Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer DHulster heeft het woord.
Afgelopen weekend legde het burgerinitiatief G1000 een eerste reeks slotconclusies neer. Na een grondige werkmethode mondden de conclusies uit in een aantal heldere aanbevelingen. Ze hebben die formeel aan de politiek overgemaakt: aan de zeven parlementen. Vanuit de politiek zijn er al reacties gekomen. Ik denk dat het een zeer waardevol initiatief is, waar we als politici ideeën en inspiratie uit kunnen putten. In het kader van ViA hebt u met heel veel spilfiguren uit de samenleving en captains of industry gepraat om inspiratie en ideeën op te doen. Kunt u of uw regering dat ook doen met de conclusies van de G1000? Hoe ziet u dat? Bent u bereid om die mensen te ontvangen? Bent u bereid om de conclusies te bespreken en/of door te spelen aan uw collegas?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, initiatieven zoals de G1000 zijn een verrijking voor de democratie. Zulke initiatieven moeten zeer positief worden bekeken en opgevolgd. De inspraak van de burger kan niet ruim genoeg zijn. Wat dat betreft, heb ik alleen maar lof voor dit initiatief.
Op 10 november werden de eerste conclusies naar buiten gebracht in het rapport Hoe omgaan met werk en werkloosheid in onze samenleving? Dat was het resultaat van 32 deelnemers uit alle hoeken van het land. Dat moet worden meegenomen. Als men een onderhoud wenst, zullen wij daar graag op ingaan. Ik heb het document nog niet gelezen, dat moet ik eerlijk toegeven. Ik had andere prioriteiten, die vele uren extra werk meebrachten. Het is geen enkel probleem om die mensen te spreken. U hebt verwezen naar ViA; ook met Pact 2020 hebben we heel veel mensen bevraagd. De G1000 kan interessante ideeën van de burgers opleveren. Ik zal ze graag ontvangen en het rapport zo snel mogelijk doornemen. Niet alles wat ik er al van gelezen heb, viel onder mijn bevoegdheid.
Ik dank u voor uw bereidheid, minister-president.
Naast de inhoudelijke inspiratie die uit dit uitzonderlijke initiatief kan voortvloeien, is ook de methodiek de moeite van het bekijken waard. De methodiek is waardevol en kan een draagvlak creëren om participatie te organiseren. Bij sommige grote projecten is het draagvlak en de participatie moeilijk. Misschien kunnen we uit de procedures van de G1000 lessen trekken.
De heer Caron heeft het woord.
Ik wil de heer DHulster feliciteren met zijn vraag. Ik vind het van buitengewoon groot belang dat een parlement naar de burger luistert. Dit is een van de modelinitiatieven in Europa van hoe je met burgerparticipatie kunt omgaan. Het heeft zijn hoogtes en zijn laagtes, maar het is bijzonder verdienstelijk.
Als u hen ontvangt, minister-president, doe dat niet uit erkentelijkheid voor wat zij gedaan hebben, maar uit erkentelijkheid voor wat de Vlaming, de burger, het middenveld in dit land aanbrengt aan ideeën en kritische reflectie over het beleid en de vormgeving van de samenleving. Het is met die mensen dat we de samenleving moeten vormgeven, meer nog dan met u en met mij, bij wijze van spreken.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, ik denk dat de vraagsteller uw verfijnde vorm van humor niet gesnapt heeft. Eerst spreekt u over een schitterend initiatief en zegt u dat burgers betrokken moeten worden bij het beleid, en ik neem aan dat u dat ook meent. Dan zegt u dat de eerste conclusies vooral over werk en werkloosheid gaan, en opgesteld zijn door 32 man. Dat was al een eerste nuancering. En dan hebt u nog gezegd dat de zaken die daar besproken werden, niet tot de beleidsdomeinen behoorden waarvoor wij bevoegd zijn.
Mijnheer DHulster, u moet de minister-president misschien iets beter leren kennen. Hij heeft een bepaalde lichte vorm van cynisme. Hij heeft u in feite het bos ingestuurd. Hij heeft eigenlijk gezegd: dat zijn heel brave mensen, maar als ik rekening moet houden met de mening van 32 mensen op onze beleidsdomeinen, waarbij het voor het overige gaat over zaken waarvoor ik niet bevoegd ben, dan moet u de draagwijdte van de minister-president toch wel inschatten.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister-president, het valt niet te ontkennen dat er, over alle partijgrenzen heen, soms wat ruis zit op de vertaalslag tussen wat burgers willen en wat parlementen en regeringen doen. Dat is een algemene vaststelling. In die zin passen initiatieven als de G1000 perfect in de vraag van de burger naar meer inspraak, meer samenspraak, meer tegenspraak.
Het is dus geen bedreiging, veeleer een opportuniteit, een opportuniteit om te zorgen voor wat meer draagvlak, voor een verbreding van de politieke besluitvorming. Ik gebruik het werkwoord verbreden, eerder dan verdiepen.
Ik had hetzelfde gevoel bij uw woorden van waardering als de heer Van Hauthem: ze waren zacht smalend. Hoe dan ook vind ik dat uw woord van waardering wat laat komt. Het is enkel op basis van een repliek op de vraag van de heer DHulster dat u vandaag zegt dat u de geleverde inspanningen waardeert en dat u de mensen zult uitnodigen. Dat vinden wij niet goed genoeg. Wij vragen een open, constructieve houding ten overstaan van initiatieven als deze, omdat Open Vld de omslag naar een meer participatieve democratie zo snel mogelijk wil maken.
Voorzitter, er zijn mensen die twijfelen aan mijn ernst ter zake. Ik ben begonnen met te zeggen dat dit een verrijking is van de democratie. Ik kan alleen maar vaststellen dat er 32 mensen zijn die die conclusies hebben opgemaakt. Wat daar fout of respectloos aan zou zijn, ontgaat mij even.
Ik kan de bal terugspelen, mijnheer van Rouveroij: dit parlement is per definitie geïnteresseerd bij een element van verrijking van de democratie. Tenzij mij iets ontgaan zou zijn, hebt u ook geen publieke uitspraken van waardering gedaan, behalve vandaag dan. Het kan mij natuurlijk ontgaan zijn, waarvoor mijn excuses. (Opmerkingen van de heer Sas van Rouveroij)
U komt misschien niet altijd in de kranten wanneer u iets zegt, maar dat overkomt mij ook wel.
Collegas, ik heb veel respect voor zon initiatief. Laat dat duidelijk zijn. Hoe moeten we daar nu mee omgaan? Het is een bijkomend element, toegevoegd aan bepaalde discussies die ook in dit Vlaams Parlement plaatsgrijpen. Ik heb begrepen dat de voorzitter bij een van die bijeenkomsten aanwezig was. Ik sta ervoor open, met respect.
In deze moeilijke tijden zijn duidelijke lijnen en plannen van absoluut belang. Inspraak moet ook leiden tot uitspraak, namelijk een beleid waarin men de problemen aanpakt. Dat is in deze moeilijke tijden absoluut noodzakelijk.
Ik ga proberen niet te veel te interpreteren wat nu de draagwijdte is van wat u zegt, minister-president, of het humor- of ernstgehalte ervan. Ik wil besluiten dat dit soort initiatieven zoals ook Antwerpen aan t Woord er een is een meerwaarde kunnen bieden. Dat zijn geen zaligmakende antwoorden, maar het zijn wel initiatieven die een bijdrage kunnen leveren tot het pimpen, het verrijken van de democratie. Wij moeten daar als politici onze ogen en oren voor openen.
De actuele vraag is afgehandeld.