Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de toekenning van de milieuvergunning voor Uplace Machelen en de cohesie binnen de Vlaamse Regering.
Het debat is geopend.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, ik neem aan dat u in de file stond ter hoogte van het viaduct van Vilvoorde, maar goed, u bent er dan toch geraakt. Collegas, we staan hier weer, voor de zoveelste keer, om vragen te stellen over de cohesie binnen de regering. Minister-president, het is voor u helaas niet de eerste keer en ik vrees dat het ook niet de laatste keer zal zijn. Ik heb zelden een coalitie gekend waar de oppositie zo vaak moest peilen naar de samenhang van de regeringsploeg. Dat op zich zegt veel, zo niet alles.
Minister-president, collegas, vandaag draait de onenigheid rond Uplace. Voor alle duidelijkheid: wij zijn het Uplaceproject niet genegen en we hebben dat in het verleden ook al gezegd. Wij begrijpen ook niet waarom minister Schauvliege alsnog een vergunning heeft afgeleverd. Het is een megalomaan project dat in Machelen niet thuishoort. Het zal, zo wijzen studies uit, het verkeersinfarct op en rond de ring alleen maar doen toenemen, het zorgt voor bijkomende milieuhinder en zal onder meer de middenstand in Vilvoorde, maar niet alleen in Vilvoorde, doodknijpen. Minister-president, dit project gaat ook in tegen het beleid dat u beweert te voeren om de gemeentekernen te versterken. Het project staat haaks op uw eigen winkelnota. Bovendien, collegas, houdt dit project in dat er een stad wordt gebouwd in de Rand wij hadden van een N-VA-minister van Ruimtelijke Ordening wel iets anders verwacht.
Het verzet komt niet van een actiecomiteetje dat er plezier in vindt om van alles en nog wat tegen te houden, neen, het verzet komt van een aantal steden en gemeenten, van de deputatie van Vlaams-Brabant, van Touring, van de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO), van een aantal milieuverenigingen en, last but not least, van de eigen administratie zelf. Of om het met de woorden van de heer Dehaene te zeggen: Uplace is een ramp voor onze regio. In dergelijke omstandigheden, minister-president, vinden wij het onbegrijpelijk dat de Vlaamse Regering groen licht heeft gegeven voor dit project. De heer Van Eetvelt, voorzitter van UNIZO, heeft gelijk wanneer hij zegt: dit was een politieke beslissing, twee dagen voor de vorige verkiezingen genomen, tussen de soep en de patatten, die absoluut moest en zou worden uitgevoerd omwille van eventuele schadeclaims. Dat wat betreft ons standpunt over Uplace.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, u verwijst naar talrijke studies die zouden aantonen dat er een verkeersinfarct komt en dat er een grote impact zou zijn op het leefmilieu. Ik zou willen vragen naar welke studies u verwijst.
Ik heb de beslissing over de milieuvergunning gebaseerd op alle studies die in mijn bezit zijn, vooral op de project-MER (milieu-effectenrapportage) waarin juist het omgekeerde wordt beweerd op basis van goed onderbouwde cases 2015-2020. Het is een project-MER van 216 paginas dik, goed onderbouwd, waarin staat dat als het flankerend beleid wordt uitgevoerd, de impact op mobiliteit, fijn stof en luchtkwaliteit zeer gering en verwaarloosbaar is. Ik begrijp niet naar welke studies u verwijst.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, u zegt dat het ingaat tegen het advies van de administratie. Ik wil u duidelijk maken dat de administratie Ruimtelijke Ordening nooit een negatief advies heeft gegeven. Ze hebben bedenkingen, opmerkingen en kritische punten geformuleerd, maar in het voorstel dat ik heb gekregen, zat geen negatief advies. Ik heb op basis daarvan de bouwvergunning uitgereikt. Ik heb alles overlegd met mijn administratie. Het is vanzelfsprekend dat de administratie Ruimtelijke Ordening in de procedure bij de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie op basis van de reacties en op basis van de kritische en de positieve bedenkingen een positief advies heeft gegeven. Voor Ruimtelijke Ordening was er geen negatief advies.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, u gaf een overzicht van al de tegenstanders. U vergat nog een belangrijk iemand, namelijk viceminister-president Lieten. Wij zouden graag uit haar mond horen, en niet via de minister-president, of ze de beslissing van haar collega-minister Schauvliege, ondersteunt. Dat kan met een eenvoudig ja of neen. Als het ja is, zouden wij willen weten waarom u op donderdag iets niet begreep wat u op vrijdag dan wel begreep. Waar lag het verschil?
Minister Lieten heeft het woord.
Ik heb altijd een heel consequente houding aangenomen en ook mijn partij. (Gelach)
Het is geen geheim dat mijn partij liever geen Uplace had gezien omdat er een aantal voorwaarden niet gerealiseerd zijn. Maar wij respecteren heel duidelijk de afspraken die daarover door de Vlaamse Regering gemaakt zijn. Het is de bevoegdheid van minister Schauvliege om daarover een beslissing te vellen en dat heeft zij gedaan. Die bevoegdheid hebben wij ook nooit in twijfel getrokken. Maar een partij mag haar eigen mening hebben, en die is heel duidelijk.
