Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de bespreking van de verklaring van de Vlaamse Regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2013.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, dames en heren ministers, collegas, als de middelen schaars zijn, worden de echte keuzes duidelijk. De beperktheid van de middelen legt ook sneller de essentie bloot. Door te kiezen voor bijkomende plaatsen in de kinderopvang, door de bijkomende uitbreiding in de sector personen met een handicap, door bijkomende renovatie in de sociale huisvesting, door verbeterde mobiliteit voor kinderen in het bijzonder onderwijs, door het bestendigen van de omkadering in het basisonderwijs, door de versterking van het onderzoek in het hoger onderwijs, door te investeren in de loopbaan van leerkrachten, door verder te investeren in innovatie en de economische en maatschappelijke relevantie ervan, en ook in te zetten op de tewerkstelling van de kwetsbaarsten op onze arbeidsmarkt, maakt de Vlaamse Regering duidelijk waar ze voor staat.
Minister-president, ik heb me de afgelopen dagen beziggehouden met het kijken naar de eerste reacties op uw Septemberverklaring. Ik wou me voorbereiden op een inhoudelijk debat, want meer nog dan de begroting met haar cijferdiscussies, biedt de Septemberverklaring de mogelijkheid aan iedere fractie om duidelijk te maken hoe men de toekomst van Vlaanderen ziet.
Ik had een interessante oogst. De collegas van de oppositie waren niet lief voor de minister-president. Een kleine bloemlezing: Peeters leeft niet in de realiteit, u kopieert, u serveert opgewarmde koffie dat is een taalfout, mijnheer Vereeck, het moet heropgewarmde kost zijn, maar tot daaraan toe en, minister-president, dit zal u ongetwijfeld pijn hebben gedaan, u gebruikt te veel lange zinnen. Tot daar de inhoudelijke kritiek.
Ik bleef in de eerste plaats op mijn honger zitten qua alternatieven die de oppositie aanbood. Het was ook niet gemakkelijk, want betwist vandaag iemand de groeiprognose zoals die werd vooropgesteld, betwist iemand de doelstelling om een gezonde overheidshuishouding na te streven? Ik denk het niet.
Ik bleef op mijn honger zitten tot deze morgen de heer van Rouveroij zijn alternatieven op tafel gooide. Het mag gezegd, hij is tot nog toe de enige. Het aantal ambtenaren zou moeten zakken met 12 procent, de heer van Rouveroij wil hakken in De Lijn, hij pleitte deze morgen, als nuancering van wat eerder in de krant was verschenen, voor een vermarkting in de zorgsector en hij wil komaf maken met de maximumfactuur.
Het moet gezegd, de heer van Rouveroij onderging deze morgen een hele metamorfose. Weg was de minzame Gentse sociale liberaal, in comes een driftig met de hakbijl zwaaiende adept van een ijzeren dame uit de jaren 80.
Hij had het over de hoop op beterschap. Maar welke hoop op beterschap sprak er uit zijn boodschap? Misschien nog belangrijker: hoe geloofwaardig is dat alternatief? Hoe geloofwaardig is het om, terwijl alle Europese overheden op twee na tekorten boeken, hier te spreken over overschotten en bijkomende provisies? Dat is geen kwestie van NIP (negatief ingesteld persoon), maar van nep.
Hoe geloofwaardig is die oproep als u die plaatst tegenover een aantal recente moties uit de Open Vld-fractie? Ik heb die ook even bekeken. Irina De Knop vraagt de Vlaamse Regering snel werk te maken van de hervorming van het systeem van het gratis kilowattuur, gefinancierd uit algemene middelen.
De heer De Gucht vraagt de Vlaamse Regering om, na overleg tussen ministers, een budget vrij te maken om de financiële drempel zo laag mogelijk te maken in het kader van cultuuraanbod op school. Mevrouw Van der Borght en een aantal andere collegas van Open Vld, waaronder uzelf, mijnheer van Rouveroij, vragen dat, naar analogie met KidsInvest voor de kinderopvangsector, binnen de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen ook een waarborgfonds zou worden opgericht voor privé-infrastructuurprojecten. Er zijn vandaag misschien partijvoorzitters die op zoek zijn naar een verhaal, maar ik denk dat u wel een paar verhalen op overschot hebt.
De minister-president begon de Septemberverklaring met een verwijzing naar de ware reden waarom wij hier zitten. Hij verwees naar onze opdrachtgevers, de 6,3 miljoen Vlamingen. Hoe kijken zij naar de toekomst van Vlaanderen? In welk Vlaanderen willen zij wakker worden, morgen, over tien jaar of later? In een Vlaanderen dat zich tegen 2030 vastrijdt, zoals het Planbureau onlangs voorspelde? In een Vlaanderen waar op de radio geen verkeersinformatie meer wordt gegeven, omdat we toch de hele dag in de file staan? Net daarom is het belangrijk een kwalitatief en performant openbaarvervoersnetwerk te hebben, dat ook oog heeft voor wie het moeilijk heeft in de samenleving, zoals ouderen, maar ook bijvoorbeeld leerlingen uit het buitengewoon onderwijs. Zij leggen vaak lange afstanden af tot de school. Er komen nu extra middelen bij voor leerlingenvervoer bij De Lijn, zodat de kinderen die dagelijks op de bus zitten, daar minder tijd op moeten doorbrengen.
Ongetwijfeld willen die Vlamingen dat hun kinderen kunnen blijven genieten van uitstekend onderwijs, een onderwijs dat aangepast is aan de noden van onze tijd en onze samenleving, een onderwijs dat ook een meer aantrekkelijke loopbaan biedt voor beginnende leerkrachten. Het omkaderingsdecreet Basisonderwijs komt in 2013 op kruissnelheid. Aan het begin van dit schooljaar kregen de Vlaamse kleuter- en basisscholen er 1350 onderwijzers bij. Het is belangrijk voor het vertrouwen dat de Vlaamse Regering niet terugkomt op recent genomen beslissingen, zoals deze verbeterde omkadering voor het basisonderwijs of de integratie van het hoger onderwijs.
Er zal de komende jaren een nood blijven aan betaalbare kinderopvang. Ook daarop wordt ingezet. We hebben het deze ochtend uitgebreid gehad over de problematiek van mensen met een beperking. Minister Vandeurzen, daarop wordt bijkomend 10 miljoen euro ingezet, maar ik wil u zeker ook wijzen op het belang van structurele wijzigingen in deze sector. Ik hamer daar al zes jaar op. Ter zake hebben we samen een traject uitgetekend. Alleen een toename van middelen voor deze sector zal niet volstaan. We zullen in deze sector ook zaken anders moeten aanpakken.
Als gevolg van de crisis worden steeds meer mensen zich bewust van het belang van een goede baan. Werk is voor onze fractie dan ook een belangrijke prioriteit. Er is de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan de tewerkstelling van 50-plussers, en met succes, maar ondertussen zien we de werkloosheidscijfers bij jongeren sterk stijgen. Voor het eerst sinds twee jaar zijn er minder jongeren terug aan het werk één jaar na hun instroom in de werkloosheid. Een hele generatie dreigt in de jeugdwerkloosheid te verzeilen en te verzanden. We vragen speciale aandacht voor de niet-gekwalificeerde uitstroom. Het is immers problematisch dat bijvoorbeeld bij kortgeschoolden de uitstroom naar werk na vier maanden slechts 38,4 procent bedraagt, tegenover 56 procent in totaal. Daarom moeten we er dus voor zorgen dat de jongere zo snel mogelijk wordt gevat door de VDAB en zo snel mogelijk ervaring kan opdoen We zullen er de komende jaren gelukkig bijkomende bevoegdheden met betrekking tot de arbeidsmarkt bij krijgen, maar we mogen ook niet wachten op die staatshervorming om elke dag alle zeilen bij te zetten om iedereen die kan werken ook effectief aan de slag te laten gaan.
Een kwaliteitsvolle, betaalbare maar vooral energiezuinige woning is voor veel mensen een permanente zorg. De helft van de bestaande sociale woningen is niet energiezuinig. Het feit dat de Vlaamse Regering vijf jaar lang 100 miljoen euro zal uittrekken om in totaal 14.000 woningen te renoveren, betekent op dat vlak een meer dan behoorlijke opsteker. De renovatie van 20 procent van het sociale woonareaal betekent ook een extra stimulans voor de bouwsector, die dat vandaag zeker nodig heeft. Toegankelijke en betaalbare zorg is een van de grote uitdagingen van de toekomst. Het is ook een van de klemtonen die we terugvinden in het innovatiebeleid.
Er worden opnieuw bijkomende middelen uitgetrokken om in te zetten op innovatie en op de grote maatschappelijke uitdagingen, in totaal 62 miljoen euro. We blijven daarmee streven naar de 3 procent die al lang wordt vooropgesteld. We blijven inzetten op en aandacht hebben voor maatschappelijke noden, maar ook voor de economische return van innovatie. Ik verwijs naar het Spin-Off FinancieringsInstrument (SOFI), dat we opnieuw versterken.
Het zijn dagelijkse noden en vragen van gewone mensen, waarop we hier antwoorden hebben gehoord. Natuurlijk is niet alles rozengeur en maneschijn. Besparen is voor niemand leuk, zeker niet als je het derde jaar op rij door de economische realiteit gedwongen wordt om te besparen. We zijn er ons van bewust dat een aantal zaken echt hun limiet bereiken. En toch moeten we onze verantwoordelijkheid opnemen, net omdat we daarmee wellicht het snelst de voorwaarden creëren voor een hernieuwde groei.
Onze fractie en mijn partij hebben zich reeds herhaaldelijk verzet tegen het wegsnoeien van iedere groei in een blinde besparingsdrang. Het volstaat om naar het buitenland te kijken om te beseffen hoezeer het Vlaamse beleid afwijkt van bepaalde ook hier bij sommige mensen populaire rolmodellen. Onder David Cameron werd het inschrijvingsgeld aan de universiteiten zodanig verhoogd dat de middenklasse de facto de toegang tot de universiteit werd ontzegd. In Spanje wordt de prijs van het openbaar vervoer zo opgetrokken dat een ticket voor veel mensen geen evidentie meer is. Verschillende landen verlaagden de ambtenarenlonen met 5 tot 10 procent.
Ik mag zeggen, ik moet zeggen, dat de betrokken economieën er voorlopig niet wel bij varen. Iedereen met een greintje intellectuele eerlijkheid zal moeten toegeven dat dergelijke scenarios in Vlaanderen vandaag niet aan de orde zijn. Al lijken sommigen getuige daarvan de pleidooien deze ochtend er wel brood in te zien.
Betekent dit dat sp.a euforisch is? Geenszins. Willen we meer? Ja zeker, zoals voor scholenbouw. 30 miljoen euro is belangrijk, zeker in deze penibele tijden. Bovendien maken we het mogelijk om ook andere middelen te mobiliseren, om zo een hefboomeffect tot stand te brengen. Toch zullen wij ook in de toekomst blijven aandringen op de nodige middelen. Willen we sommige dingen sneller? Uiteraard, zoals de maximumfactuur in de thuiszorg of de omgevingsvergunning, waarvan we hopen dat het één van de vijftig quick-wins van de minister-president wordt.
De beste manier om al die zaken te bereiken is zo snel mogelijk opnieuw aanknopen met economische groei. Net daarom is het zo belangrijk dat er een vertrouwenwekkend signaal uitgaat van dit parlement. De begroting is in evenwicht. Gezinnen en bedrijven worden ontzien. Er zal geen leerkracht minder aan de slag gaan. We willen vooral het sociaal overleg alle kansen geven om in een serene sfeer verder jobverlies te vermijden.
Collegas, ik ben begonnen met te stellen dat, als de middelen schaars zijn, de echte keuzes sneller duidelijk worden. Ook als er pijnlijke maatregelen moeten worden genomen, die we uiteraard liever niet zouden moeten nemen en ook als we bijkomende inspanningen moeten vragen van onze mensen, toont de Vlaamse Regering dat zij consumenten en investeerders een solide basis biedt voor hernieuwde welvaart, dat zij onverkort de noodzakelijke transities wil voortzetten, dat de crisis geen fataliteit is. Door die precieze, gerichte inspanningen toont deze Vlaamse Regering dat zij ook en in het bijzonder in moeilijke tijden wil blijven investeren in de toekomst, dat zij oog heeft voor de sociale noden van onze mensen. Dat is dan ook een regering die ons vertrouwen ten volle krijgt. Dank u. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Vereeck heeft het woord.
Ik had eigenlijk verwacht, mijnheer Van Malderen, dat u misschien een klein beetje meer tekst en uitleg zou geven bij het standpunt van uw partij met betrekking tot de besparingen in de ambtenarij. In Het Nieuwsblad op pagina 10 heb ik namelijk gelezen dat uw partij een indexsprong of elke aanval op de lonen sowieso ontoelaatbaar vindt. Mag ik daaruit afleiden dat uw partij gaat voor het verder inkrimpen van de ambtenarij?
De minister-president behoort vooralsnog niet tot mijn partij, maar ik geef hem graag de kans om het toe te lichten.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Ik wil enkel duiden wat de regering heeft beslist en hoe we daarmee nu verder omgaan, omdat de vraag van de heer Vereeck daarop slaat. Ten eerste hebben we nu alle vakbonden uitgenodigd en de vergadering zal plaatsvinden aanstaande dinsdag om 10 uur.
We hebben de vakbonden ook aangeschreven met een brief van 24 september. Ik kan die brief overmaken aan het parlement. Ik citeer: In het kader van de begrotingsopmaak 2013 werd beslist tot het vragen van een inspanning ten belope van 100 miljoen euro aan de Vlaamse ambtenaren en personeelsleden ten einde een begrotingsresultaat te bereiken. Hierover wenst de Vlaamse Regering in een onderhandelingslogica te treden. Een menu aan mogelijke generieke maatregelen werd opgesteld.
Ik overloop even het menu. Een menu, mijnheer Vereeck, is om iets uit te kiezen. Dat bestaat traditioneel uit een voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht. In het menu zitten: het verhogen van de doelstelling van het verminderen van het aantal ambtenaren van -6 naar -7,5 procent; de aanpassing van het stelsel van ziekteverloven; het opschorten van de toekenning van de functioneringstoeslagen; de vertraging in toekenning van promoties en anciënniteitsverhogingen en de aanpassing van de salarisschalen.
Ik ga verder met de brief. Teneinde verdere toelichting te verstrekken en een onderhandelingsagenda op te stellen, zal mijn secretariaat met u contact opnemen om een datum te prikken. Die datum is geprikt en het wordt dinsdag aanstaande.
We gaan met de vakbonden afspreken dat we 100 miljoen euro moeten vinden. Dit is een onderhandeling op basis van een menu. Ik weet niet of de vakbonden dat menu nog verder willen uitbreiden. Het is wel de idee die wij hebben meegegeven. Ik heb uiteraard het akkoord van de Vlaamse Regering. Ik hoop dat we dit in de onderhandelingen met de vakbonden in de komende dagen en weken concretiseren en dit parlement daarover informeren.
Dank u voor de toelichting.
Viceminister-president Lieten, vindt u het dessert verteerbaar? Het laatste wat op de lijst staat, is de aanpassing van de loonindex. Klopt het dat dat voor uw partij niet aanvaardbaar is?
Ik weet niet waar u dat haalt, mijnheer Vereeck. De index staat daar niet in. Ik zal u nog meer zeggen, de Vlaamse Regering heeft voldoende middelen gereserveerd in de begroting 2013 voor het geval de indexsprong inderdaad genomen moet worden. Wij verwachten dat we in januari of februari de lonen zullen moeten aanpassen aan de indexsprong. Die engagementen zitten vervat in de Vlaamse begroting. Er is geen enkele reden om de mensen schrik aan te jagen voor een mogelijke indexsprong. Het woordje index staat niet in het menu of de brief die we overgemaakt hebben.
Ja, schrik. Het is een van de opties die de viceminister-president en de minister van Begroting gelanceerd hebben. Het is logisch, aangezien de voorzitter van sp.a vandaag publiekelijk reageert dat dat voor hem geen optie is. Ik neem daar akte van, dat de indexsprong niet meer tot de mogelijkheden behoort.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister-president, ik maak even een rekensommetje. In het eerste menuutje wilt u van -6 naar -7,5 gaan. Zijn dat voltijds equivalenten (VTE)?
Doordat u het over 6 procent hebt, neem ik aan dat u als basis 28.000 Vlaamse ambtenaren rekent en dat u de kleine perimeter hanteert, en niet de grote perimeter van 41.000 waar dan ook de VRT en De Lijn bij horen. Op de kleine perimeter wordt die 6 procent ook geaffecteerd. Dat betekent dat u 1,5 procent extra minder ambtenaren wilt. Op een totaal van 28.000 is dat 420. Ik ken de gemiddelde kostprijs van een ambtenaar niet. Dat zal 50.000, 60.000 of 70.000 per jaar zijn, alles inclusief, ook patronale en sociale bijdragen, laten we daar niet over twisten. Ik kom alleszins niet aan een bedrag dat die 100 miljoen euro benadert. Bijlange na niet. We zitten aan een bedrag tussen 10 en 15 miljoen euro. Dat is nog 85 miljoen euro te gaan. Kunt u uw andere voorstellen ook eens becijferen?
Een menu omvat normaal gezien voorgerecht, hoofdgerecht en dessert. Om aan 100 miljoen euro te komen, zal men alles moeten nemen dat op de menukaart staat.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, u hebt het menu voorgelezen. De index staat er niet op. Ik neem aan dat dat komt omdat u er niet voor bevoegd bent. Het Comité A is ter zake bevoegd. Alle ambtenaren en de overheden van heel dit koninkrijk zijn daarin vertegenwoordigd.
U kunt het middel van de index door een indexsprong of wat dan ook niet zelfstandig inzetten. Ik neem aan dat het daarom niet in uw menu staat.
Ik heb het menu voorgelezen. Wat erin staat, staat erin en wat er niet in staat, heb ik ook niet voorgelezen. Dat is ook niet de afspraak in de schoot van de Vlaamse Regering.
Mijnheer van Rouveroij, het is het gehele menu dat 100 miljoen euro moet opbrengen. U kunt becijferen wat het voorgerecht, het hoofdgerecht en het nagerecht allemaal zouden opbrengen. Dat is een interessante oefening. Maar wij vinden het wel belangrijk dat wij daarover met de vakbonden onderhandelen. Wij hebben volgende dinsdag een vergadering met de vakbonden belegd. We zullen daar niet alleen een aantal werkafspraken maken, maar ook dat menu verder bekijken. Ik ben bereid dit Vlaams Parlement in te lichten over de voortgang van de onderhandelingen, maar ik ga eerst onderhandelen met de vakbonden om tot het vooropgestelde resultaat te komen. Als dat gebeurd is, kan ik u alle tekst en uitleg geven. Als u suggesties hebt met betrekking tot voorgerechten en hoofdgerechten enzovoort, ben ik bereid om die van u te ontvangen.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Collegas, wij zijn inderdaad niet bevoegd voor een indexsprong. Het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene principes (APKB) verhindert dat. Het menu bestaat uit de ingrediënten die de minister-president heeft voorgelezen.
Mijnheer van Rouveroij, u vergist zich als u de oefening maakt enkel voor wat betreft de overheidsambtenarij. Het gaat heel breed. Het gaat over veel meer dan de ambtenarij. Alleen daarmee kun je er natuurlijk niet komen. Er zijn diverse oplossingen mogelijk. Je kunt met de ambtenarij van 6 naar 7,5 procent gaan. Je kunt ook voor andere oplossingen kiezen. De doelgroep is de brede overheid.
Minister, ik begrijp het wel degelijk zeer goed. Uiteraard betreft die 1 procent de volledige ambtenarij, de volledige perimeter. Daarover gaat die 100 miljoen euro.
Ook De Lijn, de VDAB, de VRT, het onderwijs.
Al die anderen, die in de perimeter zitten maar niet rechtstreeks bij die 28.000. Dan ga je naar 41.000 tot 42.000.
Het is veel meer. Ook het onderwijs is inbegrepen.
Inderdaad. Met het onderwijs er ook nog bij ga je naar nog veel meer. Ik wilde daarnet enkel aangeven dat ik veronderstel dat, als u van een vermindering van 6 procent naar een vermindering van 7,5 procent gaat, u met die 6 procent verwijst naar de norm van 6 procent die u zichzelf hebt opgelegd. Ik wil erkennen dat u die norm respecteert en ook haalt. De website van uw diensten, die in tegenstelling tot vorig jaar zeer overzichtelijk is geworden, leert mij dat de inspanning die deze Vlaamse Regering zichzelf heeft opgelegd om 6 procent minder ambtenaren te hebben tegen 2014, dat zijn er 1400, niet alleen wordt gerespecteerd maar zelfs een beetje wordt overschreden: op 30 juni 2012 is er al een realisatiegraad van 67 procent. Proficiat! U zegt nu dat u in het menu naar 7,5 procent gaat. Ik neem aan dat het gaat over een stijging van 6 procent tot 7,5 procent. Ik zit dan wel degelijk te redeneren in de perimeter die ik daarnet heb omschreven. Als u er dan toch zo goed in slaagt om dat ambtenarenbestand af te bouwen u zit perfect op kruissnelheid , vraag ik mij af waarom u niet de inspanning doet die Open Vld al lang naar voren schuift. Waarom legt u de lat daar niet wat hoger? Neem zelf die beslissing en leg de keuze niet bij de vakorganisaties. Dat is voor de vakorganisaties bijna niet mogelijk. Neem daar zelf uw verantwoordelijkheid. Ga naar 10 procent, desgevallend 12 procent, maar maak zelf die keuze. Uit uw eigen beleid blijkt dat u die keuze kunt hardmaken. Dat hebben we nodig: een regering die hardmaakt wat zij naar voren brengt.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, u had in uw toespraak een zeer opvallend deel over de leerkrachten. U stelde dat u hen een hart onder de riem wou steken. Ze hebben een speciale plaats, want leerkrachten zijn gidsen voor het leven. Maar nu hoor ik dat die 1 procent ook op het onderwijs slaat. Ik vraag mij af waarmee u bezig bent. Nog niet zolang geleden werd in dit parlement vanuit verschillende hoeken gesteld dat het beroep van leerkracht moest worden geherwaardeerd.
Er is namelijk een tekort aan leerkrachten. Minister Smet wilde daarin meegaan. Wat doet u nu? U verslechtert de voorwaarden van de leerkrachten. U wilt dat ze 1 procent inleveren.
Minister-president, u moet de rekening van uw begrotingsplaatje eens maken. Onderwijs brengt op voor uw begrotingsplaatje. U investeert 30 miljoen euro waar er 2 miljard euro nodig is. Tegelijk laat u Onderwijs 1 procent inleveren.
100 miljoen euro voor de begroting. Dat betekent 1 procent op 10 miljard euro loonkost. 75 à 80 procent van die 10 miljard euro loonkost gaat naar onderwijs. Onderwijs is hier het kind van de rekening. U moet mij dus niet meer komen vertellen dat leerkrachten voor u een bijzondere plaats innemen. Dat moet u mij niet meer komen vertellen. (Applaus bij Groen)
Voorzitter, ik begrijp dat de heer Watteeuw, die gezegd heeft dat deze Septemberverklaring een kopie is van de vorige, nu meer en meer inziet dat het toch een zeer interessante verklaring is.
U vindt dat een goede maatregel?
Mijnheer Watteeuw, rustig blijven.
Ik herhaal dat we 100 miljoen euro inschrijven in de begroting van 2013. Dat is gelijk aan 1 procent van de loonmassa. Dat is niet onbelangrijk. We overleggen met de vakbonden welke generieke maatregelen men verder met ons wil bespreken.
