Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, ik wil het hebben over het effect van de luchtvervuiling op de gezondheid. Fijn stof is daarbij de grootste boosdoener. Hoe fijner, hoe slechter. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is PM2,5 – fijn stof met een diameter kleiner dan 2,5 micrometer – veruit de belangrijkste verontreinigende stof. Blootstelling hieraan zorgt voor sterfte bij hoge piekmomenten, bijvoorbeeld bij smog, maar ook op langere termijn zijn er effecten. Elke Vlaming zou volgens onderzoek een klein jaar minder leven door het hoge risico op kankers en op long- en hartaandoeningen. Dat bleek ook al uit onderzoek in het kader van het Milieurapport Vlaanderen (MIRA). Er is nu ook een negatief effect geconstateerd op ongeboren foetussen. Dat grootschalige onderzoek wordt gepubliceerd in The Lancet en is al bevestigd door de Universiteit van Limburg.
Minister, de resultaten zijn ronduit verontrustend. Het Europees Milieuagentschap luidt vandaag in de pers opnieuw de alarmklok. Zowat alle stedelingen zouden worden blootgesteld aan te hoge concentraties fijn stof. De trend voor PM2,5 in Vlaanderen voor de periode 2004 tot 2011 was dalend. Het zag er dus goed uit maar sindsdien is er wel een stagnatie. We halen weliswaar de Europese grenswaarden maar die grenswaarde is 2,5 keer soepeler dan de richtwaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie. Feit is dat vandaag alle Vlamingen zijn blootgesteld aan te hoge niveaus fijn stof.
De acties die de regering vooropstelt wat fijn stof betreft, onder meer in het luchtkwaliteitsplan, zitten blijkbaar op schema. Door die nieuwe wetenschappelijke bevindingen lijken extra maatregelen volgens mij niet te vermijden. Minister, hebt u extra maatregelen op het oog?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, u hebt naar een aantal studies verwezen zoals ook naar het rapport van het Europees Milieuagentschap. U zult in dat rapport gelezen hebben dat de problematiek van fijn stof een mondiaal en grensoverschrijdend probleem is. De lucht stopt niet aan de grens.
De afgelopen tien jaren is de uitstoot van fijn stof in Vlaanderen drastisch verminderd. We voldoen aan de Europese norm, aan het opgelegde jaargemiddelde. Ik heb het dan over PM2,5 en PM10. Wij voldoen echter nog niet aan de dagnorm. Voor 1 procent van de Vlamingen overschrijden wij nog altijd de dagnorm die geldt in Europa. Wij moeten dan ook verdere maatregelen nemen.
Die maatregelen zijn opgenomen in het luchtkwaliteitsplan. Daar staan heel concrete maatregelen in zoals de maatregel die we hebben genomen inzake de belasting op de inverkeerstelling (BIV). We zien daar ook al de effecten van. Het wagenpark wordt schoner en properder.
We hebben ook een extra besluit genomen inzake diffuus stof. Het gaat dan over overslagactiviteiten die ook heel wat stof veroorzaken. Tot slot is er een verstrenging van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM).
Ook u en ik kunnen ons steentje bijdragen. Wij nemen met z’n alleen nog veel te vaak de wagen voor korte afstanden. Dat probleem wordt ook aangepakt door minister Crevits. Zij heeft daartoe extra maatregelen aangekondigd.
In Vlaanderen wordt ook nog altijd in open lucht en in het haardvuur gestookt. En ook dat heeft veel effecten. Wij hebben dan de ‘Stook Slim’-campagne gelanceerd om alle Vlamingen erop te wijzen dat zij hun steentje kunnen bijdragen tot een verbeterde luchtkwaliteit.
We hebben dus ons luchtkwaliteitsplan. En intussen hebben een aantal concrete maatregelen ook effect. We blijven dit evalueren. Wanneer blijkt dat er bijkomende maatregelen nodig zijn, dan zullen wij die ook nemen.
Vaak gaat het over heel concrete maatregelen, die natuurlijk ook rechtstreeks ingrijpen op het leven van de Vlaming, zoals ik daarnet al zei. Het gaat over de mobiliteit over een korte afstand, over mobiliteit in het algemeen en ook een aantal andere handelwijzen die wij allemaal hanteren.
Minister, u hebt natuurlijk gelijk als u zegt dat een deel van de verontreiniging ook van over de grens komt, maar u weet dat wij nog altijd meer fijn stof exporteren dan importeren.
Terug naar Europa. Voor PM2,5 halen we inderdaad wel die EU-normen, maar vanuit gezondheidsoogpunt zijn die eigenlijk niet voldoende. Begin dit jaar meldde de Wereldgezondheidsorganisatie op een studiedag – die zelfs hier in Brussel plaatsvond, denk ik – dat de huidige gehanteerde richtwaarde van 10 microgram per kubieke meter eigenlijk nog te hoog is. Het Europese luchtbeleid wordt momenteel herbekeken. We lezen vandaag trouwens dat Europa onder druk van Duitsland de CO2-normen blijkbaar niet strenger zal maken. De verwachting is ook dat men op Europees niveau de normen voor fijn stof al evenmin strenger zal maken, in tegenstelling tot de Verenigde Staten. Daar gaat men in 2020 blijkbaar wel naar een norm van 12 microgram per kubieke meter.