Was dat nu een ja? U steunt de beslissing?
Wij steunen de beslissing van minister Schauvliege. Zij heeft die beslissing genomen binnen haar bevoegdheid. Wij respecteren die beslissing binnen de Vlaamse Regering. Mijn partij heeft daar een andere mening over. Dat geldt gelukkig voor heel mijn partij. Ik zou wel eens willen weten wat de mening is van uw partij. Ik heb begrepen dat er bij u wel enige verdeeldheid is. Ik ben benieuwd om dat te horen.
De administratie heeft bedenkingen en negatieve adviezen geformuleerd. Wat de mobiliteit betreft, minister Schauvliege, hebt u gezegd: het zal maar een licht negatief effect hebben op voorwaarde dat 30 à 40 procent van de bezoekers geraamd op 8 miljoen per jaar met het openbaar vervoer komt. U legt de adviezen en opmerkingen van een organisatie als Touring toch ook niet zomaar naast u neer? Voor ons was het Uplaceproject initieel een fout project op die plaats.
Minister-president, u zit ondanks het antwoord van minister Lieten wel met een probleem, een groot politiek probleem. We weten allemaal dat een regering geen vriendenclub is. Dat hoeft ook niet. Maar indien begrippen zoals wederzijds respect, daadkracht, loyauteit, collegialiteit, als parameter mogen worden gebruikt voor de geloofwaardigheid van een regering, dan kunnen we vandaag stellen, minister-president, dat u met deze regering over de hele lijn gefaald hebt. U strompelt uiteindelijk van het ene incident naar het andere, en niet alleen belangrijke dossiers zoals de Oosterweelverbinding maar ook andere zitten in het slop.
Uw collegas en medewerkers blinken niet bepaald uit in fijngevoeligheid. Ik citeer: uit teflon en beton opgetrokken karikaturen, machos, de smeerlappen van onderwijs en andere lullos. Het zijn maar enkele koosnaampjes waarmee de kabinetten elkaar bijzonder liefdevol bejegenen.
Minister-president, in elk dossier dat spaak loopt, ontwaart men altijd dezelfde rode draad: sp.a. Sp.a is de stoorzender. Het is sp.a die stokken in de wielen steekt. Het is sp.a die de onbetrouwbare partner is, met mevrouw Lieten in de glansrol van brokkenpiloot.
Sp.a nam al een bocht bij het dossier van de Oosterweelverbinding. Dat was en is zo bij de verdubbeling van de miserietaks en het blijft ook vandaag nog het geval bij Uplace. De vraag, minister-president, is hoelang u nog een coalitiepartner duldt die met één been in en met een ander been buiten de meerderheid staat. Hoelang duldt u nog dat sp.a binnen de meerderheid oppositie blijft voeren? Hoelang zult u als minister-president dulden dat sp.a steeds terugkomt op beslissingen die ze zelf mee heeft genomen?
Dit incident zou wel eens het incident te veel kunnen zijn. In tegenstelling tot de vorige incidenten is dit incident niet gesloten. U was nog bezig met uw therapeutische sessie die de ministerraad was toen u alweer een verkeerd gestuurde mail kreeg waarin u net niet als een dictator werd bestempeld en minister Crevits net niet onbekwaam werd genoemd. Nog geen twee uur na uw wellicht kortste persconferentie ooit om te zeggen dat alles opnieuw koek en ei was, meldde de voorzitter van sp.a dat hij hoopte dat de Raad van State de milieuvergunning zou vernietigen. Intussen werd u ook even beschuldigd van belangenvermenging door een andere socialist. Een socialist die het heeft over belangenvermenging: het is weer eens iets anders. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, u zit eigenlijk in een compleet absurde situatie. Het is toch absurd vast te stellen dat uw Vlaamse Regering voor de Raad van State een dossier zal moeten verdedigen terwijl de voorzitter van een meerderheidspartij zegt te hopen dat de Raad van State die Vlaamse Regering in het zand zal doen bijten. Dat is de schizofrenie ten top. Het is niet een burgemeester, een schepen of een bestendige deputatie die naar de Raad van State trekt, maar een partij die hoopt dat de Raad van State de milieuvergunning zal vernietigen. Kan het nog schizofrener?
Minister Lieten, mevrouw de viceminister-president, hoopt u ook dat de Raad van State de milieuvergunning zal vernietigen? Ja of neen?
Collegas, het is heel duidelijk: wat mijn voorzitter en ik hebben gezegd, is altijd hetzelfde geweest. Wij zouden een andere beslissing hebben genomen maar wij respecteren de afspraken die binnen de regering zijn gemaakt. Minister Schauvliege heeft die beslissing genomen en wij zullen die samen uitvoeren.
