Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 17 mei 2013 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap betreffende het beheer en de werking van de Nationale Plantentuin van België.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik zal het kort houden, want u wordt straks blijkbaar nog in de Plantentuin verwacht. Vandaag zal hier het samenwerkingsakkoord goedgekeurd worden met de juiste titel, namelijk betreffende het beheer en de werking van de Nationale Plantentuin van België.
Als ik u mag geloven, en waarom zou ik dat niet doen, hebt u in de commissie het vooral over de creativiteit gehad waarmee een en ander is opgelost na twaalf jaar en sprak u, en u niet alleen, over een soort van ingehouden vreugde. Dus heerst hier geen hoerastemming. Die was er ook niet in de commissie, wel ingehouden vreugde. Men heeft veel creativiteit aan de dag moeten leggen. Dat is nogal logisch wanneer men het samenwerkingsakkoord leest. In 2001 is beslist dat er een overdracht zou gebeuren van de Nationale Plantentuin naar de Vlaamse Gemeenschap, maar mits een samenwerkingsakkoord met de Franse Gemeenschap.
Minister-president, ik ga u niets verwijten, echt waar niet, maar dit is echt een staaltje van samenwerkingsfederalisme. Echt waar. Wanneer men ervan uitgaat dat de Plantentuin, een fantastische wetenschappelijke instelling, verwaarloosd door de federale overheid, laten we dat maar toegeven, eigenlijk geen bevoegdheid meer is van de federale overheid. Men gaat die overdragen want het is een gemeenschapsbevoegdheid. Die instelling ligt nu toevallig in Vlaanderen. Het gezond verstand zou zeggen: we dragen gewoon heel de zwik en de centen over en we zorgen ervoor dat het Franstalige personeel dat daar nu tewerkgesteld is, daar kan blijven werken, want waarom zouden die mensen op straat moeten worden gegooid, daar is geen enkele reden voor. Daarmee zou de kous af zijn. Dat zou logisch zijn. Maar die logica, minister-president, en collegas, geldt niet in het Belgische koninkrijk. Want hier liggen de zaken iets moeilijker.
Blijkbaar was er een soort verlatingsangst en vond men aan Franstalige kant dat de Franse Gemeenschap daar hoe dan ook iets in te zeggen moest hebben. Bijgevolg kennen we artikel 1 van het samenwerkingsakkoord, dat luidt dat de Nationale Plantentuin van België wordt overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap. Maar in artikel 2 staat dan dat het wetenschappelijk patrimonium federaal blijft, als uitzondering op de regel. Men zet dus in artikel 1 dat de overdracht gaat naar de Vlaamse Gemeenschap, en in artikel 2 zegt men er meteen bij dat het wetenschappelijk patrimonium eigendom blijft van de federale staat.
Er zijn verschillende zaken, de gebouwen, het wetenschappelijk patrimonium, zijnde de bibliotheek, het herbarium en de planten, en het personeel. Men stapt af van de logica dat het wordt overgedragen aan de gemeenschap waar het zich toevallig bevindt. Voor alle duidelijkheid, indien de Plantentuin zich in Nijvel had bevonden, en men dat zou overdragen aan de Franse Gemeenschap, zou ik vinden dat we dat helemaal moeten overdragen aan de Franse Gemeenschap en laten we dan hopen dat die er goed zorg voor draagt, voor die toch wel bijzonder belangrijke wetenschappelijke instelling. Maar zo gaat dat hier dus niet. Natuurlijk, als men van die logica afstapt, komt men in de problemen.
Maar dan zien we waar het Belgisch samenwerkingsfederalisme toe in staat is. Het patrimonium, de planten, hebben wij in bruikleen. Ik heb daarover al eens een grapje gemaakt, dat herhaal ik niet. Dan stelt zich het probleem: wat indien er een plant bij komt? Van wie is die dan? Daar heeft het samenwerkingsfederalisme het volgende op gevonden: als er een plant bij komt, is de eigenaar degene die de plant betaalt: de federale overheid, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, desnoods de Duitstalige gemeenschap, de gefedereerde entiteiten.