Minister, welk standpunt neemt u in in die discussie over het al dan niet strenger maken van de normen?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, we kennen die mantra ondertussen: we zijn goed bezig in Vlaanderen, de uitstoot van fijn stof of de blootstelling eraan neemt af, er is een luchtkwaliteitsplan. De waarheid is – en de heer Vandaele heeft er daarnet naar verwezen – dat in 2011 de uitstoot en de blootstelling opnieuw zijn gestegen. We weten ook dat vandaag die normen en uw luchtkwaliteitsplan niet voldoen. De waarheid is dat, zelfs als de doelstellingen van Vlaanderen in Actie (ViA) worden gehaald, er nog altijd Vlamingen vroegtijdig zullen sterven door de blootstelling aan fijn stof. Dat is de realiteit. De vraag die de heer Vandaele, ikzelf en naar ik veronderstel heel wat collega’s in dit parlement willen stellen is: wat zult u daarmee doen? De wetenschappelijke informatie waaruit blijkt dat we vandaag in Vlaanderen onvoldoende beleid voeren, wordt gigantisch. De wetenschappers zeggen dat zelf. Wat zult u daarmee doen? Blijft u gewoon bij het oude of neemt u extra maatregelen?
De heer Sauwens heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, men kan niet ontkennen dat Vlaanderen heel veel doet op het terrein waarop het kan functioneren, zoals de industrie enzovoort. Er zijn zeer strikte maatregelen en we boeken winst, maar ondertussen wegen de externe effecten van de luchtverontreiniging, en van fijn stof in het bijzonder, toch wel zeer zwaar. We weten allemaal dat een van de redenen is dat ons dichtbevolkte land het land is met de meeste dieselrijders. In het verleden heeft de federale overheid immers blijkbaar de dieselwagen gepromoot. De vraag is in welke mate we de kwaal niet aan de bron kunnen aanpakken, door ervoor te zorgen dat rijden met benzine en andere, meer milieuvriendelijke brandstoffen wordt gepromoot. Ik zeg niet dat mensen die met dieselwagens rijden, nu fiscaal moeten worden bestraft. Ze hebben dat vanwege de kostprijs gedaan. Dat is heel begrijpelijk. Het is echter duidelijk dat we op dat punt een zekere koerswending moeten voorbereiden.
Minister, is dit ooit ter sprake gekomen binnen het interministerieel overleg tussen de minister van Leefmilieu? Ik meen immers dat op dat punt de grootste winsten te boeken zijn. Dat blijkt uit alle studies.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, studies tonen nogmaals aan dat het huidige luchtkwaliteitsplan onvoldoende is. Extra maatregelen dringen zich dus op. Het luchtkwaliteitsplan moet af en toe wat worden bijgeschaafd. Dat dit mogelijk is, en dat er mogelijkheden zijn om extra maatregelen te nemen die doeltreffend zijn, blijkt uit het duurzaamheidsrapport van de Antwerpse haven. De hoeveelheid fijn stof is daar met 25 procent teruggedrongen door het gebruik van compressed natural gas (CNG) voor vrachtwagens en liquid natural gas (LNG) voor schepen. Ik kan dus meteen ingaan op de vraag van de heer Sauwens. Minister, ik wil niet dat we steeds opnieuw de burger negatief benaderen door maatregelen met betrekking tot de belasting op de inverkeerstelling (BIV). Ik wil dat we positieve initiatieven nemen om CNG en LNG te promoten. Die veroorzaken absoluut geen CO2 en zijn ook veel schoner dan alle andere brandstoffen. Die vraag komt niet alleen van mij: heel veel collega’s in dit halfrond hebben daarvoor gepleit, maar blijkbaar blijft deze regering daar doof voor. Ze zet alleen maar in op elektrische wagens.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik kan me volledig vinden in de kritiek van de collega’s dat er extra maatregelen moeten worden genomen. Voor de zoveelste keer op rij tikt Europa ons op te vingers. Het klopt, minister, dat de waarden verbeterd zijn tegenover vroeger, maar er moet nog een tandje bij worden gestoken. Dat wil ik benadrukken.
Ik verwijs naar het verslag van de commissie van 25 maart 2011. Toen spraken we ook over de Europese Commissie en overschrijdingen. Minister, u kondigde toen bijkomende meetpunten voor fijn stof aan. Waar bevinden die meetpunten zich? Zijn ze mooi verspreid over Vlaanderen?
De heer Martens heeft het woord.
