Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, Nederland is geen voetballand meer, maar Nederland is nog wel een handelsnatie en al helemaal een onderhandelingsnatie. Dat blijkt uit dossiers als de Hedwigepolder en dat blijkt ook uit de Spartacuslijn 1 van Hasselt naar Maastricht, beter bekend als de wietlijn.
Over de verkeerskundige wenselijkheid van deze tramlijn kunnen nog heel wat studies gemaakt en debatten gevoerd worden. Maar wat me vooral verontrust, minister, is de kostprijs van dat hele project. Aanvankelijk gebudgetteerd op 55 miljoen euro, kwam u vorig jaar september met uw eigen cijfer van 136 miljoen euro. Het gaat om de investeringskosten. Daar ontbraken nog wel een aantal elementen in, zoals de trams, de stelplaatsen en de bijdragen van de gemeenten, waardoor de totale kostprijs op ongeveer 240 tot 260 miljoen euro kan worden geschat. Die cijfers zijn vorige week in Het Belang van Limburg bevestigd door het projectmanagementteam van Spartacuslijn 1. U ziet dat die kosten behoorlijk de pan uit rijzen.
Minister, de exploitatiekosten van die lijn bedragen ongeveer 27,3 miljoen euro. Nu lees ik vandaag in Het Belang van Limburg dat de Nederlandse partner, de stad Maastricht, een deel van de onderhoudskosten voor het gebruik van de tramlijn in Maastricht , die ongeveer op 700.000 euro wordt geschat, ook wil doorsluizen naar De Lijn. Ook ProRail, het Nederlandse Infrabel, wil de onderhoudskosten van 100.000 euro volledig doorsluizen naar De Lijn.
Minister, wat is hiervan aan? Wat is de stand van zaken? Wat is het aandeel dat De Lijn zal moeten betalen in die Nederlandse onderhoudskosten? Hoeveel bedraagt de Vlaamse factuur op Nederlandse bodem?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, u weet dat op 23 september 2011 de Vlaamse Regering een beslissing heeft genomen over de verdere aanpak van het dossier over de Spartacuslijnen in Limburg. Wat Spartacus 1 betreft, is beslist om de lopende procedure stop te zetten. Men zei dat het goed zou zijn om een nieuwe procedure op te starten om in de mogelijkheid van een geëlektrificeerde tramverbinding te voorzien. Tegelijk heeft de Vlaamse Regering beslist dat het dossier nog eens naar de regering moet komen omdat een aantal zaken uitgeklaard moesten worden.
De eerste zaak waren uiteraard de overeenkomsten met de gemeenten. Daarover heeft al heel wat in Het Belang van Limburg gestaan. De tweede zaak waren de overeenkomsten met Nederland. U hebt zeer terecht opgemerkt dat het belangrijk is dat wij exact weten hoe de verdeling zal zijn van alle rechten en verplichtingen tussen Nederland en Vlaanderen wanneer wij overgaan tot een aanbesteding. Wat daar bijvoorbeeld een rol in zal spelen, is wie die lijn zal exploiteren, aan wie de inkomsten zullen toekomen van al wie gebruikmaakt van die tram. Mensen uit Vlaanderen kunnen een ticket kopen, mensen uit Nederland ook. Afhankelijk van de keuze die gemaakt wordt voor de exploitatie, moet je bekijken hoe de inkomsten worden toegewezen en hoe wederzijds gebeurlijke bijdragen worden betaald.
De heer Kesteloot en ikzelf hebben daar op 6 oktober toelichting over gegeven in de commissie Openbare Werken. U was daar ook zelf bij aanwezig. Er is toen duidelijk gesteld dat in die overeenkomsten met Nederland het derde deel, de duidelijke bepalingen rond gebruiksvergoedingen, moest worden opgenomen. Ik heb toen zelf gesteld dat er klare wijn moet worden geschonken over de manier waarop je dat zult verrekenen. Vooraleer dat duidelijk is, kunnen we niet aanbesteden. De discussie loopt op dit moment voort.