Ik kan niet vooruitlopen op het resultaat van die besprekingen, want dan zou ik die onderhandelingen überhaupt niet moeten opstarten. Het personeelsbestand zou eventueel kunnen worden verminderd, maar ik kan u volledig bijtreden dat dat voor het onderwijs allesbehalve evident en ook niet aangewezen is.
Wij willen met de vakbonden overleggen op welke manier wij daartoe kunnen komen. Mijnheer van Rouveroij, wij zullen er alles aan doen om dat overleg succesvol af te sluiten. De verantwoordelijkheid die wij hier hebben genomen, betreft een begroting in evenwicht. Die 100 miljoen euro is daar een niet onbelangrijk element van.
Wat onderwijs betreft, hebben wij de engagementen verder gehonoreerd: de omkadering van het basisonderwijs, de hervorming van het hoger onderwijs, schoolinfrastructuur enzovoort. Ook kan de cao worden opgestart die de komende weken en maanden moet worden onderhandeld in de onderwijssector. Het is dus volstrekt onjuist dat wij in deze begroting geen rekening hebben gehouden met het onderwijs. Integendeel, wij hebben bijkomende middelen geïnvesteerd. Het overheidspersoneel dat hebt u misschien niet goed begrepen is ruim: het omvat niet enkel de medewerkers van de departementen, maar ook van de VDAB, de VRT, het onderwijs enzovoort, en de vakbonden die die medewerkers vertegenwoordigen. Voor al dat overheidspersoneel zullen we aanstaande dinsdag het overleg opstarten.
Voorzitter, ik begrijp steeds beter waarom minister Smet ziek is. (Rumoer)
Minister-president, het gaat over 1 procent op een loonmassa van 10 miljard euro. 100 miljoen euro is 1 procent van 10 miljard euro loonmassa. Van die 10 miljard euro loonmassa gaat 7,5 à 8 miljard euro naar Onderwijs. U zegt dat we Onderwijs zullen sparen, wegens de herwaardering van het beroep van leerkracht. Dan zal die 100 miljoen euro dus van ergens anders moeten komen, bijvoorbeeld van de overblijvende 2 miljard euro. Maar dan wordt de rekening voor die ambtenaren nog veel zwaarder. Uw menu zou dus weleens zeer pijnlijk kunnen zijn voor de ambtenaren. Ik denk dat u er echt nog niet bent met die 100 miljoen euro.
Voorzitter, ik raad de heer Watteeuw aan om rustig te wachten op de uitkomsten van dat overleg. We zullen er hier verslag over uitbrengen. Mocht hij aan dat overleg willen deelnemen, moet hij dat via de vakbonden kunnen doen, maar daar heb ik niets aan toe te voegen.
Ik volg toch volledig de lijn van de heer Watteeuw. Ik had die berekening ook al gemaakt. Uiteindelijk weten we niet wat er netto gebeurt in het onderwijs, want u neemt met de ene hand en geeft met de andere.
Ik begrijp wel waarom we maandag geen cijfers hebben gekregen. Wij kunnen op dit moment inderdaad niet becijferen wat het netto-effect is van Onderwijs.
U hebt maandag wel cijfers gekregen.
Wij weten niet wat de impact is voor Onderwijs.
De heer Van Dijck heeft het woord.
De minister-president is duidelijk in het opzet, maar men begint hier al te plaatsen vanwaar het gaat komen. Geef die onderhandelingen een kans. Waar staat de teller op dit moment? Er is hier maandag een Septemberverklaring afgelegd. Het budget voor 2013 wordt voorgesteld, met verschillende maatregelen die daarbij moeten worden genomen. De minister-president heeft ook al de timing gegeven. Blijkbaar wil men hier al lopen vooraleer we gestart zijn met de onderhandelingen. Wij willen die ten volle de kans geven.
Mij gaat het niet over 1 procent of 10 procent. Het gaat over 100 miljoen euro die moet worden gevonden. Dat is de essentie van het debat.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, net als andere jaren hebben wij maandag de cijfers in hun globaliteit gegeven. Die zijn deze keer ter beschikking gesteld in een pdf-bestand, en niet in een boekje. Daar spelen onder meer het besparingsaspect en het milieuaspect mee. Ik veronderstel niet dat het een groot probleem zal zijn om dat zelf af te printen als u het niet graag op de computer leest.
Wij hebben nog wel tijd om een volledige begroting in te dienen. We zullen dat ook doen, met alle details, zoals altijd. Als u vraagt dat we dat een maand vooruitschuiven en nu al alle details indienen, zou dat iets nieuws zijn. U zou een voorstel van decreet kunnen indienen om dat allemaal sneller te krijgen. Dan moeten wij ons daaraan aanpassen.
Ik wil de keuze van Open Vld hier helder stellen: geen inlevering op Onderwijs. Zo wil ik nog eens terugkeren naar die 28.000 ambtenaren. Minister Bourgeois zal mij bijtreden als ik zeg dat er per jaar 1800 uit dienst treden, zonder ontslag.
De norm die u vandaag zelf oplegt, is 6 procent. Dat betekent dat u over de hele legislatuur in totaal 1400 ambtenaren zult laten afvloeien. Dat betekent gemiddeld ongeveer 350 per jaar. Als we dat afzetten tegenover die 1800, zeg ik u: leg de lat hoger. Zonder één naakt ontslag kun je, als je naar een tweederde of drievierde niet-vervanging gaat van wat toch jaarlijks afvloeit, aan je 100 miljoen euro komen. Maar dat is zeer ingrijpend, dat geef ik toe. Dat is geen kaasschaaf. Dat vergt een kerntakendebat. Dat zal keuzes vergen. Sommige diensten zullen inderdaad moeten worden afgebouwd. Andere zullen tegen deze operatie moeten worden beschermd. Wat wij alleszins willen beschermen, is Onderwijs.
Ik vind het heel ongeloofwaardig wat u nu zegt, mijnheer van Rouveroij. Ik heb u er op het spreekgestoelte voor horen pleiten om de caos niet uit te voeren. De caos die met de verschillende sectoren zijn afgesloten, voeren wij wel uit. We voorzien bovendien in meer middelen, zodat er ook een cao voor Onderwijs kan worden afgesloten. Kom ons nu dus niet zeggen dat u de onderwijsmensen gaat beschermen. (Applaus bij sp.a)
Minister, u hebt het hier over een risico van achteruitgang. Die 1 procent is niet in meer, maar in min. Als u een cao afsluit, gaat het over meer. Ik heb het u al gezegd: slecht signaal, slecht moment in meer. Het is niet het moment, ook niet voor Onderwijs. Maar voor een min voor Onderwijs is het ook geen moment.
Dit is het drama van deze Vlaamse Regering. Op een bepaald moment ziet ze een nood. Dan ontwikkelt ze daar vlug vlug een beleid rond. Neem nu de herwaardering van het beroep van leerkracht. We hebben er te kort. Zij zorgen voor de toekomst van Vlaanderen.
Als dan andere noden opduiken, verlaat men die pistes. Nu wil men het onderwijs laten betalen voor de fetisj van het begrotingsevenwicht.
Mijnheer van Rouveroij, ik dank u voor de gelukwensen. Wij zitten inderdaad op schema. Meer zelfs, inzake de efficiëntieverbetering van de overheid lopen wij vooruit. Het is de eerste keer dat die oefening gebeurt. De regering mag die pluim dus op haar hoed steken. Het is geen gemakkelijke oefening. Ze is veel moeilijker dan de oefening die in andere entiteiten bijvoorbeeld op het federale niveau gebeurt. Wij worden immers geconfronteerd met het Beter Bestuurlijk Beleid (BBB), met kleinere agentschappen, entiteiten en beleidsdomeinen. Denk maar aan de grote groep van 30.000 federale ambtenaren van de FOD Financiën. Als dat departement wordt geïnformatiseerd, kan men meer dan tweederde van dat ambtenarenkorps afbouwen.
Bij ons ligt dat zo eenvoudig niet. Als wij stelselmatig één op twee ambtenaren die met pensioen vertrekken niet zouden vervangen, dan komen een aantal entiteiten en de daar aanwezige waardevolle expertise in de problemen. Wij kunnen dat dus niet doen. Nu al speelt de solidariteit met betrekking tot de endogene groei, want bepaalde entiteiten staan onder druk. Wij lopen op het schema ter verbetering van de overheidsefficiëntie en de afslanking van het personeelsbestand vooruit. Wij zijn daar trots op. Het College van Ambtenaren-Generaal (CAG) heeft vorig jaar een extra besparing van 10 miljoen euro op de werkingskosten moeten realiseren.
Een van de maatregelen is verder gaan op die ingeslagen weg. Ik wijs er evenwel op dat de doelgroep de eigenlijke overheid is, die goed is voor 28.000 mensen. Daarin zitten bijvoorbeeld niet de chauffeurs van De Lijn, jongerenwelzijn, de openbare psychiatrische zorginstellingen of het universitair ziekenhuis van Gent. Die groepen meegerekend zouden wij aan het cijfer van 44.000 mensen komen. Voor die groepen gelden echter normen inzake personeelsaantallen. Die zijn nodig om de nodige zorgen te kunnen verlenen. Wij kunnen die aantallen niet verminderen. Onze doelgroep beperkt zich dus tot die 28.000, en voor hen zitten wij heel goed op schema.
De leidend ambtenaren moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Zij doen dat ook, tot onze tevredenheid. Wij sturen hen niet: zij nemen hun verantwoordelijkheid. Met goede resultaten, en wij blijven de ingeslagen weg aanhouden. Wat u voorstelt, mijnheer van Rouveroij, kan dus niet.
Voorzitter, minister-president, leden van de Vlaamse Regering, collegas, u, minister-president, hebt begin deze maand als een echte flandrien regen en wind getrotseerd om samen met astma- en mucopatiënten de legendarische Col du Galibier op te fietsen. En het is u wonderwel gelukt. Van harte proficiat daarvoor.
Tijdens deze succesvolle klim was u niet vergezeld van uw collega-ministers. Gelukkig maar, want u had hen er misschien wel afgereden, of misschien had u nooit de top bereikt. Daarmee heb ik niet gezegd dat er geen verdienstelijke coureurs in uw team zitten. De ministers Crevits en Van den Bossche oogsten terecht waardering voor hun kordate aanpak om De Lijn en de intercommunales te ontvetten.
Eén minister fietst echter rond met een hele zware rugzak, en bengelt op dit moment achteraan het peloton: de heer Pascal Smet, de rode lantaarn. De minister heeft in Knack laten weten dat tegenwind hem niet zal afstoppen. Maar hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind zichzelf een weg baant? Maar niet getreurd, de prijzen worden uitgereikt aan de meet.
Het feit dat er niets is uitgelekt over de begroting 2013 was voor de minister-president blijkbaar het ultieme bewijs van teamspirit. Ten eerste viel er niks te lekken. Ten tweede was een half uurtje tussen de ministerraad en de Septemberverklaring te kort om iets te lekken op die tijd krijgen wij onze BlackBerrys niet opgestart, nietwaar, minister Lieten?
In het verleden schrokken uw coalitiepartners er nochtans niet voor terug om elkaar stokken in de wielen te steken: de Oosterweelverbinding, het Kiesdecreet, de scheldpartijen tijdens de federale regeringsvorming, gelekte mails, de miserietaks, Uplace, de hervorming van het secundair onderwijs, de steun van enkele N-VAers aan een belangenconflict van het Vlaams Belang, zeer tegen de zin van CD&V en sp.a. Als het even kan, rijden de leden van deze meerderheid elkaar met plezier de gracht in. Amper een week geleden wist sp.a-minister Van den Bossche ons nog te vertellen dat mevrouw Homans van de N-VA er in slaagt om twee leugens in één zin te vertellen. De lijst van incidenten is zo lang dat CD&V-parlementslid Eric Van Rompuy onlangs nog zei dat hij in de 27 jaar dat hij in het Vlaams Parlement zit, nog nooit heeft meegemaakt dat coalitiepartners zo met scherp naar elkaar schieten.
Minister-president, hierdoor laat uw regering een troosteloos spoor van verdeeldheid achter. Tegen beter weten in probeert u dit te compenseren door zelf voluit te gaan. Afgelopen tijd was er een bezoek van u aan een steurkwekerij, een toespraak op de Dag van de Pladijs, steun aan de langoustinevisserij, de promotie van wilde vis, een betere huisvesting voor konijnen, ridder van het witloof, de lancering van de kiwibes smaakt als een kiwi, hapt als een bes. Allemaal culinaire initiatieven. Ik verwacht binnenkort een kookboek met een aantal menus.
Daarnaast begeeft u zich steeds meer op het internationale diplomatieke toneel. U bakt er zoete broodjes met internationale leiders zoals Aung San Suu Kyi. Ik zou zeggen, voor de vrienden Aung San Chou Chou.
Minister-president, u trekt en sleurt aan deze ploeg, maar ze geraakt niet echt vooruit. Uw regering lijkt wel lood in de benen te hebben. U bent nu drie jaar bezig en de resultaten zijn te mager en dan druk ik mij nog vriendelijk uit. En de tijd dringt.
Maar ik wil ook het positieve in de verf zetten. Ten eerste: er is een begroting. Dat is moedig en eerlijk. Ik kan dan wel vinden dat u niet hard genoeg fietst, maar de federale overheid durft er zelfs niet aan te beginnen. Ten tweede: de Vlaamse overheid zal verder afslanken, niet door een spectaculair dieet maar geleidelijk aan met 1 percent. Vraag is wel: waarom is dat niet eerder gebeurd, dan had er recurrent 100 miljoen euro in scholenbouw of gehandicaptenzorg kunnen worden geïnvesteerd. Ten derde: de beleidsuitbreiding wordt uitgesteld. Als dat betekent dat de overbodige kindpremie er niet komt, dan wil ik de collegas van de N-VA feliciteren met hun voortschrijdend inzicht. Als dat de kracht van de verandering is, dan juich ik die toe. Hopelijk schrijdt dit inzicht nog verder en wordt ze afgeschaft.
Zijn er ondertussen vragen? Ik sta open voor vragen.
Minister-president, in een interview met De Tijd gaf u aan dat de begroting 2013 voor u de lakmoesproef van uw regering zou zijn. Voor het derde jaar op rij pakt u uit met een begroting in evenwicht, in gezelschap van Horst aus Bayern. Ik ben echter niet onder de indruk, want doen uitschijnen dat Vlaanderen het budgettair moeilijk heeft, is een loopje met de werkelijkheid nemen. Die werkelijkheid is dat u sinds 2010 maar liefst 3,7 miljard euro meer in kas kreeg dankzij de Financieringswet. Een stijging van 16 percent. Welke regio kan dat zeggen? Ook dit jaar komt er meer dan een half miljard extra in kas. Dat u daarmee niet toekomt, heeft alles te maken met het gebrek aan structurele besparingen in de voorbije jaren. In 2012 nam u voor 455 miljoen aan eenmalige maatregelen, waarvan bijna de helft wegvalt in 2013. Daar moest u dus sowieso naar op zoek. Door uw uitstelgedrag komt u telkens in de problemen. Ik zeg dit al drie jaar en blijf dit herhalen.
Dit gebrek aan structurele besparingen heeft ook tot gevolg dat de Vlaamse Regering haar kerntaken niet meer naar behoren kan vervullen. Het meest sprekende voorbeeld is de 30 miljoen extra voor scholenbouw, een druppel op een hete plaat, want de achterstand bedraagt 2,6 miljard. Dat in volle economische crisis werd vastgehouden aan de plannen om de VRT een derde net te geven, doet de geloofwaardigheid van uw verhaal ook geen deugd.
Collegas, de fiscale terreur van de Federale Regering is gekend, maar het fiscaal hooliganisme van de Vlaamse Regering kan ook tellen. Want wie durft te stellen dat deze Vlaamse Regering geen nieuwe belastingen heft, doet de waarheid geweld aan.
Naast de afschaffing van de jobkorting, goed voor 600 miljoen euro, is er de meer dan verdubbeling van de belasting op echtscheiding die in 2013 op volle snelheid komt en 40 miljoen euro moet opbrengen. Dat is en blijft een schande.
Mijnheer Vereeck, ik weet dat u de zaken graag herhaalt. Repetitio est mater studiorum. Ik ga er dan ook van uit dat ik telkens het antwoord moet herhalen. U doet altijd alsof wij bijkomende middelen krijgen zonder dat daar iets tegenover staat. Ik heb in het verleden al vaker gezegd wat het effect is van een constant beleid. Dat betekent dat als er geen maatregelen worden genomen, dat bedrag dan automatisch bijkomend uitgegeven wordt. U ziet dat wellicht anders. De indexatie van de lonen bedraagt automatisch, via een indexsprong waarin wordt voorzien voor november 2012 en januari 2014, 241.074.000 euro. De indexatie op de werkingskosten, indien we geen maatregelen nemen, is automatisch 127.472.000 euro. We hebben uiteraard ook een aantal kostendrijvers over beslissingen die zijn genomen, over caos die moeten worden uitgevoerd, over het Gemeentefonds en Provinciefonds, over het Zorgfonds, over het urencontingent, over gezinszorg, over rentes enzovoort.
U denkt dat dit allemaal automatisch verandert omdat we bijkomend geld krijgen dat zomaar kan worden besteed, maar dat is fout. U weet dat natuurlijk. U herhaalt altijd maar dat we zoveel bijkomend geld krijgen. Mijn antwoord is dan dat we zelfs zonder ingreep, ook met dat bijkomend geld een tekort hadden op de begroting van dit jaar.
Minister, uw repliek over het constant beleid is naast de kwestie. De reden waarom u met uw brutobeleidsmarge niet toekomt, is dat u al van begin 2009 zoveel eenmalige maatregelen hebt getroffen dat telkens wanneer u de begrotingsoefening opnieuw maakt, u meteen met een enorme achterstand wordt geconfronteerd. U moest nu bijvoorbeeld voor 300 miljoen euro netto besparen omdat er 215 miljoen euro eenmalige maatregelen waren weggevallen. Indien u in het verleden structurele maatregelen had getroffen, dan had u nu een aantal besparingen niet moeten doorvoeren. Dan had u zelfs die besparing van 100 miljoen euro op het ambtenarenkorps niet moeten doorvoeren.
Het evenwicht in 2013 wordt natuurlijk slechts behaald door het compleet negeren van de budgettaire consequenties van de zesde staatshervorming. In de begroting is in geen eurocent voorzien. En het gaat nochtans om aanzienlijke bedragen: bijna 70 miljoen euro voor de pensioenen van de Vlaamse ambtenaren en 100 à 150 miljoen euro voor de over te nemen usurperende bevoegdheden. Om die usurperende bevoegdheden wordt in deze begroting heen gefietst. Nochtans komen er in 2014 ook nog eens miljarden euros aan bevoegdheden over met slechts een gedeeltelijke financiering. Ook daarvoor wordt in niet in een buffer voorzien.
In tegenstelling tot de minister-president moet ik zeggen dat ik de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen (SERV) volg. De SERV vraagt om daar wel provisies voor aan te leggen en om geen struisvogelpolitiek te voeren. In de mate waarin het rapport van de SERV is gebaseerd op andere groeiprognoses zou ik voorstellen om uw strategische adviesraad een geüpdatet rapport te vragen.
Mijnheer Vereeck, in welke usurperende bevoegdheden moeten wij voorzien in de begroting? Ik weet nog niet welke usurperende bevoegdheden eventueel in 2012, 2013 of 2014 zouden worden geschrapt op federaal niveau. Kunt u zeggen op hoeveel u die schat?
Om te beginnen moeten we ervan uitgaan dat de usurperende bevoegdheden uitdoven. Er zijn een aantal usurperende bevoegdheden, zoals wetenschappelijk onderzoek, waarvan ik het evident vind dat ze naar Vlaanderen komen. Maar daarover gaat het niet. Het gaat erover dat er geen enkele buffer wordt aangelegd. Ik ga niet zeggen dat u die 150 miljoen euro moet voorbereiden. We hebben vanochtend ook niet gezegd dat u in die 2,3 miljard euro volledig moet voorzien voor de eventuele tekorten die er zouden zijn. Neen, het gaat om een rationele, logische en beperkte buffer. We zouden die oefening samen met de SERV kunnen maken. De SERV heeft een aantal scenarios uitgewerkt. Laat ze ons eens aandachtig bestuderen.
Minister Muyters, u was nog geen lid van de N-VA toen die in december 2009 een belangenconflict heeft ingediend om de federale begroting te blokkeren met als doel... (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
Inderdaad, het was in december 2008. Dank u, mijnheer Van Dijck. Toen de N-VA in december 2008 uit de Vlaamse Regering was gestapt, heeft ze een belangenconflict ingediend om de federale begroting te blokkeren en er alle usurperende bevoegdheden die volgens hen usurperend waren uit te halen. Het ging over een bedrag tussen 900 miljoen en 1,1 miljard euro. U vraagt aan de heer Vereeck welke usurperende bevoegdheden het zijn, wel, u moet dat eens vragen aan uw partij want die weet dat.
Minister, ik kan er al eentje geven: het federale grootstedenbeleid. Veel van die contracten voor zover men het federale grootstedenbeleid heeft gebruikt om arbeidscontracten af te sluiten zijn opgezegd. Bekommer u daar nu al om.
Mijnheer van Rouveroij, is daarover eensgezindheid in de Federale Regering?
Is er eensgezindheid over in de Vlaamse Regering?
Ik hoop alleszins dat er binnen uw Vlaamse Regering inderdaad overeenstemming is om een deel, zoniet het geheel, van het Federale grootstedenbeleid over te nemen, wat de financiering betreft. U kent het standpunt van Open Vld, in de Federale Regering maar ook hier. Wij vinden dat het federale grootstedenbeleid een usurperende bevoegdheid is en door Vlaanderen zelf moet worden uitgeoefend.
Voorzitter, ik zeg nog eens aan minister Muyters dat zijn partij de lijst heeft opgemaakt in december 2008. Het staat er dus allemaal in. U moet niet aan de oppositie vragen of er eensgezindheid over bestaat. Het is opgelijst. Probeer misschien eerst binnen de eigen meerderheid eensgezindheid te vinden.
Bij elke verandering in de groeicijfers schiet de Vlaamse Regering in een kramp. Wanneer de inkomsten meevallen, moet er snelsnel meer worden uitgegeven, zoals in 2011. Wanneer de inkomsten tegenvallen, moet er plots worden bespaard, zoals in 2012 en 2013. Het is voortdurend remmen en aanzetten, en zo zakt het tempo. Omdat de regering heeft afgehaakt, roep ik mijn collegas in de commissie Financiën op om, over de grenzen van oppositie en meerderheid heen, alsnog een structurele begrotingsnorm uit te werken die niet zo cultuurgevoelig is. In de vorige legislatuur bestond er zon kamerbreed aanvaarde norm, namelijk de nulschuld. Daarnaast stel ik ook voor om een eigen Vlaams Planbureau op te richten dat op basis van de HERMREG-modellen robuustere groeivoorspellingen kan doen zodat we niet in een welles-nietesspelletje terechtkomen met de gouverneur van de Nationale Bank.
Ten slotte, wat het budgettaire en financiële luik betreft, wil ik nog even wijzen op de consequenties van het bankenplan. Het voorstel is dat de Vlaamse overheid bedrijfsobligaties gaat waarborgen, waardoor bedrijven makkelijker kredieten verkrijgen. In tegenstelling tot een eerdere communicatie van de minister-president leidt dit wel degelijk tot een verhoging van de gewaarborgde schuld van Vlaanderen en zet dit plan de kredietwaardigheid van Vlaanderen zelf onder druk. Die waarborgen zijn natuurlijk niet risicoloos. Denk maar aan het geval Alfacam. In de gewaarborgde schuld staat op dit moment 311 miljoen euro aan Gigarant-waarborgen ingeschreven. Daarmee is Gigarant niet uitgeput en dringt er zich daar heeft u gelijk weliswaar geen kapitaalsverhoging op, maar bijkomende waarborgen leiden dus wel degelijk tot een stijging van de gewaarborgde schuldcijfers.
