Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik verwijs voor deze actuele vraag naar een artikel dat vandaag verschenen is in Het Belang van Limburg en alles wat daarin geciteerd wordt, is correct.
De afgelopen jaren deelden wij de bezorgdheid over de verwijlintresten. U weet, collegas, dat verwijlintresten moeten worden betaald wanneer de Vlaamse overheid haar facturen laattijdig betaalt. Dat is natuurlijk niet goed voor bedrijven. Vaak geraken ze daardoor in de problemen. We hebben pas een discussie gehad over het bankenplan. We weten dus dat op dit moment bedrijven erg verlegen zitten om liquiditeiten.
Het is natuurlijk ook niet goed voor de overheid, want het geld dat wij uitgeven aan verwijlintresten, is natuurlijk verspild, dat zijn we kwijt. En we kennen natuurlijk de maatschappelijke noden inzake scholen en O&O om er maar enkele te noemen.
Het gaat soms om hoge cijfers, de afgelopen acht jaar bijvoorbeeld om 72 miljoen euro, gemiddeld 9 miljoen euro per jaar. Maar, minister, vorig jaar was er plots een kentering. Ik heb u daar ook mee gefeliciteerd. Toen zakten de verwijlintresten naar 5,6 miljoen euro. Dat is nog altijd veel geld, maar het was wel een daling met 30 procent en we waren duidelijk op de goede weg. Echter, als ik naar de cijfers kijk van het eerste halfjaar, dan zie ik weer een heel grote stijging met 83 procent. Zelfs als u het Fonds voor de Lastendelging even opzijzet, spreken we nog altijd over een stijging met 63 procent.
Mijn eerste vraag, minister, is (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Neen, ik mag er maar één stellen per ronde. Ik stel mijn eerste vraag, dan antwoordt u en dan komt er een tweede vraag.
Mijn eerste vraag luidt: waar zit volgens u het probleem? Ik kan natuurlijk wel aanduiden bij welke instellingen, zoals de OVAM, Waterwegen en Zeekanaal en het Vlaams Infrastructuurfonds, maar hoe komt het nu dat die instellingen plots in de problemen zijn geraakt?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Vereeck, ik ben er zeker van dat we deze bekommernis delen. Elke verwijlintrest is een euro die we niet elders kunnen inzetten en we hebben geen overschot aan middelen.
Ik ga in op uw vraag waar het probleem zit. Ik neem de OVAM en ik voeg er het Agentschap voor Facilitair Management (AFM) bij, het agentschap dat instaat voor het beheer van de gebouwen. Daar zijn vrij veel verwijlintresten en dat heeft voor 100 procent te maken met een historisch proces waarin nu een uitspraak is gevallen. De Vlaamse overheid is in het ongelijk gesteld en nu moet het bedrag met verwijlintresten worden betaald. Kunnen we daar iets aan doen? Ja, en we doen daar iets aan. Er is een afspraak gemaakt met de collegas in de Vlaamse Regering dat de stukken, de bedragen, die niet betwist worden, op een geblokkeerde rekening worden geplaatst zodat we er in de toekomst, als we zouden verliezen, al geen verwijlintresten op moeten betalen.
Een tweede groot blok is Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Ten eerste is het voor een stuk eigen aan MOW dat er redelijk wat verwijlintresten zijn, omdat er ook redelijk wat discussies en betwistingen zijn.
Ten tweede, de kwartaalcijfers zijn niet altijd de juiste basis. Ik geef een voorbeeld. Als ik 50 procent neem van het volledige vorige jaar, dan kom ik aan dezelfde verwijlintresten als nu voor het eerste half jaar. Het vierde kwartaal was heel duur, terwijl de andere minder waren. Die kwartaalgegevens zijn dus niet de goede basis, daarvoor moeten we wachten tot het einde van het jaar.
Minister Crevits doet elke maand een monitoring op de verwijlintresten. Voor de kleinere facturen, die zeker zo belangrijk zijn, zal ze een dienstorder uitwerken tegen het einde van 2012, om ervoor te zorgen dat de betalingen en de correcte verwerking van de facturen zullen gebeuren. Deze bekommernis delen we vanuit de Vlaamse Regering en we zoeken ook effectief en met acties naar een oplossing.
Minister, u hebt gelijk inzake de kwartaalcijfers. Daarom heb ik ook gewacht tot vandaag. We beschikken namelijk over twee kwartalen en op dit moment zitten we al aan 3 miljoen euro. Als ik dat maal twee doe, dan verwacht ik voor de rest van het jaar een duidelijke stijging. Daarom stel ik het nu aan de kaak. We moeten tijdig, in het begin van het jaar, aan de alarmbel trekken. We zien een duidelijke stijging en zijn dus op de verkeerde weg.