U zegt dat Maastricht wil dat een aantal kosten worden doorgerekend. Ik veronderstel dat de situatie zo is dat De Lijn de volledige exploitatie doet en ook alle inkomsten genereert. De discussie is nog niet uitgeklaard. Het dossier stond deze morgen op de agenda van de raad van bestuur van De Lijn. Er zijn nog een aantal extra vragen gesteld, onder andere door de regeringscommissaris. Het zal wellicht zijn beloop kennen op de volgende raad van bestuur.
Uw bemerking is terecht dat er zeer gedetailleerde afspraken over moeten worden gemaakt, maar die zijn vandaag nog niet volledig uitgeklaard. Ik kan vandaag dus niet stellen hoeveel er wederzijds zal moeten worden betaald.
Minister, u verrast mij een beetje. Ik dacht dat het gekend was dat De Lijn exploiteerde. De informatie die in Het Belang van Limburg staat, is namelijk gebaseerd op de hoorzitting die begin deze week werd georganiseerd door Maastricht. Er is toen heel duidelijk gezegd dat De Lijn exploiteert en een stuk van de onderhoudskosten moet overnemen.
Ik zal de vraag een beetje anders stellen. Het valt mij op dat er regelmatig een of ander financieel lijk uit de Spartacus-kast valt. Wat mij boeit, is het volgende. Is Spartacus een soort punt van geloof, waar niemand het nut van inziet, maar dat kost wat kost mag, een beetje zoals Vlaanderen in Actie (ViA)? Of zit er een ratio achter, en dan vooral een financiële ratio? Wordt het stopgezet indien een maximumfactuur, een financiële limiet, een drempelwaarde wordt overschreden? Met andere woorden, wat is eigenlijk de limiet op de Visa-kaart van Spartacus?
Mevrouw Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister, u zegt dat er nog geen afspraken werden gemaakt. Toch staat het Vlaamse Gewest gedurende 35 jaar garant voor de exploitatie van de tramlijn Hasselt-Maastricht. Ik kan mij dan ook moeilijk voorstellen dat er geen kostenraming werd gemaakt van die exploitatie. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
Minister, wat bedraagt de exploitatiekost voor die zes kilometer lange tramlijn op Nederlands grondgebied? Hoe staat dat in verhouding tot de inkomsten? Wat is er opgenomen in die exploitatiekosten: onderhoud, personeel, stroomverbruik enzovoort?
De heer Keulen heeft het woord.
Collegas, er is niets nieuws onder de zon. Het is conform de afspraken. Als je in het buitenland komt en je maakt gebruik van de sporen, betaal je daar als maatschappij, in dit geval De Lijn, een gebruiksvergoeding voor. Dat is niet zo voor bussen, maar wel voor de spoorwegen. De buitenlandse maatschappij die gebruikmaakt van de spoorwegeninfrastructuur, de spoorverbinding, betaalt daar een gebruiksvergoeding voor. Dat is geen lijk in de kast en het is ook niet slecht onderhandeld. Het is een vast patroon.
Als de De Lijn hier in Brussel rondrijdt, wordt de exploitatie niet betaald door de MIVB, maar door De Lijn.
Nederland zal betalen wat betreft de investering als zodanig, de infrastructuur, de sporen en de bovenaanleg van de leidingen. Dat wordt betaald door de Nederlandse provincie Nederlands Limburg, de stad en het Rijk, zoals zij dat noemen. Dat is dan niet voor Vlaanderen. De rest de chauffeur, de tram, de elektriciteit, een gebruiksvergoeding is helemaal conform de afspraken. Dat is nooit anders gezegd.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik vond het ook weinig nieuws. Als we over elk persbericht over Spartacus dat in een of andere krant meestal Het Belang van Limburg terechtkomt, een debatje gaan voeren, zullen we hier nog heel dikwijls over Spartacus moeten spreken. Er is in Maastricht een gemeenteraadscommissie Stadsbeheer, Milieu en Mobiliteit bij elkaar geweest. Die hebben een uitleg gekregen, die mensen hebben vragen gesteld. Als ik het goed begrepen heb, zouden ze pas tegen het einde van het jaar een definitieve beslissing nemen over hun onderhandelingsstandpunt tegenover Vlaanderen. Klopt dat, minister?