Een bijkomend probleem is natuurlijk: wat bij een legaat of een schenking? Als iemand een erfenis van planten nalaat en die overdraagt aan de botanische tuin, zou men normaal gezien zeggen dat dan de Vlaamse Gemeenschap eigenaar is. Neen, want men verlaat de logica dat het integraal is overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap. Daar heeft het samenwerkingsfederalisme het volgende op gevonden: het wordt eigendom van de Vlaamse Gemeenschap, tenzij de schenker of de legaathouder anders heeft beslist.
Er stelt zich een derde probleem: wat indien planten worden geruild? Botanische tuinen ruilen onderling planten, van wie is dan die plant die erbij gekomen is? Daar heeft het samenwerkingsfederalisme ook iets op gevonden, ze hebben op alles iets gevonden: dan hangt het af van de prijs die betaald is voor de ruil. Afhankelijk van wie de hoogste prijs heeft betaald, is het federale eigendom of Vlaamse. Voilà, het Belgisch samenwerkingsfederalisme werkt dus perfect.
Dat heeft tot gevolg dat je in de Plantentuin excuus, ik kan er ook niet aan doen een Belgische cactus kunt hebben, daarnaast een cactus die is aangekocht door de Vlaamse Gemeenschap, die dan volle eigendom is van Vlaanderen, niet in bruikleen. Als de Franse Gemeenschap ook beslist om een cactus aan te kopen en die te schenken aan de Nationale Plantentuin van België, dan is die volle eigendom van de Franse Gemeenschap. Op de duur gaan we niet meer weten van wie die planten zijn. Ik weet dat ik er een beetje een karikatuur van maak. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Wat als die planten elkaar bevruchten? (Gelach)
Wel, mijnheer Vereeck, dat is een vierde probleem. Ik moet eerlijk toegeven dat het samenwerkingsfederalisme daar faalt, want de oplossing voor die optie heb ik in het samenwerkingsakkoord niet gevonden. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Of het vaderschap wordt erkend, weet ik niet. Hoe dat in elkaar zit, staat er niet in.
Dat ging over het wetenschappelijk patrimonium. Ik denk dat u daarop doelde, minister-president, toen u het had over de creativiteit die moest worden gehanteerd om tot een oplossing te komen. Laten we eerlijk toegeven dat het tot absurde en belachelijke toestanden leidt. Maar ik verwijt u niets, daar blijf ik bij.
Daarnaast is er het personeel, het bestuur. Als men er niet van uitgaat dat de Plantentuin ook wat het bestuur betreft volwaardig wordt overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap, maar als men ervan uitgaat dat de Franse Gemeenschap absoluut nog een vinger in de pap moet hebben, komt men weer tot rare situaties. Er zijn de raad van bestuur en de wetenschappelijke raad. De raad van bestuur bestaat uit negen leden, waarvan er vijf zijn aangeduid door de Vlaamse Regering.
Er zijn er twee aangeduid door de Franse Gemeenschap en twee door de Wetenschappelijke Raad, waarbij we ervan uitgaan dat er van die twee een Franstalig en een Nederlandstalig zal zijn. De Franse Gemeenschap heeft daar dus nog altijd een vinger in de pap. Wat meer is, die raad van bestuur beslist bij meerderheid, behalve als het gaat over de technische en administratieve ondersteuning van het wetenschappelijk personeel. Die beslissingen moeten zowaar met een bijzondere meerderheid van zeven op negen worden genomen.
Bovendien zal de Franse Gemeenschap wetenschappelijk personeel kunnen toevoegen, zoveel als ze wil. Daar staat geen limiet op. Dan is er de Wetenschappelijke Raad, die zowaar paritair is samengesteld. De Wetenschappelijke Raad van de Plantentuin van België die aan de Vlaamse Gemeenschap wordt overgedragen, wordt paritair samengesteld. Het administratief en technisch personeel dat Franstalig is, wordt in een uitdovend kader geplaatst, maar al het Franstalig personeel komt onder de supervisie van een Franstalige directeur.
