Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2013
Verslag
Algemene bespreking (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de algemene bespreking van het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013, het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2013.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Er zijn voor- en nadelen aan om als laatste spreker te mogen optreden. Het nadeel is dat het meeste al is gezegd. Het voordeel is dat je algemene conclusies kunt trekken van alle voorgaande sprekers. Ik zal dat zo goed mogelijk proberen te doen en concluderen met twee stellingen, die voor mij heel belangrijk zijn.
De eerste stelling is dat deze regering haar manier van werken, namelijk non-beslissingen en politieke compromissen, voortzet. Het is bijna een handelsmerk van deze regering aan het worden. Net voor de paasvakantie is de Vlaamse Regering begonnen met de begrotingscontrole. Herinner u die woensdag: we hadden toen een heftig debat over onderwijs en het capaciteitsprobleem, maar er kwam geen enkel antwoord van de Vlaamse Regering. De oppositie bleef op haar honger zitten.
De dagen erna was er eerst het befaamde basketbalakkoord. Het ging om een denkoefening van de N-VA, van minister Muyters en Bart De Wever. Zij wilden de responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen liever inzetten voor de capaciteiten van onderwijs. Belga heeft dat toen via een gelekte nota kunnen inkijken en in een persbericht gegoten. Daar was natuurlijk veel heibel rond. De rangen moesten opnieuw gesloten worden. Minister-president Peeters moest voor de eerste keer zijn glansrijke rol van politiek verzoener spelen. Men kwam met een creatieve oplossing op de proppen: creatief rekenen met Kris en Philippe. Er wordt geen beslissing genomen, maar wel een non-beslissing waarbij men beleidskredieten optrekt en doet alsof er in extra middelen wordt voorzien, maar tegelijk de betaalkredieten naar beneden haalt. Men machtigt om uitgaven te doen, maar zegt tegelijk dat men de centen niet echt heeft. We hebben een rekenkundige oefening gedaan, waarbij we wat onderbenutting toepassen en besparen op betaalkredieten. We hebben een overschot van 150 miljoen euro en zullen wel zien hoe we die overschot zullen gebruiken. Daarnaast hebben wij ook wat beleidskredieten, zodat al die mensen die iets aan de capaciteit en aan de wachtlijsten willen doen, kunnen zeggen dat zij daar iets aan zullen doen. Daar staan nog niet onmiddellijk centen tegenover, maar dat komt wel in orde. We zorgen er in 2014 wel voor dat die centen er zullen zijn.
Zon creatieve oefening hebben wij bij de begrotingscontrole gezien. Er werd eigenlijk niets beslist. Het Rekenhof vindt dat redelijk problematisch om meerdere redenen. Ten eerste is het problematisch omdat er een toename is van de beleidskredieten men geeft ministers de machtiging om een aantal zaken uit te voeren , maar er is een afname van de betaalkredieten. Het Rekenhof zegt dus dat de impliciete schuld wordt verhoogd. Dat is problematisch en het toont ook aan en dat is mijn tweede punt waarom deze begroting virtueel in evenwicht is. Je zit met een aantal problemen binnen de begroting waardoor je dat evenwicht kunt betwisten.
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik denk dat er wat tegenspraak is. Ofwel hebben wij geen beslissingen genomen. Maar zeggen dat wij beleidsbeslissingen hebben genomen en beleidskredieten hebben vastgelegd, wat betekent dat ministers beslissingen kunnen nemen om dat beleid in te vullen en dan zeggen dat dat problematisch is omdat wij die beslissingen hebben genomen, en tegelijk zeggen dat we geen beslissingen hebben genomen: dan is er toch een tegenspraak? Ofwel zijn er beslissingen genomen en is er beleidsruimte gecreëerd en zijn er beleidskredieten beslist, ofwel zijn ze niet beslist en hebben we geen beslissingen genomen. Ofwel hebben we beslissingen genomen en zijn er beleidskredieten, ofwel niet.
Minister, er zijn geen beslissingen genomen over centen. U zou met centen op de proppen komen. Het inzetten van de responsabiliseringsmiddelen: dat waren centen die u al in 2013 zou uitgeven. Minister-president Peeters was het daar niet mee eens. Nu we terugkijken, weten we waarom. Hij wilde met die middelen een beetje meer aan samenwerkingsfederalisme doen. Ik kan mij voorstellen dat dit bij de N-VA op tegenspraak stuitte. Dat toont alleen maar aan dat de onenigheid binnen de regering nog maar moeilijk te rijmen valt. Dat is daarna, bij andere discussies tijdens deze legislatuur, nog herhaaldelijk gebleken.
