Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Reekmans heeft het woord.
Minister, een klein jaar geleden kwam u naar de commissie Buitenlands Beleid en verdedigde u met heel veel vuur het nieuwe gewijzigde verdrag, het derde al sinds 1983, dat de invoer van illegaal gekapte tropische houtsoorten aan banden zou leggen. We zijn nu een jaar later, na dat derde verdrag op enkele jaren tijd, dat steeds strenger wordt en dat we hebben afgesloten en unaniem hebben goedgekeurd in dit parlement.
Uit onderzoek in de haven van Antwerpen blijkt nu dat Antwerpen meer dan ooit de draaischijf is geworden van de invoer van illegaal tropisch gekapt hout. Bij controles in de haven van Hamburg of Rotterdam vindt men wel regelmatig loten illegaal gekapte tropische houtsoorten, maar in Antwerpen vindt men niets. Opmerkelijk is, minister, dat men in Rotterdam loten vindt die via de haven van Antwerpen naar daar zijn getransporteerd.
Minister, ik zet dit vandaag als actuele vraag op de agenda, omdat wij in het parlement heel veel resoluties en internationale verdragen goedkeuren, vaak unaniem. Collegas, dit is een zoveelste voorbeeld van een unaniem goedgekeurd verdrag, maar in plaats van een verbetering te brengen, blijft het dode letter. Er gebeurt vaak niets mee of het betekent zelfs een verslechtering.
Minister, ik blijf er achter staan dat het verdrag unaniem is goedgekeurd, maar zoals met heel veel verdragen en resoluties is er tot op heden eigenlijk niets mee gebeurd. Welke acties wilt u nemen om hier effectief tegen op te treden? Voor heel veel zelfstandigen in dit land is het een vorm van oneerlijke concurrentie.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, ik veronderstel dat u weet dat het toezicht op de handel en de import van illegaal hout geen Vlaamse bevoegdheid is, maar een zuiver federale bevoegdheid. Op dat vlak kunnen wij niet ingrijpen. Het klopt dat er een internationaal verdrag is. Het is ook de lidstaat België die verdragspartij is. We hebben dat inderdaad als gewest bekrachtigd, dat is de normale procedure. Het is absoluut geen verdrag waar verbodsbepalingen in staan. Het gaat meer over samenwerking voor heel concrete projecten.
Belangrijk om te vermelden is dat er vanaf 1 maart volgend jaar een nieuwe Europese verordening komt, die wel veel strenger is en heel concreet toezicht zal toelaten. Opnieuw is het de federale overheid die de Europese verordening zal moeten implementeren. Zij hebben de bevoegdheid voor productnormering en toezicht.
Wel doen wij vanuit onze bevoegdheid het volgende. Bij de implementatie van de Europese verordening heeft de federale overheid nood aan technische informatie over dat hout. Die hebben wij hier, omdat wij natuurlijk ook bossen beheren. Wij helpen en geven bijstand. Maar we kunnen geen controles uitvoeren omdat we die bevoegdheid niet hebben en dat een louter federale bevoegdheid is.
Minister, uw antwoord ontgoochelt mij. Ik raad u aan eens letterlijk uw eigen woorden te lezen in de commissie Buitenlands Beleid. Bijna gedurende een half uur hebt u daar met heel veel vuur dit verdrag verdedigd. U hebt ook een actieplan aangekondigd om het aan banden te leggen. Vandaag komt u meer lesgeven in wat federaal en wat Vlaams is, waarvoor dank, maar dat wist ik zelf ook wel. Destijds kwam u met veel vuur en passie het verdrag verdedigen, minister, en vandaag komt u met evenveel vaagheid zeggen dat u er niets aan kunt doen. Ik kan begrijpen dat u het toezicht niet hebt, dat is inderdaad de douane. Daar ga ik mee akkoord. Maar is het actieplan dat u hebt aangekondigd klaar, in voorbereiding of wanneer zal dat klaar zijn? Wacht u op het nieuwe Europese verdrag?
Dat zijn allemaal dingen die u vandaag vertelt, maar die u een jaar geleden niet verteld hebt.
Minister, de reden waarom ik dit vandaag op de agenda plaats, is om aan te tonen dat we in dit parlement heel veel verdragen en heel veel resoluties goedkeuren die de bevoegde minister met heel veel vuur komt verdedigen, maar die achteraf dikwijls dode letter blijven.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Reekmans, ik vond het eigenlijk spijtig dat u de vraag hier, in de plenaire vergadering, stelde. Voor alle duidelijkheid: niet wegens de terechte bezorgdheid, want het is goed dat u dit op de politieke agenda wilt krijgen, maar omdat dit wat meer debat verdient in de commissie. Eigenlijk wil ik meteen ook vragen aan de voorzitter van de commissie Leefmilieu om hier een debat in de commissie aan te wijden.
Minister, er is inderdaad heel wat eten en drinken aan de doctoraatsthesis van mevrouw Lieselot Bisschop. Die gaat niet alleen over hout, maar ook over elektronisch afval en u weet dat we daarvoor al initiatieven genomen hebben. Het is een realiteit, dat blijkt ook uit die doctoraatsthesis, dat we maar geen vat krijgen op de illegale transporten. De bevoegdheden zijn inderdaad complex verdeeld, het is niet altijd eenvoudig. Vaak is het de federale overheid die bevoegd is, soms de Vlaamse overheid, maar de essentie is dat we in dit land geen vat krijgen op de illegale transporten. Ik meen dat we hierover eens een stevig debat moeten voeren in de commissie Leefmilieu.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het idee van de heer Sanctorum over het voeren van een debat heel goed, ik zal het ook steunen en ik hoop dat we dit debat in de commissie grondig kunnen voeren.
