Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Jans, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, collegas, dit ontwerp van decreet wijzigt het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid met de bedoeling het in overeenstemming te brengen met het decreet van 15 juli 2011, het Planlastendecreet. Concreet betekent dit dat de verschillende plannen die lokale besturen moeten maken, geïntegreerd worden in één meerjarenplan, legislatuurgebonden en afgestemd op de lokale beheers- en beleidscyclus.
In het decreet van 2004 werd het lokaal sociaal beleid duidelijk omschreven. Dat wordt ook behouden. Om dit lokaal sociaal beleid te realiseren, moest het lokaal bestuur toen één lokaal sociaal beleidsplan opmaken, een meerjarenplan voor de duur van zes jaar, met een tussentijdse evaluatie en bijsturing na drie jaar.
Het in overeenstemming brengen van het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid met het Planlastendecreet betekent dat er geen afzonderlijk lokaal sociaal beleidsplan meer moet worden opgemaakt en dat het lokaal sociaal beleid opgenomen wordt in de strategische meerjarenplanning van de lokale besturen.
De minister wees er in de commissie ook op dat een degelijk en krachtig lokaal sociaal beleid moet steunen op de samenwerking tussen de gemeente en het OCMW. Het is belangrijk dat er een gemeenschappelijk te doorlopen planningsproces door gemeente en OCMW wordt opgemaakt inzake het lokaal sociaal beleid, en dat er ook een geïntegreerde visie rond wordt uitgebouwd.
De minister benadrukte ook dat de noodzaak tot samenwerking al werd bevestigd in het beleid van de Vlaamse Regering, onder andere door de nu reeds bestaande mogelijkheid om de functies van OCMW-voorzitter en schepen van Sociale Zaken in één persoon te verenigen. Vanaf 2013 wordt dat trouwens een opgelegde verplichting
Daarnaast benadrukte de minister dat in het gezamenlijke planningsproces de dialoog en de participatie nadrukkelijk aan bod moeten komen. Bevolking en lokale actoren moeten worden betrokken bij de voorbereiding, de uitvoering en de voortgang van het lokaal sociaal beleid.
Voor de ondersteuning van het lokaal sociaal beleid wordt door de Vlaamse overheid niet in afzonderlijke structurele subsidies voorzien. Er kan door de lokale besturen wel ingeschreven worden op de Vlaamse beleidsprioriteiten en op de daarmee verbonden mogelijkheid om subsidies aan te vragen.
Er werd advies gegeven door de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en door de Raad van State. Dat werd grotendeels gevolgd. Het ontwerp van decreet werd ook voorgelegd aan de Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme en verkreeg daar een gunstig advies.
Tijdens de algemene bespreking werd door zowel mevrouw Schryvers, de heer Dehaene als mezelf sterk benadrukt dat het opnemen van het lokaal sociaal beleid in de meerjarenplanning een belangrijke doelstelling is en dat dit de planlasten zal verminderen. De heer Dehaene benadrukte ook dat dankzij de samenwerking tussen alle betrokken actoren, ook in het verleden al, bij de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan, een belangrijke dynamiek is ontstaan binnen het sociale beleid en dat het een belangrijke plaats op de politieke agenda heeft gekregen.
Mevrouw Vogels was het daarmee eens. Zij stelde dat dit ontwerp van decreet de kans biedt om het sociale beleid te verankeren binnen andere bevoegdheden, maar dat veel zal afhangen van de ingesteldheid van het lokale bestuur. Bovendien stelde zij dat minder planlasten zeker niet hetzelfde betekent als minder betutteling. De lijst van Vlaamse betuttelingen blijft volgens haar nog lang.
Het ontwerp van decreet werd met acht stemmen bij één onthouding aangenomen in de commissie. (Applaus)
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, ik kan u bevestigen dat mijn fractie dit ontwerp van decreet zal steunen. Het is inderdaad belangrijk om de planlasten te verminderen en dat, minister, wilt u toch duidelijk realiseren met dit decreet.
Een geïntegreerd lokaal sociaal beleid is belangrijk. Maar we moeten er wel voor zorgen dat alle partners op het terrein hier een rol in kunnen spelen, en niet alleen de OCMWs en het gemeentebestuur.
