Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vanlerberghe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, enige tijd geleden hebben we hier een aantal belangrijke stappen gezet om de kost van de openbare mandaten in de sector van de energiedistributie te verminderen. Ik denk dat dergelijke operaties ook in een aantal andere sectoren mogelijk zijn, in eerste instantie in de sector van de drinkwatermaatschappijen.
In Vlaanderen zijn er dertien actief. De VMW, actief in vier provincies, is daarbij absoluut de grootste. De VMW is een autonoom overheidsbedrijf, met een politiek samengestelde raad van bestuur: zeventien mensen die op hun beurt in zon achttal specifieke comités zetelen. Daaronder tellen we zes provinciale comités, evenveel provinciale bureaus en ergens tussen de vijftien à twintig sectorcomités. Het is heel specifiek over die laatste dat ik een punt wil maken.
De toegevoegde waarde van wat in die sectorcomités en ook wel de provinciale comités besproken en beslist wordt, is niet altijd even groot. De vergaderingen beperken zich meestal tot een aantal powerpointpresentaties en een obligaat netwerkmoment achteraf. Vragen stellen mag, maar wordt niet echt geapprecieerd. Ik denk dat de vergelijking met de energiedistributiesector moeilijk beter kan zijn. Ook hier kunnen we werk maken van meer transparantie, eenvoudigere structuren die de werking ten goede kunnen komen. Hoog tijd dus wellicht om er eens met een fijne kam door te gaan.
Minister, de tijd dringt. Binnenkort zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Heel kort nadien worden die organen opnieuw geïnstalleerd. Hebt u concrete plannen om ook in de sector van de drinkwatermaatschappijen naar een vereenvoudiging van de structuren te gaan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vanlerberghe, het feit dat u vandaag die actuele vraag stelt, zal wellicht niet toevallig zijn. Ze is inderdaad bijzonder actueel, omdat er al voorstellen op tafel liggen. Ik heb al overleg gehad met de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW). (Er wordt een spandoek ontrold op de tribune. Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)