Die schuld stijgt al razendsnel door de waarborgen voor de alternatieve financiering. De Vlaamse overheid ontvangt uiteraard vergoedingen van de borgnemers voor deze waarborgen, dit jaar 8,1 miljoen euro. Die komen echter terecht in de algemene middelen en niet in een pot voor wanneer het misloopt. De federale overheid kreeg voor eenzelfde aanpak bakken kritiek, maar ik geef u even mee dat de Vlaamse overheid net hetzelfde doet.
Mijnheer Vereeck, u verrast me toch een beetje met uw pleidooi voor een eigen Vlaams planbureau. Ik hoor u altijd pleiten voor een kleinere overheid. We zouden 5, 10 of 12 procent extra ambtenaren moeten ontslaan ik heb nog maar weinig gehoord over de impact daarvan op de dienstverlening , maar nu verbaast u me toch echt door te pleiten voor een eigen Vlaams planbureau. Moeten we nu vragen aan de federale diensten dat ze ons correcte, goede, uitgepuurde cijfers voor Vlaanderen geven, waarmee wij aan de slag kunnen, net zoals we die vragen aan de Nationale Bank? In dezelfde logica zou u moeten pleiten voor een Vlaamse nationale bank, maar dat heb ik niet gehoord, denk ik.
Het is natuurlijk of/of. Ik was het eigenlijk wel eens met het onderdeel van de kritiek van de minister-president waarin hij zei dat het onbetamelijk was dat de cijfers aan hem waren meegedeeld door de gouverneur via de media. Dat hoort zo niet.
Ofwel worden er natuurlijk betere afspraken gemaakt. Dat geldt ook voor ons. Ook wij als oppositie baseren onze alternatieve voorstellen op diezelfde groeicijfers. Ook onze alternatieven moeten realistisch zijn. Als ik dan natuurlijk bekijk wat daar allemaal aan capaciteit zit, ook bij de Vlaamse dienst voor de statistiek, een dienst die tot nu toe een louter statistische dienst voor het verzamelen van materiaal is maar waar niet zoveel analyse gebeurt, dan denk ik dat het niet slecht is om naar een eigen statistische dienst te gaan, zonder dat dit moet leiden tot een uitbreiding van de capaciteit.
Mijnheer Vereeck, u zult misschien aangenaam verrast zijn. Het is natuurlijk juist dat wij meer Vlaamse cijfers moeten hebben. Die kunnen natuurlijk worden aangeleverd door het Planbureau. Ze moeten aangeleverd worden door de Nationale Bank. Of we dan een eigen Vlaams, Brussels en Waals planbureau moeten hebben, dat is niet aan de orde, maar we moeten goede cijfers hebben en dan kan ook de heer van Rouveroij hier met de juiste feiten komen, iets wat hij daarjuist spijtig genoeg niet heeft kunnen doen.
Het is een terechte vraag die ik alleen maar kan ondersteunen.
Minister-president, de bemerking over mijn cijfers is gratuit, ze waren wel degelijk juist.
Staat u me toe om even een vraag te stellen. Vorige week was er een overlegvergadering tussen verschillende overheden om inderdaad een regeling tot stand te brengen waardoor ook Vlaanderen eindelijk de cijfers en de data krijgt waarop het recht heeft. Hoe is die vergadering afgelopen?
Die heeft nog niet het resultaat opgeleverd dat we beogen. Maar nogmaals, de heer Vereeck heeft gelijk dat we maar een goed economisch beleid kunnen voeren als we goede cijfers hebben wat Vlaanderen betreft. En dan zal ook duidelijk zijn, mijnheer van Rouveroij, dat bij een aantal zaken waarover u het had, zoals de sombere vooruitzichten en cijfers voor de toekomst, Vlaanderen er toch nog altijd boven uitsteekt.
Mijn voorstel was natuurlijk ingegeven door het feit dat ik ontgoocheld ben in de robuustheid van de voorspellingen van de Nationale Bank. In juni is het nog plus 0,6, maar plots, twee maanden later, is het min 0,6 of zoiets. Dat kan niet, op die manier kunnen we niet werken. En de voorstellen, de ballonnetjes, om eventueel een Vlaamse vertegenwoordiger in de Nationale Bank of in het Planbureau dat weet ik niet meer te hebben, vond ik onvoldoende, vandaar mijn pleidooi.
Minister-president, innovatie, nieuwe producten en diensten zijn van levensbelang voor de Vlaamse economie. Maandag hoorden we van u dat Vlaanderen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling het pad van de 3 procentnorm aanhoudt. Dat zou echter betekenen dat de Vlaamse Regering dit jaar en de komende jaren 170 miljoen euro extra investeert in onderzoek en ontwikkeling.
Vorig jaar besliste uw regering echter dat er slechts 70 miljoen euro bij zou komen in 2013, niet voldoende dus om de 3 procentnorm te halen. Waarop minister Lieten mij dan ook schriftelijk bevestigde, ik citeer: Het gaat hier om minimale budgettaire opstappen voor recurrente maatregelen die de Vlaamse Regering zal vrijmaken, ongeacht de vrije beleidsruimte.
Dit betekent dat 70 miljoen euro het minimum minimorum was. Dat was onvoldoende om de 3 procentnorm te halen. In de begroting voor 2013 staat echter slechts 20 miljoen euro ingeschreven. Dat is een kwart. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
De rest zijn participaties. Er staat 20 miljoen euro als recurrente uitgaven ingeschreven. De cijfers zijn beschikbaar. Is er misschien iets mis met die cijfers?
Mijnheer Vereeck, u bent op dat vlak enigszins voorspelbaar. Ik wist al dat u dit onderwerp zou aankaarten. Ik wil gerust stellen dat de Vlaamse Regering heel hard heeft geprobeerd het evenwicht te bewaken. Indien we onze economie verder willen stimuleren, moeten we blijven inzetten op wetenschappelijk onderzoek en op innovatie. Dat beseffen we. We worden echter ook met de cijfers geconfronteerd.
We hebben heel hard mogelijkheden gezocht om het groeipad aan te houden. Ik wil hier eerlijk over zijn. Ik had niets liever gezien dan de mogelijkheid het bedrag van 70 miljoen euro recurrent te kunnen inzetten. De minister-president had liever wat meer geld gehad om het Plattelandsfonds te kunnen subsidiëren. Minister Smet had liever meer dan 30 miljoen euro voor het capaciteitsprobleem gehad. Minister Vandeurzen had liever meer geld voor het groeipad in verband met de kinderopvang en de gehandicaptenzorg gehad. Er zijn voor alle leden van de Vlaamse Regering dergelijke voorbeelden te geven. We hebben collegiaal onderzocht hoe we een begroting in evenwicht konden opstellen en tegelijkertijd onze principes en onze keuzes zo goed mogelijk konden bewerkstelligen.
Wat betekent dit alles voor de innovatie? We hebben een bedrag van 32,5 miljoen euro aan recurrente middelen ingeschreven. De vrije ruimte bedraagt 20 miljoen euro. Ik moet, samen met de andere leden van de Vlaamse Regering, nagaan hoe we dat geld zullen besteden. Zal dat gericht of niet-gericht gebeuren? Welke initiatieven zullen we ondersteunen? Daarnaast beschikken we over een bedrag van 12,5 miljoen euro. Dit geld is al besteed. We hebben duidelijk beslist dit bedrag ten tijde van de inkanteling van de hogescholen in de universiteiten in de innovatiecapaciteit van het hoger onderwijs te zullen investeren.
In totaal gaat het om 32,5 miljoen euro aan recurrente middelen. Daarbovenop hebben we beslist 20 miljoen euro aan kapitaal vrij te maken. Het gaat hier om ESR-neutrale middelen. We willen dat geld in de uitbouw van IMEC investeren. IMEC wil door middel van een investering inzake nanotechnologie aan de top van de wereld blijven.
Die middelen, zelfs al gaat het om ESR 8-middelen, zijn voor mij even belangrijk. Die middelen moeten immers het wetenschappelijk onderzoek stimuleren. Ze zullen ervoor zorgen dat Vlaanderen op het vlak van de nanotechnologie verder de wereldleider blijft. Dit is belangrijk voor allerlei toepassingen. Onze universiteiten werken voor allerlei toepassingen samen met het IMEC. Ik denk hierbij onder meer aan de duurzame energiesector en aan de gezondheidssector.
Daarnaast hebben we op de kennisoverdracht ingezet. Op dat vlak scoort Vlaanderen immers veel te laag. Er is in onze universiteiten en kennisinstellingen heel wat kennis aanwezig. Die kennis wordt echter onvoldoende vertaald in nieuwe producten en in diensten die onze bedrijven in de economie kan aanbrengen.
Om die reden hebben we uiteindelijk het Spin Off FinancieringsInstrument (SOFI) ontwikkeld, een investeringsfonds dat zeer specifiek werkt. Het SOFI moet kennisinstellingen die kennis hebben ontwikkeld een zeker risicokapitaal ter beschikking stellen. Hierdoor zullen wetenschappers bedrijven en spin-offs kunnen starten. Momenteel werkt dit al voor de strategische onderzoekscentra (SOCs). We willen dit nu naar de universiteiten uitbreiden.
In totaal gaat het om 62,5 miljoen euro. We beschikken over 32,5 miljoen euro aan recurrente middelen. Daarnaast is er nog 30 miljoen euro aan kapitaalmiddelen. In totaal investeren we 62,5 miljoen euro. Elk miljoen is van belang. Die bedragen zullen tijdens internationale vergelijkingen van de wijze waarop we onze 3 procentnorm halen bijzonder worden gewaardeerd.
Dit betekent uiteraard niet dat we er dan al zijn. Dit is voor de Vlaamse Regering een constante zorg. Ik kan namens alle leden van de Vlaamse Regering spreken. We zoeken tijdens elke begrotingsopmaak en -controle de juiste manier om na te gaan of we wat meer kunnen doen.
Minister, ik waardeer uw openhartigheid. Ik kan begrijpen dat het barre tijden zijn. In dat geval moet hier maandag echter niet worden verklaard dat we nog steeds het groeipad van de 3 procentnorm aanhouden. Dat groeipad, dat door de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) is berekend, houdt gedurende de volgende drie jaar een jaarlijkse opstap van 170 miljoen euro in. Vorig jaar hebt u beslist dat het 70 miljoen euro zou worden. Uiteindelijk zie ik hier een bedrag van 32 miljoen euro staan.
We zitten daar dus bijlange na nog niet aan. Zeg dat dan ook open en eerlijk. Dan kunnen we erover discussiëren, maar draai de mensen alstublieft geen rad voor de ogen. Tussen speech en daad staan cijfers in de weg, en praktische bezwaren.
Mijnheer Vereeck, ik heb dit niet willen gebruiken omdat ik het een goedkoop excuus vind. Maar de waarheid is wel zo dat die 3 procent altijd wordt berekend op het bruto regionaal product (BRP). Als onze groei daalt, daalt jammer genoeg ook ons bruto regionaal product. Wat de minister-president zegt, is heel correct. We willen dit niet gebruiken als excuus omdat we elke keer beter moeten doen. Ik vind het jammer dat u dat onder de mat veegt, want de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) doet dat niet. Die begrijpt dat we in een moeilijke context een moeilijke beslissing hebben genomen. Ik citeer het persbericht dat ze gisteren hebben verstuurd: De Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie is opgetogen dat de Vlaamse Regering in deze moeilijke budgettaire context haar engagement om extra te investeren in wetenschap en innovatie nagenoeg aanhoudt. De VRWI heeft er herhaaldelijk op aangedrongen deze positieve keuze te maken.
Zijn we er? Neen, helemaal niet, maar ik wil wel de feiten en cijfers op tafel leggen, zoals ze werkelijk zijn.
Minister Lieten, het is inderdaad verduidelijkend als u zegt dat de uitspraak van de minister-president, dat we vasthouden aan die 3 procent groeipad, eigenlijk een uitspraak is die enkel mogelijk is als je uitgaat van een dalend BRP. Het groeipad van 3 procent is daaraan gerelateerd, los van het feit dat de inspanning sowieso te weinig was. We komen er niet de VRWI heeft dat uitgerekend tegen 2020 , tenzij de volgende Vlaamse Regering enorme inspanningen doet. Het begrotingsevenwicht is zeer relatief als je de inspanningen doorschuift naar de volgende Vlaamse Regering.
Mijnheer Watteeuw, we moeten ook een beetje eerlijk zijn. Als de groei hoger zou zijn dan wat we hadden geraamd bij het begin van deze legislatuur, dan zou u terecht zeggen dat we veel meer moeten plannen in absolute cijfers. Nu is de groei lager en wij zeggen dat we beseffen dat we een stukje minder reserveren en dat we nog een hele weg hebben te gaan.
In die zin geeft het streefcijfer van 3 procent aan wat een samenleving van haar totaal BRP zou moeten investeren in wetenschap en innovatie. Als die groei lager is, dan is het ook een lager bedrag. Wij gebruiken dat niet als excuus, we zijn er ons van bewust dat we daar nog een hele weg hebben te gaan. We zullen met de Vlaamse Regering bij elke begrotingsopmaak en -controle die discussie intern voeren om na te gaan welke middelen we kunnen vrijmaken.
Als het groeicijfer voor 2012 min 0,1 procent is, moet het duidelijk zijn dat zelfs bij het gewoon constant houden van onderzoek en ontwikkeling, je een beter percentage hebt op het totale BBP. Als de stijging volgend jaar 0,7 is, en we gaan toch 32,5 miljoen euro extra uittrekken naast de ESR-8, dan verbeteren we het percentage op het totale BBP. Dat is wat we doen. Laat ons de discussie toch in een juist daglicht stellen.
Door de krimp zal uw percentage er natuurlijk op verbeteren, maar voor alle duidelijkheid, we zitten nog bijlange na niet op het groeipad dat in Barcelona is afgesproken.
Collegas, een nieuwe instelling in het Vlaamse innovatielandschap is het Vlaams Energiebedrijf. De bedoeling van de N-VA was om er een concurrent voor het Franse Electrabel van te maken, zoals Vlaanderen dat destijds deed met Telenet als concurrent voor Belgacom. Een prima idee, zeker nu er black-outs dreigen in de elektriciteitsbevoorrading. Maar het Vlaams Energiebedrijf produceert niets. Het doet niets wat vroeger al niet gebeurde in andere instellingen. Daarom stel ik voor om terug te keren tot de oorspronkelijke ambitie van het Vlaams Energiebedrijf, en het om te vormen tot een echte speler in de energiemarkt, of om het op te doeken en te besparen op deze tot nu toe overbodige instelling.
Ook voor het onderwijs wordt dit een cruciaal jaar. Het wordt tijd dat minister Smet, die we een spoedig herstel wensen, zijn zware rugzak leegmaakt en gaat landen met oplossingen voor het lerarentekort, het loopbaanpact, de scholenbouw, de uitbouw van het hoger beroepsonderwijs, de digitalisering, het nieuwe talenbeleid en, last but not least, de hervorming van het secundair onderwijs, die vakkundig werd gefileerd en afgeserveerd door coalitiepartner N-VA. Nochtans is de bedoeling van de hervorming het bestrijden van het watervalfenomeen door een bewustere keuze van jongeren voor het wetenschappelijk of het technisch of beroepsonderwijs. De minister stelt daarom voor de studiekeuze uit te stellen tot 14 jaar, maar Itinera stelt dat een vroege keuze op 12 jaar tot betere leerprestaties leidt. Beide baseren zich op wetenschappelijk psycho-cognitief onderzoek. Wie heeft er dan gelijk? Mijn fractie stelt voor de keuze op 12 jaar te behouden, maar de mentale schotten tussen de richtingen op te heffen. Dat kan dan bijvoorbeeld door een gemeenschappelijk lessenaanbod van overlappende onderdelen, maar dat kan ook door meer techniek in het algemeen secundair onderwijs.
Minister-president, de ambitie om van Vlaanderen een logistieke draaischijf te maken verzandt in steeds langere files. Je moet geen verkeerskundige zijn om te beseffen dat de verkeerssituatie in Vlaanderen, en vooral in en rond Antwerpen, ronduit dramatisch is. Het Antwerpse mobiliteitsdossier zit muurvast en is uitgegroeid tot dé splijtzwam binnen uw meerderheid. Wat de Oosterweelverbinding betreft, is de faaldrang van de Vlaamse Regering bijzonder groot. Niet alleen werden in het verleden foute keuzes gemaakt, maar men blijft volharden in de boosheid. De Vlaamse Regering zou zich contractueel hebben vastgereden. De schadevergoeding indien u voor een andere oplossing kiest, zou oplopen tot 400 miljoen euro, bestaande uit de reële kosten van de huidige aannemers 50 miljoen euro en de winstmarge, namelijk 10 procent op 3,5 miljard euro. Klopt dat bedrag, dat onlangs werd genoemd op Kanaal Z? Blokkeert de schadevergoeding elke alternatieve overweging?
U verwijst naar Kanaal Z. Het is de heer Leysen die dat de wereld heeft ingestuurd. Dat klopt niet. Als ik me niet vergis, heeft Noriant zelf een persbericht met de feiten de wereld ingestuurd, en die zijn wat mij betreft correct. Er zijn geen contracten afgesloten en over de schadevergoeding zijn er zeker geen afspraken gemaakt.
Dat betekent dus dat de kost beperkt blijft tot de contractueel afgesproken 50 miljoen euro.
Dat is goed geprobeerd, mijnheer Vereeck. Er is niets afgesproken. Er zijn geen contracten. De heer Leysen heeft een aantal dingen de wereld ingestuurd, die u blijkbaar hebt opgevangen. Die zijn echter zoals u dat zou noemen volledig virtueel en ze stemmen niet overeen met de realiteit.
Mijn fractieleider zei al in zijn toelichting dat het woord Oosterweel niet is gevallen in de Septemberverklaring. Op zich is dat natuurlijk veelzeggend. Ik heb één concrete vraag: is er al enige duidelijkheid over wanneer Europa een antwoord zal geven op de vraag van de Vlaamse Regering of de bouw van de Oosterweelverbinding in fasen mag worden gegund?
Mijnheer Van Mechelen, er is nog geen antwoord van Europa. Wij wachten daarop. We hebben geen stok om mee te slaan. We zijn dus in blijde verwachting van het antwoord.
Ik vond de communicatie van sommige partijen vreemd. Nu krijgen we plots het verwijt dat het woord Oosterweel niet in de Septemberverklaring voorkomt, terwijl we een paar maanden geleden nog de commentaar kregen dat, als er een milieueffectrapport zou worden gemaakt, we de diensten hun werk toch correct moesten laten doen. Wel, dat is wat we nu doen. De Vlaamse Regering heeft een keuze gemaakt. Die keuze blijft onverkort gelden en er wordt tot op vandaag gewerkt aan een milieueffectrapport. We zijn nu aan het wachten op de oplevering van dat rapport.
Ik heb trouwens gemerkt dat sommige lijsttrekkers in Antwerpen, onder meer die van Open Vld, nu zeggen dat de spade in de grond moet voor andere projecten, dat we van mening moeten veranderen. Ook al die andere projecten moeten echter een milieueffectrapportage ondergaan, moeten ruimtelijke uitvoeringsplannen ondergaan. Wie oproept al die spades in de grond te steken, verkracht alle reglementeringen.
Minister, u weet dat ik heel veel respect heb voor uw werk, maar alle gekheid op een stokje, toen deze Vlaamse Regering hier het vertrouwen heeft gevraagd en een nieuwe piste ging inslaan met de beslissing van 2010, is gezegd dat binnen twee jaar alles in orde zou zijn. Ik heb toen, in alle bescheidenheid, op deze banken gezegd dat ik vrees dat we minstens vier of vijf jaar nodig hebben om door die procedures te geraken. Toen was ik de doemdenker. Ik kan enkel vaststellen dat ik vrees dat ik gelijk ga krijgen en dat deze Vlaamse Regering in het dossier van de Oosterweelverbinding geen enkele beslissing meer kan nemen.
Al wat Open Vld de voorbije maanden gezegd heeft, is: ofwel begin je die Oosterweelverbinding te bouwen, ofwel probeer je een aantal projecten zoals de verbinding tussen de E17 en de Liefkenshoektunnel te realiseren. Zo kunnen we met de mobiliteit in en rond Antwerpen vooruitgang boeken. Het enige dat ik vaststel, is dat we vast staan. Ik ben wat dat betreft een ervaringsgetuige.
Het was niet mijn bedoeling om in dit brede debat op zon klein detail als Oosterweel in te gaan, maar nu we er toch zijn aanbeland, is het toch nuttig om weten welke aannames deze regering maakt in dit dossier, om haar begroting te kunnen verantwoorden. Ofwel ga je ervan uit dat er een Oosterweelscenario blijft bestaan, en dan neem je daar ook de boekhoudkundige begrotingsconsequenties van op. Ofwel zeg je neen, we blijven dit jaar in dit dossier studeren en onderzoeken, en dat heeft dat natuurlijk een heel andere boekhoudkundige implicatie. Met welke aannames is de regering in dit boekhoudkundig jaar vertrokken?
Het is eigenlijk vrij eenvoudig. We hebben een keuze gemaakt als Vlaamse Regering, en het dossier moet nu uiteraard alle regels volgen. Dat betekent dat er een MER wordt gemaakt, dat we ondertussen, om geen tijd te verliezen, een vraag hebben gesteld aan Europa. Iedereen wacht ook geïnteresseerd op het antwoord. Ik hoop dat we in dit dossier eensgezind en consequent binnen de Vlaamse Regering naarstig kunnen voortwerken.
Mijnheer Penris, voor mij is Oosterweel echt geen detail, hoor. De Antwerpse ring is van iedereen, zeg ik.
Het woord detail wordt soms cynisch gebruikt, mijnheer Vereeck.
Collegas, ook bij de vertramming van Vlaanderen heb ik grote vragen. Zelf heb ik al meermaals gewezen op de stilaan buitensporige kosten van het Spartacusproject. Voor de wietlijn tussen Hasselt en Maastricht lopen de kosten op tot 300 miljoen euro. Maar er is nu een bijkomende, dwingende reden waarom de tram er in Limburg beter niet komt: de veiligheid van onze parlementsvoorzitter. (Gelach)
Jan Peumans ramde onlangs de kusttram of omgekeerd. In zijn 11 julitoespraak orakelde onze voorzitter dat hij in een volgend leven graag zou reïncarneren als een Waal. Bijna was het zo ver. Monsieur le président, je vous souhaite une année sauve et saine.
De wereld staat wat mij betreft echt op zijn kop: een Vlaams-nationalist is liever Waal, Jezus zou getrouwd zijn, er zijn alleen nog autochtonen, frituur t Draakske is bijna failliet. En dan nog durven sommigen te beweren dat het einde van de crisis in zicht is. (Opmerkingen)
U weet wat het is met de Mayakalender. Voor de Mayas is het einde er in 2012, en het einde voor België is er in 2014, en in die volgorde. (Gelach. Applaus)
Geachte collegas, het gebrek aan mobiliteit wordt stilaan nefast voor onze economie. Investeringen in wegen, zoals de ring rond Antwerpen, of in grote projecten, zoals Uplace, worden uitgesteld wegens de negatieve milieueffecten van het autogebruik, die ik ook niet onder de mat veeg. Maar die negatieve effecten gaan niet weg door mensen de bus of de trein op te jagen. De elektrische wagen heeft veel minder negatieve milieueffecten. Het zou dan ook een sterk signaal zijn indien alle Vlaamse ministers met elektrisch aangedreven dienstwagens zouden rijden. Ik doe hierbij een oproep.
