Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Reekmans heeft het woord.
Minister, u hebt een opmerkelijk bericht de wereld ingestuurd aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen. De helft van de Vlaamse gemeenten bouwt onvoldoende sociale woningen. De Vlaamse Regering heeft het plan om er 74.000 extra te bouwen.
Ik stel deze vraag niet toevallig. In elk kiesprogramma van om het even welke partij heeft men vandaag de mond vol over betaalbaar wonen, het activeren van wonen enzovoort. De helft van de gemeenten blijkt echter niet in orde te zijn en volgt de plannen dus niet. De Vlaamse Regering heeft nog meer ambities, plannen waar mijn fractie niet achter stond.
Minister, ik geef twee voorbeelden uit Vlaams-Brabant. Het eerste voorbeeld is Affligem. De burgemeester van Samson die nu ook burgemeester is voor CD&V, zegt dat dit idiote criteria zijn. Hij haalt maar 3 van de 100 huurwoningen en 0 op de 44 koopwoningen.
Mijn eigen gemeente, toevallig een gemeente met volstrekte CD&V-meerderheid, heeft nul sociale woningen. Mijn eigen gemeente is één van de laatste drie gemeenten in Vlaanderen die geen enkele sociale woning heeft. Minister, als we erin slagen een sociale woning te bouwen tegen 2012, dan moeten we er 50 bouwen tegen 2020. Om aan het sociaal objectief te voldoen, betekent dit één sociale woning per maand. Dan lees ik dat gemeenten die niet voldoen aan het objectief gesanctioneerd zullen worden. Dan vraag ik u: welke sancties? Hoe gaat u dit aanpakken?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Dit klopt inderdaad: de helft van de gemeenten heeft onvoldoende vooruitgang geboekt.
We moeten in drie stappen werken. We zullen alle gemeentebesturen in januari aanschrijven met de duidelijke vraag ons hun actieplan te bezorgen. Als die woningen er binnen tien jaar moeten staan, is het aan de volgende bestuursploegen om er werk van te maken. Daar zullen misschien ook nieuwe meerderheden worden gevormd. Als uit het actieplan blijkt dat er een duidelijke wil aanwezig is, dan zien we bij de volgende meting in 2014 of er veel meer vergunningen zijn afgeleverd.
Maar als de burgemeester dit een idiote regel vindt, en geen sociale woningen op zijn grondgebied wil, zoals in het voorbeeld dat u aanhaalt, dan verwijs ik naar artikel 22bis van het decreet dat heel duidelijk stelt dat de Vlaamse Regering in dat geval zelf een samenwerkingsovereenkomst sluit met een huisvestingsmaatschappij die de opdracht geeft om op het grondgebied van die gemeente te gaan bouwen.
Als het gemeentebestuur tegenwerkt, en geen bouwvergunning aflevert, dan komen er financiële sancties. Ik denk aan twee sancties. De eerste sanctie zijn de subsidies die wijzelf verstrekken vanuit de beleidscel Wonen voor lokaal woonbeleid. De andere sanctie is via het Gemeentefonds. Deze optie onderzoek ik samen met collega Bourgeois.
Er is toch wel degelijk een probleem. U kunt wel zeggen dat u dit vanuit Vlaanderen doet en straft via het Gemeentefonds. Ik heb vanochtend niet alle gemeenten na kunnen kijken, maar ik kijk gewoon naar mijn eigen provincie Vlaams-Brabant, mijn eigen gemeente, en nog een andere gemeente in Halle-Vilvoorde waar een burgemeester van een meerderheidspartij uit de Vlaamse Regering effectief durft te zeggen dat het idiote criteria zijn, dat hij er niet van wakker ligt, en die criteria zelfs gaat aanvechten. Minister, wat doet u dan?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Ik heb het overzicht gelezen: Liberale schepen van Wonen in Brugge, 600 procent meer woningen, goed werk geleverd.
De wachtlijsten worden echter steeds langer. Meer bijbouwen is geen optie, open ruimte in Vlaanderen wordt steeds schaarser. Minister, het is dan opvallend dat u met sancties dreigt. Ik zie niet in hoe u die sancties kunt waarmaken. Als lokale overheid hebben wij weinig impact op lokale bouwmaatschappijen. Zo is er de laatste twee jaar in Brugge geen enkel project ingediend. Gaat u dan de stad of de bouwmaatschappij sanctioneren?
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Ik sluit mij aan bij de terechte vraag van mevrouw Van Volcem. Ik ga er nog een vraag aan toevoegen. Ik denk dat het verstandig is om op het moment dat wonen een thema is in lokale verkiezingen, een eerste evaluatie te maken van dit Grond- en Pandendecreet.
Wat ik niet gelezen heb, is het andere stuk van dit decreet. De steden en gemeenten die het sociaal objectief al bereikt hebben, kunnen een woonbeleidsconvenant afsluiten met de Vlaamse Regering om nog eens een kleine 5000 sociale woningen te verdelen. Dit zijn gemeenten die meer willen doen dan nodig is. Antwerpen en ook Gent hebben een aanvraag ingediend voor een woonbeleidsconvenant. Dit convenant zou dit jaar nog afgesloten moeten zijn. Is dat al afgesloten? Zo niet, waarom is dit nog niet in orde?
