Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, goed tweeënhalve week of drie weken geleden stortte voor heel veel mensen in Limburg en daarbuiten de wereld in. De plotse mededeling van de sluiting van Ford Genk en alle daaraan verbonden gevolgen voor toeleveranciers hebben ons sindsdien in een collectieve bijna depressie gestort als het over onze arbeidsmarkt gaat.
Heel veel mensen hebben al gereageerd. De meest voorkomende vraag is: Wat nu? Afgelopen zondag betoogden vele duizenden in Genk om een toekomst te vragen voor Limburg, voor onze economie, voor onze industrie. Maar uiteraard ook voor de tewerkstelling van vele duizenden die nu rechtstreeks zijn getroffen, maar ook voor vele duizenden die vrezen voor hun job in de toekomst.
De Vlaamse Regering heeft sindsdien ook duidelijk niet stilgezeten. We hebben kunnen lezen dat de regering een Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) heeft aangekondigd onder leiding van de heer Daems. Twaalf experts zullen tegen januari 2013 een aantal voorstellen formuleren, zo hebben we gelezen. U hebt zelf juridisch onderzoek gevraagd. We hebben vorige week in deze plenaire vergadering hierover van gedachten kunnen wisselen om na te gaan in hoeverre Ford Genk het Toekomstcontract dat werd afgesloten, verbroken heeft. U hebt verklaard dat er juridische aanwijzingen zijn dat dit het geval zou zijn.
De vraag is dan wat we daar verder mee doen. Ondertussen hebt u ook de heer Juncker ontmoet, en u hebt met hem een gesprek gehad over de mogelijke toegang van de provincie Limburg tot een aantal speciale Europese fondsen. Limburg komt vandaag immers niet meer in aanmerking voor de cohesiefondsen die in Europa bestaan.
Minister-president, wat is nu de stand van zaken? Wat zijn de juridische consequenties? Wat zijn de doelstellingen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Collega Van Malderen, sinds de aankondiging van de sluiting van Ford Genk is er eigenlijk geen dag voorbij gegaan of de Vlaamse Regering en ikzelf zijn met dit dossier bezig geweest, net zoals we ook bezig zijn geweest met andere dossiers over sluitingen.
Vorige week hebben we de werkgroep Onderhandelingen Ford voor een tweede keer bij elkaar geroepen. We hebben de vakbonden gevraagd hoe zij de onderhandelingen, ook in het kader van de wet-Renault, verder wensen aan te pakken. Er is concreet afgesproken dat zowel het kabinet van minister De Coninck als het kabinet van minister Muyters juridische ondersteuning geven wanneer er vragen zouden gesteld worden over caos, toekomstcontracten enzovoort. Dit is het eerste concrete element.
We hebben professor Herman Daems en twaalf experten bereid gevonden kosteloos om zeer snel een Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat op te maken. Op basis van het Limburgplan en op basis van wat er al bestaat in Limburg men moet godzijdank niet met een wit blad starten , kan professor Daems met de experten tegen eind januari 2013 erin slagen. Hij zal ook hearings organiseren om alle betrokkenen die een inbreng wensen of kunnen doen, te horen om het plan voldoende draagvlak en voldoende inhoud te geven. Er zal, op onze kosten, ook een consultant aan worden toegevoegd. We onderzoeken of we de wet op de overheidsopdrachten moeten naleven dan wel of we het onderhands kunnen toewijzen.
Wanneer dit plan gefinaliseerd wordt eind januari, wordt het uiteraard besproken niet alleen in de Vlaamse Regering maar ook in de taskforce. In die taskforce zitten de gouverneur, mensen van de bestendige deputatie, van de provincieraad, van de Vlaamse Regering en de Federale Regering, vertegenwoordigers van de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) en de sociale partners. Deze taskforce is nog niet van start gegaan. Er zijn nog geen namen op de verschillende functies geplakt. Ik heb begrepen dat men in Limburg, over de meerderheid heen, probeert om een consensus te vinden. Ik denk dat het zeer waardevol is dat men voor die taskforce een zo groot mogelijk draagvlak gaat creëren. We zullen de taskforce zelf voorzitten. Na het voorbereiden van het plan, komt de fase van de uitvoering. Er zal hard moeten worden gewerkt om het strategisch plan uit te voeren.
Ook over het Europese luik is er al een intrafederale vergadering geweest met de Federale Regering en de Vlaamse Regering. Het is het meest hoogdringende dossier omdat op 22 en 23 november wordt gesproken over het cohesiebeleid en de budgetten. U hebt dat ook in de kranten kunnen volgen. Het cohesiebeleid is op zich een belangrijke discussie.