Daarvoor, bij eerdere discussies, was dat ook het geval. De minister-president moet koorddansen. Vandaar die creatieve piste: We zullen wat beleidsruimte creëren. Dan kun je je verhaal vertellen over die extra middelen en keuzes. Uiteindelijk, wat de centen betreft, hebben wij door de onderbenutting en de betaalkredieten wel wat overschot gekregen. Maar dat overschot wordt niet toegewezen. Dat is een soort buffer. Daarover moet de discussie ook nog worden gevoerd: zullen we dat inzetten voor usurperende bevoegdheden die we zullen overnemen, of voor extra responsabilisering? Gaan we dat effectief inzetten voor capaciteit als op het eind van het jaar blijkt dat er toch scholen zijn afgewerkt en we die middelen toch al nodig hebben? Dat blijft in het ijle hangen. Die beslissing is niet genomen, minister. Dat is het creatieve rekenen van Kris en Philippe, zodat niemand gezichtsverlies hoeft te lijden. Zo hebt u die vrijdag voor de paasvakantie een uitweg gevonden, een verhaal om te vertellen aan de pers. Voor mij was dat een zeer twijfelachtig verhaal.
Er is heel duidelijk gebleken en aangetoond dat de betalingskredieten die we voor de scholenbouw nodig hebben, klaar zullen liggen. Voor de rest gaat het om vastleggingskredieten. De beslissing is genomen. Er is voorzien in 23 miljoen euro voor de schoolinfrastructuur, in 23,2 miljoen euro voor de schoolcapaciteit en in 60 miljoen euro meer voor de scholenbouw in 2014. Al die beslissingen zijn genomen. In de mate waarin dit nog dit jaar in de rekeningen zal staan, hebben we in betalingskredieten voorzien.
We kunnen hierover blijven discussiëren.
Naast de politieke compromissen en het uitstel van beslissingen om de eer hoog te houden luidt mijn tweede conclusie aan het einde van het debat dat het begrotingsevenwicht grotendeels virtueel is. Dit is vooral een enorme communicatieve troef die te pas en te onpas wordt bovengehaald. In elke televisie-uitzending waarin leden van de Vlaamse Regering verschijnen, wordt verklaard dat Vlaanderen toch maar een begroting in evenwicht heeft. Zoals ik echter al heb gesteld, zijn er een aantal heel duidelijke bezwaren.
Het eerste bezwaar betreft de toename van de impliciete schuld ten gevolge van een verhoging van de beleidskredieten en de verlaging van de betalingskredieten. Het Rekenhof stelt net hetzelfde. Het Rekenhof stelt zich ernstige vragen met betrekking tot die buffer van 150 miljoen euro die is gecreëerd en die nog niet is toegewezen.
Het Rekenhof vraagt zich af hoe democratisch dit alles is. De Vlaamse Regering krijgt een machtiging en een blanco cheque. De Vlaamse Regering kan zelf beslissen wat met die buffer zal gebeuren. Dit is redelijk ongezien in een parlementaire democratie. Dit is niet echt de gewoonte. Normaal gezien wordt hierover duidelijkheid gecreëerd.
Het Rekenhof vraagt dan ook om een tweede begrotingscontrole. De heer Vereeck heeft dit punt ook al aangehaald. Ik had het zelf ook al genoteerd. Hoe zit het met de tweede begrotingscontrole? Zal de minister het Rekenhof op dit punt volgen? Wanneer zal die tweede begrotingscontrole dan plaatsvinden?
Mijn partij en ikzelf vinden het ongepast met een democratisch deficit en een blanco cheque aan de Vlaamse Regering te werken. Wat die tweede begrotingscontrole betreft, ben ik dan ook echt vragende partij. Ik hoop dat de minister hier in het najaar werk van zal maken. Mij lijkt dit alvast logisch.
Volgens mij hebben de minister-president en ikzelf deze voormiddag al uitvoering op dat laatste punt gereageerd.
Ik hoor Groen nu al drie jaar verkondigen dat we een virtuele begroting hebben en dat het evenwicht virtueel is. Voor zover ik weet, wordt dat de begroting voor elk jaar achteraf nagekeken. Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) zorgt voor de invulling aan de hand van het Europees Stelsel der Rekeningen (ESR). Ik ga er dan maar van uit dat het INR ook niet kan rekenen.