Dat is België in het klein. Men moet het verslag eens lezen van de bespreking van dit samenwerkingsakkoord in het parlement van de Franse Gemeenschap. Dat is zeer verhelderend. In de bevoegde commissie legt minister-president Demotte zeer uitdrukkelijk de nadruk op alle garanties die de Franstaligen hebben gekregen. Hij zegt onder andere ik citeer: En dépit de son passage à la Communauté flamande, l'institution continuera de fonctionner sur base d'un Conseil scientifique paritaire.
Dus ondanks het feit dat het wordt overgedragen, is de Wetenschappelijke Raad paritair samengesteld.
Ik citeer opnieuw: Monsieur Demotte rélève que limportant est ici que toutes les décisions relatives au soutien administratif et technique des chercheurs autrement dit celles où le facteur linguistique entre en jeu pour légalité de traitement des agents doivent être prises à une majorité speciale de 7 membres sur 9.
Dan gaat de heer Demotte verder: Cela signifie concrètement quavec trois membres, les francophones sont en mesure de bloquer une décision qui leur serait spécifiquement défavorable. Il sagît donc dune logique de sonnette dalarme, dont on connaît dexpérience le caractère préventif et les garanties quelle apporte contre le risque de passage en force.
Waar zijn we hier in godsnaam mee bezig? Iets dat op een eenvoudige manier zou kunnen worden overgedragen, heeft in feite bijna twaalf jaar lang deel uitgemaakt van een heel politiek communautair spel. Het gevolg is dat een stuk van de plantentuin wat de gebouwen betreft is vernietigd. Een paar jaar geleden is toenmalig minister Moerman zelfs moeten tussenkomen met serieuze sommen om ervoor te zorgen dat enkele collecties niet definitief naar de filistijnen gingen. Er was niemand die toen de bevoegdheidskwestie in vraag stelde aan Franstalige en federale kant.
Is dit het samenwerkingsfederalisme, het in bruikleen geven van planten met alle mogelijke regelingen over wat indien er een bijkomt, wat indien er een wordt geruild? Bij het bestuurlijk kader vindt men bij de Franstaligen termen terug als blokkering en bijzondere meerderheid en alarmbel. Als dit de voorafspiegeling is van de verdere staatshervorming en van de overdracht van een aantal andere zaken, dan zijn we ver van huis.
Minister-president, ik verwijt u niets, maar als dit document de voorafname is van wat ons nog te wachten staat en dat zal het wellicht zijn , als dit het samenwerkingsfederalisme is, dan is dat ofwel om mee te lachen, ofwel om mee te huilen. Om u, mijnheer Van Rompuy, niet te zeer te onplezieren, zullen we niet tegenstemmen, maar ons onthouden over dit ontwerp van decreet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het is niet met ingehouden vreugde, maar met vreugde dat ik dit ontwerp van decreet lees en zie hoelang men daaraan bezig is geweest. Ik wil de minister-president feliciteren, men is daarmee begonnen in 2001. Dat is 12 jaar geleden, en het is nu gefinaliseerd met 18.000 soorten planten verspreid over verschillende serres, tuinen en arboreta. De Plantentuin is een instelling van hoog wetenschappelijk niveau.
Dat men daar oplossingen sui generis moet voor vinden, men zou anders inderdaad niet in Belgie leven. Maar het is werkzaam, en het is een Vlaamse instelling. De Plantentuin wordt een autonome Vlaamse instelling en beschikt voortaan over de volheid van bevoegdheid om die instelling in te passen in zijn organisatiestructuur. Dat is een ingewikkelde constructie. De tuin blijft eigendom van de federale staat en wordt in bruikleen gegeven. Maar goed, dat is een creatieve en werkzame oplossing.
Het was op het vlak van personeel een nationale instelling, en er zijn een aantal wetenschappelijke onderzoekers die voor een deel blijven ressorteren onder de Franse Gemeenschap, het is inherent aan dat soort structuren die zijn opgezet. Dat er in de raad van bestuur voor een stuk nog zeggingsmacht is gegeven aan mensen die zijn aangeduid door de Franse Gemeenschap is inherent aan dat soort oplossing. Maar het geheel zal kunnen werken.