Een tweede belangrijke discussie is of de transitieregios behouden blijven of niet. Als ze behouden blijven, komt Limburg dan in aanmerking? Er zijn criteria naar voren geschoven, zoals 90 procent van het gemiddelde bruto binnenlands product (bbp) in Limburg. We hebben statistische berekeningen waaruit blijkt dat Limburg nu op 96 procent zit. Het gemiddelde op Europees niveau is 100 procent. Met de ontslagen die zijn aangekondigd, komt Limburg uit op 92 procent. Dat is nog altijd niet onder de 90 procent. Vandaar dat we ook gepleit hebben om voor Limburg een bijzondere behandeling te krijgen. Er zijn voorbeelden uit het verleden: in 2007 heeft Beieren 75 miljoen euro extra gekregen omdat Angela Merkel zo goed had onderhandeld. Ook Valenciennes in Frankrijk heeft extra gekregen.
Als Limburg geen transitieregio kan worden, pleiten wij om op een andere manier een andere behandeling te krijgen: sui generis, om het mooi uit te drukken. Het is nog allesbehalve evident. Ik heb er met Jean-Claude Juncker, voorzitter van de eurozone, over gesproken. Hij was gisteren op bezoek. Ik heb er met de gouverneur van Nederlands-Limburg, Theo Bovens, over gesproken. We doen alles wat we kunnen.
Nogmaals, elke dag zijn er nieuwe acties en discussies. Wat nu?, is een terechte vraag, die sterk leeft bij de Fordwerknemers en de werknemers van de toeleveranciers. Gisteren hebben we met de banken nog overlegd over het bankenplan.
U hebt ook verwezen naar het juridische. We hebben een aantal juridische adviezen over de vraag of er al dan niet contractbreuk is geweest wat het Toekomstcontract betreft. Een advocaat, de heer Monard, heeft daarover publiekelijk standpunten ingenomen. We hebben ook nog ander juridisch advies. We hebben daarover ook overlegd met de vakbonden. Hun reactie komt erop neer dat ze geen lange juridische procedure willen. Dit zal mee in overweging worden genomen, en voorlopig hoeft de Vlaamse Regering ter zake geen stappen te zetten. Met de vakbonden hebben we ook gesproken over heel de problematiek van de steunmaatregelen, en ook over de problematiek van de gronden.
Voorzitter, dit is een heel delicaat en moeilijk dossier, en ik heb heel veel begrip voor de getroffen werknemers. Ik denk dat we tot nu toe heel hard en ook snel hebben gewerkt. Ik begrijp natuurlijk echter dat de mensen nog concreter willen weten waar ze heen kunnen als ze zonder werk vallen, dat ze willen weten welk werk men hun zal geven. Ik hoop echter dat dit parlement de meerderheid en de oppositie samen ook wel inziet dat dit niet van de ene op de andere dag kan. Daar wordt zeer hard aan gewerkt, wat ik vanzelfsprekend vind.
Minister-president, ik dank u voor uw uitgebreide en ook duidelijke antwoord. Dit is een duidelijk signaal: nadat Ford zijn eigen werknemers eigenlijk in de steek heeft gelaten, doen wij minstens ons uiterste best om ervoor te zorgen dat in tweede orde ook niet de overheid diezelfde getroffen werknemers in de steek zou laten. Integendeel, de overheid probeert een antwoord te bieden. Op een bepaald ogenblik zullen we die engagementen echter wel hard moeten maken. Naast werkkracht zullen we ook creativiteit aan de dag moeten leggen.
Als ik kijk naar het lijstje van de twaalf mensen die de heer Daems zullen bijstaan, hoop ik dat ook de nodige aandacht zal worden besteed aan de creatieve industrie. Ik hoop bijvoorbeeld ook dat de competenties zullen worden aangewend die aanwezig zijn bij het Fordpersoneel. Blijkbaar hebben zevenhonderd mensen die bij Ford werken, vandaag een statuut van zelfstandige in bijberoep. Misschien zitten daar ook de ondernemers tussen die in de toekomst Limburg mee opnieuw op de economische kaart zullen zetten.
Ik verwijs ook naar de heer Marechal, die zegt dat we niet 1 of 2 projecten nodig hebben voor Limburg, maar 85 projecten, en dat binnen 2 jaar. Als we zien wat vandaag de doorlooptijd van een dossier is, dan zal de Vlaamse Regering, los van het economische en het onderdeel van de arbeidsmarkt, alle zeilen moeten bijzetten om ervoor te zorgen dat we bijvoorbeeld op het gebied van vergunningen die doorlooptijd van projecten gevoelig inkorten. Zo zullen we ervoor zorgen dat, als er projecten zijn, die ook klaar staan om mensen opnieuw aan de slag te helpen.