Recent hebben we in de commissie besproken dat de begroting voor 2011 is evenwicht is gebleken. Ik veronderstel dat dit evenwicht ook virtueel is. Ik kan iedereen garanderen dat het INR ook zal vaststellen dat de begroting voor 2012 in evenwicht is. Ook dat zal dan wel virtueel zijn, veronderstel ik. Ik ben in elk geval blij dat onze begroting ook dit jaar weer een virtueel evenwicht bereikt.
Ik denk dat iedereen zal begrijpen wat ik met een virtueel evenwicht bedoel naarmate ik hier verder op inga. Op papier en zuiver cijfermatig zal het allemaal wel kloppen. Ik vraag me echter af of in de pers telkens dat hoera-gevoel moet worden opgeroepen zolang er nog zo veel noden en vragen zijn. Er zijn federale problemen. De gemeenten hebben nog veel vragen en noden. Ik zal hier straks nog in detail op ingaan. Ik vraag me af of we in Vlaanderen moeten blijven verklaren dat we goed hebben gewerkt. We hebben een begroting in evenwicht en bijgevolg is alles in orde. We staren naar onze navel en de rest doet er niet meer toe.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik heb een heel concrete vraag. Pleit u dan voor een begroting met een deficit? Vraagt u om een begroting in het rood? Iets anders kan niet.
Ik heb al verschillende malen duidelijk uiteengezet waar wij voor pleiten. Ik heb dat ook gedaan in een uitzending van Terzake waar de heer Vereeck ook te gast was. Ik weet niet of iemand die uitzending heeft gezien.
Wij zijn ook voor een begroting in evenwicht. We zijn echter niet gewonnen voor die jaarlijkse fetisj om op het einde van het jaar een evenwicht te bereiken. We streven naar een structureel evenwicht. We moeten hieraan werken, maar dan zonder constant een stop-and-go-beleid te moeten voeren, zonder telkens weer de toekomstige generaties te hypothekeren en zonder zaken door te schuiven.
Want dat doe je als je de beleidskredieten verhoogt en de betaalkredieten niet. Dan zegt u: we zijn dit jaar wel weer in evenwicht, 2013 is toch maar weer mooi in orde. Dat er dan nog wat voor die scholen zal achter zitten en dat er nog wat zal achter zitten voor het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) en de wachtlijsten, dat regelen we dan wel in 2014. Dat doen jullie. Dan zeggen jullie: kijk, we hebben een begroting in evenwicht, is het niet fantastisch! Maar u zit met die facturen die volgend jaar nog moeten worden betaald en waar u nu al een voorafname van hebt gedaan omdat u niet anders kunt. Hoe durven jullie nog in alle intellectuele eerlijkheid telkens fier te zijn op die begrotingen in evenwicht als er nog zoveel noden en problemen zijn?
Het is ook fantastisch, mevrouw Meuleman, dat wij voor het derde jaar op rij een begroting in evenwicht hebben. Waarom is dat fantastisch? Omdat wij de politieke keuze maken, heel doelbewust, om de lasten niet door te schuiven naar de volgende generaties. Je kunt heel duidelijk de keuze maken. U zegt dat er inderdaad nog heel veel noden zijn. Als je die noden wilt lenigen, dan moet je daar geld tegenover stellen. Dan laat je die begroting in evenwicht los. Dat betekent dat je die schulden doorschuift naar de toekomst. Dat is een heel eenvoudige keuze. Maar u kunt niet van de twee walletjes eten. Dat probeert u nu te doen. U probeert en de begroting in evenwicht die uw voorganger trouwens ook altijd bepleit heeft te bewaren en zomaar geld te zetten tegenover al die noden. Wel, vanuit de oppositie kan dat lukken. U mag dat gerust zeggen, dat is misschien wel uw taak, maar in de praktijk en in de realiteit lukt dat niet. Als je die noden wilt leningen, heb je daar geld voor nodig. Als je dat geld uitgeeft, kun je geen begroting in evenwicht hebben. Zo simpel is het.
Ik wil hieraan toevoegen dat ik het eigenlijk wel erg vind dat er gedaan wordt alsof we hier met die begroting spelen. Alsof dat zomaar kan: facturen naar voren, facturen naar achteren, facturen naar links, facturen naar rechts, we doen maar op. Er is echter wel een Rekendecreet, er is controle langs alle kanten. Dat is niet de manier waarop een begroting wordt opgesteld. Ik denk dat u zich daar echt nog verder in moet specialiseren.
