ik heb echter de indruk dat u bent gepakt door dat dossier, in die zin dat er in september hoe dan ook een kandidaatstelling naar de UEFA moest gaan om eventueel Europese wedstrijden te spelen en dat men in Brussel veel te lang heeft getalmd. De minister-president heeft daar dan vanuit China een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Ik zeg nu al dat, als men die voorwaarden ernstig neemt, men nu in feite al moet toegeven dat daar nooit aan kan worden voldaan. De eerste horde is nu nog niet genomen. U heb zelf ingezet op een stadion mét atletiekpiste – en terecht –, maar de haalbaarheidsstudie zegt dat dit niet kan. U kunt dit dus ook niet doen.
De minister-president heeft in de commissie gezegd dat de Vlaamse Regering het GRUP niet zal wijzigen. Ik neem aan dat u ook daarbij blijft.
Minister, het spreekt vanzelf dat voor dergelijke grote ingrepen, of het nu gaat over een voetbalstadion in Brussel of in Brugge, de mobiliteits- en milieufactoren in kaart moeten worden gebracht. Wat ik echter niet fijn vind, is dat een aantal collega’s een politieke koppeling maken tussen het dossier van het voetbalstadion en het dossier van de verbreding van de ring. Dat zal het mobiliteitseffectenrapport wel uitwijzen. Daar zullen we dan lessen uit trekken.
Ik wil nog eens benadrukken dat dit dossier veel ruimer is dan voetbal of speerwerpen. Het is een kans en een hefboom om heel het infrastructuurproject op dat punt van de ring in een stroomversnelling te brengen. Die kans mogen we echt niet laten liggen.
Minister, u wilt tot oplossingen komen. Ik ga ervan uit dat Vlaanderen, waar het bevoegd is en beslissingen kan nemen, volop zijn medewerking zal verlenen. Ik meen te begrijpen dat er werkgroepen worden samengesteld, en dat er nog geen voldongen feiten zijn. Uiteraard brengen een atletiekpiste of een gesloten dak meerkosten mee. Maar het is niet onmogelijk dat die werkgroepen, met de privépartners en met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, tot oplossingen kunnen komen. U hebt een intentieverklaring getekend om daar in 2020 Europees te spelen. We moeten er alles aan doen om dat te realiseren.
De actuele vragen zijn afgehandeld.