Er lopen een aantal proeftuinen. Staan er nog andere initiatieven op stapel om het gebruik van elektrische wagens te versnellen?
Soms roepen ook positieve stappen voorwaarts opportuniteitsvragen op. Het Vlaams decreet Sociale Bescherming van minister Vandeurzen bijvoorbeeld, is op zich een goede zaak, maar wat gebeurt er ondertussen met de wachtlijsten?
Ten slotte is er dat ene, grote issue dat de Vlaamse Regering de volgende weken en maanden zal bezighouden: wie wordt gouverneur van Oost-Vlaanderen? In 2004 pleitte toenmalig N-VA-voorzitter Bourgeois nog resoluut voor het afschaffen van de provincies. Vandaag eist de N-VA publiekelijk het gouverneurschap van Oost-Vlaanderen op. Ik hoop dat u even hard van deze ironie kan genieten als ikzelf. Volgens huidig N-VA-ondervoorzitter Weyts moet er bij de verdeling van de postjes van provinciegouverneur rekening worden gehouden met de uitslag van de verkiezingen. Ik vraag me wel af welke verkiezingen: de federale, de Vlaamse of de provinciale? Ik hoop dat het niet gebeurt op basis van de laatste peilingen, want dan heeft LDD slechts recht op één plaatsvervangend adjunct-arrondissementscommissaris. (Gelach)
Mijnheer Vereeck, het probleem zal zich niet meer voordoen. De wereld zal vergaan zijn en nog voordien zal LDD niet meer bestaan. (Gelach)
Ook de functie van arrondissementscommissaris zal tegen dan verdwenen zijn, heb ik begrepen.
Het zou natuurlijk kunnen dat de strategie van de N-VA erin bestaat om heel sluw moet ik zeggen de provincies van binnenuit af te schaffen. Maar, collegas, gelooft u nu echt dat Siegfried Bracke uit eigen beweging zijn postje als gouverneur gaat opgeven? Bracke lijkt dé grote kanshebber voor de job. Hij is naar verluidt nog de enige N-VAer die op enige steun van sp.a kan rekenen... voor bewezen diensten. (Hilariteit. Applaus)
Minister-president, de Vlaamse Regering is tot stilstand gekomen. Door het gebrek aan vooruitziend budgettair beleid is er thans geen ruimte meer voor nieuw beleid. Uw ploeg draaide al vierkant, nu trappelt ze ter plaatse. Voor het zoveelste jaar was er de aankondiging van de integratie van de milieu- en stedenbouwkundige vergunning. De permis unique is al jaren gerealiseerd in Wallonië. Straks moet ik onze parlementsvoorzitter nog gelijk geven dat vooral Wallonië in Actie is.
Voor deze coalitie lijkt deelnemen soms belangrijker dan winnen, maar zelfs daar stel ik mij vragen bij. Wil iedereen nog wel deelnemen en de rit uitrijden? Ik citeer even: ( ) de moeilijkheid om vast te houden aan beslist beleid, de bestuurlijke drukte en de regeldrift creëren een rechtsonzekerheid die het vrije initiatief en de ontplooiing van de Vlaming in de weg staan, een haperende politieke besluitvorming en een gebrek aan consequente uitvoering van wat beslist is, een groot en log overheidsapparaat, enzovoort, enzovoort.
Het citaat is een eerlijke en correcte analyse van het Vlaamse beleid, een analyse die heel wat oppositieleden en analisten delen. Maar het was geen oppositielid dat deze woorden uitsprak op 10 juli jongstleden, maar wel de heer De Wever, de voorzitter van een Vlaamse regeringspartij die medeverantwoordelijk is voor het beleid dat hij zelf de grond in boort. Straf, minister-president Peeters fietst de hele tijd op kop, en De Wever zit in de tourbus doodleuk wat commentaar geven. Geef toe, het is wat dunnetjes. Volgens sp.a-voorzitter Tobback heeft de N-VA niet eens de ambitie om de Vlaamse Regering degelijk te laten werken: Als de regering goed draait, winnen alle leden van die regering. Maar als je een regering gebruikt als een instrument om één of twee van de partners te laten verliezen, dan werkt een regering nooit.
Minister-president, in het belang van Vlaanderen wil ik niet dat 2009-2014 verloren jaren worden, en dat uw regering de geschiedenis ingaat als een soort overgangskabinet. Maar u hebt niet veel tijd meer om de vele uitdagingen aan te pakken. Het is tijd voor een versnelling, een echte demarrage. Het wordt natuurlijk een race tegen de tijd, want 2012 is al een verkiezingsjaar. Daarna zitten we in de laatste rechte lijn richting federale en regionale verkiezingen. De aanloop naar 2014 zal sowieso al nerveus zijn. In de huidige gespannen sfeer wordt dit een dodelijk parcours. Daarom is het des te verontrustender dat uw ploeg nog maar staat waar hij staat. Het is tijd om een tandje bij te steken. Het is tijd voor een regering in actie. Geen woorden, maar daden.
Mijnheer Vereeck, u verwijst naar de eengemaakte vergunning, de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning. Daarover wordt inderdaad al jaren gepraat. Ik kan u zeggen dat wij volop bezig zijn. We hebben heel veel overleg gehad met het middenveld, met de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en met Voka. Ik kan u verzekeren dat de eerste principiële goedkeuring nog voor het einde van dit jaar bij de Vlaamse Regering zal komen en dat de eengemaakte vergunning een feit zal zijn tijdens deze legislatuur.
Proficiat. Ik hoor het al drie jaar. Ik hoop het. Het staat er al van 2009 in.
De eerste vragen naar een eengemaakte vergunning dateren van 1987. Deze regering is de echt fundamentele stappen aan het zetten.
Minister, ik wil u eraan herinneren dat het decretale kader in het voorjaar van 2009 werd gecreëerd met de gelijktijdige goedkeuring van de Codex Ruimtelijke Ordening en de aanpassing van de bevoegde wetgeving op het vlak van milieu.
Ik hoor het al drie jaar en vier septemberverklaringen. De eengemaakte vergunning wordt nu aangekondigd voor eind 2013. Ik hoop het met u.
Minister-president, tempus fugit, bene utere. Dat is tussen-Latijn maar ik wil de discussie over tussentaal niet voeren. De tijd vliedt snel, gebruik hem wel. Er rest u nog één jaar en acht maanden. Dat zijn twee zwangerschappen. Ik hoop dat deze regering nog enkele mooie kinderen baart. Doe wat u moet doen, nu het nog kan, en doe het vooral met diegenen die nog echt willen.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, leden van de regering, collegas, namens mijzelf en de LDD-fractie wens ik u een productief werkjaar toe. Ik dank u. (Applaus bij LDD)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Geachte heren voorzitters, geachte heer voorzitter, dames en heren ministers, collegas, deze regering lukt waarin anderen niet lukken. We debatteren er al de hele dag over maar deze regering komt opnieuw met een begroting in evenwicht. De N-VA is bovendien tevreden dat de Vlaamse Regering na eerdere besparingsrondes van 2 miljard euro in 2010 en 600 miljoen euro in 2011 opnieuw 300 miljoen euro heeft bespaard om tot deze doelstelling te komen. Je moet de internationale nieuwsberichten maar even beluisteren om te begrijpen dat dit niet niks is.
Collegas, dit gebeurt tegen een achtergrond van moeilijke parameters, in een uitermate moeilijke economische context. Vergeet niet: een krimpende economie in 2012, een voorspelde groei van slechts 0,7 procent voor 2013, en daarenboven extra uitgaven bij de voortzetting van het al besliste beleid en de gevraagde gewenste ruimte voor nieuw beleid. En dat, collegas, bij voorkeur zonder nieuwe lasten. Zonder nieuwe lasten op de werkende Vlaming, zonder nieuwe lasten op de ondernemer.
Minister-president, collegas, waar de Federale Regering de begroting voor zich uitschuift tot na de verkiezingen van 14 oktober, durft de Vlaamse Regering wel keuzes te maken, op tijd. En ja, wij vinden dat moedig.
Waar de federale overheid nog steeds met een begrotingstekort kampt van 3 procent, dient de Vlaamse Regering een begroting in evenwicht in, voor de derde keer op rij. Ja, wij vinden dat sterk.
Waar de federale overheid 80 procent van haar begrotingsinspanningen uit hogere belastingen haalt, bespaart de Vlaamse Regering op drie jaar tijd bijna 3 miljard euro of 10 procent van het budget, met slechts 20 procent maatregelen aan inkomstenzijde.
Mijnheer Van Dijck, is de afschaffing van de jobkorting inbegrepen in die 3 miljard euro aan besparingen? Voor mij is dat een lastenverhoging en geen besparing.
Ik herhaal: met slechts 20 procent maatregelen aan inkomstenzijde. Dus ja, die zitten daar inderdaad in. De naakte cijfers, zoals ze zijn.
Maar, collegas, door vooral te besparen op het eigen apparaat hebben we niet voor de gemakkelijkste weg gekozen. Zo maken we echter wel opnieuw werk van een slankere en meer efficiënte overheid. We zijn er ons van bewust dat dit van veel mensen, ambtenaren en personeelsleden, een inspanning vraagt. Die is niet eenvoudig, maar daar zijn we van overtuigd niet onoverkomelijk. Het is in elk geval noodzakelijk. Voor die besparing op het apparaat laat de regering ruimte voor voorstellen. Ik doe van hieruit ook een oproep aan iedereen, om samen verantwoordelijkheid te nemen.
Dat bepaalde initiatieven worden uitgesteld, daar kunnen wij, de N-VA, in het licht van de economische context, gerust mee leven. Collegas, de N-VA was niet bereid om nieuwe initiatieven door te duwen als dat zou betekenen dat er nieuwe belastingen tegenover staan. De Vlaming betaalt zich nu al blauw.
De Vlaamse Regering is er in deze besparingsoefening in geslaagd om de economie toch de nodige zuurstof te geven. Zoals we dat gepland hadden, wordt er extra geïnvesteerd in werk, onderzoek en ontwikkeling (O&O) en infrastructuur. Ook het sociaal beleid wordt voortgezet, met investeringen in huisvesting, kinderopvang en gehandicaptenzorg. Ondanks de crisis, en juist wegens die crisis, blijven we investeren in economie, werk, O&O en infrastructuur.
Wat werk betreft, wil ik graag het systeem van de Vlaamse ondersteuningspremies aanhalen, die doorgetrokken worden in het continu beleid en het Vlaams loopbaanakkoord dat volledig uitgevoerd wordt.
Wat onderzoek en ontwikkeling betreft, is een verhoging van 20 miljoen euro voor O&O gepland, met daarbovenop nog 12,5 miljoen euro voor de versterking van O&O bij de integratie van de hogescholen. Het stimuleren van dit eerder kleinschalig en toekomstgericht onderzoek zal onze kmos zeker ten goede komen. Verder zijn er kapitaalparticipaties van 20 miljoen euro voor de cleanroom bij Imec en 10 miljoen euro voor het SOFI-fonds dat investeert in start-ups door kennisinstellingen.
In infrastructuur, ten slotte, blijven de projecten gehandhaafd ze werden maandag ook aangehaald : 140 kilometer snelweg, de noodzakelijke ontsluiting van Zaventem, de uitvoering van de Noord-Zuidverbinding in de Kempen, de R4 Zuid in Gent, enzovoort. Er wordt ook verder geïnvesteerd in fietspaden, tramlijnen en haveninfrastructuur. Middels VIA-invest worden nieuwe projecten opgezet voor wegen en waterwegen.
Een tweede, even belangrijke en moedige keuze is die voor de sociale noden. De beleidsdomeinen welzijn, gezondheid en gezin blijven in grote mate buiten schot. Voor de uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord in de social profit is 160 miljoen euro uitgetrokken en er wordt verder gewerkt aan het wegwerken van de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg.
Voor onderwijs is er wel degelijk extra geld beschikbaar voor scholenbouw. Ik verwijs onder andere naar de bijkomende omkadering in het basisonderwijs en de groei van het hoger onderwijs, waar er niet wordt ingegrepen.
Voor sociale huisvesting komt er een extra investering van 100 miljoen euro met het duidelijk oogmerk om het energieverbruik van deze woningen te verlagen. Sociaal, economisch en ecologisch: dat kan de bewoners alleen maar ten goede komen.
Zo, collegas, bouwen we verder aan economisch sterk en sociaal Vlaanderen.
Collegas, op de vooravond van 14 oktober wil ik de aanstaande lokale verkiezingen niet onvermeld laten. Straks worden in meer dan driehonderd Vlaamse gemeenten en vijf provincies nieuwe besturen verkozen. Velen van ons zijn ook kandidaat, maar dat is het belangrijkste niet. Wat voor dit parlement en voor deze regering belangrijk is, is dat al die steden, gemeenten en provincies naaste bondgenoten dienen te zijn, bondgenoten om in Vlaanderen voor een kwaliteitsvol beleid te gaan. Deze lokale besturen zijn onze partners. Er wordt dan ook niet geraakt aan de groei van het Gemeentefonds.
Minister-president, ik hoorde de voorbije dagen nogal wat kritische leden van dit parlement, die hardop twijfelden aan de loyauteit van de N-VA, zeker inzake de uitvoering van de zesde staatshervorming. Sta me toe aan de oprechtheid van die twijfel te twijfelen. Meer nog, minister-president, ik onderschrijf uw vraag naar duidelijkheid. Als de Federale Regering die zesde staatshervorming loyaal wil uitvoeren, zie ik niet in waarom wij zolang in het ongewisse moeten blijven. Uw oproep tot transparantie, duidelijkheid en oprechtheid is ook de onze.
Ik hoop dan ook dat de Federale Regering de inspanning die wij aan onze Vlaamse ambtenaren vragen, niet teniet zal doen. Ik verklaar me nader. De zesde staatshervorming voorziet in een transfer van duizenden federale ambtenaren, van het federale naar het Vlaamse niveau. Elk groot bedrijf zou zon grote personeelstransfer op een heel grondige wijze voorbereiden, en dan op een zo efficiënt mogelijk wijze stapsgewijs uitvoeren. Dat is wat de Vlaamse Regering wil. Dat is ook wat de N-VA wil.
Elke euro gemeenschapsgeld moet zo efficiënt mogelijk besteed worden, maar dat vergt een open en tijdige informatiestroming vanwege de Federale Regering, onder andere gericht op organisatorische efficiëntie. Politiek gekibbel, op eender welk niveau, ook niet op federaal regeringsniveau, mag leiden tot het achterhouden van de informatie die door de federale administraties wordt opgesteld.
De loonmassa die gepaard gaat met de transfer, is immers een veelvoud van de besparing die nu aan onze ambtenaren wordt gevraagd. De N-VA zal er aan Vlaamse zijde alles aan doen om dat efficiënt te laten verlopen, maar rekent ook op de goodwill van het federale niveau. (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen)
Mijnheer Van Dijck, ik zal de discussie over de institutionele hervormingen niet opnieuw openen. We zijn daar vanmorgen al uitgebreid op ingegaan. Maar ik ben dat kleutergedrag beu, mijnheer Van Dijck. Uitspraken als wij kennen de fiches niet, wij kennen de usurperende bevoegdheden niet of het is allemaal de schuld van het federale niveau, daar heeft niemand een boodschap aan.
Minister-president, u verkondigt diezelfde boodschappen, maar niemand heeft daar iets aan. CD&V en sp.a zitten in de Vlaamse Regering, maar ook in de Federale Regering. Mijnheer Van Dijck, u wilde niet in de Federale Regering zetelen, maar zorg ervoor dat u via uw Vlaamse coalitiepartners wel aan die informatie kunt geraken, en verschuil u niet achter de Federale Regering.
Ik vind dat vreemd, hoor. Wanneer de minister-president dezelfde boodschap brengt, is dat geen verschuilen. Dan zijn er anderen die mee de trom roeren. En dan hoor ik u niet, mijnheer Sanctorum. Onze oproep is dat we die grote transfer op een fatsoenlijke manier moeten kunnen voorbereiden en uitvoeren. Als die oproep het zich verschuilen is achter een en ander, begrijp ik het echt niet.
Volgens mij getuigt dit van een zeer correcte en loyale houding van de N-VA en van de Vlaamse Regering.
Mijnheer Van Dijck, dit parlement zal de staatshervorming opvolgen. De voorzitter zei al dat dit de taak van het Vlaams Parlement is. Wij zullen ook de rol van de N-VA en van minister Muyters goed opvolgen. Wees gerust! Ik hoop dat u de staatshervorming in Vlaanderen efficiënt zult implementeren. Ik maak evenwel geen onderscheid tussen de N-VA en de minister-president. Dat is het probleem. Jullie verkondigen allebei dezelfde boodschap. Ik hoor jullie voortdurend zeggen dat er geen transparantie is en jullie geen informatie krijgen. Daar trap ik niet in. Ik ben geen naïeve politicus. Jullie kunnen aan die informatie geraken als jullie dat ook echt willen. U behoort tot de grootste partij van het land, mijnheer Van Dijck. Minister-president, u bent de regeringsleider en als ik me niet vergis ook een van de belangrijkste mensen van uw partij. Ik vraag mij soms af waar die partijbureaus van CD&V wel over gaan.
Kort en eenvoudig: mijnheer Sanctorum, ik hoop dat u alle ministers opvolgt, want dat is uw taak als volksvertegenwoordiger.
Mijnheer Sanctorum, het is misschien een detail, maar Groen maakt deel uit van de acht partijen die de staatshervorming uitvoeren. Ik ga ervan uit dat u over informatie beschikt, want zo niet spreekt u hier zonder enig inzicht. Ik kijk uit naar informatie. Van wie die komt, is niet van belang, ik hoop dat ze er snel is. Mijnheer Sanctorum, als u daartoe een kleine bijdrage kunt leveren, wordt u zeker uitgenodigd op ons partijbestuur. (Applaus bij CD&V)
Ik houd u aan uw woord.
Minister-president, ik neem aan dat de heren Verherstraeten en Vanackere deel uitmaken van het partijbestuur van CD&V. Als u te rade moet gaan bij de heer Sanctorum om te weten wat er op de fiches staat, dan is het erg gesteld met CD&V. Dan bent u blijkbaar niet zon goede vrienden als u wel laat uitschijnen.
Mijnheer Van Dijck, u belooft plechtig in het Vlaams Parlement dat u de staatshervorming loyaal zult uitvoeren. Het is bijna een geloofsbelijdenis. Mag ik daaruit afleiden dat u op het federale niveau de overdracht van bevoegdheden zult goedkeuren? (De heer Kris Van Dijck knikt ontkennend)
Ik kan u niet meer volgen. U zult loyaal zijn ten opzichte van een operatie die u afkeurenswaardig vindt. Hoe zult u uitleggen dat u aan de overkant oppositie voert, maar hier, in de regering, met de ministers Muyters en Bourgeois, een groenboek over de staatshervorming zult opstellen? Legt dat eens uit aan de Vlaams-nationale kiezer, want die begrijpt er geen jota meer van. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Als N-VA dragen wij in Vlaanderen bestuursverantwoordelijkheid. Dat engagement betekent dat wij gedurende vijf jaar ten volle onze verantwoordelijkheid opnemen voor de bevoegdheden die ons worden overgemaakt. Bij de afwegingen die op federaal niveau gebeuren, zijn wij niet betrokken. Maar wij nemen wel de verantwoordelijkheid voor het resultaat van die afwegingen. Dat is onze plicht.
Mijnheer Van Hauthem, als morgen de hypothecaire leningen en de kinderbijslagen worden overgedragen, wilt u dan dat wij de Vlamingen zeggen dat wij die niet zullen uitbetalen? Het is niet omdat wij tegen een operatie zijn die wij onvoldoende of onevenwichtig vinden, dat we niet onze verantwoordelijkheid zouden opnemen om datgene wat wij krijgen zo goed mogelijk te benutten. (Applaus bij de N-VA)
Dat is natuurlijk het verschil tussen u en ons. Nog eens, leg maar eens uit dat men ergens oppositie voert, en men in een ander parlement in de meerderheid zit en waar u, minister, mijnheer Van Dijck, weigert om de instrumenten te gebruiken die dat parlement heeft om een en ander minstens symbolisch te blokkeren. Het is toch wel eigenaardig: als het over Brussel-Halle-Vilvoorde ging in dit parlement, dan kwam u zeggen in dit parlement: daar hebben we niets mee te maken, het debat moet worden gevoerd in het federale parlement. Dus neem ik aan dat u vanaf dit ogenblik over alles wat federaal is, zult zwijgen. Het eerste wat u doet als u op de tribune komt, is zeggen: de Federale Regering heeft nog geen begroting, die heeft te veel lasten. Houd u daar dan ook niet meer mee bezig, hé. Wees dan consequent. Het is de spreidstand ten top om tegelijkertijd een staatshervorming te bestrijden in het ene parlement en mee te werken aan de uitvoering ervan in een ander parlement. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Uw spreidstand is nog ongelooflijk veel groter. Onze mond viel open van verbazing toen u vanmorgen deze regering verweet dat haar begroting niet in evenwicht is omdat ze geen provisies aanlegt voor overdrachten van bevoegdheden in 2014 en allicht 2015. U dringt erop aan dat wij die provisies aanleggen voor die vermaledijde staatshervorming! Uw betoog hangt aan geen kanten samen, mijnheer Van Hauthem! Als die bevoegdheden worden overgedragen, dan zal eender welke regering, ook als u daar deel van zou uitmaken wat zich wellicht nooit zal voordoen met die bevoegdheden moeten omgaan. Als u in de oppositie zit, zult u over die nieuwe bevoegdheden vragen stellen en zult u bij de begroting opmerkingen maken en kritiek formuleren. Dat is toch van een heel andere orde! Uw betoog hangt niet samen. (Applaus bij de N-VA en CD&V)
Draai de zaken weer niet om, zoals de minister-president dat heeft gedaan. Ik heb me vanmorgen in de logica van de minister-president geplaatst. (Opmerkingen van minister Geert Bourgeois)
Laat me nu eens uitspreken. U bent een meester in het verdraaien van de zaken. Ik heb alleen gezegd dat de minister-president vindt dat die staatshervorming op zich een goede is, dat ze wat mag kosten, en ik heb me alleen verwonderd over het feit dat hij in dat kader het advies van de SERV niet volgt om reserves aan te leggen. Dat was mijn punt, minister, en niets anders.
Ik weet wel, u zit moeilijk, u krijgt het niet meer uitgelegd. U krijgt niet meer uitgelegd dat u daar oppositie voert en hier niets doet tegen wat u daar slecht vindt en waar u hier de mogelijkheden voor hebt. U zit hier in de meerderheid. Uw fractieleider is in de commissie bij ons komen zeggen: neen, er moet hier geen hoorzitting komen over de hervorming van het gerechtelijk arrondissement, wat dat is federaal. Dat is uw fractieleider hier in dit parlement komen zeggen! Ondertussen zitten uw troepen daar furieus oppositie te voeren, terwijl u hier in de meerderheid zit. Daar zit u in de oppositie en bent u zogezegd onmachtig. Hier in de meerderheid abdiceert u. Dat gaat u nu opnieuw doen. Dat is de realiteit, dat is de spreidstand die enorm pijn moet beginnen doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het is heel goed geprobeerd, mijnheer Van Hauthem. U geeft achteraf een uitleg aan wat u vanmorgen hebt gezegd. U hebt achteraf gezegd: dat was mijn context. U bent hier op de tribune gekomen om te zeggen: die begroting klopt niet, die begroting is niet in evenwicht want u voorziet niet in provisies. Achteraf, toen u voelde in welke onmogelijke spreidstand u stond, bent u begonnen met een uitleg daaraan te geven.