Maar neen, minister Muyters, voor de scholen maakt u beleidskredieten vrij
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Ik wil wel iets zeggen aan minister Muyters. Voorzitter, ik richt me ook een klein beetje tot u. Ik zit hier al een tijdje. De begrotingen van vandaag kun je niet meer lezen. Het is één grote wirwar. Wij hebben dat al verschillende keren gezegd, ook in de gespecialiseerde commissies. Op dit moment kun je als gewoon parlementslid een begroting niet meer doorgronden. Programma per programma weet je absoluut niet meer wat erin zit. In dergelijke wirwar is het inderdaad mogelijk om allerlei hoogtechnologische trucs uit te voeren van debudgetteringen, die je niet zo wilt noemen, die je nieuwe namen geeft, maar die eigenlijk op hetzelfde neerkomen. Daar heeft mevrouw Meuleman het over. Een slinkse manier van debudgetteren, dat doen we vandaag. Uiteindelijk zijn we ook bezig met het doorschuiven van lasten naar de volgende generaties.
Mevrouw Vogels, u richt zich ook tot de voorzitter. Als u ter zake een initiatief wilt nemen voor een grotere leesbaarheid van de begroting, ben ik de eerste die u daarin zal steunen. Wij hebben daartoe al een poging ondernomen. Vroeger kregen we de begroting in drie dikke stukken. Wij hebben die opgesplitst naar de commissies, wat de leesbaarheid vergroot heeft. Ik heb trouwens daarover een aantal opmerkingen gemaakt. Als u morgen vraagt om te starten met een werkgroep samen met de commissievoorzitter van Financiën, heb ik er geen enkel probleem mee om die vergadering voor te zitten en de nodige initiatieven te nemen. U hebt dat trouwens eerder al eens gezegd, maar ik heb toen niets meer van u gehoord. Maar ik heb daar geen enkel probleem mee.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik denk dat er echt niet kan worden ontkend dat er voor scholenbouw bijvoorbeeld, en voor een aantal andere zaken, beleidskredieten worden vrijgemaakt en, ik zeg het nog eens, in betaalkredieten wordt voorzien de komende jaren, en dat er die vrijdag toch is gecommuniceerd: kijk eens hoeveel wij uittrekken voor de scholenbouw. Wij hadden daar een probleem mee. Maar goed, ik ga verder.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, u daagt ons gewoon uit. Ik heb nog niet gereageerd, maar collega Diependaele wel. Van twee zaken één. We hebben het deze voormiddag ook al gezegd. Telkens zegt u, elke keer opnieuw, dat het een virtuele begroting is. Het is het derde jaar op rij dat de begroting in evenwicht is. Er zit dus iets duurzaams in. Twee jaar geleden bent u komen vertellen en ook vorig jaar bent u komen vertellen dat die begroting nooit in evenwicht zou worden afgesloten. Welnu, dat is dus gebeurd, heel duidelijk. Meer nog, er was vorig jaar een overschot van bijna 250 miljoen euro. In januari was u de eerste om te zeggen: kijk, dat is toch wel dom, hoe is het nu mogelijk dat je een overschot hebt kunnen realiseren van 250 miljoen euro.
Met welke geloofwaardigheid komt u hier nu zeggen, met een vingertje in de lucht, dat deze begroting weer virtueel is? Ik zie dat absoluut niet.
U zegt ook dat er wordt gegoocheld met beleidskredieten en betaalkredieten, bijvoorbeeld voor de scholenbouw. Als een programma wordt opgesteld op een duurzame manier voor energievriendelijke schoolgebouwen, dan wordt er eerst gepland en wordt er daarna uitgevoerd. En de betaling gebeurt bij de uitvoering. Welnu, als de schoolgebouwen nog moeten worden gepland, dan worden ze dit jaar niet uitgevoerd, maar pas in de volgende jaren. Deze regering zegt dan: beleidskredieten in 2013, betaalkredieten op het moment dat de gebouwen worden geplaatst en uitgevoerd. Dat is de begrotingopmaak, gewoon en heel eenvoudig. Ik zie het probleem echt niet.
Mevrouw Meuleman, deze morgen hebben we het gehad over het ontwerp van decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2011. Dat is zogezegd onze eerste virtuele begroting. Ik lees daarover bij de bespreking, want ik was verslaggever: Er worden geen verdere opmerkingen geformuleerd bij het ontwerp van decreet. Ik ben het niet helemaal zeker, het staat hier ook niet in, maar ik denk dat u zelfs niet aanwezig was in de commissie. Het ontwerp van decreet werd met zeven stemmen voor en een stem tegen goedgekeurd. Als het dan effectief een virtuele begroting was, zou ik toch mogen verwachten dat u iets zou zeggen over de eindrekening. We hebben u niet eens gezien in de commissie.