We hebben dit onderwerp al uitvoerig besproken in de commissie. Er duiken altijd nieuwe mogelijkheden op: het bevorderen van elektrische wagens en wagens op aardgas. Die brengen heel wat minder fijn stof met zich mee, elektrische wagens helemaal niets, wagens op aardgas heel weinig. We hebben een eerste goede stap gezet met de BIV. We hebben via een amendement de dieselwagens ontmoedigd en de benzinewagens en schonere wagens aangemoedigd. We moeten op dat elan verder gaan. Er moeten ook tankstations komen die aardgas aanbieden en dergelijke.
Minister, we moeten ons beleidsplan ‘intensieve veehouderij’ herzien want ammoniak is een belangrijke precursor voor fijn stof en een grote bron van de fijnstofvervuiling.
Collega’s, het is opmerkelijk dat sommigen laten uitschijnen dat er weinig gebeurt en dat het beleid faalt, en intussen positieve voorbeelden geven. Mevrouw Van den Eynde, u haalt zelf voorbeelden aan van het luchtkwaliteitsplan. We zetten in op de havens, op de haven van Antwerpen. Daar hebben we een daling van 25 procent. U spreekt zichzelf helemaal tegen!
Mijnheer Sanctorum, ik hoor het u graag zeggen: “Het is een ramp, het gaat achteruit.” Ik heb de grafieken bij me, ik kan dat ten stelligste weerleggen. Ik heb trouwens een heel interessante grafiek voor 1999-2004, toen Groen mee verantwoordelijk was. Toen kregen we een flinke stijging van de uitstoot van fijn stof. Sindsdien gaat die uitstoot drastisch naar beneden. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Ik zou graag willen dat u met correcte cijfers komt als u met het vingertje wijst.
Mijnheer Vandaele, u verwijst naar het Europees Milieuagentschap. U zegt dat we bijkomende maatregelen moeten nemen. We herevalueren het luchtkwaliteitsplan voortdurend. We kijken waar we kunnen bijsturen. We zullen bijkomende maatregelen nemen, vooral op het vlak van mobiliteit. We zullen ook maatregelen nemen die de lokale besturen meer inzicht geven in de lokale problematiek en aanpak.
Mijnheer Sauwens, u hebt aangetoond dat we overleg moeten plegen als we maatregelen nemen. We leven niet op een eiland. De fijnstofproblematiek stopt niet aan de grenzen. Het is logisch dat we op het overleg met alle ministers van Leefmilieu in België bekijken of we op het vlak van fiscaliteit ook iets kunnen doen. Waar we zelf de verantwoordelijkheid dragen, hebben we dat gedaan. In de BIV zit een heel belangrijke parameter die betrekking heeft op fijn stof. We zien inderdaad een daling van het dieselverbruik. De maatregelen hebben effect.
Mevrouw De Vroe, er zijn bijkomende meetpunten geïnstalleerd. We hebben vooral ingezet op mobiele meetpunten zodat we op verschillende plaatsen in Vlaanderen de situatie in kaart kunnen brengen. We kunnen aan steden, gemeenten en knelpuntgebieden berichten waar de problemen zitten, waar de bronnen zitten en hoe ze die kunnen aanpakken.
Ik heb nooit ontkend dat er problemen zijn, dat er bijkomende maatregelen nodig zijn. Ik heb gewoon gezegd dat er een positieve trend is. Als we maatregelen nemen, zien we effect. We zullen verder maatregelen nemen.
Maar we moeten elkaar niets wijsmaken en het doen uitschijnen alsof we de volledige problematiek in een-twee-drie kunnen aanpakken.
Uit verschillende studies en uit het rapport van het Europees Milieuagentschap is gebleken dat deze problematiek overal in Europa en in de wereld speelt. Het probleem is niet zomaar van vandaag op morgen op te lossen. Het zijn vaak maatregelen op lange termijn. We moeten inzetten op de vergroening van het wagenpark en dergelijke meer.
2013 is het Europese jaar van de luchtkwaliteit. Er waren plannen om de NEC-richtlijn (National Emission Ceilings) aan te passen. Wij werken daar constructief aan mee, om te kijken wat haalbaar, aanvaardbaar en betaalbaar is. Wij hopen dat er in Europa normen gehanteerd worden die voor iedereen gelijk zijn, zodat er een gelijk speelveld is en iedereen op dezelfde manier het fijn stof kan aanpakken.
Er zijn inderdaad verschillende bronnen van fijn stof. Collega Sauwens zei terecht dat er vooral in de uitstoot door het verkeer nog grote winst te boeken is. We hebben vanuit dit parlement al een mooie stap kunnen zetten met betrekking tot de BIV. Het terugdringen van dieselwagens, een verdere vergroening van de verkeersbelasting, kilometerheffing: voor dat soort instrumenten mogen we hier in elk geval nog een tandje bij steken. (Applaus van de heer Bart Martens en mevrouw Mieke Vogels)
De actuele vraag is afgehandeld.