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Minister, welke redenen liggen aan de basis voor het niet behalen van de doelstellingen? We weten dat dit zo is, dat er nog altijd lange doorlooptijden zijn voor men kan starten met het bouwen van de sociale woningen. Ook hierover kan er bij de tussentijdse screening een opmerking worden gemaakt omdat alle plannen nog niet definitief goedgekeurd kunnen zijn in de doorlooptijd van september 2009 tot nu.
Ik begin met die laatste vraag. Ik kan twee redenen aangeven. Het financieringssysteem voor huisvestingsmaatschappijen was niet altijd zeer lonend voor de meest actieve. Het financieringssysteem is aangepast in ontwerp, en het zal ervoor zorgen dat het veel lonender is. Er is ook een Rollend Grondfonds, zeker in Vlaams-Brabant waar grond vaak duur is dat is Vlabinvest-gebied. Daar kopen we zeer veel gronden aan om te laten bebouwen.
U hebt gelijk, er kunnen redenen zijn waarom iets trager gaat. Misschien zien we nog niet alles in de cijfers, maar net daarom staan er twee kolommen. Kolom een is het aantal opgeleverde woningen, kolom twee is het aantal afgeleverde bouwvergunningen. Daar kunnen we toch veel uit afleiden.
Daarnaast hebben we ook aan gemeenten de mogelijkheid gegeven om ons via een motiveringsnota aan te tonen dat ze wel degelijk inzetten op sociaal wonen en op een echt lokaal woonbeleid dat daartoe strekt. Een aantal gemeenten zijn erin geslaagd ons via die nota aan te tonen dat ze wel degelijk inspanningen doen, ook al blijkt dat niet uit die tabellen. Zo komen we tot de helft die dat niet kan verantwoorden. 29 gemeenten hebben zelfs niet de moeite gedaan om zon nota op te stellen, wat toch bedroevend is.
Mevrouw Vogels, het klopt dat steden en gemeenten meer kunnen doen. Ik zal voor u een stand van zaken opvragen van convenants. Sommige steden die dat van plan zijn, maken daar ook al werk van. Ik ken de exacte stand van zaken niet, maar ik beloof u die vandaag nog te bezorgen.
Inzake de sancties is de eerste stap simpelweg dat Vlaanderen zelf die gronden gaat bebouwen in samenwerking met een huisvestingsmaatschappij. De sanctie is voor mij natuurlijk secundair; ik wil vooral dat die woningen er komen. Maar als de gemeente dat tegenwerkt, dan komen er inderdaad sancties. Hoe kan ik die hardmaken? Ik heb het decreet aan mijn kant, en gelukkig staat het recht aan mijn kant. De redelijkheid is in het decreet zelf vervat, en de mogelijkheid tot sanctie dus ook. Heel concreet gaat het om artikel 22bis. Daar zit dat allemaal in vervat.
Stel dat u in uw gemeenten moeilijkheden zou hebben om met een bepaalde huisvestingsmaatschappij verder te werken, dan kunt u als gemeente een huisvestingsmaatschappij aanschrijven van buiten uw eigen grondgebied. U mag een andere performante huisvestingsmaatschappij uitnodigen om bij u te kunnen bouwen. Dat mag.
Daarnaast maken we werk van doorlichtingen van de huisvestingsmaatschappijen. Waar er slecht wordt gefunctioneerd, kunt u dat altijd doorgeven. We lichten dat door. Naast die doorlichtingen zijn er visitatiecommissies van start gegaan om na te gaan hoe goed die huisvestingsmaatschappijen scoren op het vlak van klantvriendelijkheid en of dat eventueel beter moet.
Minister, allemaal goed en wel, maar u zit met een probleem. Het probleem zit in uw eigen Vlaamse Regering. Van de 29 notas waarover u het hebt, gaat het vooral over kleine landelijke gemeentebesturen. Welke partijen hebben het daar vooral voor het zeggen? Bij twee derde gaat het altijd over dezelfde partij, namelijk CD&V. Het probleem is niet dat uw fractie een verhaal mist, het probleem is dat uw verhaal totaal verschillend is op de verschillende niveaus. Het zijn CD&V-burgemeesters die zeggen dat de criteria idioot zijn en dat ze die gaan aanvechten. Men kan hier niet in het Vlaams Parlement mee met de Vlaamse Regering een beleid uitstippelen als je als fractie of partij je lokale basis niet achter je krijgt.
Weet je wat ik volksverlakkerij vind? Dat je dan in verkiezingstijd zegt: iedereen inbegrepen, actief wonen inbegrepen. Ik zie het in mijn eigen gemeente. Mijn eigen schepencollege wist nog niet dat ze een nota moesten opstellen om het te motiveren. Dan ben je er niet mee bezig. Dan wordt het Vlaams beleid niet gesteund door de lokale basis, vooral niet van CD&V. (Applaus bij LDD en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.