Het debat dat de heer Van Hauthem hier wil voeren, is er een van de zin of de onzin van symbolisch handelen. U zei daarstraks in uw betoog: u had zich hier symbolisch tegen kunnen verzetten. Symbolisch. Maar u weet ook dat beslissingen die op andere niveaus worden genomen, enkel en alleen hier een symbolische betekenis zouden hebben gehad.
Hier komen we nu tot de kern van de zaak. Mijnheer Van Dijck, als dat uw motief is van politiek handelen, dan moet de oppositie in het vervolg gewoon thuisblijven. Waarom voert u oppositie in Kamer en Senaat? Dat is dan niet symbolisch. De tweederde was bereikt door de institutionele meerderheid en zowel u als wij wisten perfect dat dit in Kamer en Senaat zou worden goedgekeurd. Wat u nu zegt, is dus eigenlijk een blamage aan de N-VA-Kamerleden en de N-VA-senatoren die in uw beeldspraak symbolisch hebben gestemd.
Hier was de stemming symbolisch.
Daar is die dan ook symbolisch, want daar haalde u het ook niet. Nu zegt u eigenlijk dat u hier niet hebt meegedaan omdat u het toch niet zou halen. Waarom voert u daar dan oppositie? U weet immers zeker dat u het daar niet haalt. Is dat symbolisch handelen? Excuseer me, maar dan blijft u beter thuis, waar u dan ook in de oppositie zit. Dan is elke handeling van een oppositiepartij op welk niveau dan ook symbolisch en nutteloos. Dan kunnen we beter thuis blijven. Ik heb genoteerd dat u een blamage geeft en zegt dat wat er in Kamer en Senaat is gebeurd om te lachen was.
Mijnheer Van Dijck, in het federale parlement voert mijn fractie samen met uw coalitiepartners uit wat er in uw programma staat. Dat is een heel pijnlijke situatie. Net zoals ik, mijnheer Van Dijck, hebt u gevraagd om stappen in de staatshervorming te zetten en een overdracht van bevoegdheden te realiseren. U krijgt die nu en nu gaat u die symbolisch bestrijden. Wat u, uw partij en de regering waar uw partij in zit, vragen, gaat u in het federaal parlement bestrijden omwille van de symboliek en omdat u weet dat u anders uw maagdelijkheid verliest. Ik vind dat kleine politiek.
U zou inderdaad met deze regering provisies moeten aanleggen voor wat een aantal maanden geleden in Kamer en Senaat is beslist. Ik heb toen alle collegas in het parlement opgeroepen om werk te maken van de voorbereiding van de overdracht van de bevoegdheden die een aantal maanden geleden in het parlement is goedgekeurd. U zou tevreden moeten zijn dat dit gebeurt, mijnheer Van Dijck. Daarnaast zou u de nodige maatregelen moeten nemen en niet moeten blijven bestrijden dat een tweederdemeerderheid in Kamer en Senaat en een meerderheid van de Vlamingen hebben beslist om bevoegdheden over te dragen naar dit parlement.
Voorzitter, ik dacht even dat we niet langer in het Vlaams Parlement maar op de IJzerwake zaten. Ik heb het over dit gevecht tussen de twee Vlaams-nationalistische partijen. Mijnheer Van Hauthem, u hebt die staatshervorming altijd afgedaan als een klein pakketje. Als ik het debat hier vandaag echter hoor, dan moet u dat een fantastisch pakket vinden. Het is inderdaad ook zo dat er heel belangrijke bevoegdheden worden overgedragen. Het zijn de christendemocraten en de andere partijen die deze staatshervorming uitvoeren. Indien we u hadden gevolgd, vijftig jaar lang, dan hadden we nog altijd in een unitaire staat geleefd. U hebt nooit iets bijgedragen tot de defederalisering van dit land. (Applaus bij CD&V en sp. a)
Ik wil even terugkomen op de cijfers, want uiteindelijk gaat de Septemberverklaring over het beleid voor het volgende jaar en de budgettering daarvan. Ik zou me willen richten tot de fractievoorzitter van de N-VA.
Tijdens de vorige drie legislaturen, en dat waren coalities met een zeer diverse samenstelling, heeft Vlaanderen er altijd voor gekozen om in het kader van het stabilliteitsprogramma overschotten te boeken. Voor alle duidelijkheid, die overschotten gaven we niet in een enveloppe af aan de federale minister van Begroting. We boekten die overschotten om onze eigen Vlaamse schuld af te bouwen. Ik herinner me nog het bedrag van 6,6 miljard euro in 1999.
We zijn tot nul geraakt. Toen was er de bankencrisis. De 3,5 miljard euro voor KBC mag u voor mijn part tussen haakjes zetten. Vandaag zitten we opnieuw op 7 miljard euro. De overschotten die we boekten, gaven ons de kans om onze schuld af te bouwen.
Jullie willen enkel voor een begroting in evenwicht gaan. In deze omstandigheden een begroting in evenwicht presenteren, is een belangrijk werk waarvoor mijn respect met een negatieve groei dit jaar en een kleine, positieve groei volgend jaar.
Voor alle duidelijkheid: u hebt wel het paard van Troje in uw rangen gehaald door akkoord te gaan met wat de Hoge Raad van Financiën gezegd heeft: Vlaanderen, u moet geen overschotten meer boeken. Overschotten waarmee je de schuld zou kunnen terugbetalen en de interestlasten 400 miljoen euro vandaag structureel op de lopende begroting zou kunnen verminderen. U gaat nieuwe bevoegdheden krijgen zonder middelen.
We kunnen hier nu een discussie voeren over het feit of u in de begroting 2013 of in de begroting 2014 provisies moet aanleggen voor die nieuwe bevoegdheden. Ik laat dat in het midden en ik laat dat aan uw wijsheid over. Ik weet wel één ding: als ik op uw stoel zou zitten, dan zou ik proberen mechanismen op te starten om op een structurele manier de uitgaven in 2014-2015 te verminderen zodat er een delta wordt gecreëerd voor de bevoegdheden die we gratis gaan krijgen, zonder de respectieve bijgevoegde middelen.
Bij mijn weten is uw regering het daarmee eens en verdedigt hetzelfde op het federale niveau in een coalitie zonder u maar met de partij van de minister-president. U zit in een catch 22. Ik had blijven opteren voor overschotten om aan het stabiliteitsprogramma te voldoen en de Vlaamse schulden terug te dringen naar nul. U hebt geopteerd voor een begroting in evenwicht, maar u neemt geen enkele maatregel om financiële mechanismen stil te leggen tegen 2014-2015 om ervoor te zorgen dat u de volgende Vlaamse Regering niet belast met een erfenis die bijna onoverzichtelijk is om de doelstellingen van 2020 en van ViA te halen.
Vanmorgen hebben we uitvoerig gedebatteerd over provisies. De heer Tommelein was niet aanwezig. De heer Tommelein gooit me nu van alles voor de voeten. Ik wil antwoorden maar de heer Tommelein is weer verdwenen. (Applaus bij de N-VA)
Ik verwacht correctheid. Men komt mij van alles verwijten, maar verdwijnt dan zonder dat ik een antwoord kan geven. Ha, de heer Tommelein is daar.
Vanmorgen is daar dus zeer uitvoerig over gesproken. Het gaat over bevoegdheden maar ook over de financiële consequenties. Het gaat over wie wat betaalt. Ik blijf onderschrijven dat wanneer je in een Vlaamse Regering zit en je krijgt bevoegdheden, je de engagementen daarvoor ten volle moet opnemen. Bijvoorbeeld zeggen dat we stoppen met de kinderbijslag omdat we het er niet mee eens zijn, doen wij niet. Wij doen dat niet. Dan keur je dit meerderheid tegen oppositie goed. Hier ging het over een symbolische stemming om zaken hoogstens drie maanden uit te stellen. Dat is het verschil. In de Kamer is het erop of eronder. Hier is het symbolisch voor drie maanden.
Alle Franstalige parlementen in dit land hebben dan in uw ogen, zeer symbolisch maar wel gedurende twee jaar, de zuivere splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde tegengehouden.
Ze waren met vijf om dat te doen.
Dat instrument, dat u blijkbaar zo verfoeit, hebt u hier, zelfs symbolisch, niet willen gebruiken. Dat zegt alles, mijnheer Van Dijck.
U weet heel goed wat wij daarvan denken: het is een instrument dat wij eenmaal kunnen inzetten en anderen vijfmaal na elkaar.
U mag niet van de meerderheid! Zelfs niet voor drie maanden. (Geroep)
Zo werkt het niet. U begint tegen elkaar te roepen. Ik heb niet verstaan wat u beiden gezegd hebt.
De heer Van Mechelen heeft een zeer terechte en pertinente vraag gesteld. Van bij het begin van de legislatuur hebben wij geopteerd voor een budget in evenwicht. We hebben het maken van buffers afgewogen tegen de noden die er in Vlaanderen zijn. Die noden zijn ook door uw fractie meermaals aangekaart: noden in welzijn, noden in onderwijs. Daarom hebben we gezegd dat we de middelen die we hebben, ook willen inzetten voor het beleid in Vlaanderen, ten dienste van ondernemingen, burgers, gezinnen.
Ik zou de woorden van de heer Van Mechelen willen aanhalen: Laat de geschiedenis ook haar waarde hebben. Het is lang geleden dat we een regering hadden waarvan de betaalkredieten groter zijn dan de beleidskredieten. Dit is nu in deze begroting opnieuw naar voren geschoven en dat maakt dat we onze impliciete schuld aan het afbouwen zijn, een impliciete schuld die opgebouwd is in het verleden.
U zegt: De KBC mogen we ervan aftrekken. U weet dat ik in de commissie Financiën en Begroting al verschillende keren heb gezegd dat het niet alleen de schuld is van de KBC, maar dat ook de penalty fee gebruikt zal worden voor schuldafbouw. Ik denk dat dit nog een bijkomend aspect is.
U weet heel goed dat door de crisis niet alleen effectief en terecht de stappen werden gezet door de vorige Vlaamse Regering om de banken bij te springen, maar dat de dotatie van de Federale Regering op het moment dat deze Vlaamse Regering begon, ook fundamenteel was verminderd. Op dat moment hebben wij de nodige maatregelen moeten nemen. Het is een verdienste van deze regering dat we op twee jaar tijd de begroting weer in evenwicht hebben gebracht.
Minister, excuseer dat ik het vermoeiend begin te vinden, maar neemt u gewoon de begrotingen van 2005 tot en met 2009 met dezelfde minister-president. Toen waren de betaalkredieten telkens hoger dan de beleidskredieten, waardoor de impliciete schuld verminderde. Alleen als je meer beleidsruimte krijgt door extra kredieten, stijgt de impliciete schuld natuurlijk automatisch.
Daar ging de discussie niet over. De discussie ging over het feit dat u, minister Muyters, met deze regering geweigerd hebt om buffers aan te leggen. Moeilijke tijden of geen moeilijke tijden, ik laat die discussie aan u. Alleen zeg ik u dat het feit dat Vlaanderen in al die voorgaande jaren begrotingsoverschotten heeft gecreëerd, ons de kans heeft gegeven om onze schuld terug te betalen. Nu zegt u: We gaan naar een begroting in evenwicht. Maar u zult nieuwe bevoegdheden krijgen zonder corresponderende middelen, waardoor u twee mogelijkheden hebt: in die nieuwe bevoegdheden snijden qua uitvoering ofwel saneren. Als u voor het tweede kiest, dan was het enige dat ik heb gezegd, dat u in 2013 de aanzet had moeten geven, zonder eventueel provisies te creëren, tot het afbouwen van betaalde financieringsmechanismen die u in staat zouden stellen die gigantische kost die in 2015-2016 op ons afkomt, te kunnen financieren. U wentelt dit af op de volgende regering. Ik vrees dat ik ooit gelijk zal krijgen.
Ik wil voor alle duidelijkheid toch het volgende zeggen. Ik denk dat de eerlijkheid gebiedt dat ook u moet toegeven dat we zowel dit jaar als vorig jaar, zowel in de begroting 2013 als vorig jaar, een aantal structurele maatregelen voorstellen. We gaan 100 miljoen euro besparen binnen een apparaat. U vindt dat blijkbaar te weinig, maar die 100 miljoen euro is structureel, niet eenmalig. Toen we vorig jaar een hervorming deden van de tbs, dan was die structureel, niet eenmalig. Als er afspraken worden gemaakt rond De Lijn, dan zijn die structureel, niet eenmalig. Ik kan zo nog een tijdje doorgaan.
Ik ben het helemaal met u eens dat niet alles structureel is, maar dat was ook in het verleden niet het geval. Het is niet nieuw dat er ook eenmalige maatregelen in een begroting zitten.
Mijnheer Van Mechelen, het is niet de eerste keer dat u deze opmerking maakt. Als ik me niet vergis, hebt u de opmerking gemaakt toen de HRF met het advies naar buiten is gekomen, toen geopteerd werd om geen overschotten te hebben, maar maximaal 1 procent bijdrage, enzovoort we hebben daar al over gesproken. Toen hebt u gezegd dat u het een gevaarlijk advies vond omdat het effecten heeft op de schuld. We hebben daar toen over gedebatteerd, maar het debat is wat u betreft blijkbaar nog niet gesloten.
We hebben in het verleden natuurlijk ook provisies aangelegd. We voeren elke keer opnieuw het debat over overschotten en provisies. We hebben in het verleden provisies aangelegd, ze worden nu trouwens aangewend. We zullen dat blijven doen in de mate dat dat mogelijk en verantwoord is en er daarover een consensus is in de Vlaamse Regering.
Wat de KBC betreft, daar heeft minister Muyters op geantwoord, ik zal niet in herhaling vallen.
Ik heb akte genomen van het feit dat u het advies van de HRF eigenlijk een heel gevaarlijk advies vindt, dat u het in perspectief wilt brengen en dat u zegt dat u op een bepaald moment mogelijk gelijk zult krijgen dat het geen goed advies is.
Volgens mij zijn we op een fundamenteel punt aanbeland. Tijdens de vorige legislaturen heeft de Vlaamse Regering steeds een bepaalde houding aangenomen. De regeringen van gewezen minister-president Van den Brande en gewezen minister Demeester, van gewezen minister-president Dewael en gewezen minister Stevaert en van gewezen minister-president Leterme, de huidige minister-president, ikzelf en gewezen minister Vandenbroucke hebben er steeds voor geopteerd overschotten te boeken. Die overschotten zijn steeds gebruikt om onze schulden af te betalen. Nu is beslist een begroting in evenwicht in te dienen. Volgens de Hoge Raad van Financiën krijgen we in ruil een bevoegdheidsoverdracht met minder middelen. We zullen dat door middel van besparingen moeten compenseren. Hierdoor zal het niet mogelijk zijn de schulden af te betalen. Die nieuwe bevoegdheden moeten met de bestaande middelen worden uitgevoerd.
Ik heb hier daarnet kritiek op gegeven. Ik zou het verstandig vinden een vijfjarentraject vast te leggen. De Vlaamse Regering zou moeten vaststellen wat ze zal ontvangen en hoe ze haar taken wil uitvoeren. Indien dat beter en rationeler zou kunnen, zou ze hier winst op kunnen boeken. Er zal in elk geval een traject moeten komen om dit budgettair op te vangen. Ik zie dat nog niet gebeuren.
Wat de provisies betreft, wil ik de discussie stoppen. We zullen binnen enkele jaren zien waar dit toe leidt. Ik zie voor 80 miljoen euro aan eenmalige ontvangsten. Door de provisie voor de eenmalige dringende investeringen in 2012 af te schaffen, beschikt de Vlaamse Regering over een provisie van 60 miljoen euro.
Ik heb de nota van de minister-president rustig gelezen. We zullen dat debat tijdens de begrotingsbesprekingen voeren. De minister-president heeft de verdienste een begroting in evenwicht voor te leggen. Hij heeft niet de verdienste de Vlaamse financiën op een tijdsbestek van vijf jaar onder controle te krijgen. Dat debat zullen we nog kunnen voeren.
Ik heb een aanvullende vraag aan minister Muyters, die daarnet naar de tbs-regeling heeft verwezen. Het betreft hier een structurele hervorming, die trouwens een gevolg is van de federale structurele hervorming van de pensioenen.
De tbs-regeling in het onderwijs wordt gewijzigd. Wanneer de vraag wordt gesteld wat hiervan nu net de financiële gevolgen zijn, blijkt dat het Rekenhof moet melden dat op die vraag geen antwoord komt. Het bevreemdt me dat we niet weten welke batige gevolgen dit voor de begroting heeft. Als ik me niet vergis, staat in het advies van de SERV eenzelfde bemerking. De impact van de hervorming van de tbs-regeling op de begroting voor 2013 is niet berekend en niet zichtbaar. Kan de minister dit misschien nu even zichtbaar maken?
Ik wil eerst en vooral een historisch gegeven naar voren brengen. In 2012 bedraagt de groei min 0,1 procent. Dat is iets heel anders dan provisies aanleggen wanneer de groeicijfers nog groot waren. De proporties met betrekking tot de enorme hoeveelheden bijkomend geld waren toen heel anders. De heer Vereeck vindt de proporties momenteel al te groot. Ik wil dit gewoon even duidelijk maken.
Ik vind het zeer moeilijk de vraag van de heer van Rouveroij te beantwoorden. Weet iemand hoeveel mensen in 2013 de tbs-regeling zouden hebben gebruikt? Indien we dat zouden weten, zouden we de juiste berekening kunnen maken. We kunnen natuurlijk alles doortrekken. Indien we de groei van de voorbije tien jaar zouden hebben doorgetrokken, zouden we nu echter met verkeerde groeicijfers zitten. Het is bijgevolg moeilijk te berekenen hoeveel de hervorming van de tbs-regeling opbrengt. We kunnen immers onmogelijk weten hoeveel mensen in 2013 in een tbs-regeling zouden zijn gestapt.
We kunnen een raming maken. Ik veronderstel dat minister Smet in de commissie een begin van raming kan geven. Dit kunnen echter nooit de juiste cijfers zijn. De omgevingsfactoren veranderen immers.
Volgens de heer van Rouveroij gaat het om een gevolg van een federale beslissing. We hebben echter afspraken met de vakbonden gemaakt die duidelijk een stuk verder gaan dan de federale beslissing.
Indien ik het goed begrijp, bevat de begroting voor 2013 momenteel nog geen cijfers met betrekking tot de maatregelen ten aanzien van de tbs-regeling.
Ik vraag me af wat de heer van Rouveroij eigenlijk wil. We beschikken over een raming van de kostprijs. Moeten we ook ramen wat de potentiële winst zou zijn geweest? Dat is eigenlijk overbodig. We moeten weten wat we zullen uitgeven en wat we zullen ontvangen.
Welk effect tbs wel eens zou kunnen hebben gehad als iedereen wel of niet van tbs gebruik zou hebben gemaakt, is begrotingsmatig geen zinvolle oefening. We kunnen allemaal ramingen maken, maar dat heeft geen effect. We weten wat de uitgaven zijn die we nu moeten maken en plannen. Ik weet echt niet wat de meerwaarde is van uw vraag.
Dus de vraag van het Rekenhof was een domme vraag, als ik het goed begrijp.
De heer Van Mechelen zei dat het soms vermoeiend is, wel, dat vind ik ook. Neen, dat heb ik niet gezegd. Wat u daarover hebt gezegd, houd ik voor uw rekening.
Mijnheer van Rouveroij, geef toe dat doordat ik geen gebruik heb gemaakt van het reglement, u nu alle kansen hebt gehad om uw vragen te stellen. (Applaus bij de meerderheid)
In het kader van deze begroting en Septemberverklaring wil ik nog eens terugkomen op het debat over de rol van de Nationale Bank in de commissie Financiën eind augustus. Onze partij vroeg toen een versterking van de Vlaamse aanwezigheid, onder andere in het federaal Planbureau en in de Nationale Bank. Ik wil dat hier nog eens duidelijk herhalen. Die instellingen spannen het canvas waarop onze ministers hun begroting uittekenen. Met de onverwachte en bruuske wijziging in de economische voorspellingen in het midden van dit jaar, vertoonde dat canvas plots een rimpel die de federale begrotingscontrole blijkbaar goed uitkwam. Het stond hen immers toe de noodzaak tot structurele besparingen op het federale niveau voorlopig onder de mat te vegen en finaal over de verkiezingen te tillen. Het is niet meer dan logisch dat Vlaanderen een sterker inzicht verwerft in de gegevensverzameling en de methodiek die worden gebruikt door die nationale instellingen.
Mijnheer Van Dijck, wat u zegt, is verregaand. Een paar maanden geleden bracht de Nationale Bank van België cijfers naar buiten. Die cijfers waren wat ze waren. Of het opportuun was dat de heer Coene die cijfers naar buiten bracht, laat ik voor hem. Dit hebt u gezegd, mijnheer Van Dijck: ( ) om de Federale Regering toe te laten de begrotingsobjectieven ( ) Ik kan het niet letterlijk herhalen, maar dat hebt u gezegd.
Mijnheer Van Dijck, cijfers zijn cijfers. De Nationale Bank en ook een aantal conjunctuurinstituten zeggen allemaal op hetzelfde moment dat de groei in het tweede kwartaal is stilgevallen, en dat we dit jaar wellicht maar op min 0,1 of op nul eindigen en volgend jaar op 0,7 in plaats van op 1,3. Denkt u dat u met Vlaamse vertegenwoordigers in de Nationale Bank van België andere cijfers zult hebben, en dat we hier de begroting op een andere manier zullen moeten maken? Als u alles communautariseert, als u alles in dat perspectief zet, schaf dan de nationale instellingen af omdat u die niet meer vertrouwt. Waarschijnlijk is dat uw uiteindelijke doel.
Een halfuur geleden heb ik de Vlaamse Regering zelf horen pleiten naar aanleiding van het betoog van de heer Vereeck, om een vertegenwoordiging te hebben en daar mee te spelen. Nu beweert u plots iets heel anders.
Ik ga dit niet meer herhalen. Wat de minister-president zegt, is dat wij een probleem hebben met cijfermateriaal, dat de Nationale Bank op dit ogenblik, en vroeger het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS), een soort monopolie heeft van een aantal economische en financiële statistieken. Dat weet iedereen die economische analyses maakt. De minister-president zegt dat de nationale cijfers regionaal moeten worden opgedeeld. Dat is niet zo simpel. Sommige cijfers hebben we niet, tenzij met een zeer grote vertraging. Op dat vlak moeten we de tools hebben om te kunnen finetunen in ons beleid.
Dat is een heel andere zaak dan de verdachtmaking die u uitspreekt, dat de Nationale Bank bewust een aantal cijfers achterhoudt of vervalst om toe te laten dat de federale begroting geen maatregelen moet nemen. CD&V heeft het meegemaakt dat we, tegen vele instanties in, een staatshervorming kunnen hebben met een ruime fiscale autonomie en met een substantiële bevoegdheidsoverdracht.