Dat is zoals altijd een zwaktebod, mijnheer Diependaele, want ik volgde misschien een heel belangrijke vergadering van de commissie Onderwijs, waar mijn aanwezigheid ook noodzakelijk was.
Dat kan heel goed zijn, maar niemand van Groen of van Open Vld heeft hier een opmerking over gemaakt. En dit was ook een virtuele begroting volgens de oppositie.
Collegas, ik zal nog een keer proberen uit te leggen waar ik problemen mee heb, want we voeren inderdaad steeds weer dezelfde discussie.
Op de vrijdag dat de begrotingscontrole na de vele moeilijkheden, het basketbalakkoord en de discussie in de plenaire vergadering, gepresenteerd werd, werd gezegd dat er een aantal tegenvallers waren op het vlak van de inkomsten door de federale dotatie die gedaald was met 319 miljoen euro, maar dat die konden worden gecompenseerd. Minister Muyters zei dat er geld gevonden was door de onderbenutting en het naar beneden halen van de betaalkredieten, een keer 230 miljoen euro en een keer 240 miljoen euro. Met dat geld, zo werd de schijn opgehouden door de Vlaamse Regering, zullen wij de jeugdwerkloosheid bestrijden, de wachtlijsten wegwerken, extra geld uittrekken voor scholenbouw en oplossingen vinden voor Limburg. Dat kwam goed uit, het leek een heel mooi plaatje.
Maar nu blijkt dat het niet zo in elkaar zit. Met die 240 miljoen euro en 230 miljoen euro die gevonden werden, is een buffer gecreëerd van 150 miljoen euro waarvan later nog wel zal worden bekeken wat de regering ermee doet. Ik heb een probleem met die voorstelling van zaken door de Vlaamse Regering, want die is intellectueel oneerlijk. Dat wil ik hier zeggen. Daarom is het allemaal niet zo doorzichtig. Het is allemaal nogal virtueel, het klopt helemaal niet.
Nu goed, minister, dat kan allemaal met de beste bedoelingen gebeurd zijn. En ik geloof wel dat u nog zult proberen om eruit te geraken hoe u de 150 miljoen euro zult besteden: of dat de piste-Peeters zal zijn met extra bijdragen bij het federale of dat we ons zullen voorbereiden op de zesde staatshervorming en alles wat overkomt, inclusief alle daaraan verbonden moeilijkheden zoals de dienstencheques en de woonbonus, of dat we het zullen gebruiken voor het Gemeentefonds en voor de pensioenen. Ik zeg alleen maar dat u het met 150 miljoen euro niet allemaal zult kunnen doen. U zult niet én de wachtlijsten, én de capaciteit, én het Gemeentefonds, én de voorbereiding op de zesde staatshervorming én de federale kwestie kunnen oplossen. En dus moet u niet zeggen dat we schitterend bezig zijn, dat Vlaanderen geen problemen heeft, dat het hier allemaal goed zit, dat we ons voorbereiden op de toekomst, dat we toekomstige generaties niet opzadelen met problemen, dat we alles aan het oplossen zijn. Dat is niet waar, dat ben ik hier aan het doorprikken. Het spijt me. (Opmerkingen)
Ik denk dat u weet dat het echt zo in elkaar zit en ik zie de heer Van Malderen instemmend knikken. (Gelach. Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
We schrappen niets uit het verslag, wat gezegd is, is gezegd. Maar u kunt het wel ontkennen.
Ik ontken het inderdaad. Het enige wat mevrouw Meuleman doorprikt, is haar eigen verhaal.
Ik heb gezegd waarvoor we nog middelen nodig hebben en waarom ik bevreesd en bezorgd ben. Wat ik nog niet heb vernoemd, en wat ook een hypotheek legt op de toekomst, zijn de pps-constructies. Daarbij zitten we met 700 miljoen euro per jaar op kruissnelheid, nog zonder het Masterplan 2020. (Opmerkingen)
Nee, mijnheer Van Rompuy, niet voor allemaal. Ik heb al uitvoerig toegelicht dat we bijvoorbeeld voor de scholenbouw een zeer dure operatie zijn gestart en niet de meest efficiënte. Ik stel me dus ook vragen bij die pps-operatie.
Het samenwerkingsfederalisme klinkt mooi, heb ik vorige keer gezegd, maar hoe gaat dat eruit zien in de praktijk? Gaan we middelen hebben om extra pensioenlasten te dragen? Gaan we ruimte hebben om meer verantwoordelijkheid op te nemen? Of was die bespreking met het federale niveau voor de etalage?
