Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de stand van zaken met betrekking tot het gebruik van de pechstrook door hulpdiensten en takelwagens
Verslag
De heer Lachaert heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we staan stil op onze Vlaamse wegen. Deze ochtend was er nog een belangrijk ongeval in Nevele, jammer genoeg met dodelijke afloop. Ook maandag hebben we drie uur stilgestaan op de Brusselse ring. De afgelopen weken waren er diverse incidenten die niet heel snel opgeklaard raakten. De filezwaarte begint echt een probleem te worden voor onze Vlaamse economie en ook voor het milieu. In de periode 2007-2012 zien we een toename van het aantal files van 24 tot 43 procent, afhankelijk van hoe men de telling verricht.
De kost van al die uren file is niet gering. Touring heeft berekend dat in ons land jaarlijks 32 miljoen uren verloren gaan aan filelast, drie kwart ervan wordt veroorzaakt door structurele files, maar een kwart ervan door incidenten. Het gaat om eenvoudige incidenten zoals pannes, ongevallen en ladingverlies. Als we dan weten dat de gemiddelde economische kost van een verliesuur 19,05 euro is, dan hebben we het over een jaar tijd ruwweg over een verlies van 150 miljoen euro voor onze ondernemingen, om nog niet te spreken van de schade aan het milieu.
De mobiliteitssector stelt al vele jaren maatregelen voor. U bent verschillende daarvan genegen. Een daarvan is een prioritair karakter toekennen aan takelvoertuigen. In 2012 zei u echter dat dit eigenlijk een federale bevoegdheid is, want de federale wet moet daarvoor worden gewijzigd.
Gisteren verscheen in De Standaard het bericht dat staatssecretaris Wathelet heeft beloofd om de wegcode aan te passen. Een ontwerp van aanpassing zou aan de regio’s zijn bezorgd, dus ook aan het Vlaamse Gewest. Dat zou op 18 juli zijn gebeurd, en men wou voor 18 september een advies ontvangen. Dat advies zou evenwel niet zijn uitgebracht. Hebt u die vraag tot advies ontvangen? Hoe komt het dat wij op die vraag niet zijn ingegaan?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, incidentmanagement, en meer specifiek het toelaten van takelwagens met zwaailicht en een geluidsinstallatie op de pechstrook, is een thema dat ik al jaren opvolg. Over dit onderwerp stelde ik de afgelopen drie jaar al zeven vragen. Maar een oplossing is er nog altijd niet.
Sinds begin 2013 ben ik ook gemeenschapssenator. Dat leek me in dit verband interessant, want in dezen hebben wij de bevoegdheden niet zelf in handen. U zei dat ook al meermaals in de commissie. Ik heb dus zelf de vraag aan staatsecretaris Wathelet gesteld. Eind juni zei hij me dat er een oplossing in het verschiet ligt. Het gaat weliswaar om een halfslachtige oplossing, maar goed, het is een stap.
Begin van deze week, toen ik de berichten las, vroeg ik mij echter af in welke soap wij zijn terechtgekomen.
Dit las ik in de krant: “‘We dringen daar al heel lang op aan’, zegt Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V). ‘Maar nu hebben we de toezegging van het kabinet van staatssecretaris van Mobiliteit Melchior Wathelet (CDH) dat het er toch van komt.’ Maar volgens Wathelet ligt de vertraging niet aan hem. ‘(…) we wachten nog altijd op het advies van de regio’s, waaronder ook Vlaanderen. We hebben de vraag in juli al gesteld, en er heeft tot nu toe niemand geantwoord.’”
In welke kleutertuin zijn wij terechtgekomen? Het is een welles-nietesspelletje. Voor de N-VA moet er snel een oplossing komen, en zelfs een halfslachtige oplossing is beter dan niets. Hoe gaat dit verder?
Minister Crevits heef het woord.
Voorzitter, collega’s, ik dank de vraagstellers, want zo krijg ik de kans om een en ander uit te klaren. Het klopt dat ik al heel lang voorstander ben van het beschikbaar maken van de pechstrook voor takelvoertuigen en hulpdiensten bij zware incidenten op de weg. In de loop van 2012 heb ik een advies gevraagd aan de begeleidingsgroep incidentmanagement. Die mensen bekijken het draaiboek bij ongevallen: wie doet wat en wie roept wie op? Tot mijn grote verrassing heeft die werkgroep mijn vraag negatief geadviseerd. Men vreest immers dat iedereen met een takelwagen de pechstrook zal gebruiken wanneer wij takelaars bij incidenten toelaten. Ik was het daarmee niet eens. Daarom heb ik op 14 maart 2013, ook na vragen van volksvertegenwoordigers, een brief aan staatsecretaris Wathelet geschreven met de vraag om er werk van te maken.