Ik twijfel niet aan uw loyaliteit om die staatshervorming uit te voeren in de Vlaamse Regering, maar elke dag moeten we vanwege uw partij lezen dat de Financieringswet Vlaanderen armer zal maken, dat die bevoegdheidsoverdracht van 9 miljard euro voor Vlaanderen peanuts is. We moeten lezen dat de BHV-akkoorden de verfransing van de Rand in de hand hebben gewerkt. De ministers Muyters en Bourgeois hebben dat na de Gordel verklaard. Wij van CD&V hebben de moed gehad om die staatshervorming op de rails te zetten. We zullen er alles aan doen om die wetten te doen goedkeuren in het federale parlement. De minister-president staat klaar om die uit te voeren. We aanvaarden echter niet het dubbel spel waarbij we systematisch in de media worden aangevallen voor dingen die hier, die voor Vlaanderen van grote betekenis zullen zijn in de toekomst. (Applaus bij CD&V en Open Vld. Rumoer)
Mijnheer Van Dijck, ik zal u verder niet meer onderbreken, maar ik kan er ook niets aan doen: ook wat dit item betreft, betrap ik u alweer op een inconsequentie. In dit Vlaams Parlement heeft er in de commissie een interpellatie tot de minister-president plaatsgevonden over de uitspraken van de gouverneur. Dat was in de voormiddag. Diezelfde dag, in de namiddag, was er in de Kamer daarover ook een gedachtewisseling. Hier heeft de N-VA gezegd: weg met die Luc Coene, want die speelt een politieke rol. In de namiddag zei de N-VA in de Kamer: leve Luc Coene, want die doorprikt tenminste de goednieuwsshow van Di Rupo. U moet nu eens eindelijk weten welke rol u nog wilt spelen in de politiek op de diverse beleidsniveaus. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Bij u is dat heel duidelijk: nergens iets!
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb zeer veel respect voor u, maar het wordt hoog tijd dat u uw eigen raad opvolgt. U klaagt over de aanvallen die u te verwerken krijgt, maar u bent diegene die voortdurend anderen aanvalt. Het zal wel aan uw persoonlijkheid liggen dat u op allerlei fora aanvallen doet, ook op onze partij binnen de Vlaamse Regering, en ook binnen uw eigen partij, maar daarmee bemoei ik me niet.
Ik kom terug op de cijfers die zijn vrijgegeven door de Nationale Bank. Ik insinueer niet dat het Federaal Planbureau of de Nationale Bank die cijfers zouden hebben vervalst of wat dan ook. Die insinuaties zijn wél gemaakt op diverse plaatsen in de pers. Het was toen zeer opvallend dat bij andere leading economic indicators, zoals die van de OESO en de Europese Commissie, de cijfers naar beneden werden bijgesteld, ook voor ons land, op het ogenblik dat de Nationale Bank de cijfers naar boven bijstelde. Dat was op zijn minst zeer opvallend.
Ik wil mijn voorstel van daarnet toch enigszins verduidelijken. Ik heb niet gezegd dat de cijfers van de Nationale Bank zijn gemanipuleerd of dergelijke meer. Blijkbaar wordt dat gesteld. Ik kan alleen maar zeggen dat de kwaliteit en de timing van de cijfers waarover we beschikken, ondermaats is. Ik ben inderdaad van oordeel dat voorstellen zoals die van een Vlaamse vertegenwoordiger in de Nationale Bank, onvoldoende zijn om ervoor te zorgen dat we in de toekomst tijdig op een correcte manier de juiste cijfers in ons bezit hebben. Vandaar, wat we zelf doen, doen we inderdaad beter, wat dit betreft.
Minister-president, maandag wees u er nog op dat de sfeer in uw regering goed is, aangezien er geen e-mails werden gelekt. Blijkbaar is dat omgekeerd evenredig aan de sfeer binnen deze meerderheid. Het debat van daarnet heeft dat getoond. Ik denk dat u nog voor een hete herfst staat.
Mijnheer Van Rompuy, ik citeer letterlijk wat ik heb gesteld: Met de onverwachte en bruuske wijziging in economische voorspellingen in het midden van dit jaar, vertoonde dat canvas ( ) een rimpel die de federale begrotingscontrole ( ) goed uitkwam. Was dat niet zo? Ik heb niet gezegd dat die zijn gemanipuleerd. Ik heb gezegd dat de voorspellingen van het midden van het jaar de federale begrotingscontrole goed uitkwamen.
Mijnheer Vereeck, wat de sfeer betreft, de voorbije dagen en weken zijn deze Septemberverklaring en de begroting 2013 op een serene manier voorbereid en uitgewerkt binnen de regering, zonder het zogenaamde lekken waarnaar zo vaak wordt verwezen. Dat toont precies aan dat er een sterke cohesie is binnen deze Vlaamse Regering.
En ik ben blij dat er binnen de Vlaamse meerderheid ook wel eens spanningen zijn, dat er discussies bestaan tussen de partijen en tussen parlementsleden. Het zou maar erg zijn. Als we allemaal hetzelfde zouden denken en voelen, moesten we fusioneren en één grote partij worden. Dat zie ik nog altijd niet gebeuren.
Minister-president, een Septemberverklaring is een moment van woorden, maar aan die woorden willen we daden breien. Voor die daden blijven wij tekenen. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Ik heb speciaal gewacht tot het einde van het betoog van de fractieleider van de N-VA, die vanochtend naar aanleiding van verschillende vragen aankondigde: Wacht maar tot mijn betoog deze middag. Mijnheer Van Dijck, van u als fractieleider van de N-VA, naar aanleiding van de Septemberverklaring van deze regering, zouden wij toch wel mogen verwachten dat u klemtonen legt op de grote prioriteiten die uw partij in het regeerakkoord enkele jaren geleden heeft gelegd. Ik vind u een sympathieke collega, maar in uw plaats, mijnheer Van Dijck, zou ik echt rood worden van schaamte. U en de twee N-VA-ministers Bourgeois en Muyters deze ochtend
U hebt niet geluisterd.
Ik heb hier de hele ochtend gezeten, ik heb wel geluisterd. Ik heb u niet onderbroken, onderbreek mij misschien even ook niet. Ik heb deze ochtend ook heel aandachtig geluisterd naar de opmerkingen van ministers Bourgeois en Muyters, die heel fier waren, zoals u ook daarstraks: We hebben een begroting in evenwicht. De Vlaamse Regering heeft wel degelijk keuzes gemaakt en het sociaal beleid wordt voortgezet. Op dat laatste wil ik de klemtoon leggen. Dat ontken ik niet, minister van Welzijn. Maar het gebeurt, mijnheer Van Dijck, zonder rekening te houden met de prioriteiten van uw partij. Geen enkele van de prioriteiten uit het Vlaamse regeerakkoord op het sociale vlak wordt vandaag nog uitgevoerd. Er komt geen kindpremie. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
U had 500 euro beloofd tot en met de derde verjaardag. Dat gaat over 2000 euro per kind. Dat komt er absoluut niet. Uw partij, mijnheer Van Dijck, had een Vlaamse hospitalisatieverzekering beloofd. Dat is ook terug naar af. Er komt geen maximumfactuur in de residentiële ouderenzorg.
Nog maar enkele maanden geleden, in juni, hebben we in dit Vlaams Parlement het decreet Sociale Bescherming goedgekeurd, op een ogenblik, mijnheer Van Dijck, dat alle partijen, ook uw partij, heel duidelijk wisten dat we in een zware economische en financiële crisis zaten. Het is goedgekeurd en het was beloofd aan de bevolking. Nog maar enkele weken later wordt het weer naar af gestuurd.
Ik betreur bijzonder dat uw partij zich laat vloeren door uw coalitiepartners. Er komen geen nieuwe initiatieven, hebt u gezegd. Dat is juist. Dat hadden we ook niet meer verwacht. Wij of minstens de Vlaamse burger had wel mogen verwachten dat uw beloftes en de initiatieven die hier al goedgekeurd zijn, zoals het decreet Vlaamse Sociale Bescherming, gerealiseerd zouden worden. Ik betreur dat u daaraan geen aandacht meer besteedt en dat al die mooie beloftes niet zullen worden gerealiseerd. Daarin ben ik bijzonder door u ontgoocheld, mijnheer Van Dijck. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Als ik u alleen daarin ontgoochel, valt het nogal mee. Ik heb duidelijk geantwoord: geen extra lasten, geen nieuwe belastingen om nieuwe verwezenlijkingen te doen. Het feit dat er geen nieuwe belastingen komen, is voor ons zeker zo belangrijk.
Het gaat niet over nieuwe initiatieven. Het gaat over initiatieven die reeds zijn goedgekeurd in dit Vlaams Parlement, die reeds in een decreet zijn gegoten.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mijnheer Van Dijck, ik heb goed geluisterd, het was heel boeiend. De N-VA is heel fier dat ze deze besparingsoefening heeft kunnen afronden en dat het uiteindelijk de burger niets zal kosten.
Ik wil even terugkomen op het domein sociale huisvesting. Ik heb daar de hele dag nog niet veel over gehoord. Ik wil het niet hebben over de 100 miljoen euro die jaarlijks naar de renovatie van sociale woningen zou gaan, maar over de sociale huisvesting an sich. Ik lees in de Septemberverklaring dat er tegen 2020 43.000 sociale huurwoningen, 21.000 sociale koopwoningen, 6000 bescheiden woningen en 1000 kavels bij zullen komen. Het kan zijn dat er mij hier iets ontgaan is de laatste tijd, maar voor zover ik me kan herinneren en ik de dossiers nog ken, wordt er in het Grond- en Pandendecreet niet gesproken over 6000 bijkomende bescheiden woningen, is dat ook niet ter sprake gekomen in een beleidsnota, en is dat niet naar aanleiding van een bijsturing aan bod gekomen. Die 6000 bescheiden woningen zijn volgens mij nieuwe projecten. Ik vraag me af wat we daarvan mogen verwachten, en vooral, wat de kostprijs zal zijn.
In 2009 hebben we exact dezelfde doelstellingen als in de Septemberverklaring mogen vastleggen. In 2010 werd aangekondigd dat de doelstelling van 43.000 sociale huurwoningen zou zakken naar 37.000. Later, in 2011 is dat weer veranderd in 43.000, maar de deadline werd verschoven van 2020 naar 2023. U zult best begrijpen, collegas van de meerderheid, dat ik het niet meer kan volgen. Maar ik ben niet alleen. Ik heb hier per toeval een mail gekregen van het Steunpunt Armoedebeleid. Zij wijzen erop dat het bijzonder onverstandig is en dat het nefast werkt voor al die mensen die in armoede verkeren, als deze regering altijd maar de deadlines gaat verschuiven en verschillende interpretaties gaat geven aan de invulling van het Grond- en Pandendecreet.
Ik had, mijnheer Van Dijck, graag van uw fractie willen weten hoeveel het kost om 6000 bescheiden woningen bij te creëren en wat we daaronder mogen verstaan.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Mevrouw De Waele, dat kost helemaal niets. Die bescheiden woningen kunnen worden gebouwd door de huisvestingsmaatschappijen. Vlaanderen stelt daar een waarborg tegenover maar we subsidiëren dat op geen enkele wijze. De bescheiden woningen zullen dienen voor mensen met een inkomen dat te hoog ligt om in aanmerking te komen voor een sociale woning, maar te laag om comfortabel te kunnen huren of kopen op de private markt. De sociale huisvestingsmaatschappijen krijgen die mogelijkheid. Dit maakt inderdaad deel uit van een decreetswijziging. Die wijziging komt binnenkort naar het parlement.
Die beslissing dateert van vorig jaar. Ik heb er alle begrip voor dat u niet op de hoogte bent. U bent helaas een tijdje afwezig geweest. Dit is uitvoerig besproken in de commissie.
U merkt terecht op dat de doelstellingen van het Grond- en Pandendecreet zijn gehandhaafd, dat die 6000 woningen eraan zijn toegevoegd, en dat de deadline 2023 is.
Dank u wel, minister.
Ik heb in het verleden al gevraagd hoe we deze doelstellingen tegen 2020 zouden kunnen verwezenlijken. Ik heb daar verschillende vragen over gesteld. Het bouwritme bedraagt vijfhonderd woningen per jaar. Aan dat tempo kunnen we het beoogde doel niet halen tegen 2020. In elk geval zo heb ik berekend hebben we nog minstens een kwarteeuw nodig om die doelstellingen van het Grond- en Pandendecreet te halen. Dat betekent dat ik meen dat deze regering nog maar eens een rondje draait, en dat u uitblinkt in het scheppen van verwarring. Ik vind het heel jammer dat er geen bijsturing is op dat vlak.
Ik wil met klem tegenspreken wat u zegt. Belangrijk is niet enkel welke gebouwen worden opgeleverd maar ook welke vergunningen worden afgeleverd, wat er wordt vastgelegd. Het groeipad Grond en Panden, zoals bepaald in het decreet, blijft gehandhaafd. Daarop wordt geen eurocent bespaard. Boven op dat groeipad komt inderdaad het budget dat we nu vrijmaken om sociale woningen in slechte staat, die vaak zeer energieverslindend zijn, te renoveren. Ik kan enkel tegenspreken wat u zegt. Het geld is voorhanden. In sociale huur gaat het vrij snel. Bij sociale koop zou u een kanttekening kunnen plaatsen. Daar blijkt de snelheid waarmee wordt gebouwd en waarmee de vergunningen worden afgeleverd, niet zo hoog als bij de huur. Maar er is geen enkele reden om eraan te twijfelen dat wij tegen het vooropgestelde 2023 het aantal zullen halen.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, heren en dames ministers, beste collegas, toen ik maandag in de sfeer van de eerste schooldag, die al ver weg is, naar hier kwam, dacht ik dat ik een vooruitblik zou krijgen op het nieuwe beleid van de Vlaamse Regering. Wat wij eigenlijk willen weten, is hoe de Vlaamse Regering zal tegemoetkomen aan de noden van de Vlamingen.
Minister-president, even hebt u de indruk gewekt dat u dat inderdaad zou doen, dat u aan mijn verwachtingen zou tegemoetkomen. Ondanks de besparingen presenteerde u een batterij van maatregelen, zelfs zonder belastingen. Ik vond dat op het eerste gezicht sterk. Maar eigenlijk was uw Septemberverklaring toch niet veel meer dan een overzicht van oude perscommuniqués die al in de voorbije maanden waren verspreid. Het was een waslijst van acties die ofwel al beslist waren ofwel al in uitvoering zijn.
De betere omkadering van het basisonderwijs, dat is al een tijdje geleden beslist. De middelen voor kinderopvang, dat is al een tijdje geleden beslist. De caos die u opsomde, de renovatie van 140 kilometer autosnelweg: dat is allemaal al beslist. De renovatie van die 140 kilometer autosnelweg was eigenlijk al een perscommuniqué van december 2011. De missing links die u opsomde: ze zijn al klaar of ze zijn in uitvoering. De informatieplicht in het kader van het overstromingsbeleid is al twee jaar geleden aangekondigd. Ik vroeg mij af wat nu de zin is van een Septemberverklaring. Gewoon even opsommen wat al die ministers in de voorbije maanden naar voren hebben geschoven? Of is het echt de bedoeling om het nieuwe beleid van 2013 te presenteren?
Ik kan alleen maar vaststellen dat de uitgebreide opsommingen moesten maskeren dat het nieuwe beleid grotendeels is opgeschort. Het valt op dat elke investeringsambitie die deze regering had en ik dacht dat 2013 daarvoor een cruciaal jaar was weg is. Vorig jaar hadden we nog 230 miljoen euro aan nieuw beleid. Nu is dat weg. Voor 2013 zou het stijgen tot 314 miljoen euro, maar daarmee is nu radicaal komaf gemaakt. De nieuwe investeringen zijn teruggebracht tot het hoogst noodzakelijke, tot 45 miljoen euro. Dat is een besparing op nieuw beleid van maar liefst 270 miljoen euro. Er is nu geen sprake van een investeringsregering. Al die economen Krugman, Stiglitz die zeggen dat je een crisis moet te lijf gaan met echte investeringen, kunnen blijkbaar bij het groot vuil worden gezet.
Mijnheer Watteeuw, mag u onderbroken worden?
Het valt te bezien door wie. (Gelach)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, u ziet hoe de oppositie, Groen in het bijzonder, toelaat dat er vragen worden gesteld naargelang van waar ze komen. Maar we mogen toch al onderbreken, dat is positief.
Ik heb begrepen dat u, vooraleer u naar hier bent gekomen, in De Ochtend op de VRT kritiek hebt geuit op datgene wat ik hier ging zeggen in de namiddag. Dat vind ik heel sterk.
Wat de investeringsregering betreft, hebt u toch begrepen dat er voor het opzetten van een renovatieprogramma sociale huisvesting 500 miljoen euro over vijf jaar wordt uitgetrokken, voor nieuwe projecten in wegen en waterwegen 750 miljoen euro, en voor de scholenbouw 30 miljoen euro.
Innovatie krijgt 20 miljoen euro beleidskredieten. Er gaat 20 miljoen euro naar de cleanroom bij Imec, 10 miljoen euro naar het SOFI-fonds en 15,4 miljoen euro naar het hoger onderwijs. In totaal is dat 65,4 miljoen.
Mijnheer Watteeuw, u kunt toch moeilijk beweren dat het geen investeringsregering is. Als u al die cijfers op een rijtje zet, kunt u niet tot die conclusie komen.
Het klopt dat u die investeringen doet, bijvoorbeeld 30 miljoen euro voor de scholenbouw. U moet die investeringen echter ook koppelen aan de noden. U investeert 30 miljoen euro, terwijl er 2 miljard euro nodig is. (Opmerkingen van de heer Ludo Sannen en minister-president Kris Peeters)
Mijnheer Sannen, rustig. Ik heb het over 30 miljoen euro investering voor de scholenbouw. Er is echter nood aan 2 miljard euro. U twijfelt daar blijkbaar aan. Maar hoeveel jaren wachttijd is er volgens het katholieke onderwijs? 43 jaar?
Het is wellicht hopeloos, maar ik wil toch eens proberen om het de heer Watteeuw duidelijk te maken.
De nood is groot. Dat weet iedereen. Maar u gaat wel voorbij aan drie dingen. Ten eerste komen de 30 miljoen euro aan besparingen boven op de reeds geplande inspanningen. Ten tweede wordt er met een flexibiliteitsmechanisme voor gezorgd dat er andere middelen kunnen worden aangewend om dit extra effect te versterken. Ik denk dan aan het stadsbestuur. Ten derde is de kous daarmee uiteraard niet af. We hebben zelf ook al gezegd dat we er binnen de Vlaamse Regering voor willen blijven ijveren om daar, zodra er meer marge is, opnieuw versterkt op in te zetten. U lijkt daar allemaal aan voorbij te gaan. We zijn ons pijnlijk bewust van de vragen die er op het terrein bestaan. We weten heel goed dat heel wat mensen zwaar vragende partij zijn. We voelen bij wijze van spreken hun ogen bijna in onze rug priemen opdat we daar iets aan zouden doen. U hoeft ons daar echt niet van te overtuigen.
Doen alsof er enkel 30 miljoen wordt geïnvesteerd, is de waarheid zwaar geweld aandoen.
Mijnheer Van Malderen, u moet de Septemberverklaring er eens bij nemen en goed nalezen wat de minister-president daar op een bepaald moment zegt.
Helemaal in het begin heeft hij natuurlijk, in dat triomfalistisch stukje, gezegd dat Vlaanderen er staat. Op een bepaald moment stelt hij: Het einde van de crisis zal er sneller zijn dan sommigen denken. Als ik dat hoor, stel ik mij de vraag welke kijk de Vlaamse Regering heeft op de noden die in Vlaanderen leven. Wat is de rol van de Vlaamse Regering ten aanzien van die noden? Als je het nieuw beleid onder druk van de omstandigheden terugschroeft, lijkt het wel dat de Vlaamse Regering in het cruciaal jaar 2013, het laatste volledige jaar van deze Vlaamse Regering, de knip op de beurs houdt, de vroegere beslissingen verder uitvoert, maar niet echt meer inspeelt op de sterker geworden noden.
U zegt dat de crisis bijna achter de rug is. Ik vrees daarvoor. U kunt een ongebreideld optimisme hebben, maar u zou toch best eens kijken naar een aantal cijfers. Ik schud die cijfers niet zomaar uit mijn mouw, het zijn uw eigen cijfers. Als u zou kijken naar de cijfers, de indicatoren van Pact 2020, zou u weten dat de armoede in Vlaanderen stijgt, dat de schooluitval een probleem is, net als de werkzaamheidsgraad, de arbeidsproductiviteit, levenslang leren, onderzoek, enzovoort.
U had ook rekening kunnen houden met de pas vorige week verschenen nieuwsbrief van de SERV. Dat was een scherpe alarmkreet: de industrie heeft het steeds moeilijker, de industriële conjunctuurindicatoren zijn sinds midden 2011 aan het verslechteren, de haventrafiek daalt, de jobcreatie valt stil. In de Septemberverklaring lees je dat allemaal niet. Ik vind dat een Vlaamse Regering eerst en vooral de problemen moet erkennen. Je krijgt in de Septemberverklaring een opsomming van de maatregelen die vorig jaar genomen zijn, maar waar is de erkenning van de problemen?
Mijnheer Watteeuw, ik ben daarnet zeer scherp geweest voor de heer van Rouveroij, omdat ik zijn alternatief niet lust, omdat ik denk dat het contraproductief is. Maar hij heeft op zijn minst de verdienste om de moed te hebben om een alternatief op tafel te gooien. U staat daar ondertussen al enkele minuten en hebt vandaag ook al enkele keren vanop uw plaats het woord genomen. U herhaalt altijd maar dat het slecht gaat. Wat is uw antwoord daarop? Gaat u ons het alternatief bieden van Groen? Of houdt u het bij klagen en zeggen dat er een probleem is?
Een probleem benoemen is één zaak, maar de overtuiging hebben dat je er ook iets aan kunt doen, is een heel andere zaak. Ik ben blij dat ik daar in de Septemberverklaring en in het beleid dat de verschillende ministers ontwikkeld hebben, wel aanzetten toe zie. Ik ben ervan overtuigd dat die crisis geen fataliteit is, maar in uw betoog mis ik dat voorlopig volledig.
Bepaalde collegas, de heer Watteeuw op kop, ontpoppen zich hier als onheilsprofeten. Ik zeg niet dat alles goed is, maar kent u de cijfers van het consumentenvertrouwen van vorige maand? Zijn die gestegen of niet? Is het aantal nieuwe ondernemingen in 2012 gestegen? Wat is de situatie van het marktaandeel van onze Vlaamse ondernemingen op de voornaamste nieuwe groeimarkten? (Opmerkingen van de heer Jan Penris)
Niet alles is rozengeur en maneschijn, mijnheer Penris, maar als je het consumentenvertrouwen verder wilt verstevigen, moet je de positieve zaken benadrukken en maatregelen nemen om de negatieve zo snel mogelijk om te zetten in positieve. Dat is waar politiek over gaat. Ik ken alle negatieve cijfers ook, maar er zijn positieve elementen, zeker wat Vlaanderen betreft, die een kentering aangeven. Het consumentenvertrouwen is de afgelopen maand weer gestegen. En dat komt niet door diegenen die als onheilsprofeten aankondigen dat er een recessie op komst is. De gouverneur van de Nationale Bank zal trouwens ongelijk krijgen: er zal geen recessie zijn, als de cijfers allemaal op een rijtje worden gezet.
Daar hebben we geen behoefte aan. De mensen weten waar ze in zitten. We moeten de positieve elementen benadrukken, en die zijn er zeer duidelijk. Maar die zijn u waarschijnlijk ontgaan. (Applaus bij CD&V en sp.a)
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, na het betoog van de minister-president zal ik niet nalaten om met de positieve zaken te beginnen. Voor de capaciteitsproblematiek in de scholen is op dit ogenblik 30 miljoen euro uitgetrokken. Minister-president, ik heb goed geluisterd naar wat u hebt gezegd over de capaciteitsproblematiek in de scholen en het engagement van deze regering om ervoor te zorgen dat het probleem wordt aangepakt.