Wat kunnen we nog doen voor de gemeenten? Iedereen heeft de noodkreet van de heer Tobback gehoord. Iedereen erkent en beseft dat die terecht is, ook in zijn eigen gemeente. Moeten we niet kijken naar een herverdeling en herorganisatie binnen entiteit II, tussen de steden en gemeenten en Vlaanderen? Of stevenen we af op een Antwerpenscenario, waarbij de gemeenten zelf zeer rigide besparingen doorvoeren en hun culturele en sociale sector onderuithalen? Ik denk dat gemeenten met bestuurders van sp. a en CD&V dat niet willen. We zullen onze verantwoordelijkheid moeten nemen, maar de vraag is of er ruimte voor zal zijn. Ik vrees ervoor.
In verband met de zesde staatshervorming en de usurperende bevoegdheden, minister-president, stel ik u nog eens de vraag waarop ik vorige keer geen antwoord heb gekregen: wanneer zal het verhaal rond de usurperende bevoegdheden en meer bepaald rond de ontwikkelingssamenwerkingsprojecten eindelijk worden opgelost? Zij krijgen nog steeds 67 procent van hun middelen van de federale overheid. Zij wachten op de overige 33 procent. Ze hopen dat Vlaanderen daarmee over de brug zal komen. Ze hopen vooral op zekerheid, dat ze volgend jaar hun werking kunnen voortzetten en dat ze al die mensen niet moeten laten staan in vooropzeg. Die mensen zijn begonnen met projecten, want het gaat over engagementen die zijn aangegaan. We spreken dus bijna over contractbreuk. Gaan ze dat kunnen voortzetten? Daarop geeft deze begrotingscontrole geen antwoord. Dat vind ik problematisch.
Om nog maar te zwijgen over alle maatschappelijke noden waarmee we worden geconfronteerd. We hebben het hier bijna wekelijks over de armoedecijfers, u ook, mijnheer Van Malderen. We hebben het over de jeugdwerkloosheid, de capaciteit en de infrastructuur in het onderwijs. In bosontwikkeling boeken we ook geen vooruitgang. Voor de wachtlijsten zegt men in Oost-Vlaanderen dat men niet meer meedoet aan het verdelen van de schaarste. Als er zo weinig middelen voorhanden zijn, zien ze het niet meer zitten. Ik heb er problemen mee dat er dan een hoeraverhaal wordt gebracht.
De politieke non-beslissingen zijn problematisch. Ik las net voor ik mijn speech begon, nog een artikel van onderzoekers aan de K.U. Leuven over de plannen voor de hervorming van het secundair onderwijs. De onderzoekers winden zich ook behoorlijk op. Ze zeggen dat het gedaan moet zijn met de uitgestelde democratie. Uitgestelde democratie is geen democratie. Je kunt niet discussies voeren en ze dan niet beslechten, de knoop niet doorhakken. De non-beslissingen zorgen voor onzekerheid en schuiven de beslissing door van verkiezing naar verkiezing. Zo creëert de politiek het wantrouwen in de politiek, zeggen ze. Zo ondermijnt de politiek haar gezag. Dat schrijven vier onderzoekers vandaag in een column over het masterplan voor het secundair onderwijs, en ik kan ze enkel gelijk geven. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Meuleman, u zegt dat er noden zijn die niet worden ingevuld en vervolgens zegt u dat er wantrouwen wordt gecreëerd. Wantrouwen wordt ook gecreëerd op het moment dat mensen foute informatie verstrekken. Ontkent u dat wij met deze begrotingscontrole 5 miljoen euro meer uitgeven voor het bestrijden van jeugdwerkloosheid? Ontkent u dat we met deze begrotingscontrole, na reeds twee andere inspanningen, 34 miljoen euro bij investeren voor capaciteit in scholenbouw? Ontkent u dat er bijvoorbeeld op het gebied van de wachtlijsten in de gezondheidszorg deze legislatuur voor 145 miljoen euro capaciteitsuitbreiding is gerealiseerd?
Nee, mijnheer Van Malderen, maar dat zijn symbolische druppels op een hete plaat.
Voorzitter, geachte collegas, ik wil alle sprekers bedanken voor hun deelname aan het debat. We zijn het misschien niet altijd eens met elkaar, maar steeds meer apprecieer ik een goede inhoudelijke parlementaire discussie.
