Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, de hetze rond de concentratieschool De Blokkendoos op het Antwerpse Kiel heeft niet alleen de nationale maar intussen ook de internationale media gehaald. Ik weet wel dat het gaat om een stedelijke school en dat u daar niet direct bevoegd voor bent. Maar ik neem aan dat de problematiek u niettemin ter harte gaat via de Onderwijsinspectie.
Ik wil me niet uitspreken over het dossier zelf. We leven in een rechtsstaat en het is de taak van de rechtbank om een oordeel te vellen over het al dan niet vermeende seksuele misbruik. Wel is het zo dat het om een belangrijk precedent gaat. De school werd gesloten door de stedelijke onderwijsinstanties nadat er een hetze is gevoerd, gebaseerd op massahysterie, intimidatie en erger. Het kan geen toeval zijn dat het om een concentratieschool gaat met overwegend moslimamoeders en moslimkinderen waarbij ook de slachtoffercultuur uiteindelijk weer werd gecultiveerd. Het incident werd uitgelegd als een geval van discriminatie, van racisme en van islamofobie.
Minister, is het dan een goed idee om de school te sluiten? Ik heb gisteravond ook het debat gevoerd in de Antwerpse gemeenteraad tegenwoordig ook al een nationaal forum als ik de media mag geloven over deze beslissing. Mijn argumentatie vandaag is dezelfde als gisteren. Als je zon school sluit, geef je dan niet toe aan de intimidatie en de massahysterie? Wek je dan op de een of andere manier niet de indruk dat de directie en de betrokken leraars verantwoordelijkheid dragen of op zn minst schuldig zijn aan de feiten? Minister, ik denk dat uw standpunt niet onbelangrijk is.
Minister Smet heeft het woord.
Laat me eerst zeggen dat op de vooravond van de beslissing de stad Antwerpen ons en de inspectie heeft ingelicht over een nakende beslissing. Wij hebben hun gevraagd om een omstandig verslag op te stellen van wat er gebeurd is in de school en hoe ze tot die beslissing zijn gekomen.
In het algemeen vind ik dat scholen niet moeten sluiten. Als er incidenten plaatsvinden, dan moeten die worden opgelost, maar het is geen goed signaal dat een school wordt gesloten. Alleen in dit geval kunnen we het beschouwen als een geval van overmacht omdat het op een week voor het einde van het schooljaar is gebeurd. Er is dus een bijzondere situatie op een week voor het einde van het schooljaar. De gemoederen waren enorm verhit. Ik laat in het midden hoe dat komt en wat er gedaan is om ze te bedaren, want dat zal het verslag moeten uitwijzen. Door de mediatisering, door de ophitsing, was er een situatie ontstaan waardoor het normaal naar school gaan, onder druk kwam, in het bijzonder voor de kleine kinderen. Omdat het dan toch het einde van het schooljaar was, kan men dit als een situatie van overmacht beschouwen. Dat is ook de reden waarom wij de lonen van de leerkrachten en de directie verder zullen betalen, evenals de werkingskosten.
We beschouwen het dus als een geval van overmacht, maar in het algemeen vind ik niet dat scholen kunnen sluiten naar aanleiding van incidenten. Scholen staan in voor de continuïteit van een openbare dienst, namelijk goed onderwijs verlenen aan kinderen. Alleen waren er volgens mij in dit geval omstandigheden om het als overmacht te beschouwen.
Ik wacht het omstandig verslag af om na te gaan wat er al dan niet is gebeurd. In ieder geval lijkt het me heel duidelijk en is de les die hieruit kan worden getrokken, ongeacht of ik het verslag heb of niet, dat een goede dialoog met ouders in transparantie en met juiste en tijdige informatie kan verhinderen dat er allerlei geruchten en allerlei toestanden ontstaan.
Minister, ik ben blij met uw antwoord, want u stelt duidelijk dat dit geen precedent voor de toekomst mag zijn, dat dit een uitzondering is omwille van het feit dat het op een week voor het einde van het schooljaar gebeurde.
Inderdaad, ik vind toch ook dat het om een zwaktebod gaat. Het sluiten van een school na een dergelijke hetze massahysterie, intimidatie en aanverwanten is geen goed signaal. Het lijkt wel alsof de leraars en de directie verantwoordelijk worden gesteld. Ik denk dat eerder zij die de onrust veroorzaken en die de openbare orde in het gedrang brengen, moeten worden aangepakt, niet de directie en het onderwijzend personeel.