Ook onze schepen van Onderwijs in Antwerpen benadrukt het positieve, namelijk de aangekondigde decreetswijziging, waarbij flexibiliteit en creativiteit om budget vrij te maken voor de scholen, zeer positief zijn. Dat zijn maatregelen waar twee vragen bij zijn. Een: hoe snel gaan we die decreetswijziging laten komen? Twee: het vraagt altijd een periode van aanpassing, waardoor dit geen oplossing zal bieden op korte termijn.
Wat is het probleem op korte termijn? We hebben de afgelopen twee jaar meer dan drieduizend extra plaatsen kunnen creëren. Iedereen in Antwerpen, over alle netten heen, is daar eigenlijk tot aan de grens gegaan. De quick wins hebben we dus al gerealiseerd, waardoor elk kind vandaag een plek heeft.
Voor september 2013 hebben wij echter 3400 plaatsen nodig. Die 30 miljoen euro is niet alleen voor Antwerpen. Alle projecten die vandaag voor Antwerpen zijn ingediend, komen samen op een bedrag van 37 miljoen euro.
U hebt u daarnet geëngageerd. Wij hopen dat het in de toekomst beter zal worden en het budget snel kan worden aangepast. Wij moeten er wel voor zorgen dat de doelstellingen tegen september 20123 zijn verwezenlijkt. Antwerpen hoopt dat u uw aangegane verbintenis nogmaals duidelijk herhaalt. Als er niets van komt, rijst er een ernstig probleem, en dat zal niet alleen het probleem van Antwerpen zijn.
De heer De Meyer heeft het woord.
In Antwerpen heerst er bezorgdheid over de capaciteit, en daaraan moet worden verholpen. Minister-president, ministers, en vooral minister Smet, die afwezig is wegens ziekte: ik wil toch ook herhalen dat er in heel Vlaanderen problemen met schoolinfrastructuur zijn. Ik zou daarom graag hebben dat dit uit de daden van de Vlaamse Regering duidelijk blijkt. Deze nuancering lijkt me, na de uiteenzetting van de vorige spreker, niet overbodig.
Er is hier gezegd dat de capaciteit van de schoolgebouwen een enorm groot probleem is in Antwerpen, maar ook in de rest van Vlaanderen. Gisteren heb ik met de heer Voorhamme gesproken om duidelijkheid te krijgen over de toestand in Antwerpen. Maar ook elders in Vlaanderen zijn er problemen. Ik herhaal hier dat wij 30 miljoen euro extra op tafel leggen. Bij de begrotingscontrole zullen wij nagaan hoe wij dat probleem verder zullen aanpakken. Meer nog: ik wil met een bankenplan nagaan hoe wij dankzij een verstandig aanwenden van onze waarborg en ook met andere instrumenten de capaciteit kunnen bevorderen. Ik ben mij dus zeer goed bewust van het feit dat dit een echt probleem is.
Minister-president, de manier waarop u zojuist reageerde, demonstreert volgens mij wat het probleem is. Een regering wordt altijd geconfronteerd met tal van problemen. Het ene probleem is al erger dan het andere. Daarom is het belangrijk dat u het Vlaams Parlement duidelijk zegt welke problemen u bij prioriteit zult aanpakken. In de Septemberverklaring doet u dat niet. Ik heb de tekst grondig nagelezen. U moet keuzes maken, en wij moeten die kennen.
Ik vermeld bijkomend nog één rapport: het rapport van het Planbureau over mobiliteit. In dat rapport staat dat wij binnen enkele jaren zo goed als stil zullen staan. Er zullen meer wagens en meer files zijn, met alle economische en ecologische kosten. Wel, ik heb niet de indruk dat de Vlaamse Regering aanstuurt op een trendbreuk op het vlak van mobiliteit. De Lijn voert een aantal pijnlijke besparingen door. De modal shift zie ik niet gebeuren. U zegt wel dat Vlaanderen er staat, maar ik vind dat de Vlaamse Regering er niet staat. Eigenlijk hebt u de pauzeknop ingedrukt. U somde op wat er vorig jaar is beslist. En nu vaart u op automatische piloot.
Het Planbureau heeft het over het probleem van de kilometerheffing gehad. Op een bepaald ogenblik is gezegd dat de Nederlandse minister Eurlings zeer goed bezig is en dat de invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens in 2016 zoals gepland zou kunnen gebeuren. De invoering van de kilometerheffing zal een belangrijke wending aan de aanpak van het mobiliteitsprobleem geven. Afhankelijk van het maatschappelijke en politieke draagvlak kan het systeem dan worden uitgebreid naar de personenwagens. Deze regering heeft beslist om met het systeem van de kilometerheffing voor vrachtwagens te starten. Ik vraag u waar wij verkeerde keuzes hebben gemaakt en waar u andere accenten zou leggen. Hou evenwel in het achterhoofd dat ik geen geld kan bijdrukken en dat ook u dat niet kunt.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Watteeuw, ik hoor u nu al voor de derde keer verwijzen naar het begin van de verklaring van de minister-president waar hij het statement heeft gemaakt dat je blind moet zijn om niet te zien wat een immense investeringsoperatie wij vandaag aan het doen zijn in onze infrastructuur. Hij heeft verwezen naar de snelwegen. Hij verwijst naar die 140 kilometer, die we wellicht nog zullen bespreken bij de begroting. Het is de bedoeling dat die renovatieoperatie die nodig is in het kader van de verkeersveiligheid als u ze niet nodig vindt, dan maakt u vandaag maar dat statement verder gaat.
Hetzelfde geldt voor de gewestwegen. Deze regering maakt er werk van om ons infrastructuurnetwerk intelligent te maken. Dat betekent dat we overal in dynamische borden voorzien en dat we ervoor zorgen dat de openbaarvervoernetwerken kunnen communiceren met de wegen- en de waterwegennetwerken. Dat zijn zaken die vijf tot zes jaar geleden nog niet in de steigers stonden.
Ik kan nog doorgaan, mijnheer Watteeuw. De voorbije twee maanden hebben wij twee nieuwe tramsporen geopend. Er staan nog tramprojecten op stapel. U hebt gelijk dat er een besparingsoperatie is gebeurd bij De Lijn, nota bene een besparing die ikzelf niet graag zag komen maar die is veroorzaakt door problemen die het bedrijf misschien iets te laat had gezien. Die besparingsoperatie is achter de rug. Voor u het straks zelf vraagt: in 2013 wordt er niet op het aanbod bespaard. Ik zal het nog een keer zeggen: in 2013 wordt er niet op het aanbod bespaard.
Ik heb vandaag mensen horen zeggen dat de kostendekkingsgraad van De Lijn met 2 procent per jaar omhoog moet. Dergelijke operatie zou betekenen dat we de dienstverlening voor de mensen met 100 miljoen euro per jaar zouden moeten verminderen! Wel, met veel zotten, maar niet met mij! Op het aanbod wordt er niet bespaard. Dat betekent niet dat het bedrijf niet kostenefficiënt moet werken en dat we niet moeten inzetten op openbaar vervoer waar de noden het grootst zijn.
Dat is voor mij zeker het geval in de stedelijke context maar ook ik zeg dat aan degenen die de basismobiliteit willen aanvallen in de plattelandscontext. We hebben vanmorgen een debat gehad over het Plattelandsfonds. Ik hoor mensen zeggen: steek daar 8 of 10 miljoen euro in. Dat is juist en dat is ook nodig. Maar besparen op het openbaar vervoer of besparen op de basisdienstverlening zou meteen betekenen dat we zouden moeten gaan snijden in het openbaar vervoer in de gebieden waar mensen er misschien het meest nood aan hebben, namelijk in de plattelandsgebieden die het minst ontsloten zijn. Ik zal dat niet doen.
Ik wil eerst reageren op het laatste wat minister Crevits heeft gezegd. Minister, u zegt dat als we verder gaan naar een hogere kostendekkingsgraad, we het aanbod zullen moeten inkrimpen. Dat is niet zo. U kunt altijd de prijzen van de tickets optrekken. Daar ligt natuurlijk het kalf gebonden, namelijk dat we veel te lage prijzen hebben voor vervoer. Het is zelfs al zo ver dat in Limburg de gebruikers zelf spontaan aanbieden om op de snelbussen meer te betalen. Ik geef u dat maar even mee. U blijft natuurlijk binnen die context praten.
Wat betreft de kilometerheffing, vindt mijn fractie het een zeer goede zaak dat die is uitgesteld niet omdat we zo tegen die kilometerheffing zelf zijn. U hebt altijd gezegd dat die budgettair neutraal zou moeten zijn. Ik zou dat engagement wel eens goed willen horen, want als die heffing in 2016 geïmplementeerd wordt, is dat net het moment dat u die gigantische tekorten van de staatshervorming moet opvullen. Ik wil natuurlijk niet dat die kilometerheffing wordt gebruikt als een soort fiscale melkkoe om die zesde staatshervorming en de tekorten die we zeker zullen hebben, te betalen. Ik wil dat zeer duidelijk horen. Meer zelfs, ik vind dat wanneer u dat instrument gebruikt, u best meteen alle andere instrumenten afschaft.
Voorzitter, dat zijn twee vragen. Ik wilde eigenlijk tussenkomen omdat de minister-president zei dat hij het bankenplan ook wil inzetten voor de scholenbouw. Ik zou willen dat hij dat een klein beetje verder uitlegt. Betekent dat dan dat de inrichtende machten zelf de scholen bouwen en een soort waarborg krijgen? Hoe staat u tegenover de project bonds? Ik heb gezien dat in het menu van uw bankenplan ook project bonds staan. Zie ik het juist dat burgers kunnen inschrijven in een bepaalde school? Of hoe ziet u dat?
Het debat over de kostendekkingsgraad van De Lijn hebben we al een aantal keren gevoerd. U hebt gelijk wanneer u zegt dat we de tarieven zouden kunnen aanpassen. De regering heeft mij de opdracht gegeven om een inkomstenplan te maken. Voor 2013 moet De Lijn op zoek naar 4 miljoen euro extra inkomsten. Die kunnen ze halen uit het verhogen van reclame-inkomsten, controles op zwartrijden. Wat het tarievenplan betreft, moet de knoop nog worden doorgehakt. Dat zal zo spoedig mogelijk gebeuren.
Ik heb ook een aantal aanvullende inlichtingen gevraagd. Voor Limburg hebben we de knoop al doorgehakt. Daar wordt nu een nieuwe tariefpolitiek gevoerd. We moeten nu nagaan in welke mate de beslissing die we voor Limburg hebben genomen, een impact heeft op het gebruik. Het is belangrijk dat de bussen die rijden ook vol zitten. We investeren niet graag in niet-bezette bussen. Ik ben dan ook benieuwd naar de evaluatie daarvan.
Wie denkt dat men De Lijn met een tarievenbeleid een spectaculaire stijging van de kostendekkingsgraadpercentages kan aanmeten, zit compleet fout, tenzij we de tarieven met 700 of 800 procent zouden doen stijgen. De nota die De Lijn zelf heeft opgemaakt, bevat bijzonder interessante informatie over de inkomsten die ze met een bepaald tarief kan halen. Ik daag u uit om daar, zeker wanneer we de huidige definitie van kostendekkingsgraad volgen en niet die van Brussel, een stijging met een halve procent proberen te bereiken. Dat zal een zware corvee zijn. De heer van Rouveroij heeft dat trouwens vorig jaar in de plenaire vergadering naar aanleiding van de Septemberverklaring bevestigd.
We hebben de eerste fase van het bankenplan overgemaakt aan dit parlement. Op 15 oktober hebben we een nieuw onderhoud met Febelfin, met de voornaamste banken en met de organisaties die daar nauw bij betrokken zijn. Bedoeling is dat plan verder vorm te geven. Een van de elementen dat we al hebben besproken met de banken, is de problematiek van de publiekprivate samenwerking en de financiering die langer dan acht jaar duurt. De vraag is hoe daarvoor bijkomende instrumenten kunnen worden ingezet. Ik ben graag bereid om in de bevoegde commissie de suggesties en kritische opmerkingen van de parlementsleden te horen. Ik hoop dat we samen met de banken tegen eind dit jaar de bespreking van die nieuwe instrumenten kunnen afronden zodat die kunnen worden ingezet. Een van de vragen, zeker wat de pps en de langetermijninvestering betreft, is of de scholen daar een onderdeel van kunnen uitmaken. Daar is nood aan. U vraagt terecht hoe het zit met de huidige financiering en met de bijdragen. Dat moet allemaal worden uitgeklaard.
Het is duidelijk dat de Vlaamse Regering onmiddellijk de koe bij de horens heeft gevat en het debat met de banken is aangegaan om zo spoedig mogelijk tot een volledig bankenplan te komen. Wanneer het Vlaams Parlement een insteek wil doen, dan ben ik graag bereid daarover te praten.
Mijnheer Vereeck, wat de kilometerheffing betreft, is de beslissing van de Vlaamse Regering dat de opbrengst, als die er is, wordt toevertrouwd aan mobiliteit in al haar facetten. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Er is wel duidelijk afgesproken dat dit geen negatieve budgettaire complicaties kan of mag hebben.
Minister Crevits, u verwijst terecht naar wat ik vorig jaar heb gezegd in het kader van de Septemberverklaring. Het zal inderdaad een zware corvee zijn. Ik ben blij dat u aan die corvee bent begonnen. Het is niet omdat iets moeilijk is dat we het daarom niet moeten doen. Wij maken het vanuit Open Vld dan nog wat moeilijker. We staan voor moeilijke tijden en dat vergt dappere oplossingen. Wij willen de kostendekkingsgraad met een veelvoud van vier verhogen van 0,5 naar 2 procent per jaar. Dat is een inspanning die u een tijdje zult moeten volhouden en die wij ook een tijdje willen volhouden.
Ik ben het niet eens met uw redenering dat dit leidt tot minder openbaar vervoer. Misschien zal het tijdelijk leiden tot minder openbaar vervoer, maar ik benadruk even onze stelling. Gratis afschaffen zal hoe dan ook leiden tot meer ontvangsten. Die meerontvangsten kunnen we deels gebruiken voor het verbeteren van de kostendekkingsgraad, maar moeten we deels ook gebruiken voor investeringen. Zoveel is duidelijk.
De aanpassing van het decreet Basismobiliteit moet ervoor zorgen dat de marginale kosten die we hier en daar hebben en die absoluut niet meer opwegen tegen de marginale maatschappelijke opbrengsten, er uitgehaald kunnen worden zodat de efficiëntie van het mobiliteitsbeleid verhoogt. U kent mijn stokpaardje: steden en gemeenten moeten dringend meer beslissingsbevoegdheid krijgen niet alleen een adviserende bevoegdheid tegenover de Lijn, maar ook een beslissingsbevoegdheid zodat er eindelijk een efficiënte De Lijn komt. Dat zeg ik hier met de grootste stelligheid. Minister, dit alles moet dan leiden tot een beter openbaar vervoer. Als een beter openbaar vervoer ook leidt tot een beter gebruik, dan zijn we met zn allen tevreden.
Minister, wilt u nog reageren?
Voorzitter, vrouwen hebben graag het laatste woord.
Mijnheer van Rouveroij, over een aantal zaken zijn we het eens, over een aantal niet. Over de prijs moet nog worden gediscussieerd. Dat debat moeten we zeer zorgvuldig voeren. We hebben het ook voor Limburg zeer zorgvuldig onderzocht. Ik heb nog wat tijd. U hebt zelf met uw partij in het begin van deze legislatuur een resolutie goedgekeurd waarin staat dat er rekening moet worden gehouden met de prijselasticiteit en dat er een duidelijk zicht is op het tariefbeleid op het moment dat er geautomatiseerd wordt. Hier werk ik aan op dit ogenblik. Ik doe het zo snel als ik kan, maar het moet zorgvuldig en goed doordacht zijn.
Ik ben het ook met u eens dat als De Lijn en ik hoor het u graag zeggen en ik hoop dat u het blijft zeggen extra inkomsten verwerft, een deel van die inkomsten gebruikt moet worden om te herinvesteren in het bedrijf. Zo zorg je ervoor dat De Lijn geen melkkoe wordt. Het is een belangrijk statement en ik houd er u aan. Het is ook mijn mening.
U zegt dat steden en gemeenten inspraak moeten hebben en daar ben ik het mee eens. Maar als u denkt dat men tot een grotere efficiëntie komt als elke stad en elke gemeente haar eigen openbaar vervoer mag regelen, dan hebt u het verkeerd. Ik heb meegemaakt dat bij de besparingsinspanning die De Lijn in 2012 heeft gedaan, er luid werd geroepen waar er overal lege bussen mochten verdwijnen, maar wel op het grondgebied van de buurgemeente. Ik geloof daar dus niet in.
Voorzitter, het is een kwestie van hoe het debat wordt geleid of gevoerd, maar op dit moment ben ik op drie verschillende plaatsen in mijn toespraak: bij mobiliteit, investeringen en opeens ook bij het bankenplan.
De heer Watteeuw heeft een punt. Als hij het heeft over mobiliteit, moet men natuurlijk niet beginnen over het bankenplan of wat dan ook. Dat is niet leuk voor diegene die op het spreekgestoelte staat.
Mijnheer Vereeck, ik hoop dat u daar rekening mee houdt.
Collega, mijn oprechte excuses, maar de minister-president had het opgeworpen en ik moest er dus iets over vragen.
Minister, u kunt natuurlijk niet het onmogelijke doen voor investeringen in het openbaar vervoer, maar ik heb recent ook al gezegd dat de uitbreiding van het tramaanbod sneller zou moeten gaan. Ik verwijs even naar wat er de laatste vijf jaar in de Franse steden is gebeurd. Het is onvoorstelbaar. In mijn eigen stad werd in januari 2003 het Pegasusplan gepresenteerd voor vijf nieuwe tramlijnen. Momenteel is daarvan 4 kilometer gerealiseerd.
Ik heb deze week aangetoond dat sinds 2008 het aantal afgelegde kilometers door trams met 5 tot 6 procent gedaald is.
Dit geeft dus aan dat de tramrenaissance, die duidelijk bestaat in Spanje, in Frankrijk en zelfs in Italië, hier nog niet is doorgedrongen. Ik hoop dat u er in de komende jaren echt werk van zult maken.
Mijnheer van Rouveroij, inzake de kostendekkingsgraad richt ik me even tot u, want het is iets dat u steeds herhaalt. Als u het hebt over het aanpassen van de basismobiliteit, zegt u dat we vraaggestuurd moeten optreden, dat we een aanbod moeten creëren vanuit de vraag. Ik ga er dan ook van uit dat uw partij in de grote steden, waar een grote vraag naar tramlijnen is, er geen enkel probleem van zal maken wanneer er een tramlijn in eigen bedding moet worden aangelegd en daarvoor ook een aantal parkeerplaatsen moeten sneuvelen. Ik gaf daarnet het voorbeeld van het Pegasusplan. De reden waarom het niet gelukt is, heeft veel te maken met die houding. Ik ga er dus van uit dat uw houding nu gewijzigd is.
Een heel korte reactie. Ja, we zijn bondgenoten als het gaat over meer investeren in De Lijn, zeker in de grote steden. Zoals ik daarstraks een lans brak voor de plattelandsgemeenten, wil ik bij dezen een lans breken voor de grote steden als het gaat over vertramming. En dan doe ik even nog een boude uitspraak: ik denk dat er minder vertramming nodig is in Limburg dan in Antwerpen en Gent, dat is de realiteit inzake gebruik.
Als het gaat over de stijging van de kostendekkingsgraad met 2 procent, dan denk ik niet dat dat zon grote inspanning is, als we ik herhaal het nogmaals het gratisverhaal afschaffen. We zullen er natuurlijk niet geraken als we een zeker mate van gratis handhaven, dat is duidelijk.
U had nog een tweede vraag?
Ik had nog een vraag over de projecten in de steden. Ik ga ervan uit dat uw partij op geen enkel moment nog een probleem zal hebben met het aanleggen van een tramlijn waar een grote vraag naar is in eigen bedding waarbij enkele parkeerplaatsen moeten sneuvelen.
Dit is zon klassieke groene fetisj. Wat is de doelstelling? De minister zal me ogenblikkelijk bijtreden. Wat is de bedoeling? De bedoeling is dat een tram zo snel en zo vlot mogelijk van A naar B rijdt. Er zijn verschillende middelen om dat doel te bereiken, één daarvan kan, maar moet niet, een eigen bedding zijn. Een eigen bedding is geen doel op zich, dat is zon fetisj van Groen: overal en altijd eigen beddingen. Wij zeggen neen, want mobiliteit is een en/en-verhaal: en voor de voetganger, en voor de fietser, en voor het openbaar vervoer, maar ook voor de automobilist.
En dan zegt het Federaal Planbureau: in 2030 staan we stil.
Voor wie zou twijfelen, het gaat nu dus duidelijk over Gent het is eens iets anders dan Antwerpen.
Mijnheer Watteeuw, wat de tram betreft is het duidelijk dat deze Vlaamse Regering keuzes maakt om nieuwe tramlijnen aan te leggen. Keuzes die gebaseerd zijn op onderzoek, op maatschappelijke kosten-batenanalyses. U verwijst naar een Pegasusplan: dat plan was een structuurvisie was die een paar maanden voor de verkiezingen werd aangekondigd, maar na die verkiezingen moest de regering keuzes maken en knopen doorhakken. Het zijn budgettair moeilijke tijden u verwees daarnet naar onderwijs, naar alle uitdagingen die er zijn en dus moeten we ervoor kiezen om in tramverlengingen te voorzien waar we het meeste rendement halen. We hebben er zo een aantal in Oost-Vlaanderen, meer bepaald in Gent, want dat is natuurlijk de plaats waar de tram rijdt. We hebben er ook in Antwerpen, we hebben er twee ingehuldigd.
Als u zegt dat het aantal tramkilometers gedaald is dat heb ik ook in de pers gezien de voorbije weken , dan heb ik toch een klein probleem omdat u niet helemaal eerlijk bent in uw communicatie. In Gent is het aantal tramkilometers gedaald en daarvoor zijn er een aantal oorzaken.
Een eerste oorzaak zijn de heel ingrijpende wegenwerken die er geweest zijn op trajecten waar de tram rijdt. Als u natuurlijk de impact van deze werken meerekent om te zeggen dat het aantal tramkilometers gedaald is, dan is dat niet helemaal juist.
Ten tweede is op een aantal trajecten in Gent en in Antwerpen s avonds laat ingegrepen op het aanbod van de tram. Ik heb dat ook in de commissie Openbare Werken uitgelegd. We hebben in de mate van het mogelijke geprobeerd om de daling van het aantal tramkilometers te compenseren door waar mogelijk een bus in te zetten, want als de tram niet volzet is op sommige momenten, dan moeten we ervoor zorgen dat er een goedkoper alternatief kan rijden, maar dan moeten we die ook meetellen natuurlijk.
Ten derde, het is in mijn ogen ook belangrijk niet zozeer een statistiek met het aantal door de tram afgelegde kilometers op te stellen. We moeten ook kijken naar het aantal reizigers dat hiervan gebruik heeft gemaakt. Dat is iets wat ik de heer Watteeuw in zijn communicatie niet hoor vermelden.
Op die laatste opmerking kan ik gemakkelijk een antwoord geven. Ik kan die cijfers niet vinden. Ik heb vrij gemakkelijk gevonden hoeveel kilometers de tram heeft afgelegd. Dat is echter slechts een indicator. Ik zou graag over meer informatie beschikken. Ik heb die informatie echter niet.
Volgens de minister ben ik niet helemaal eerlijk geweest. Er zijn immers werkzaamheden in Gent geweest. Dat klopt. De cijfers die in de pers zijn gekomen, gelden echter voor heel Vlaanderen. Het aantal afgelegde kilometers is in heel Vlaanderen met een miljoen op jaarbasis gedaald. In Oost-Vlaanderen, waar het grotendeels om Gent gaat, betreft het 300.000 kilometer. In de rest van Vlaanderen gaat het dus om 700.000 kilometer. In Gent bedraagt de daling 10 tot 12 procent. In heel Vlaanderen gaat het om een daling met 7 procent. We kunnen dus niet stellen dat het enkel aan die werkzaamheden ligt. Bovendien gaat het om verschillende jaren. In 2008, 2009, 2010 en 2011 is telkens opnieuw een daling vastgesteld.