We moeten nog een nieuw Vlaams decreet maken om het nog verder te concretiseren, en de minister-president heeft zijn tevredenheid uitgedrukt dat dit dossier tot een goed einde is gekomen, en wij kunnen dit als fractie onderschrijven.
Ik weet dat daar lacherig over wordt gedaan, maar na twaalf jaar zijn we het ook verplicht aan die instelling die topmensen heeft, maar waar inderdaad onvoldoende in is geïnvesteerd, ook door de federale overheid. De volgende jaren zullen wij ervoor zorgen dat het een arboretum is en blijft van wereldniveau.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Collegas, de Open Vld-fractie vindt het een goede zaak dat er eindelijk vooruitgang is geboekt in het dossier van de Plantentuin van Meise, en dat op die manier de Plantentuin van Meise in zijn glorie zal kunnen worden hersteld. Uiteindelijk is het een toestand van meer dan tien jaar onzekerheid en het is goed dat hier uiteindelijk een einde wordt aan gesteld.
Niet alleen krijgt Vlaanderen een topinstelling, een topwetenschappelijke instelling van wereldniveau, maar ook krijgt ze ongeveer 18.000 soorten planten in bruikleen. Ik vind dat we daar vanuit Vlaanderen toch zeer trots op mogen zijn. Vanuit onze fractie zijn we zeer tevreden dat het samenwerkingsakkoord eindelijk gerealiseerd is en dat de Vlaamse overheid vanaf 1 januari 2014 aan de slag kan om het verval een halt toe te roepen. Het komt nu de Vlaamse Regering toe ik wil dat benadrukken om een ambitieus programma te ontwikkelen dat recht doet aan deze collectie van wereldfaam.
Toch zijn er een aantal bezorgdheden die ik heel graag aan de minister-president wil meegeven. Een eerste bezorgdheid is de financiering van de Plantentuin. In uw antwoord op een schriftelijke vraag van mij hebt u benadrukt dat de kost van het renovatieplan op 71 miljoen euro zou komen, exclusief erelonen en studies. De vraag is dan ook of dit bedrag van vier jaar geleden geen onderschatting is. De vraag dringt zich dan ook op op welke manier deze plantentuin gefinancierd zal worden. Op dezelfde schriftelijke vraag hebt u ook geantwoord dat dit op een gefaseerde manier zal gebeuren in functie van de beschikbare middelen en rekening houdend met de algemene, economische omgevingsfactoren.
Mijn fractie hoopt dat de regering de nodige middelen zal vinden om de herstelling snel door te voeren. Het mag niet de bedoeling zijn opnieuw tien jaar te discussiëren over de financiering van de renovatie.
Ik wil ook graag opmerken de heer Van Hauthem van het Vlaams Belang heeft dat ook al gedaan dat de toenmalige minister voor Wetenschap, mevrouw Fientje Moerman, in 2006 1,5 miljoen euro heeft vrijgemaakt om de stookketels en de daken van aantal serres te herstellen. Dat was een goede zaak, want zonder dat geld zouden we nu geen 18.000 soorten planten meer hebben.
Minister-president, momenteel heeft de plantentuin twee ingangen. Een daarvan is gelegen aan de kant van het centrum van Meise. De inwoners van Meise hebben van daaruit onmiddellijke toegang. Op een van mijn vragen daarover hebt u geantwoord dat het een opdracht zal zijn van de nieuwe raad van bestuur. Wij hopen dat deze de huidige ingangen in de toekomst zal behouden.
Tot slot, minister-president, wil ik nog een suggestie doen. Op initiatief van Open Vld is er kamerbreed een resolutie goedgekeurd over het beter beschermen van de vlinders. Ik geloof dat de plantentuin van Meise een prominente rol kan spelen bij de bescherming van onze vlinders. Sommige vlindersoorten hebben nood aan een zeer specifieke biotoop, die alleen op enkele plaatsen door gericht beheer kan worden gecreëerd. Denkt u niet dat de Plantentuin van Meise een ideaal biotoop zou kunnen zijn?