Minister-president, tot nader order start u geen juridische procedure op. Mag ik dat besluiten? Die procedure zou als een stok achter de deur worden gehouden.
De heer Keulen heeft het woord.
Geachte leden, afgelopen zondag zijn we daar met duizenden gaan stappen. Veel leden waren daar ook aanwezig.
Minister-president, ik denk dat de Europese dimensie nu heel erg belangrijk is. Er zijn de Europese steunmaatregelen, de Europese instanties. Dat is altijd interessant. Ik draai al heel lang mee, en herinner me dat er begin jaren 90 in Limburg de formule bestond van de reconversievennootschappen, een vennootschapsvorm waarvoor een bijzonder gunstig fiscaal regime gold. In die periode heeft dat investeerders aangetrokken voor Limburg, en ons opnieuw economisch wind in de zeilen gegeven. Ik meen me te herinneren dat Europa die vennootschapsvorm toen uiteindelijk niet heeft aanvaard. Kan dat eventueel niet eens opnieuw met de Europese instanties worden bekeken? Geld is uiteraard ook altijd heel hartelijk welkom, maar dat zijn instrumenten om investeerders naar Limburg te lokken. Ondanks het economische noodweer waarin we ons bevinden, zijn er immers nog altijd mensen die investeren en banen creëren. Door dat gunstige fiscaal regime krijgen ze een instrument om tegen het tij in te gaan. Die reconversievennootschappen hebben dat bewezen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister-president, uw antwoord heeft heel duidelijk aangetoond dat u en de Vlaamse Regering oprecht bezorgd zijn om wat er gebeurd is bij Ford Genk en dat u er werk van maakt om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren. Dat vraagt zeer veel overleg. U bent ook duidelijk bereid om dat te doen, om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren, om oplossingen te vinden en een engagement aan te gaan ten aanzien van de mensen in Limburg.
Ik heb twee bijkomende vragen en opmerkingen. Ik heb hier niets gehoord over het globalisatiefonds. Misschien heb ik dat net gemist.
Ik heb ook een randbemerking, waarover we het ook in de commissie hebben gehad. We moeten opletten met wat we gaan doen in Limburg. Ik neem aan dat u daar ook op gewezen hebt bij de taskforce die nu is opgestart. We moeten erop letten dat de initiatieven ook volledig passen in het groot aantal plannen dat we hebben gemaakt voor heel Vlaanderen, voor de transformatie van de Vlaamse industrie. We kunnen van Limburg een speerpunt maken, zodat die provincie de leiding neemt in die transformatie. Door de tegenspoed die de Limburgers nu kennen, kunnen ze daar een grote rol in spelen.
De heer Vereeck heeft het woord.
Ik dank de minister-president en de regering natuurlijk voor de niet-aflatende aandacht voor het probleem bij Ford. Ik dank ook de collega voor zijn vraag. We hebben die vraag natuurlijk ook amper vijf dagen geleden in de commissie gesteld. We moeten dus ook maar eens kijken naar de efficiëntie van het parlementaire werk.
Minister-president, tijdens die commissievergadering hebt u gezegd dat in het overleg met de Federale Regering, Vlaanderen de leiding zou nemen in het dossier. Daarom bent u ook naar de heer Juncker gestapt. Ik heb gelezen dat u hem ook intens hebt geknuffeld, maar dat u geen geld hebt gekregen. Voor het vervolg van het dossier de vraag of Limburg wordt erkend als een bijzondere Europese regio zal het echter Elio Di Rupo zijn die de heer Juncker moet knuffelen.
Minister-president, welke afspraken zijn er tussen u en de Federale Regering, tussen u en de heer Di Rupo zodat we in Vlaanderen zeker zijn dat hij het dossier niet mismeestert?
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, ook mijn fractie dankt u voor de inspanningen van de Vlaamse Regering. Het is goed dat er een strategisch actieplan komt. Ik begrijp dat het niet overhaast wordt opgesteld. Als ik echter lees wat de ambitie is die de heer Daems in een aantal kranten formuleert, dan verbaast het me enigszins dat er nog maar een eerste aanzet wordt gegeven. Hij zal de situatie van de bestaande bedrijven bekijken. Hij zal natuurlijk ook de impact van de sluiting bekijken. Hij zal ook bekijken waar mogelijk nieuwe bedrijven kunnen komen en waar middelen gegenereerd kunnen worden.