Voorzitter, mijn fractie steunt dit ontwerp van decreet wel terwijl wij ons bij soortgelijke decreten inzake planlastvermindering binnen andere bevoegdheden altijd hebben onthouden. Wij doen dat omdat er in dit ontwerp van decreet geen rol meer is weggelegd voor het provinciale niveau, terwijl er in de andere decreten nog veel te veel bevoegdheden waren voor het provinciale niveau. Dit is trouwens in tegenspraak met het witboek Interne Staatshervorming. Voorzitter, u weet dat mijn fractie voorstander is van de afschaffing van het provinciale niveau.
De heer Dehaene heeft het woord.
Ik dank de verslaggever voor haar verslag. Het is zeer volledig.
Ik wil enkel nog onderstrepen dat ik het inderdaad belangrijk vind dat we de dynamiek in stand blijven houden die is ontstaan rond het totstandkomen van de lokale sociale beleidsplannen van de voorbije jaren. We moeten die dynamiek blijven gebruiken om het gedeelte van het sociaal beleid in het strategische meerjarenplan tot stand te laten komen in overleg met alle actoren. Het sociaal beleid wordt inderdaad niet alleen door de gemeente en het OCMW gecreëerd en uitgevoerd op het lokale niveau. Het is belangrijk dat we die dynamiek blijven gebruiken om een gedragen sociaal beleidsplan of onderdeel van het meerjarenplan te schrijven, te maken en goed te keuren.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, wij zullen ons onthouden om twee redenen.
Men stelt het voor alsof men lokale besturen, die inderdaad klagen over en kreunen onder de Vlaamse betutteling, de indruk geeft dat men daaraan met het Planlastendecreet iets zal veranderen. Ik ben daar absoluut niet van overtuigd. Wel integendeel. Soms ben ik het eens met de heer Dehaene. Bijvoorbeeld als hij tegen Uplace is, maar ook als hij zegt dat het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid meestal een zeer positieve drive heeft gecreëerd bij de lokale besturen en dat de afschaffing absoluut niet zou mogen leiden tot minder samenwerking op het terrein om een lokaal sociaal beleid te voeren.
Aan de andere kant biedt het opmaken van één groot gemeentelijk plan ook de opportuniteit om het lokaal sociaal beleid mee te binden aan andere bevoegdheden, zoals wonen, ruimtelijke ordening, enzovoort. Natuurlijk hangt alles af van de figuren en personen die dat lokale beleid zullen uitvoeren.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik sluit mij aan en wijs op het belang van het lokaal sociaal beleid. Ik ben het er absoluut mee eens dat in het verleden de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan een motor is geweest om met alle actoren rond de tafel te gaan zitten. Het is belangrijk dat het nu goed wordt ingebed in het volledige lokale beleid en dat het een volwaardig onderdeel binnen alle beleidsdomeinen wordt, zodat het zeker niet apart blijft bestaan. De opmaak van plannen, evaluaties en jaarverslagen vraagt heel veel tijd en energie van de ambtenaren. Dat heb ik in de praktijk al meegemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat ze die energie beter kunnen gebruiken op het terrein om daadwerkelijk stappen te zetten in het sociaal beleid.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik dank de collegas voor hun inschatting van het decreet. Het is juist dat het een uitvoering is van de ambitie van de Vlaamse Regering om iets te doen aan de planlast van de lokale besturen, maar de Vlaamse Regering wil ook respect opbrengen voor de autonomie van de besturen. Mevrouw Vogels, veel zal inderdaad afhangen van diegenen die op het lokale niveau het mandaat krijgen om daarmee aan de slag te gaan.
We hebben getracht er wat garantie in te stoppen en het, zoals u suggereert, te gebruiken als een soort opportuniteit om een meer geïntegreerd welzijnsbeleid mogelijk te maken. Het is dus een onderdeel van het strategisch meerjarenplan. We hebben ook uitdrukkelijk in de regelgeving ingeschreven dat OCMWs en gemeenten een gemeenschappelijk planningsproces moeten maken. Zo zoeken we toch mee naar de randvoorwaarden om die integratie mogelijk te maken.
In het ontwerp van decreet is ook opgenomen dat er moet worden gewaakt over de participatie van de lokale actoren en vooral zeer kwetsbare groepen. We denken decretaal een aantal incentives te hebben gegeven. Het is natuurlijk zo dat veel zal afhangen van de wijze waarop lokale besturen die verantwoordelijkheid invullen. Ik denk dat het in ieder geval een stap is in de richting van planlastvermindering en een meer geïntegreerd welzijnsbeleid.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1615/1)
De artikelen 1 tot en met 10 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.