Mensen zouden er informatie kunnen inwinnen over welke planten vlinders aantrekken, over de plaats in hun tuin waar ze die planten moeten zetten of over de zaken waar ze moeten op letten. Tegelijkertijd zou het ook handig zijn dat op de plaats waar deze informatie verstrekt wordt, de mensen ook terechtkunnen voor de aankoop van een aantal specifieke vlinderplanten. Vandaag kan men in de Plantentuin al terecht voor advies en voor de aankoop van planten. Vanuit de werking moet extra aandacht voor de vlinderplanten en hun verzorging een kleine moeite zijn. Wij hopen dan ook dat daar rekening mee zal worden gehouden.
Minister-president, onze fractie is tevreden dat er eindelijk een samenwerkingsakkoord is. Nu komt het erop aan om dringend stappen te ondernemen die recht doen aan de Plantentuin van Meise.
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Minister-president, ook mijn fractie is heel tevreden dat dit ontwerp van decreet hier vandaag ter goedkeuring voorligt. Gedurende een lange periode hebben we in het parlement u of uw voorgangers ondervraagd over dit dossier. De Plantentuin is een instelling met een heel belangrijke internationale uitstraling. We moeten daar trots op zijn. In het verleden werden we echter vaak geconfronteerd met situaties waar we iets minder trots op konden zijn. Er gebeurde vooral oplapwerk om ervoor te zorgen dat de Plantentuin niet nog verder verloederde. Het is spijtig dat dit zoveel jaren heeft aangesleept, maar we zijn wel tevreden dat we nu eigenlijk van start kunnen gaan. Voor ons betekent dit een goed begin van een structureel beleid en van een goede werking van de Plantentuin van Meise.
Uiteraard zullen de kosten oplopen aangezien we in het verleden zo lang hebben moeten wachten op die overschakeling. Wat vooral belangrijk is in dit dossier, is dat men er, mede dankzij het personeel in geslaagd is om die Plantentuin in de toekomst verder te kunnen beheren. Zij hebben het niet gemakkelijk gehad maar zijn daar gedurende al die jaren toch op een goede manier mee omgegaan. Nu kan de Plantentuin worden opengesteld voor alle geïnteresseerden.
We zullen dit dossier in de toekomst samen moeten opvolgen, minister-president, zodat onze volledige regio kan genieten van deze internationale uitstraling.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, mijn fractie en meer bepaald mijn voorganger, Mark Demesmaeker, heeft herhaaldelijk aangedrongen op een hoe zal ik het zeggen goede afwikkeling van dit dossier. Ik had verleden week hierover een gesprek met hem. Ik heb hem geschetst wat er intussen voorligt. Hij liep niet over van enthousiasme, maar dat zal u niet verbazen, aangezien u in de commissie zelf hebt aangegeven slechts ingehouden vreugdevol te zijn. Ik denk dat we elkaar daarin begrijpen.
Het feit dat hier meer dan een decennium lang over gediscussieerd en gepraat is, is ronduit beschamend. Het is allesbehalve een voorbeeld van wat samenwerking zou moeten en kunnen zijn. Dat neemt niet weg dat ik hier vooral wil vooruitkijken. We hebben in de commissie even stilgestaan bij wat er in het verleden allemaal is misgegaan. Het is treffend geïllustreerd door een aantal vorige sprekers.
Vandaag denk ik dat de uitdaging voor de Plantentuin tweeledig is. Een eerste element is dat men zo snel mogelijk de reputatie die men als vooraanstaand internationaal wetenschappelijk instituut heeft, moet waarmaken. Men doet dat al, maar ik denk dat men daar meer middelen niet meteen financiële middelen, eerder kansen toe zal krijgen zodra het samenwerkingsakkoord en alles dat daarrond moet worden geregeld, van kracht is. Een tweede element dat tot nu toe wat onderbelicht is gebleven, is het toeristisch potentieel dat in die Plantentuin ligt. In het buitenland zijn er genoeg voorbeelden van hoe een dergelijk instituut tegelijk een sterk wetenschappelijke invulling kan geven aan haar werking, maar ook een ook financieel interessant toeristisch gegeven kan zijn. Wat onze fractie betreft, moet dat perfect mogelijk zijn en dat is meteen de uitdaging voor het beheer van de Plantentuin in Meise.
