Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Voorzitter, minister, de voorbije dagen hebben we in de kranten kunnen lezen dat een aantal kinderen in Vlaanderen hun rapport niet meekregen van de school omdat er nog openstaande facturen waren. U hebt daar toen terecht op gereageerd door te stellen dat dit eigenlijk absoluut niet door de beugel kan en dat kinderen niet het slachtoffer mogen zijn van wat ouders wel of niet doen. Zij hebben het recht de resultaten te kennen van de inspanningen die ze het voorbije jaar hebben geleverd.
Dat was een terechte reactie, maar dit brengt me tot het belangrijke punt waarover we in het Vlaams Parlement al beslissingen hebben genomen, namelijk dat wij het belangrijk vinden dat kostenbeheersing in het secundair onderwijs toegepast wordt. Wij hebben voor het basisonderwijs de maximumfactuur ingevoerd, maar wij hebben destijds ook bekeken of dat voor het secundair onderwijs wenselijk is. Wij hebben toen geoordeeld dat omwille van de grote diversiteit in het aanbod in het secundair onderwijs, dit niet wenselijk is, maar dat wel kostenbeheersing moet worden nagestreefd. De scholen zijn er ook van op de hoogte gebracht dat het belangrijk is om daar werk van te maken.
Als ik kijk naar de facturen die een aantal leerlingen vandaag meekrijgen en die ouders moeten betalen, dan moet ik vaststellen dat de facturen, afhankelijk van de school waar kinderen les volgen en ook van de studierichting die ze volgen, aardig hoog kunnen oplopen. Daarom wil ik u vandaag de vraag stellen in welke mate de Vlaamse overheid dit opvolgt. Wat de maximumfactuur in het basisonderwijs betreft, is het duidelijk wat de scholen aan facturen kunnen meegeven. Ik denk dat het belangrijk is dat er ook een opvolging is wat de kostenbeheersing betreft in het secundair onderwijs.
Minister Smet heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid zeg ik nogmaals dat het niet kan dat je schoolrapporten inhoudt. Elk kind heeft het recht om zijn schoolresultaten te kennen. Het al of niet kunnen of willen betalen van de schoolfactuur kan daar nooit in interfereren, daar heb je andere procedures voor. Dat is vastgelegd in een ministeriële omzendbrief. U weet misschien dat we dat in het voorontwerp van decreet dat de rechten en plichten van leerlingen en de participatie van leerlingen regelt, en dat in een eerste lezing door de Vlaamse Regering is goedgekeurd, nog eens heel uitdrukkelijk decretaal verankeren zodat daar geen enkel misverstand over kan bestaan.
Wat betreft het tweede aspect van uw vraag, hebben wij met de Koning Boudewijnstichting een heel parcours afgelegd. We zijn naar alle scholen gaan kijken en hebben provinciale rondes georganiseerd om goede praktijken te kennen, die we allemaal hebben gebundeld op een website. Dat is allemaal aan de secundaire scholen overgemaakt om de scholen aan te zetten om aan kostenbeheersing te doen. U weet dat er tot op heden niet beslist is tot invoering van een maximumfactuur omdat er een onderscheid is tussen de eerste, tweede en derde graad. Het is gemakkelijker in de eerste graad omdat we daar geen onderwijsvormen kennen. In de tweede en derde graad is het veel ingewikkelder.
We hebben dus die studie van de Koning Boudewijnstichting gehad. Scholen kunnen zelf heel veel doen door hun gezond verstand te gebruiken en door op een andere manier te werken. De provincie Antwerpen heeft, onder leiding van gedeputeerde Inga Verhaert, heel wat stappen gezet en zal dat volgend schooljaar opnieuw doen. We hebben dat goed opgevolgd. We doen dat min of meer in overleg. Ik heb ook geld gegeven en de vraag gesteld aan de ouderkoepelverenigingen om gedurende afgelopen schooljaar heel wat ouders en scholen te selecteren om gedurende een heel jaar de kosten in rekening te brengen om op basis daarvan te zien wat nu de reële kostprijs is. Dat rapport zullen we in het najaar krijgen.
We zullen dus de ervaring van Antwerpen hebben, de goede praktijken via de Koning Boudewijnstichting en het rapport van de ouderverenigingen. Dan hebben we alle elementen op tafel om al of niet te beslissen of we kunnen overgaan tot het invoeren van een maximumfactuur in de eerste graad in eerste instantie. In de tweede en derde graad is het allemaal wat moeilijker. Als we kunnen beginnen in de eerste graad, zou dat al een stap voorwaarts zijn. Dat staat niet in het regeerakkoord, maar goed, we zijn met het onderzoek gestart en hebben stappen in die richting gezet. We zullen zien of we tot een besluitvorming kunnen komen in overleg met de onderwijsverstrekkers en de ouderkoepelverenigingen.
Minister, dank u voor het antwoord. Het is positief dat er materiaal verzameld wordt. Ik heb het rapport van de provincie Antwerpen ook gelezen. Daar wordt heel duidelijk in gesteld dat het belangrijk is om de informatie die we in 2008 hadden van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA), te actualiseren omdat er ondertussen al een aantal jaren zijn verstreken en er nood is aan nieuw materiaal om te kijken wat mogelijk is.