Laat me toe om nog een kleine opmerking te maken. Ik heb gemerkt dat de Marokkaanse ambassadeur het nodig heeft gevonden om zich ter plaatse te begeven en zich te mengen in de problematiek. Ik vind dat een onaanvaardbaar gegeven. Ik denk dat u als minister van Onderwijs streng moet protesteren bij de Marokkaanse ambassade. Het gaat hier toch, in het kader van de veelgeprezen integratie, over landgenoten en zij moeten zich schikken naar onze wetten en de Marokkaanse overheid heeft niets, maar dan ook niets, met dit incident te maken.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, op radio trottoir in Antwerpen doet het gerucht de ronde dat de hele operatie is opgezet om schepen Marinower van Open Vld de voet te lichten. Indien dat het geval is, is dat toch wel een bijzonder vuil politiek spel: ouders gebruiken om een politieke tegenstrever te treffen.
Minister, ik ben blij dat u zegt dat scholen niet zomaar mogen sluiten. U bent op dat vlak toch consequent, omdat u ook het luxeverzuim aanpakt. U spreekt over overmacht. Wat is hier precies het element van overmacht dat toelaat om de school te sluiten? Voor zover ik weet, wordt de betrokken leerkracht niets ten laste gelegd. Er wordt gesproken van spermasporen op een kind terwijl alle leerkrachten in de school vrouwelijk zijn. Er moet dus een fysisch wonder hebben plaatsgevonden. De gerechtelijke instanties hebben niets vastgesteld. Wat is het element van overmacht dat toelaat af te stappen van het beginsel van behoorlijk bestuur, continuïteit van openbare dienst?
Dat heb ik al toegelicht. Door de hele hetze kon het schooljaar niet in normale omstandigheden worden beëindigd en hebben we besloten dat de situatie als een geval van overmacht kon worden beschouwd. We hebben enige vrijheid om die definitie te gebruiken.
Mijnheer Bouckaert, ik vind het evenwel niet wijs om te verwijzen naar radio trottoir, naar allerlei roddels enzovoort. Ik heb daar niets over vernomen. U hoort blijkbaar veel meer. U vertoeft blijkbaar meer in trottoirkringen dan ik. In ieder geval is het niet iets dat ik heb vernomen. Ik denk ook niet dat het aan de orde is. Ik heb er geen weet van dat iemand zo laag zou zijn gevallen. Ik denk dat ik het niet duidelijker kan stellen.
Nogmaals, het gaat om een zeer uitzonderlijke situatie, die zich in principe niet kan herhalen, en bovendien aan het einde van het schooljaar. We wachten op het rapport dat de schepen ons zal overmaken. Op basis daarvan moeten er ook lessen worden getrokken om zulke situaties in de toekomst te vermijden. Ik spreek onder het nodige voorbehoud, maar op het eerste gezicht lijkt me dat er duidelijke communicatieproblemen zijn ontstaan. U weet hoe de geruchtenmolen werkt: wanneer een verhaal de ronde doet, is het oorspronkelijke verhaal bij de tiende persoon al helemaal iets anders geworden. Ik haal het voorbeeld van het luxeverzuim aan. Als je aan twee kranten hetzelfde zegt, maken ze daar twee keer iets anders van en nog iets totaal anders dan wat je in werkelijkheid hebt gezegd. Als het in zulke omstandigheden kan, begrijpt u wel dat men in omstandigheden die emotioneel veel geladener zijn, veel sneller tot zulke toestanden komt.
Nogmaals, het is een uitzonderlijk geval en dus kon het als overmacht worden beschouwd. Het is gebeurd aan het einde van het schooljaar. Het kan niet als precedent worden gebruikt.
Minister, ik dank u nogmaals voor uw antwoord. Op dit moment vindt in Antwerpen een betoging plaats, georganiseerd door de Vereniging voor Ontwikkeling & Emancipatie van Moslims (VOEM). Tussen haakjes: die vereniging wordt met 50.000 euro ruim gesubsidieerd door het Antwerpse stadsbestuur. Het is dus een vereniging die niet onder de besparingsijver van het stadsbestuur is gevallen. Dat geheel ter zijde.
Het is belangrijk duidelijk te maken dat het om een eenmalig feit gaat dat niet, nooit, als precedent kan worden aangewend. Temeer omdat de overheid die leraars en die directie moeten durven te beschermen. U doet dat, daar ben ik blij om. We zijn nog steeds een rechtsstaat. Ik hoop dat dat zo blijft, ook onder de druk waaronder we staan. In een rechtsstaat is iedereen onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Dat moet zo blijven. De overheid moet dat recht in ieder geval, te allen prijze, blijven beschermen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.