Verder verwijst de minister naar een structuurplan dat vlak voor de verkiezingen is gepresenteerd. Ze heeft het allicht over Horizon 2020, een plan dat minister Lieten heeft gepresenteerd. Het Pegasusplan zelf, een studie over het openbaar vervoer in de Gentse regio, is echter in januari 2003 voor het eerst gepresenteerd. In dat plan is sprake van vijf nieuwe tramlijnen.
Ik wil het nog even over de inlevering van de ambtenaren hebben. Ik zal hier niet te lang bij blijven stilstaan, er is al voldoende over gediscussieerd. Ik ben nog steeds zeer ongerust om wat met de loonmassa van de ambtenaren en van de mensen in het onderwijs zal gebeuren. Het lijkt me een goede zaak het overleg alle kansen te bieden. De bonden moeten de mogelijkheid krijgen tijdens het overleg nog alternatieven te formuleren. Het lijkt me noodzakelijk nog andere oplossingen te zoeken. In elk geval is de minister met die besparing op de lonen van de ambtenaren nog niet thuis. Dit is nochtans cruciaal voor het begrotingsevenwicht.
Ik vind in de Septemberverklaring geen enkel woord over het klimaat terug. Ik weet dat de minister-president gedurende lange tijd en zelfs nog het afgelopen weekend besprekingen heeft gevoerd. Dit vergt natuurlijk heel wat inspanningen en hij kan niet van alles op de hoogte zijn. Het is hem dan misschien ook ontgaan dat afgelopen weekend ongeveer 60.000 Vlamingen in verschillende steden en gemeenten voor een doortastend klimaatbeleid hebben gezongen. Die mensen zongen Do it now, een niet mis te verstane oproep aan de Vlaamse Regering.
Vlaanderen is op dit vlak alvast niet goed bezig. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) heeft recent de rekening gemaakt. Tussen vandaag en 2020 zullen we hier 24 tot 35 miljoen ton CO2-equivalent te veel uitstoten. Ik kan me voorstellen dat de minister-president van acties als Sing for the climate niet wakker ligt. Misschien zou het hem boeien de cijfers van de VITO even in centen te vertalen: de te grote uitstoot aan broeikasgassen zal ons tussen nu en 2020 240 tot 350 miljoen euro kosten. Dat is 30 tot 45 miljoen euro per jaar.
Deze uitgaven kunnen, zeker nu we elke eurocent moeten omdraaien, tellen. In plaats van dat geld aan emissiekredieten te besteden, wat nu noodzakelijk lijkt, zouden we het beter in een groene economie in Vlaanderen investeren. Dat lijkt me beter voor onze gezondheid, ons klimaat en onze economie.
Ik wil erop wijzen dat tijdens Sing for the climate in sommige steden ook vertegenwoordigers van de Vlaamse meerderheidspartijen opvallend aanwezig waren.
Minister-president, als je daar op dat moment aanwezig bent, neem je een engagement op, maar dat deed u alvast niet tijdens de Septemberverklaring. Dit najaar moet er een sterk klimaatplan komen dat garanties biedt voor de vermindering van uitstoot van broeikasgassen met 4 procent op jaarbasis. We moeten de moed hebben om dat zelfs decretaal te verankeren.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Watteeuw, u moet weten wat u wilt. Enerzijds zegt u dat we een oplijsting maken in de Septemberverklaring en dat we te veel aan het doen zijn, anderzijds verwijt u ons dat er niets in staat over klimaat. U weet al te goed dat we volop werken aan een nieuw klimaatbeleidsplan, u verwijst er zelf naar.
U verwijst ook naar de VITO-studie. U weet dat we die VITO-studie zelf hebben besteld, om op basis daarvan maatregelen te nemen voor de post-Kyotoperiode, die ingaat vanaf 2013 en duurt tot 2020. Die studie is op onze vraag gemaakt en op basis daarvan zullen we voor het einde van het jaar een nieuw Vlaams klimaatbeleidsplan opmaken. We zijn vorig jaar gestart met de voorbereiding, dus we werken daar volop aan. Zeggen dat er niet wordt gewerkt aan klimaat, klopt absoluut niet.
Aangezien minister Schauvliege haar fameuze klimaatbeleidsplan benadrukt, wil ik even tussenkomen. De mensen die in dit parlement het klimaat opvolgen, weten dat de cijfers op het vlak van de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen niet goed zijn. De prognoses zijn ook heel negatief. Het zal een belangrijke economische en financiële impact hebben als we onvoldoende investeren in klimaatbeleid.
Minister, als mijn fractieleider zegt dat het klimaat in de Septemberverklaring had moeten staan, dan gaat het erover dat de vaststelling over klimaat vandaag negatief is, en dat we uitkijken naar maatregelen. U kondigt al zo lang nieuwe maatregelen aan en het opstellen van een klimaatbeleidsplan, en we vergaderen en we houden conferenties en we doen dit en we doen dat, maar het zijn allemaal woorden en het is allemaal papier. We moeten nog altijd de maatregelen treffen en die zouden hun plaats kunnen krijgen in zon Septemberverklaring.
Mijnheer Sanctorum, u zegt dat we geen resultaten hebben, maar die hebben we wel. U weet dat we op koers zitten om de Kyotodoelstellingen te halen. We zitten nu aan min 5,2. Dus wat u zegt, klopt niet. U verwijst naar de komende periode. We zijn op tijd begonnen aan de opmaak van het nieuwe klimaatbeleidsplan. U zegt dat er niets over klimaat in de Septemberverklaring staat. Ik verwijs naar maatregelen die erin staan over energiezuiniger bouwen en renoveren enzovoort. Uiteraard leveren die ook een bijdrage aan het klimaat.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, een plan is één zaak, maatregelen is iets anders, zegt u terecht. Voor die maatregelen mag u niet enkel kijken naar de bevoegde minister voor klimaat, maar ook naar haar collegas en wat zij doen. In de komende jaren wordt 500 miljoen euro geïnvesteerd in het renoveren en energiezuinig maken van sociale woningen. Dat is een heel belangrijke maatregel omdat uit veel studies blijkt dat we in Vlaanderen nog veel winst te boeken hebben, vooral op het vlak van het energiezuiniger maken van ons eigen patrimonium, en overigens ook van ander patrimonium. Huizen die worden verhuurd, zullen niet meer kunnen worden verhuurd tegen 2020 als ze niet beschikken over dakisolatie. Dat is ingeschreven in de Wooncode en vorig jaar goedgekeurd door dit parlement. Collegas kunnen concrete maatregelen nemen die bijdragen tot een beter klimaat, en dat doen ze ook.
Minister Van den Bossche, het klopt dat dit niet alleen de bevoegdheid is van de minister bevoegd voor het klimaat. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Vlaamse Regering omdat er zoveel verschillende sectoren zijn waarin de uitstoot van broeikasgassen naar beneden moet. Het is wel vrij ironisch dat u de energiezuinige woningen aanhaalt, want u weet dat de laatste cijfers aantonen dat de uitstoot van broeikasgassen in de gebouwensector stijgt, ondanks het feit dat de Vlaamse Regering de nadruk legt op wat ze doet op het vlak van energiezuinige woningen.
Minister Schauvliege zegt met veel bombarie dat we een daling van 5,2 procent realiseren wat de broeikasgasuitstoot betreft. Minister, dat is dankzij de aankoop van dure emissierechten in het buitenland, een mechanisme dat Vlaanderen geld kost.
En, minister Muyters, dat geld kunnen we goed gebruiken voor andere zaken. Het lijkt me dus maar normaal dat daar in de Septemberverklaring een zeer duidelijk hoofdstuk aan zou worden gewijd.
Minister-president, de heer Vereeck, die nu even afwezig is, is daarnet al even ingegaan op uw bankenplan. Ik wil daar ook nog een korte opmerking over geven. Het is vrij logisch dat u ervoor probeert te zorgen dat banken meer krediet verschaffen. Natuurlijk vind ik dat een goede optie. De regering neemt de risicos voor een deel op zich, maar eigenlijk is dat dus voor de belastingbetaler. Ik heb het bankenplan doorgenomen. Wat me voorlopig vooral opvalt, is dat het vrij voorwaardelijk is. Ik veronderstel dat het nog verder zal worden uitgewerkt. Eigenlijk is er maar één heel concrete passage, die stelt dat het beschikbare geld van de waarborgen moet worden opgebruikt. Ik begrijp dat, maar voor de rest zijn er echt geen duidelijke doelstellingen, is het kader vrij vaag. Ik denk dat we nu net nood hebben aan heel concrete, correcte regels. Het uitbreken van de financiële crisis ligt eigenlijk nog niet zo lang achter ons. Het verbaasde me dan ook dat een instrument zoals dat van de covered bonds als eerste wordt vermeld, terwijl dergelijke bonds eigenlijk mee aan de basis lagen van, een belangrijk element waren in de zware kredietcrisis. Dat u wilt dat de banken meer krediet verschaffen, is op zich een goede keuze, maar ik denk dat die nota echt nog moet worden uitgewerkt. Die crisis is te belangrijk geweest om er geen lessen uit te trekken, en er zijn natuurlijk andere mogelijkheden. Zo zou men de overheidsbank Belfius kunnen gebruiken om gemakkelijker kredieten te verschaffen wanneer die noodzakelijk zijn.
Minister-president, een laatste puntje betreft de verankering. Momenteel zijn er op dat vlak een aantal spectaculaire voorbeelden. Dat geef ik toe. Momenteel loopt dit echter moeilijk, als we zien dat Telenet wordt uitgekocht door Liberty Global. Ook werd het Gentse biotechbedrijf Devgen overgenomen door een Zwitsers bedrijf. Devgen was toch een van de meeste succesvolle spin-offs van de Universiteit Gent en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Dat wordt nu van de beurs gehaald. Dat is een bedrijf waar Vlaanderen veel geld in pompt. En dan mag u nog van geluk spreken dat Ford Genk nog altijd mag hopen op de productie van de Mondeo. In dat licht lijkt het erop dat het verankeringsbeleid van de Vlaamse Regering wat sputtert. Ik vrees dat Vlaanderen steeds meer een wingewest wordt, waar de grote spelers op de wereldmarkt hun zin komen doen. De top van de Vlaamse Regering moet daar bijzonder alert voor zijn. U moet ter zake een strategie ontwikkelen, want voorlopig blijkt u machteloos te staan.
Een begrotingsevenwicht is heel erg belangrijk, maar maatschappelijke evenwichten zijn minstens even belangrijk. In de Septemberverklaring heb ik geen nieuwe mogelijkheden gehoord om die vele noden te lenigen. We kunnen ons echt geen Vlaamse Regering op automatische piloot veroorloven. (Applaus bij Groen)
Voorzitter, geachte leden, ik kan vrij kort zijn. De collegas hebben immers al diverse uiteenzettingen gegeven. Ook gezien het gevorderde uur denk ik dat niemand zit te wachten op een zeer lang betoog van mijn kant. Bepaalde uiteenzettingen waren interessant, andere iets minder interessant, maar ik zal proberen op alle uiteenzettingen te antwoorden.
De eerste vraag of bewering van de oppositie vooral was dat deze regering buiten de realiteit leeft of blind is. Die woorden zijn gezegd door bepaalde mensen van de oppositie. Wij leven natuurlijk in moeilijke tijden. Kijk naar wat er vandaag in Griekenland en andere Europese landen gebeurt. Daarom is een begroting in evenwicht van zeer groot belang.
Daarstraks heb ik ook al cijfers gegeven. De onheilsprofeten, zoals de heren van Rouveroij en Watteeuw, zeggen dat wij niet zien hoe slecht het gaat. Ik heb hier cijfers, collegas, op basis waarvan we toch kunnen zeggen dat er een heropleving is of we moeten aanmoedigen dat die zich verder ontspint. Het consumentenvertrouwen is er één van, de exportcijfers een ander, net als het aantal nieuwe ondernemingen, om er enkele te noemen. Een regering en een regeringsleider moeten er alles aan doen om het vertrouwen van de Vlamingen te verstevigen, zodat er wordt geconsumeerd, want die consumptie is van essentieel belang om onze economie draaiende te houden.
Met een begroting in evenwicht hebben we een heel goede en belangrijke keuze gemaakt en hebben we het fundament voor de toekomst gegoten, verder gegoten, voor de derde keer. Ik verwijs naar de discussies die zich afspelen in andere Europese landen. Een van de redenen dat we met de euro problemen hebben, is dat Europese landen hun budgettaire situatie niet op orde hebben gekregen, met alle gevolgen van dien. Daarom is het zo belangrijk een begroting in evenwicht te hebben.
We hebben de keuzes gemaakt voor een begroting in evenwicht en om verder te investeren als overheid, ook in innovatie. Dat zijn productiviteitsverbeteringen, die zich nu volop verder moeten ontwikkelen. En dat gaat het vertrouwen in onze economie versterken, met alle positieve gevolgen van dien.
Collegas, er is hier verder gezegd dat er geen cijfermateriaal zit in de Septemberverklaring. U zou geen cijfers hebben gekregen. U hebt die cijfers wel gekregen. Minister Muyters heeft ernaar verwezen, maar ik heb nog iets anders. Ik ben afkomstig van Antwerpen, dus ik pas de bescheidenheid mondjesmaat toe. Hebt u de State of the Union van de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso, beluisterd? Hoeveel cijfers heeft die in zijn State of the Union gegeven? Nul. (Rumoer)
Een ander voorbeeld, ik wil mijn bescheidenheid nog verder beoefenen. Hoeveel cijfers heeft Obama in zijn State of the Union genoemd? Zes cijfers. (Applaus)
Hoeveel cijfers zitten er in mijn Septemberverklaring? Zeven! (Applaus. Gelach)
Collegas, kom dus niet af met de opmerking dat er geen cijfers in staan. Ik wil nog meer zeggen: mijn Septemberverklaring heeft welgeteld 22 minuten en 30 seconden geduurd, die van Barroso 45 minuten en die van Obama 1 uur en 5 minuten. Ik heb niet enkel meer cijfers gegeven dan deze twee belangrijke collegas, maar ik heb het ook nog korter gehouden.
Heel belangrijk is, collegas, dat we niet blind zijn voor de realiteit. Een begroting in evenwicht is een heel belangrijk statement. Het is heel belangrijke besluitvorming van deze Vlaamse Regering, waar andere regeringen spijtig genoeg niet in slagen.
Ten derde zijn er duidelijke keuzes gemaakt. Ik heb de indruk dat sommige mensen van de oppositie uur per uur worden geconfronteerd met elementen in die Septemberverklaring die ze nog niet hadden gezien of misschien hadden ze erover gezien. Die Septemberverklaring is een document waar hard aan wordt gewerkt en waarin elke zin en elk woord hun betekenis hebben. U moet dat zeer grondig voorbereiden en niet, zoals de heer Watteeuw, wakker worden en opeens zien dat die 1 procent ook slaat op onderwijs.
Die duidelijke keuzes die we gemaakt hebben, zitten heel duidelijk in deze Septemberverklaring. We gaan voor een innovatieregering. Het is al gezegd: we gaan voor plus 65,4 miljoen euro. In moeilijke tijden kiezen wij onverkort voor innovatie voor een sterkere productiviteitsaanmoediging. We zijn ook een investeringsregering. Dat blijkt uit de 500 miljoen euro voor renovatieprogrammas in de sociale huisvesting, de 750 miljoen euro voor wegen en waterwegen en de investeringen in schoolgebouwen. We zijn een onderwijsregering. In moeilijke omstandigheden hebben we bevestigd dat onderwijs voor ons essentieel is. Dat blijkt uit de hervorming van het hoger onderwijs, de omkadering van het basisonderwijs en de werken aan de schoolinfrastructuur. Dat zit allemaal vervat in deze Septemberverklaring. We zijn een welzijnsregering. We weten wat we kunnen en wat we nu niet kunnen doen. Er zijn keuzes gemaakt.
Als u beweert dat dit een kopie is van de vorige Septemberverklaring, dan hebt u de tekst niet goed gelezen ofwel probeert u hetzelfde te doen als vorig jaar, wat uw volste recht is natuurlijk.
Er is heel wat tijd gegaan over de zesde staatshervorming. U vroeg of we geen provisies moesten aanleggen, of dat niet wijs was. Ik heb het laten nakijken voor degenen die er graag de geschiedenis bij halen. De Lambermontstaatshervorming gebeurde onder de toenmalige regering-Dewael. Heeft die Vlaamse Regering toen provisies aangelegd? (Rumoer)
Neen, dat heeft ze niet gedaan. Ze heeft die staatshervorming evenmin voorbereid. Ze heeft alleen maar een nieuwe tiende minister aangeduid, en dat was minister van Landbouw Dua. (Rumoer)
Ik ga ervan uit dat wij die zesde staatshervorming voorbereiden en de nodige beslissingen hebben genomen rond het groenboek en rond de responsabiliseringsbijdrage. Als we bijkomende informatie krijgen, zullen we samen met de Federale Regering werken aan de implementatie van die staatshervorming. We zien dat niet als een molensteen rond onze nek, maar wel als een mogelijkheid om bijkomende keuzes te maken. Dat is het debat dat we gaan voeren over het groenboek. Daar gaan we met dit parlement verder over discussiëren. We gaan debatteren over de nieuwe bevoegdheden, onze prioriteiten en onze keuzes. We gaan debatteren over de bevoegdheden en de daaraan gekoppelde financiële middelen. (Applaus bij de meerderheid)
Voorzitter, er zal nog heel wat gediscussieerd worden tijdens het eigenlijke begrotingsdebat. Ik heb twee opmerkingen. Het is goed dat u gezegd hebt dat u van Antwerpen komt. Ik zou mezelf nooit willen vergelijken met Obama of Barroso. U doet dat wel. U zegt dat u bescheiden bent want zie eens met wie ik me maar vergelijk. Daaruit blijkt dat u wel degelijk van Antwerpen komt.
Ik ga niet nog eens mijn standpunt over de reserves herhalen, tenzij zeer kort. Mijn punt is: u bent niet consequent als u aanvaardt dat de zesde staatshervorming centen gaat kosten aan Vlaanderen. U moet het voor mij niet doen, maar dan begrijp ik niet waarom u geen reserves aanlegt, tenzij u daar effectief niet in gelooft. U moet voorzichtig zijn als u naar de geschiedenis verwijst, naar de regering-Dewael en de Lambermontakkoorden. Toen moesten er hoe dan ook geen reserves worden aangelegd. De Lambermontakkoorden waren overigens geen goede zaak. Ze brachten ons wel geld op.
Dit gaat ons geld kosten. Dat was mijn punt. Van mij moet u die reserves niet aanleggen. Maar als u in uw eigen logica zou blijven, moet u dat wel doen. Dus is het beeld van uw begroting in onze ogen vertekend.
Tot slot, ik heb hier vastgesteld dat onze goede collegas van de N-VA het akkoord loyaal zullen uitvoeren, wat ook de uitkomst is. U hebt ook gezegd dat we nog moeten gaan onderhandelen, want het zal, zoals ook ik in mijn toespraak heb gezegd, een centenkwestie worden. Het zal niet meer gaan om de vraag of het goede of halfgoede overdrachten zijn. Het zal een hard debat worden over de centen: wie zal wat betalen?
U hebt in uw repliek gezegd dat u het met alle coalitiepartners eens bent: wat ook de uitslag is, u zult hem loyaal uitvoeren. Dat is de fractievoorzitter van de N-VA hier ook met zoveel woorden komen belijden. Het was een geloofsbelijdenis: Wat er aan de andere kant van de straat ook gebeurt, wij gaan hier loyaal alles uitvoeren.
Minister-president, dat is misschien niet uw probleem maar ik denk dat er nu al telefoontjes vertrekken naar de meerderheidspartijen van de Federale Regering aan de andere kant van de straat om te zeggen: Het is in orde. De N-VA gaat misschien wat oppositie voeren maar het zal, zoals de fractievoorzitter het heeft gezegd, symbolisch zijn. Het is dus in de sacoche.
Minister-president, u was daarnet grappig, erg grappig. Maar, spijtig genoeg, de toestand waarin Vlaanderen zich bevindt, is dat allerminst. In die zin vond ik het toch deels ongepast. Voor Open Vld is het duidelijk dat deze Vlaamse Regering meer dan ooit het vertrouwen niet verdient.
Minister-president, ik was verrast door het feit dat u over het water keek naar Obama. Als een Antwerpenaar over het water kijkt, heeft hij het meestal over Sint-Anneke en niet over Washington.
Ik ben het nu al twee jaar fundamenteel oneens met het feit dat die evenwichtsbegroting een goede zaak zou zijn. Op zich is zij dat wel, maar ze is geen goede zaak omdat ze eigenlijk onevenwichten maskeert. De essentie van het debat van vandaag is dat de begroting in evenwicht is omdat u geen buffers of provisies aanlegt voor de zesde staatshervorming. Op zich kan dat een keuze zijn, maar eigenlijk neemt u een voorafname op de zesde staatshervorming. Wat u dan eigenlijk zegt, is dat u de korting die zal gebeuren vanuit het federale niveau u krijgt nieuwe bevoegdheden maar u krijgt maar 80 procent van de middelen waarschijnlijk gewoon zal moeten accepteren. Als u maar 80 procent van de middelen van de kinderbijslag krijgt, zult u ook de premie met 20 procent moeten inperken. De budgettaire operatie die op ons afkomt wanneer we die overdracht krijgen met die beperkte middelen, is gigantisch. Ofwel rijdt u dat gat dicht naar 100 procent, en dan moet u echt nu beginnen zoals de SERV zegt, en dan kunnen we debatteren over hoe groot die inspanning is , ofwel rijdt u dat gat niet dicht, maar dan zult u op het moment dat die bevoegdheden er zijn, moeten besparen. U hebt vandaag met zoveel woorden toegegeven dat die besparing er zal komen. Alle bevoegdheden die overkomen, zullen maar voor 80 procent worden uitgevoerd. Dat zullen de Vlamingen natuurlijk voelen. Dat is voor mij de essentie.
Minister-president, ik was niet de enige die verrast was door die 1 procent voor onderwijs. Ik was verrast omdat ik uw woorden en de woorden van de mensen van uw Vlaamse Regering normaal gezien ernstig opneem.
Ik was verrast omdat u zegt dat leerkrachten een speciale plaats innemen en dat u bezorgd bent om hen. Ik was verrast omdat uw regering spreekt over een herwaardering van het beroep leerkracht. Ik was verrast omdat u altijd zegt dat wij een kennisregio zijn en dat onderwijs daar een belangrijke rol in speelt. Dan vind ik het zeer vreemd dat u afkomt met die 1 procent besparing op de loonmassa van ambtenaren, ook van onderwijs.
Ik heb de indruk dat het hier puur om een politieke deal gaat, een spel stratego op de kap van het personeel. Ik weet nu waar de scenarioschrijvers van Borgen hun inspiratie haalden.
U hebt het over uw beroemde collegas, zoals Barroso en Obama. U bent er één vergeten, de persoon waar u het meeste mee gemeen hebt, namelijk Poetin. (Opmerkingen. Rumoer.)
Zijn motto is namelijk: Ik ben er, en dat is genoeg. Dat geldt ook voor u. (Applaus bij Groen)
Ik heb al gezegd dat er interessante betogen waren. Dat laatste betoog klasseer ik bij eigenlijk (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.