We kijken uit naar de start van een nieuwe toekomst, een nieuwe episode in de geschiedenis van de Plantentuin. En als het even kan: graag vanaf 1 januari 2014, zoals vooropgesteld in de commissie.
Als wij dit samenwerkingsakkoord, dit ontwerp van decreet, goedkeuren, zult u merken dat dat met ingehouden vreugde is en met een hooggespannen verwachting over de toekomst. Ik denk dat we daar met zn allen de schouders onder zullen zetten op het ogenblik dat het van ons wordt gevraagd.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik wil geen domper zetten op de ingehouden vreugde van sommige collegas of de volledige vreugde van de heer Eric Van Rompuy. Degenen die de institutionele hervormingen op de voet volgen, wil ik er toch aan herinneren dat in 2009, toen er gesproken werd over de overheveling van de Plantentuin, er ook nog andere luiken werden goedgekeurd die evenmin werden gerealiseerd. Meer bepaald werd door de Vlamingen de raamovereenkomst over de bescherming van de nationale minderheden aan de Franstaligen toegezegd. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Dat stond in hetzelfde akkoord van 2001. Mijnheer Van Hauthem, herinner u dat de heer Louis Michel op dat moment naar Straatsburg is vertrokken om het te ondertekenen. Dus ik zou zeggen: laat ons nu eens werk maken van die raamovereenkomst om uitvoering te geven aan dat akkoord van 2001.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ten eerste wens ik, net zoals mevrouw De Wachter, het personeel te danken. Zij hebben die Plantentuin in moeilijke omstandigheden overeind gehouden en ervoor gezorgd dat we een oplossing konden vinden.
Ten tweede wens ik ook de parlementsleden, meerderheid en oppositie, te bedanken, die er in die twaalf jaar voor hebben gezorgd dat dit dossier altijd en terecht hoog op de politieke agenda stond. Zij hebben de bevoegde ministers steeds aangemoedigd om absoluut een oplossing te vinden voor dit dossier. Vandaag zijn we zover. Het is een oplossing waarbij, zoals de heer Van Rompuy zegt, de Plantentuin een autonome Vlaamse instelling wordt. Vlaanderen beschikt over de volheid van bevoegdheid om die instelling in te passen in zijn organisatiestructuur. Dat is heel belangrijk.
Het is ook zo en ik heb dat ook in de commissie onderstreept dat er enige creativiteit aan de dag is gelegd om oplossingen te vinden. Collega Van Hauthem, sta me toe een wat filosofische reactie te geven. Heel het leven hebben we in bruikleen gekregen; dat die planten ook in bruikleen worden gegeven, is een mooie oplossing om ervoor te zorgen dat het werkt. De kleur van de kat interesseert me niet, als ze maar muizen vangt. Met het in bruikleen geven, is er een juridische figuur gevonden die perfect een oplossing kan geven.
We hebben dat ook gedaan voor het personeel. Ik heb dat toegelicht in de commissie. Er zijn oplossingen voor het verschil tussen het wetenschappelijk personeel en het administratief personeel en voor de raden van bestuur, vertrekkende vanuit het feit dat dit een autonome Vlaamse instelling van wereldfaam is en zal worden.
Mevrouw De Vroe, u hebt gelijk. De renovatiekosten worden geschat op 71 miljoen euro. De renovatie zal stap per stap worden uitgevoerd. Er is door Open Vld ook gevraagd om mij te ontfermen over de twee ingangen. In dit leven is niets mij vreemd, maar het zal natuurlijk de nieuwe raad van bestuur zijn die de nodige beslissingen zal nemen.
U vraagt om na te gaan of er voor de vlinders ook verdere ontwikkelingen toerisme kunnen gebeuren.
Voorzitter, ik hoop dat dit oud dossier met een overweldigende meerderheid wordt goedgekeurd. De Plantentuin heeft nu een goede oplossing gekregen omdat de fundamenten zijn gelegd om die Vlaamse Plantentuin in de toekomst alle uitstraling te geven die de tuin al lang verdient maar nu door Vlaanderen kan worden uitgebouwd.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2012-13, nr. 2071/1)
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.