Minister-president, ik vraag me af of al die gegevens niet voorhanden zijn bij bijvoorbeeld de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij van Limburg. Dat zouden toch zaken moeten zijn die men bijna automatisch uit de lade haalt om daarmee te werken. Moeten we niet aan de taskforce vragen of ze sneller concrete maatregelen voorstelt om de eerste noden te lenigen? Er zal inderdaad een lange termijn nodig zijn om het actieplan te implementeren, maar het verbaast me toch dat op dit moment nog een aantal basisgegevens moeten worden gezocht.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister-president, een paar weken geleden werd hier fel gedebatteerd over veerkracht. Ik denk dat de Vlaamse Regering daar ook blijk van heeft gegeven. Onmiddellijk na het drama werd actie ondernomen om het strategisch plan te ontwikkelen, met een duidelijke deadline wanneer het klaar moet zijn. Er werden duidelijk een aantal bakens uitgezet waarmee we verder moeten en kunnen werken.
Het is belangrijk dat we naar de toekomst kijken, maar ik wil toch even teruggrijpen naar het verleden en aansluiten bij de tweede vraag van de heer Van Malderen over de mogelijke contractbreuk. Mag ik ervan uitgaan dat de piste van het onderzoek inzake de eventuele contractbreuk toch nog even in de mouw wordt gehouden, hetzij als onderhandelingsmiddel, hetzij om op termijn toch nog een aantal van die middelen te gebruiken?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, afgelopen zondag hebben we inderdaad duizenden deelnemers welkom mogen heten in Genk. Dat was een krachtig signaal van solidariteit. Die solidariteit was trouwens van een totaal andere orde dan degene die we vandaag zien in het kader van de Europese actiedag, waarbij de vakbonden delen van het openbaar vervoer, van het economisch leven in dit land half lam leggen. Maar dat terzijde.
De Vlaamse Regering heeft inderdaad een aanzet gegeven met het verzoek aan twaalf experts om een strategisch actieplan voor Limburg uit te werken. Dat actieplan zal natuurlijk alleen maar op het moment dat het gefinaliseerd is, namelijk eind januari 2013, daadkrachtig kunnen functioneren indien ook de Vlaamse Regering er het gepaste gevolg aan geeft.
Minister-president, we weten allemaal dat daar uiteraard niet alleen Europese maar ook provinciale en allicht Vlaamse middelen tegenover zullen moeten staan. In welk budget voorziet u voor de uitwerking van dit actieplan en voor de algemene relance van de Limburgse economie in de begroting van volgend jaar?
Mijnheer Van Malderen, er wordt ook rekening gehouden met de creatieve industrie en de zelfstandigen. Velen zijn immers zelfstandigen in bijberoep.
Wat de juridische procedure betreft, moeten duidelijke afspraken worden gemaakt met de vakbonden, die zich nu in de onderhandelingsfase bevinden. Wij gaan geen juridische procedures opstarten los van het overleg tussen de Forddirectie en de vakbonden. De vakbonden wensen niet in een juridische procedureslag terecht te komen. Wij zullen daartoe dan ook geen initiatieven nemen. We hebben dat juridisch advies echter nog altijd in de mouw.
Mijnheer Keulen, u hebt gelijk wanneer u zegt dat het Europees verhaal meer is dan middelen proberen los te krijgen. We hebben al gesproken over de reconversievennootschappen. Verder wordt onderzocht in welke mate wij voor bepaalde regios reconversiezones en -vennootschappen in het leven kunnen roepen. We hebben nu al informatie dat in bepaalde delen van Frankrijk zulke reconversievennootschappen actief zijn. Onze administratie bekijkt dat verder. We komen daar zeker nog op terug. Vraag is ook of Europa dat toelaat. Wanneer men het toelaat voor Frankrijk, dan toch ook voor Vlaanderen, veronderstel ik.
Mijnheer Diependaele, ik heb niet gesproken over het globalisatiefonds omdat ik geen volledig overzicht heb gegeven. Het globalisatiefonds moet pas aangesproken worden wanneer het sociaal plan en de begeleiding van de werknemers aan de orde zijn. Dat dossier wordt voorbereid. De regels voor het globalisatiefonds zijn gewijzigd. Er is discussie over de vraag of de werknemers van Ford en de toeleveranciers daarvoor in aanmerking komen. Ook dat dossier wordt verder bekeken en voorbereid door de bevoegde diensten. U hebt gelijk dat we met het strategisch plan Limburg niet nog eens het warm water moeten uitvinden. In Limburg is al heel wat aanwezig. Verder zijn er al acties zoals Vlaanderen in Actie, het Nieuw Industrieel Beleid enzovoort. Ik ga ervan uit dat dit allemaal een beetje in elkaar past Dat lijkt me de meest efficiënte manier van werken.