Laat me toch iets dieper ingaan op die begrotingsaanpassing van 2013. Het was een begroting waarbij we 320 miljoen euro minder dotaties hadden, 240 miljoen euro is daarvan opgevangen via de onderbenutting en 230 miljoen euro door de technische bilaterales. Niet het schrappen van beleidskredieten, maar het juister inschatten van de betaalkredieten was de oorzaak van die 230 miljoen minder uitgaven. We hebben dan nog de buffer naar 150 miljoen euro gebracht en 5 miljoen euro extra geïnvesteerd in werk. Dat is het kader of de samenvatting van wat wij bij de begrotingsaanpassing hebben gedaan.
Dit toont aan, en dat heb ik vandaag te weinig gehoord, dat de begrotingsopmaak van 2013 een goede opmaak is geweest. We hebben opnieuw vooruitziend en voorzichtig begroot toen we in 2012 de opmaak deden van de begroting 2013, dat we toen de onderbenutting hebben ingeschat op basis van de onderbenutting van 2011 en ze daarna zoals altijd hebben bijgepast op basis van de onderbenutting van 2012. We hebben een conservatieve inschatting gemaakt van onze eigen inkomsten, we hebben de betaalkredieten eerder te hoog dan te laag ingeschat, en met die begrotingsaanpassing vandaag hebben we een begroting hebben die nog reëler is dan bij de begrotingsopmaak.
Deze Vlaamse Regering doet wat ze moet. We komen het regeerakkoord na, en voor de derde keer op rij dienen we een begroting in evenwicht in. Daardoor zullen wij de toekomst niet belasten, en ondertussen blijven we toch met deze begroting en met deze begrotingsaanpassing investeren in duurzame economische groei, blijft het Gemeentefonds met 3,5 procent per jaar vier jaar na elkaar groeien. We hebben in 2013 met vastleggingskredieten en vereffeningskredieten in de responsabiliseringsbijdrage voor de ambtenaren voorzien, en we hebben extra middelen voor de jeugdwerkloosheid. We hebben een buffer voor tegenvallers, we kunnen investeren in werk, in capaciteit van scholen, in wegen en dergelijke meer.
Ik hoor dan dat het allemaal gemakkelijk is, dat we nog meer reserves zouden moeten opbouwen, dat we bij de gemeenten nog meer zouden moeten bijspringen, dat wij reserves zouden moeten inbouwen voor de zesde staatshervorming, dat we de usurperende bevoegdheden moeten overnemen, dat we nog meer moeten investeren, dat we nog meer structurele maatregelen moeten nemen en nog zoveel andere zaken meer moeten doen. Dat uiteraard bovenop alles dat we al hebben gedaan, en zonder 1 euro in het rood te gaan. Aan al diegenen die denken dat dit gemakkelijk is, zeg ik: toon mij een overheid die gedurende de periode van vijf jaar economische stilstand erin slaagt om begrotingen zoals de Vlaamse voor te leggen, en je zult zien dat niet gemakkelijk is.
Ik heb geen hoerastemming, en aan diegenen die bij de tussenkomsten hebben gezegd dat we moeten oppassen voor 2014, zeg ik dat ik heel goed weet dat ook 2014 zich aankondigt als een moeilijke begroting. Maar net als in het verleden zullen wij ervoor zorgen dat we ook daar er opnieuw alles zullen aan doen om u opnieuw een begroting in evenwicht voor te stellen en toch zullen we nog een aantal investeringen naar de toekomst kunnen openhouden. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Zoals deze morgen al is gezegd, minister: Tout va très bien, madame la marquise.
Minister-president Peeters heeft het woord.
U hebt dat inderdaad gezegd, collega Van Mechelen. Net zoals mijn collega Muyters heb ik alle tussenkomsten zeer gewaardeerd en aandachtig beluisterd. Maar het is toch wel belangrijk om te onderstrepen dat dit een begrotingscontrole is.
Naar aanleiding van de minder gunstige parameters hebben we de begroting 2013 aangepast. We zijn ook ingegaan op een aantal dringende noden die hier in het verleden ook zijn onderstreept door zowel de meerderheid als de oppositie. Dan heb ik het over de scholenbouw, de zorg en andere noden. We waren een investeringsregering en willen dat ook blijven, dus we hebben dat ook verder ondersteund met de middelen van het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU), het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) en dergelijke meer.
Uw uitspraak van tout va bien is natuurlijk goed gevonden, maar er moet me toch iets van het hart. Vlaanderen staat voor heel belangrijke uitdagingen. Dat geldt zeker ook voor de andere overheden in dit land. Dit is geen leedvermaak, maar jammer genoeg hebben onze Franstalige collegas, zowel in Wallonië als in Brussel, geen evenwicht, en dat even los van de vraag of dit evenwicht virtueel of reëel is. Zij zouden in 2014 en 2015 een evenwicht bereiken. Als iedereen voor eigen deur zou vegen en iedereen een begroting in evenwicht zou hebben, dan zouden we al heel wat verder staan. Ik hoop dat de volgende dagen en weken duidelijk wordt welke inspanningen diegenen die nog geen evenwicht hebben, kunnen of willen doen. Vlaanderen is er toch in geslaagd, na de controle, om de begroting 2013 opnieuw in evenwicht te brengen.
