Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister, ik weet dat het een beetje een afgezaagd verhaal wordt, maar we kunnen niet anders dan het zoveelste hoofdstuk in deze saga aansnijden. Een aantal faciliteitengemeenten of een aantal Franstalige gemeentebesturen willen mordicus de organisatie van de verkiezingen, meer bepaald het versturen van de oproepingsbrieven, in tegenstrijd met de taalwetgeving doen. De omzendbrief-Peeters is in feite maar een explicitatie van de taalwetgeving, en er is er maar één. Sint-Genesius-Rode heeft dat gedaan. U hebt trouwens die beslissing toen al vernietigd. Er is ook Wezembeek-Oppem. En nu komt blijkbaar Kraainem erbij, waar, als we de media mogen geloven, het schepencollege het initiatief heeft genomen om oproepingsbrieven te versturen in het Nederlands en in het Frans, volgens de taalrol van de inwoner. Zo heb ik het, meen ik, mogen lezen. Met andere woorden, het schepencollege van Kraainem zal aan Franstaligen een Franstalige oproepingsbrief sturen en aan Nederlandstaligen een Nederlandstalige oproepingsbrief. Zo heb ik het vernomen in de pers.
Als dit het geval is, minister, is dat niet alleen, voor de zoveelste keer, een schending van de omzendbrief-Peeters, maar dan betekent dit ook dat de gemeente gebruikmaakt van taalregisters. Blijkbaar worden inwoners geregistreerd volgens hun taalaanhorigheid. Wij zijn het er allebei over eens dat dit niet kan. De gemeente wordt niet geacht te weten welke taal de inwoners van de faciliteitengemeenten gebruiken.
Minister, deze problematiek is niet nieuw. Wanneer vindt u een middel om eindelijk een einde te maken aan het gebruik door die gemeenten van taalregisters, wat wettelijk verboden is? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, ik heb net als u de verklaringen van mevrouw Caprasse in de pers gelezen. Die verklaringen verwonderen mij niet want ik heb geweigerd om mevrouw Caprasse te benoemen tot burgemeester omdat zij mij expliciet gezegd heeft dat zij zou weigeren om de taalwetgeving na te leven.
Anderzijds zijn het slechts verklaringen. Ik heb geen formele beslissing. Die is mij niet voorgelegd en is mij ook niet bekend. U weet dat ik om te vernietigen formele beslissingen moet hebben. Ik heb dat in het verleden gedaan, ik zal dat ook in de toekomst doen. Zodra mij een formele beslissing bekend is die in strijd is met de wetgeving, treed ik uiteraard op. In dit geval gaat het zowel om de taalwetgeving als om de wetgeving ter bescherming van de persoonlijke gegevens. Ik zal niet nalaten om dat te doen.
Ik heb aan de gouverneur gevraagd om alle feiten nauwkeurig bij te houden. Ik heb ook gevraagd om mij een rapport te bezorgen met opgave van de onregelmatigheden, van wie daarbij betrokken is, en om desgevallend advies te verlenen over de mogelijkheid om sancties te treffen en om procedures desbetreffend op te starten.
Uiteraard zullen alle elementen die ertoe doen en die belangrijk zijn in een benoemingsdossier dat mij zou worden voorgelegd, in dezen mee in overweging worden genomen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het wordt op de duur een beetje een vaudeville. Men zal in sommige gemeenten drie oproepingsbrieven in de bus gekregen hebben. We weten dat dit niet bepaald een wettelijk document is. We weten ook wat de bedoeling is van die Franstalige gemeentebesturen, namelijk stokken in de wielen steken.
Wat u nu zegt, is nieuw. Eindelijk opent u nu de piste naar het niet alleen vernietigen van de beslissingen maar ook naar het openen van een tuchtdossier, iets waar we al zo lang op aandringen. Dat kan inderdaad na 2013, na de voordracht van de burgemeester en eventueel het aanduiden van een aantal schepenen, een aantal consequenties hebben. Maar dat u de mogelijkheid van een tuchtsanctie niet langer schuwt, daar kunnen we alleen maar blij mee zijn.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de laatste opmerking van de heer Van Hauthem. Ik durf echter nadenken over nog een stapje verder, minister. Het gebruik van die taalregisters is niet nieuw. We klagen dat al jaren aan. De vraag is op welke manier men dat doet. Op een of andere manier moet men die taalcodes te pakken hebben gekregen. Waarschijnlijk heeft men die opgevraagd bij het Rijksregister. Dat lijkt me echter niet zo eenvoudig, zeker niet om ze achteraf te gebruiken om de taalwetgeving te overtreden. Kan men geen onderzoek instellen naar wie die taalcodes heeft opgevraagd en hoe die taalregisters worden bijgehouden? Wordt de privacywetgeving hier niet overtreden?
Mijnheer Demesmaeker, de taalcode van iedereen die een identiteitskaart heeft, wordt bijgehouden in het Rijksregister, zij het gecodeerd. Dit is een zaak van het Rijksregister. Dat wordt wettelijk geregeld. Op het moment dat dit wordt omgezet in niet-gecodeerde taal en wordt gebruikt, kan dit niet. Het is in strijd in dit geval oproepingsbrieven te versturen in het Frans aan diegenen die in het Rijksregister de Franse taalcode hebben. Het is ook in strijd met de privacywetgeving. Ik heb daartoe net als mijn voorganger destijds initiatieven genomen. Ik heb de vorige en huidige minister van Binnenlandse Zaken daarover aangeschreven. Daar is geen enkele reactie op gekomen. U weet dat, ik heb dat bij vorige gelegenheden al gezegd in de commissie. Iets anders is of de gouverneur zal te weten komen wie in de feiten de overtreding heeft begaan. Ik lees ook dat voor bepaalde zaken gemeenteraadsleden optreden. Onderzoek zal dat moeten uitwijzen. U weet ook dat er ten aanzien van gemeenteraadsleden geen tuchtsanctiemogelijkheid bestaat.
Minister, als andere gemeentebesturen in Vlaanderen op een dergelijke manier de voogdijoverheid zouden uitdagen, niet één of twee keer maar verschillende keren, dan zou daartegen opgetreden worden. U kondigt dat nu aan. We houden u aan uw woord, niet alleen voor maar ook na de gemeenteraadsverkiezingen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.