Mijnheer Vereeck, wij nemen de leiding in dit dossier, schouder aan schouder met de Federale Regering. Wat ik nog niet heb kunnen bereiken is dat, wanneer de regeringsleiders en staatshoofden van de Europese lidstaten bij elkaar komen, wij daar ook aanwezig kunnen of mogen zijn. Het is een heel duidelijke afspraak op Europees niveau dat het financieel meerjarenkader, het cohesiebeleid en de budgetten een oplossing zullen krijgen binnen die onderhandelingen. Ik ben daar niet gevraagd. Daar is ook niet veel plaats. De regeringsleider van België gaat wel, bijgestaan door de minister van Financiën. Zij voeren daar de onderhandelingen. Wij hebben wel contact met het kabinet van premier Di Rupo. Zij waren ook aanwezig op die intrafederale vergadering waar ik daarstraks naar verwezen heb en zij weten wat de zorgen zijn. Ik zal niet zelf kunnen onderhandelen, dat is me voorlopig nog niet gegund. Ik vermoed dat het overleg over het financieel meerjarenkader van Europa, waarvan die cohesie een onderdeel is, nachtwerk zal worden. Wij zijn stand-by, zoals altijd. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Het overleg is nog niet begonnen, maar ik ga er wel van uit dat er goed zal worden teruggekoppeld.
Trouwens, men gaat daar ook beslissen over het landbouwbudget enzovoort. Het gaat over belangrijke beslissingen met gevolgen voor Vlaanderen. Het is niet alleen dit probleem; er zijn er ook nog andere, als het over dat budget gaat.
Mijnheer Watteeuw, er zijn heel wat cijfers voorhanden. Het warm water moet niet opnieuw worden uitgevonden. Er zijn toch wel accenten en keuzes die moeten worden gemaakt. Ik hoop dat het rapport van de experts onder het voorzitterschap van Herman Daems keuzes maakt. U zegt altijd dat keuzes moeten worden gemaakt. We hebben aan de experts gevraagd ons een plan te geven met de juiste keuzes voor Limburg, waar we verder aan kunnen werken.
Mijnheer Ceyssens, op uw vraag over de contractbreuk heb ik al geantwoord. Dat ligt niet terug in de kast, maar we gaan het niet direct terug in gang zetten of een juridische procedure starten.
Mijnheer Janssens, we hebben het daar in de commissie over gehad: het is geen goede discussie om eerst na te gaan hoeveel middelen er moeten zijn en dan uit te zoeken hoe we met die middelen kunnen omgaan. Het is wijs om dat om te draaien: eerst te weten welk plan moet worden uitgevoerd en dan de middelen te zoeken die daarvoor nodig zijn. We hebben al 57 miljoen euro geblokkeerd. Dat is meer dan 2 miljard Belgische frank. Men zegt wel: toen de mijnen sloten, hebben we 100 miljard frank gekregen. Dat begrijp ik, maar het zou niet verstandig zijn los van het feit dat we eerst inhoud moeten hebben en dan de discussie over de middelen want het debat met Ford moet nog worden gestart. We gaan ervan uit dat Ford inspanningen doet in natura en we gaan ook na wat Europa kan doen.
We weten dat de uitvoering van een plan altijd financiële middelen vraagt. We hebben zelf al een eerste pakket op tafel gelegd en zullen in de komende weken en maanden nagaan hoe we aan budgetten moeten komen. Ik wil hier ook geen valse hoop creëren. Budgetten zijn voor de Vlaamse Regering een uitdaging omdat we dat geld dan elders moeten halen. Buiten de 57 miljoen euro is het debat nog niet geopend omdat we wachten op het strategisch plan.
Minister-president, we hebben twee maanden voor het rapport. We hebben twee jaar om jobs te creëren in Limburg. Dit wil zeggen dat we elke dag zullen moeten werken en samenwerken. Uit uw antwoord leid ik af dat die bereidheid er is op het Belgische en Vlaamse niveau. Ik heb heel wat meer bedenkingen bij Europa. Uit uw antwoord leid ik af dat Europa zegt dat het nog niet slecht genoeg gaat in Limburg om daar geld naartoe te pompen. Dan denk ik dat een Europese actiedag vandaag echt wel op zijn plaats is.
De actuele vraag is afgehandeld.