Betekent dat allemaal vertraging voor dit project? Was het zo voorzien dat de Nederlanders nog een half jaar nodig zouden hebben om hun definitieve standpunt kenbaar te maken? Het gaat om een onderhandeling. We kennen de Nederlanders. Zij hebben een koopmansgeest. We zullen dat allemaal zeer grondig moeten bekijken, ik neem aan dat dat ook zal gebeuren.
Mijnheer Keulen, wat mij betreft, is er niets nieuws onder de zon. Wie de nota leest die we in september 2011 hebben goedgekeurd, zal zien dat de kostenramingen, de beschikbaarheidsvergoedingen zaken die nu in de krant komen als nieuwe kosten daar perfect in beschreven staan, alsook de mogelijke impact ervan. In de commissievergadering van 6 oktober hebben we daar ook een zeer uitvoerig debat over gevoerd.
Als je kiest voor een exploitatie door De Lijn, en De Lijn gaat rijden over sporen in Nederland, dan is het logisch dat daar ook een vergoeding voor betaald wordt. Omgekeerd, als de Nederlanders die spoorlijn zouden exploiteren, moet je afspraken maken over hoe de vergoedingen zullen worden betaald. Dat staat al uitdrukkelijk in het document dat op de ministerraad van de Vlaamse Regering in september is goedgekeurd.
Mevrouw Martens, ik kan vandaag niet preciseren hoeveel er door wie betaald zal worden, omdat wij een engagement hebben opgenomen om met de goedgekeurde overeenkomsten naar de Vlaamse Regering te stappen. Het zal de Vlaamse Regering zijn die uiteindelijk de finale keuze zal maken over hoe alle details geregeld zijn. Daarna mag er aanbesteed worden.
Is daar nu tijd verloren mee gegaan, mevrouw Brouwers? Ik kan u het overzicht geven van hoe er de voorbije maanden hard aan dat dossier is voortgewerkt. Het is een belangrijke onderhandeling die nu plaatsvindt. Uiteraard zijn er allerhande infovergaderingen en infosessies. De keuze of het nu op treinsporen of nieuwe sporen zal gebeuren, dat zijn allemaal zaken die in de finale overeenkomsten komen en die deel zullen uitmaken van de vergoedingen.
Mijnheer Vereeck, als u zegt dat er een lijk uit de kast is gevallen of dat mijn Visa-kaart meer limiet nodig heeft, is dat niet juist. Die zaken zaten vervat in de overeenkomst van september. Ik begrijp dat de kranten het interessant vinden om daarover te schrijven. Ik lees dat ook allemaal met veel interesse. Maar het zal de mensen van De Lijn niet tegenhouden om zeer consequent door te werken aan dat dossier.
Ik ben het wel met u eens, mijnheer Vereeck, dat we er vooral voor moeten zorgen dat we die zaken tot in de details vastgelegd krijgen. We moeten heel goed weten waar een vergoeding voor staat, op welke manier er geëxploiteerd wordt, hoe de inkomsten worden verrekend, en als mensen in Nederland een ticket kopen, hoe dat dan bij De Lijn terechtkomt. Al die zaken moeten in detail berekend worden. Dat zijn de onderhandelingen die vandaag lopen, en waarvan blijkbaar nu en dan eens iets in de krant verschijnt.
Dat is ook logisch, minister. Het Spartacusplan is gelanceerd door een van uw voorgangers, in financieel veel betere tijden. Alles staat in de nota die is goedgekeurd, zegt u. Neen, in die nota staat dat er 27,3 miljoen euro aan exploitatiekosten zijn, en 10,5 miljoen euro aan opbrengsten.
De aan het Maastrichtse deel verbonden kosten maken daar geen deel van uit. Ik zie de exploitatiekosten telkens weer stijgen. Ik zie daar geen einde aan komen. Ik hoop dat er nog voldoende geld zal zijn om een aantal maatregelen met betrekking tot de leefbaarheid en de bereikbaarheid van bepaalde dorpskernen te financieren en om hierin te blijven investeren.
De actuele vraag is afgehandeld.