Meer zelfs: de Vlaamse Regering heeft op 26 april 2013, naar aanleiding van een vraag om advies van de federale overheid over de uitrusting van prioritaire voertuigen, geadviseerd dat men die voertuigen ook toelaat op de pechstrook. Daarop heeft staatsecretaris Wathelet laten weten dat hij daar werk van maakt. Maar hij wil nog eens samenkomen met de begeleidingsgroep incidentmanagement, waarin mijn diensten zijn vertegenwoordigd, maar ook de federale hulpdiensten en de colleges van procureurs-generaal.
Mevrouw Jans, op 21 juni 2013 heeft de begeleidingsgroep een positief advies gegeven over de oplossing die nu voorligt. Dat betekent dat een takelaar niet automatisch gebruik kan maken van de pechstrook als er een ongeval is, maar dat hij opgeroepen moet zijn. De politie roept op – zij hebben daar de bevoegdheid voor – en die takelaar mag dan gebruikmaken van de pechstrook. Het is mij om het even: zolang de pechstrook bij ongevallen maar mag worden gebruikt.
Vervolgens is op 1 augustus 2013 een pakket toegekomen met allerhande wijzigingen aan de wegcode. Daar zat onder andere het voorstel in om te mogen ritsen. Dat is dus zeer positief. Maar er zat ook – en dat is minder positief – een aanpassing in aan de gemeentelijke parkeerreglementen. Daarop gaan wij een negatief advies geven omdat dat onze bevoegdheid is. Het Grondwettelijk Hof heeft zich daar trouwens al over uitgesproken.
Daarom konden wij niet zomaar ingaan op het voorstel van staatssecretaris Wathelet, maar moesten we het juridisch bekijken. Ondertussen is ons advies klaar. Het staat geagendeerd voor de Vlaamse Regering nu vrijdag. Over het luikje rond het gebruikmaken van de pechstrook door takelvoertuigen hebben we op 24 april al gevraagd dat samen met de prioritaire voertuigen te behandelen. Het zit nu nog eens vervat in het voorstel dat op tafel ligt.
Ons globaal advies op alle voorstellen zal, als de regering het goedkeurt, positief zijn, behalve het luik lokaal parkeren. Ook het ritsen is positief en zal vrijdag worden goedgekeurd. In principe kan men daar nu zeer snel mee vooruit gaan. Ik hoop dat die wijzigingen er zeer snel zullen komen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord over het advies. Ik hoop dat het er vrijdag effectief zal komen. Het is nu echt vijf voor twaalf. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
Of vijf na twaalf. Het gaat niet alleen over de prioritaire voertuigen, maar ook over de investeringen die uitblijven, een langetermijnvisie op mobiliteit en openbare werken in onze regio, waardoor we de filelast kunnen verminderen die jaar na jaar vermeerdert. Het is hoog tijd om iets te doen. Ik hoop dat dit soort adviezen snel kan worden geleverd, dat we een gunstig advies kunnen krijgen en dat daarna ook het doorschuiven van verantwoordelijkheden naar commissies of andere beleidsniveaus wegblijft, maar dat we in Vlaanderen onze verantwoordelijkheid nemen om die filelast te verminderen.
Minister, het is natuurlijk een antwoord dat we al verschillende keren hebben gehoord. Ik herinner mij dat u twee jaar geleden in de commissie ook al gezegd hebt dat er positief advies was over een bepaald luik, maar dat er nog elementen bij gekomen waren. Het verhaal blijft zich herhalen. Ik hoop dat we eindelijk tot een eindpunt kunnen komen in heel dat dossier en dat de wegcode kan worden aangepast. Ik blijf het zeer spijtig vinden dat we hier nog altijd moeten vragen en bedelen om dingen aan te passen die eigenlijk zeer evident zijn en drie jaar geleden al aangepast hadden kunnen zijn. De toekomst ziet er niet rooskleurig uit, want voor de wegcode zullen we voor dergelijke zaken ook na de zesde staatshervorming moeten bedelen bij het federale niveau. Ik hoop alleszins dat dit dossier eindelijk is afgerond. We hopen alvast dat er in de toekomst geen nieuwe problemen worden gecreëerd.
Mevrouw Werbrouck heeft het woord.
Minister, ik hoop dat u dat ook gaat uitbreiden naar de prioritaire voertuigen. Als er een dode valt op de autostrade, moet er steeds een wetsdokter komen, die anders in de file staat. Als u die aanpassing doet, kunt u dan het totaalplaatje meenemen?
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Minister, wat mevrouw Jans zegt, is waar: we ondervragen u al enkele jaren over deze problematiek. In maart van dit jaar heb ik u nog ondervraagd over de aanpak van de files en het uitblijven van maatregelen hiervoor.
Eerst waren er problemen met de FAST-contracten (files aanpakken door snelle tussenkomst) voor de takeldiensten die de problemen op de autosnelwegen moeten oplossen. Ik weet niet of elke provincie inmiddels over een FAST-contract beschikt?