U zegt dat het iets eenvoudiger is om voor de eerste graad te bekijken of een maximumfactuur haalbaar is, maar ik stel vast dat de kosten voor ouders vooral in de derde graad van het secundair onderwijs vrij hoog komen te liggen, omwille van buitenlandse uitstappen. Zeker in de kunstrichtingen bijvoorbeeld worden er nogal wat uitstappen gemaakt. Die zijn belangrijk voor die studierichting, maar de kostprijs voor ouders loopt erg hoog op. Ik denk dat het belangrijk is om, naast wat eventueel mogelijk is in een eerste graad, toch ook te kijken op welke manier we scholen beter kunnen aanzetten tot kostenbeheersing, ook in de tweede en derde graad. Zeer specifiek voor een aantal richtingen moeten we kijken wat we bijkomend kunnen doen, omdat het daar is dat de knelpunten zich situeren.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Wij volgen u dat het niet uitreiken van een rapport inderdaad onwettig en onaanvaardbaar is, minister. In geen geval mogen kinderen worden gestigmatiseerd omdat de ouders, om welke reden dan ook, schoolfacturen niet hebben betaald. Het is wel niet de eerste maal dat zulke zaken gebeuren. Het is belangrijk om te weten of er een structureel probleem aan ten gronde ligt of niet.
Scholen hebben andere middelen om hun facturen te innen. Als het gaat om onbemiddelde gezinnen, is een spreiding van de kosten of een stappenplan mogelijk. Als het gaat om ouders die bemiddeld genoeg zijn, maar er bij wijze van spreken hun voeten aan vegen, kan desnoods een advocaat worden ingeschakeld. Juristen verzekeren mij dat dat de school zelfs niets extras hoeft te kosten.
Mevrouw Deckx heeft het woord.
Minister, ik denk dat u zeer gepast hebt gereageerd op de meldingen die we via de media hebben gekregen. Ik heb gelezen en gehoord dat het gaat over rapporten, maar ik heb ook aanwijzingen dat sommige scholen diplomas inhouden. Ik weet niet of u ervan op de hoogte bent of dat ook veelvuldig gebeurt of niet.
Kostenbeheersing is absoluut het eerste punt dat moet gebeuren, maar wanneer dat niet gebeurt, is het misschien toch aangewezen om aan scholen nogmaals duidelijk te maken dat zij andere manieren kunnen aanwenden dan de kinderen te kijk zetten, bijvoorbeeld een samenwerking met plaatselijke OCMWs. Ik ben er mij van bewust dat het niet altijd zal gaan over een gebrek aan middelen, maar in vele gevallen toch wel. Het zou goed zijn om de scholen nog eens een aantal methoden aan te reiken waarmee ze aan de slag kunnen, zonder dat ze de kinderen moeten viseren.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de vraag van mevrouw Helsen, minister, want kinderen hebben geen verantwoordelijkheid in het betalen van rekeningen. Een rapport geeft trouwens een stand van zaken van de leerprestaties van een kind en heeft niets te maken met de rekening. Desalniettemin moeten rekeningen worden betaald. Rekeningen van elektriciteit, water en gas worden ook betaald. Ik vond het zeer aangenaam van u te vernemen dat er in het najaar gegevens beschikbaar zullen zijn, die we kunnen gebruiken om te bekijken hoe we tegemoet kunnen komen aan het betalen van die rekeningen. Zelfs al denken we na over een maximumfactuur, dat is nog altijd een factuur die betaald moet worden. Het overleg tussen scholen en ouders is fundamenteel. Ik kijk ernaar uit hoe we dat het best aanpakken.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Minister, u hebt juridisch gelijk door te zeggen dat de verbintenis van de school om een rapport af te leveren en de verbintenis om een factuur te betalen niet aan elkaar zijn gekoppeld. In andere gevallen kan men de exceptio non adimpleti contractus inroepen: je kunt een verbintenis opschorten als de ander zijn wederverbintenis niet uitvoert, op basis van de artikelen 1131 en 1134. Maar deze verbintenissen hangen niet samen. Die rapporten afleveren is een publiekrechtelijke verplichting. Daarom denk ik dat u juridisch sterk staat door te zeggen dat de scholen die verbintenis moeten presteren.
Het mag ook niet leiden tot een diabolisering van de scholen, want de scholen moeten ook hun rekeningen betalen en hebben dus het recht om de onbetaalde facturen van de ouders te vorderen.
Er zijn ouders die niet kunnen, maar er zijn er ook die niet willen betalen. Sommige ouders betalen hun factuur niet, maar bezondigen zich wel aan luxeverzuim. Je mag de hele groep niet victimiseren.
Soms worden incassobureaus ingeschakeld door scholen, en waarom niet. Ze zijn daarin gespecialiseerd. Scholen hebben niet altijd de skills om die rekeningen te innen. Die bureaus worden ten onrechte gediaboliseerd in het tijdschrift Klasse. Ik zou dat toch in de gaten houden. Klasse dient niet om de klassenstrijd te voeren.
Er is niet veel meer nieuws verteld dan wat mevrouw Helsen al heeft gedaan. Voor diplomas en rapporten geldt hetzelfde principe: je kunt dat niet inhouden. Dat hebben we ook aan de scholen laten weten. Er zijn andere procedures om die schoolrekeningen te innen. We hebben al die scholen eraan herinnerd. Ik hoop dat ze het nu hebben begrepen.
Ook in 2010 is dat in de actualiteit geweest, en nu opnieuw. De boodschap is nu wel duidelijk aangekomen bij die scholen, denk ik, zo niet wordt er opgetreden tegen de scholen die het doen.
Minister, het is goed dat u materiaal hebt verzameld. Wat ik ook interessant vind, is dat we nagaan of de werkingsmiddelen die we ter beschikking stellen van scholen om een bepaald onderwijs in te richten, voldoende zijn en of er grote verschillen zijn tussen bepaalde scholen die dezelfde richting aanbieden en toch een andere factuur presenteren. Het is heel interessant om over die informatie te beschikken. Zo kunnen we als overheid bekijken of we aan onze financiering moeten sleutelen of niet.
De actuele vraag is afgehandeld.