Heel de discussie over de onderbenutting en andere discussies hebben ook in de commissie plaatsgevonden. Ik denk dat minister Muyters, maar ook andere collegas van de meerderheid, daar pertinente opmerkingen hebben gemaakt ter zake. Er was de vergelijking met de onderbenutting in de voorgaande jaren en hoe dat concreet in elkaar zit. Ik denk ook dat het wijs is en was om een provisie aan te leggen. Daarin is trouwens ook voorzien in artikel 56 van het decreet houdende de uitgavenbegroting 2013. Dat is een klein detail. We hebben voor de rest zeer aandachtig geluisterd, maar natuurlijk staan we nu voor de belangrijke uitdaging om ook voor 2014 een begroting in evenwicht te realiseren. Gezien de uitdagingen zal dat realiseren ook echt een huzarenstukje zijn.
Mijnheer Van Mechelen, uw kennis en uw ervaring ter zake zijn indrukwekkend. U hebt zelf ook toegegeven dat we in 2012 met een overschot zaten. U hebt zelfs ideeën aangereikt om daar tegen het einde van het jaar op een creatieve manier mee om te springen, namelijk met dat Toekomstfonds. Belangrijk voor mij is dat u ook hebt erkend dat we erin zijn geslaagd om in 2012 een overschot te boeken. Ik verwijs opnieuw naar de discussie over de virtuele begroting enzovoort. Dat bewijst nogmaals dat we in moeilijke omstandigheden die begroting in evenwicht aanhouden.
Minister-president, ik had niet verwacht dat we het debat zouden hervatten, maar dat is geen probleem. Een begroting in evenwicht is belangrijk. Dat is een goede zaak. Het is een belangrijke inspanning binnen entiteit II om ook te voldoen aan het Europese Stabiliteitspact. U zegt dat uw regering een investeringsregering blijft. U verwijst naar het FFEU. Ik heb de tijd meegemaakt dat we het FFEU hebben geïntroduceerd. Ik kijk achter me. Toen werd het FFEU zwaar op de korrel genomen door uw partij. Wat er eigenlijk is gebeurd, is dat de klassieke tweede schijf die na de afrekening 2012 in het FFEU terechtkwam, bij de eerste begrotingscontrole is herverdeeld. Dat is altijd een bedrag tussen 100 en 150 miljoen euro. Dat bedrag werd meestal gebruikt voor het wegwerken van de zwarte punten op ons wegennet, en dus vooral voor de verkeersveiligheid en de fietspaden. Dat wordt onverkort voortgezet door minister Crevits, zij het dat daar vandaag ook een putje in het wegdek mee wordt gedicht.
Wat de scholenbouw betreft, wordt in deze budgetcontrole voorzien in beleidskredieten. U veronderstelt dat met die extra kredieten dit jaar geen steen op elkaar wordt gezet, want anders had u ook in extra betaalkredieten moeten voorzien. Hetzelfde geldt voor de zorgsector waar er een uitbreiding wordt aangekondigd van 10 miljoen euro, maar zonder betaalkredieten. U gaat er ook daar van uit dat er geen euro betaald wordt.
Wat tot slot de onderbenutting betreft, heb ik vanochtend de kans gehad om uitgebreid mijn discours te houden. Het is misschien een goed moment om te zeggen dat ik in mijn eerste begrotingsperiode, 2001-2004, ook met onderbenutting heb gewerkt. Ik weet perfect waartoe dat leidt. Vanaf 2004-2005 zijn we daarvan afgestapt en zijn we beginnen te werken met structurele buffers om het stop-and-gobeleid te kunnen vermijden met, wanneer die buffers niet moesten worden aangewend, een doorstorting naar het Toekomstfonds. Dat gaf ons de kans om de financiële middelen op een efficiënte wijze aan te wenden. In mijn stoutste dromen had ik nooit kunnen wensen dat ik geld in de bijna bodemloze put van Dexia had moeten storten. We hebben daar toen alleszins niet moeten voor lenen. We hebben het op die manier aangewend.
Minister-president, wat die onderbenutting betreft, zien we elkaar in januari volgend jaar.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.