De maatregelen om ook de takeldiensten te laten rijden op de pechstrook blijven uit. Minister, ik vind het onvoorstelbaar dat zulke maatregelen maar niet kunnen worden genomen en dat de adviezen daarover blijkbaar in één pakket worden gegooid. Ik vind dat u de moed had moeten hebben om een deeladvies te geven zodat deze problematiek onmiddellijk kan worden aangepakt. Het kan toch niet dat alles op een hoopje wordt gegooid en dat we alles maar vooruitschuiven. We moeten onmiddellijk ons advies meegeven aan de Federale Regering, zodat deze problematiek eindelijk kan worden aangepakt.
Mevrouw Werbrouck, u hebt natuurlijk een punt. De oplossing die nu voorligt, is dat alle opgeroepen diensten gebruik mogen maken van de pechstrook. Ook de verkeersdeskundigen, de takelaars of begrafenisondernemers: als ze opgeroepen zijn, zullen ze er gebruik van mogen maken.
Daarnaar heeft mevrouw Jans verwezen: geef ze allemaal de kans. Het was ons eerste voorstel om het open te zetten als er ongevallen zijn en de mensen te vertrouwen die het gaan gebruiken. U kunt zeggen dat we niet moeten voortgaan op adviezen die worden gegeven, maar in de werkgroep incidentmanagement moet men wel spreken met elkaar. Ik stuur onze politiediensten niet aan, mijn excuses, dat is een federale bevoegdheid. Ik kan moeilijk opdrachten geven. Als er een oplossing komt, is ze dus best gedragen door al degenen die ze zullen moeten uitvoeren. Het voordeel is: we hebben nu een oplossing.
Mevrouw Van den Eynde, u zegt dat we een deeladvies hadden moeten geven. Dat is natuurlijk verkeerd, want we hebben een deeladvies gegeven. De Vlaamse Regering heeft in april 2013 al geadviseerd: ik heb een brief geschreven en we hebben een formeel advies van de Vlaamse Regering met de vraag om dat op te lossen. Nu is een advies gevraagd over de hele juridische regeling, dus geven wij ook een globaal advies.
Collega’s, het moest er zijn tegen 1 oktober. Ik wil dat het juridisch correct is wat we adviseren. Als we zeggen dat een gemeentelijk parkeerbeleid onze bevoegdheid is en dat het gaat om een bevoegdheidsoverschrijding, moeten we dat grondig aanpakken. Het zal niet aan die acht of tien dagen liggen. Zoals u zelf zegt, ligt de vraag er al van eind 2011 of begin 2012. We zijn al een weg gegaan, maar ik zie nu een oplossing voor de globale problematiek en dat is het belangrijkste.
Collega’s, er zijn er die uitweiden over de files tout court. Ik kan een boompje opzetten met u over de wegenwerken, die ook voor files zorgen, over de keuze die ik inderdaad met mijn diensten heb gemaakt om nu volle bak te werken. Dat zorgt inderdaad voor veel meer files, maar ik hoop dat we daarvan vanaf 2015 de vruchten zullen plukken. Dat is de volgende legislatuur, maar de keuze is gemaakt, om een totaal verouderd wegennet, waar velen de oorzaak van zijn, aan te pakken en weer op peil te brengen. Ik hoop dat dat wordt geapprecieerd, ook door de mensen die nu door de wegenwerken in de file staan.
Minister, we hebben begrepen dat heel veel van de volgende Vlaamse Regering wordt verwacht en dat een en ander wordt doorgeschoven, dat hoorden we al in de Septemberverklaring. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
Ik dring toch echt aan op maatregelen. Het gaat over Openbare Werken en Mobiliteit in het algemeen. Of dat advies veertien dagen later is, is inderdaad niet cruciaal, maar een algemene visie die wordt gedragen door heel de Vlaamse Regering zou echt wel nuttig zijn in dit debat. Ik hoop dat die adviezen in het vervolg snel komen en dat de onderlinge verdeeldheid van de Vlaamse Regering, die we allemaal kennen, er niet toe leidt dat er geen antwoord komt. Dank u. (Applaus bij Open Vld)
Onderlinge verdeeldheid, ja, zeker in dit dossier denk ik dat er geen verdeeldheid is, zelfs niet tussen meerderheid en oppositie. Ik heb de heer Keulen in de commissie ook al regelmatig horen pleiten voor vooruitgang in dit dossier. Verdeeldheid zie ik niet, wel zie ik dat er nu een halfslachtige oplossing, minister. Vanuit Vlaanderen vragen we een volledige oplossing, maar die kan er nog altijd niet komen omdat we de bevoegdheden niet volledig in handen hebben, ook niet in de toekomst. Dat betreur ik ten zeerste.
Dat was de eerste actuele vraag van de heer Lachaert. (Applaus)
Hij liet zich daarbij niet uit het lood slaan door de opmerking van minister Crevits. Dat ziet er goed uit.
De actuele vragen zijn afgehandeld.