Minister, vorig jaar heb ik u in de commissie ook een vraag gesteld over de controle op afvaltransporten. U hebt toen twee nieuwe initiatieven aangekondigd. Een ervan was dat er een nieuw elektronisch selectiesysteem zou komen en dat zou ondertussen operationeel moeten zijn. Is dat ondertussen al voor 100 procent operationeel? En indien ja, is het dan ondertussen ook al geëvalueerd?
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik ben graag bereid om dit op de agenda van de commissie te zetten, dat is geen enkel probleem en dan kunnen we deze problematiek eens ten gronde uitdiepen.
Wat de bevoegdheden betreft, weet ik niet wie het hier bij het juiste eind heeft. Ik denk dat de Vlaamse Milieu-inspectie ook lid is van het Europees netwerk van milieu-inspectiediensten, het IMPEL-netwerk (The European Union Network for the Implementation and Enforcement of Environmental Law). Via die weg moeten we ook onze invloed kunnen uitoefenen op de trafieken van illegaal hout.
Uiteraard kan Vlaanderen als overheidsinstantie ook het goede voorbeeld geven door in zijn aankoopbeleid en aanbestedingsbeleid de duurzaam gelabelde houtsoorten in te schrijven. Ik weet niet, minister, in welke mate dit al gebeurt. We kunnen natuurlijk ook zelf het goede voorbeeld geven door gecertificeerd duurzaam hout aan te kopen voor de toepassingen waarin we als overheid hout gebruiken.
Voorzitter, we zijn hier een aantal debatten door elkaar aan het voeren. De illegale invoer van tropisch hout heeft niets met afval te maken, het is hout dat gebruikt wordt op de markt. Er wordt geprobeerd om nu ook het debat over de controle op het afval te voeren, maar dat is een heel andere discussie. En daar worden ook nog eens onze omgang met bossen en ons aankoopbeleid bij gehaald.
Ik begin met het laatste punt. Inzake het aankoopbeleid hebben we heel duidelijke richtlijnen. We hebben een duurzaam aankoopbeleid binnen de Vlaamse overheid. We kopen dat tropisch hout niet aan. Het is heel belangrijk dat we ter zake richtlijnen geven.
Ik wil ook meegeven dat we binnen het Europees kader toonaangevend zijn in de manier waarop we met ons bosbeleid en bosbeheer omgaan, ook met de tropische houtsoorten. Het is op dat vlak dat we de expertise hebben die we nu delen met de federale overheid, ik verwees er al naar. Ik meen dus, mijnheer Martens, dat we in verband met dit punt het goede voorbeeld geven.
Ik keer terug naar het feit dat er illegaal tropisch hout wordt ingevoerd. Dat is nu eenmaal een vaststelling, we verschuilen ons daar niet achter. Het toezicht op de handel en de import van dat illegaal hout zijn een federale bevoegdheid. Wij kunnen en mogen op dat vlak niet optreden. Het klopt dat wij het internationaal verdrag ook mee hebben bekrachtigd. Het gaat over samenwerking. En er is ook sprake van samenwerking op een aantal vlakken. Ik verwijs naar het Vlaams Fonds Tropisch Bos waar we mee in investeren. Het is een uitvoering van dat actieplan op basis van het internationaal verdrag. Dus zeggen dat we op basis daarvan niets doen, mijnheer Reekmans, dat klopt helemaal niet.
Er wordt ook verwezen naar afval. Mijnheer Sanctorum, mevrouw De Vroe, dat is helemaal iets anders dan de discussie die hier vandaag wordt gevoerd door de heer Reekmans. Het zijn twee totaal verschillende debatten. In de zesde staatshervorming staat ook een bepaling om juist de controle op het doorvoeren van afval eventueel naar de gewesten en gemeenschappen te brengen. Wij zijn op dat vlak vragende partij om te kijken hoe een en ander efficiënter kan verlopen.
Mevrouw De Vroe, ik heb inderdaad een aantal initiatieven aangekondigd. Die zijn volop in uitvoering. Een echte evaluatie is nog niet gebeurd. Wij voeren echter uit wat ik op dat moment in de commissie heb toegelicht.
Mijnheer Reekmans, wij kunnen het toezicht niet zelf uitoefenen. Er is beterschap op komst vanaf 1 maart wanneer de Europese verordening van kracht wordt. Die is veel strenger en zal de federale overheid verplichten om daar nog beter op toe te zien. Het is eigenlijk ook een verantwoordelijkheid van de sector zelf die een aantal bijkomende verplichtingen krijgt zodat er een betere controle mogelijk is. Ik denk dat heel wat van die zorgen op dat moment opgelost zullen zijn. Maar nogmaals, de implementatie van die Europese verordening is een federale bevoegdheid omdat het toezicht op de handel en de import van illegaal hout een federale bevoegdheid is.
Minister, uiteraard is de controle door de douane van wat de haven binnenkomt een federale bevoegdheid. De heer Martens heeft echter gelijk. U vergeet de Milieu-inspectie die wel degelijk ook een bevoegdheid heeft.
Minister, ik blijf echt op mijn honger met uw antwoord. Ik heb vanmorgen het verslag gelezen van de commissie van een jaar geleden. Toen verdedigde u het verdrag met veel vuur. Vandaag blinkt u echter uit in vaagheid. U zult zich wellicht niet herinneren wat u toen hebt verteld. Ik raad u echter aan om dat nog eens na te lezen. Ik denk dat het drie A4-bladzijden zijn. Dat was een heel ander verhaal dan wat u vandaag vertelt.
De actuele vraag is afgehandeld.