Minister, heb ik u goed gehoord? U zegt dat het voor een aantal opvallende stijgingen te maken heeft met een historisch proces. Maar die verwijlintresten zitten al in een aparte categorie, namelijk in het Vlaams Fonds voor Lastendelging. U zegt ook dat we het niet-betwiste deel van de facturen al gaan uitbetalen. Dat is een maatregel die we toch al een tijdje geleden hebben genomen. U hebt dat twee jaar geleden al vermeld binnen Mobiliteit en Openbare Werken.
Minister, welke maatregelen wenst u in de toekomst nog te nemen?
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Minister, in navolging van een schriftelijke vraag die ik in juli 2012 heb gesteld, hebt u een overzicht gegeven van de verwijlintresten van de afgelopen drie jaar. Daaruit bleek dat er in die periode een dalende trend is ingezet. Het afgelopen half jaar van 2012 is er opnieuw een stijging te zien. De inspanningen die het domein Mobiliteit en Openbare Werken heeft ingezet, moeten zeker worden voortgezet. We moeten zelfs nog een stapje sneller gaan naar meer elektronische facturaties. Dat zal ook een versnelling van de betaalcyclus teweegbrengen, en een versnelling van de procedures van betalingen.
Minister, hoe staat het met het invoeren van elektronische facturaties bij de Vlaamse overheid?
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Minister, in antwoorden op schriftelijke vragen gaf u aan dat er geen uniform systeem bestaat voor het invoeren van de facturen in Vlaanderen. Het probleem blijkt te zijn dat sommige administraties meer dan vijftig dagen nodig hebben om een factuur in te geven. Met andere woorden, ze worden ingegeven op het moment dat de vervaldatum voor betaling al voorbij is. Dat was een vraag van begin vorig jaar. Minister, is dit ondertussen opgelost?
Ik stel voor dat we de twee vragen van de heer Van Mechelen en mevrouw Smaers over de elektronische facturen behandelen in de commissie naar aanleiding van een vraag om uitleg. Ik kan u vandaag niet de juiste stand van zaken geven. Het is een bekommernis binnen het agentschap. We hebben er in de laatste beleidsraad nog over gesproken, maar ik kan u geen stand van zaken meedelen.
We doen natuurlijk ook een responsabilisering van de agentschappen, de departementen enzovoort inzake het Vlaams Fonds voor Lastendelging. Een deel van de kosten wordt dus door hen gedragen, en een deel door het Vlaams Fonds. U kunt dus niet zeggen dat alles bij het Vlaams Fonds zit en dat alles daar wordt geregeld. Er is een duidelijke en vergrote responsabilisering bij de agentschappen en departementen, wat ik juist vind. Ook dat is een van de nieuwe zaken.
Ik heb niet gezegd dat we dan de niet-betwiste sommen al uitbetalen. Ik heb gezegd dat we die dan blokkeren, zodat daar achteraf geen verwijlintrest op moet. U kent het systeem van blokkeren, veronderstel ik.
Ten slotte ging ik ook uit van kwartaalgegevens. Ik neem de eerste twee kwartalen en vergelijk ze met de vier kwartalen van vorig jaar. Het vierde kwartaal van 2011 was er een met hoge verwijlintresten. Dat maakt, als ik 49 procent van de eerste twee kwartalen neem, dat ik op het getal van vandaag uitkom voor de eerste twee kwartalen van 2011. Hiermee wil ik helemaal niet zeggen dat het goed is.
Mevrouw Smaers, u hebt gelijk, er was een dalende trend. Het eerste kwartaal heeft met die historische uitspraken te maken, ook met de zaken die bij Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) naar voren komen. Zoals ik zei, minister Crevits maakt daar continu werk van om ervoor te zorgen dat dit verbetert.
Ja, het elektronische is een mogelijke oplossing. Ik zal met veel plezier via een schriftelijke vraag of op een andere manier de laatste stand van zaken geven aan mevrouw Smaers en de heer Van Mechelen.
Nogmaals, de reden waarom ik naar buiten ben gekomen met deze cijfers is dat er nog een tweede studie is waarover ik aan uw diensten bijkomende informatie heb gevraagd, maar nog niet heb gekregen. Als u niet alleen kijkt naar de verwijlintresten, maar ook naar de niet-betaalde facturen, dan ziet u dat de Vlaamse Regering eind vorig jaar driekwart van haar facturen op tijd betaalde. In het eerste kwartaal was dat nog maar twee derde, in het tweede kwartaal is dat nog de helft. Geleidelijk aan verslechtert dat dus, terwijl de Federale Regering nog 86 procent van haar facturen op tijd betaalt. Er is wel degelijk iets aan de hand, in de cijfers en in het aantal facturen. We moeten erkennen dat minister Crevits in het afgelopen jaar interessante maatregelen heeft genomen, maar dat is blijkbaar onvoldoende.
Ik zou met u nog eens terug willen gaan naar de kernproblemen, onder andere elektronische facturatie, maar er zijn nog andere. Er zijn nog elementen waardoor we deze problematiek sneller kunnen herleiden tot wat uw eigen woordvoerder heeft gezegd: we willen elke factuur op tijd betalen; dat is perfect mogelijk.
De actuele vraag is afgehandeld.