Ik vraag u om te antwoorden op de vraag. De voorzitter van een politieke meerderheidspartij, dus een partij van de meerderheid, hoopt dat de Raad van State de milieuvergunning die door de Vlaamse Regering is afgeleverd, vernietigt. Ik vraag u of ook u hoopt dat dit gebeurt. Antwoord nu eens op een duidelijke vraag. U draait rond de pot. En dat, minister-president, is precies de schizofrene en absurde situatie waarin u zich nu bevindt.
Minister Lieten, ik stel vast dat u zich achter uw voorzitter Tobback schaart en eveneens hoopt dat de Raad van State de Vlaamse Regering in het zand zal doen bijten.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Het onbegrijpelijke is blijkbaar niet de beslissing van minister Schauvliege maar het antwoord van minister Lieten. Minister Lieten, ik begrijp u niet. De heer Van Dijck heeft zondag tijdens De Zevende Dag gezegd dat wanneer een geding wordt aangespannen bij de Raad van State, alle partijen van de meerderheid dit project voluit zullen verdedigen. Daaruit kan ik alleen afleiden dat ook u voluit in de verdediging zult gaan. Antwoordt u nu eens met ja of neen.
Dit is een eenvoudige vraag.
Ik zal de volgende uren alleen maar telkens hetzelfde zeggen. Het spijt me dat u wat ik zeg niet goed vindt, maar ik zeg mijn mening. Punt. (Rumoer)
Minister Lieten heeft het woord. Iedereen zit hier tegen elkaar te roepen. Hoe kunt u dan het antwoord van minister Lieten horen? Ik heb het niet gehoord. Hebt u het gehoord?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik zal mogelijk op het einde van het debat nog de gelegenheid krijgen het woord te nemen namens de hele Vlaamse Regering. Vrijdag hebben we een ministerraad gehad. Vrijdag hebben we ook een persconferentie gehouden. Ik weet niet of ik dat record in de toekomst nog zal breken, maar dat is een andere uitdaging.
Na de bijeenkomst van de Vlaamse Regering heb ik namens de voltallige Vlaamse Regering duidelijk gemaakt dat wij achter alle beslissingen staan die in het verleden zijn genomen in dit dossier. Aan minister Schauvliege is de delegatiebevoegdheid gegeven om een beslissing te nemen in beroep over de milieuvergunning. We hebben duidelijk gemaakt dat ook dat wordt gerespecteerd en dat iedereen daarachter staat. Natuurlijk heeft iedereen het recht om naar de Raad van State te stappen. We zullen bekijken welke argumenten de Raad van State heeft met betrekking tot de milieuvergunning. Er zijn nog andere dossiers die hier mogelijkerwijze betrekking op hebben en waarmee men al dan niet naar de Raad van State gaat. De vorige Vlaamse Regering heeft een brownfieldconvenant ondertekend. Deze Vlaamse Regering heeft dit dossier zestien keer rechtstreeks of onrechtstreeks behandeld. Ik zal straks nog naar artikel 4 van het brownfieldconvenant verwijzen, dat heel uitdrukkelijk stelt dat er voor de vergunningen sprake zal zijn van een onafhankelijke eigen procedure, die wij respecteren. Er is de procedure voor de stedenbouwkundige vergunning, die minister Muyters heeft verstrekt. Er is de milieuvergunning, die minister Schauvliege heeft verstrekt. Tegen de beide vergunningen kan men beroep aantekenen bij de Raad van State. Als de Raad van State in de ene of de andere richting beslist, zal de Vlaamse regering daarop reageren, rekening houdend met alle voorgaande beslissingen die in dit dossier zijn genomen.
Minister-president, dat is geen antwoord. Naast u zit iemand die op de vraag of ze hoopt dat de Raad van State de milieuvergunning zal vernietigen, niet bevestigend, maar ook niet ontkennend antwoordt. Ik heb nog nooit meegemaakt dat een regering zich voor de Raad van State moet verdedigen en dat één partij niet hoopt dat die Vlaamse Regering gelijk kan krijgen. Dat is het bewijs van de onbetrouwbaarheid van de vrouw die naast u zit. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Van Hauthem, om te beginnen respecteert de Vlaamse Regering elke beslissing die de Raad van State neemt in dossiers waarover wij een beslissing hebben genomen. We weten echter niet welke beslissing de Raad van State zal nemen in dit dossier. Natuurlijk is de vraag wat we zullen doen in het ene en in het andere geval. Wanneer de Raad van State hierover een uitspraak doet, zal de Vlaamse Regering die uitspraak grondig bekijken. Vorige week vrijdag hebben we gezegd dat alle beslissingen in dit dossier worden gerespecteerd en dat we, naargelang de uitspraak van de Raad van State, daar de gepaste reactie op zullen geven.
Met mijn collegas van de Vlaamse Regering spreek ik namens de Vlaamse Regering. Met betrekking tot de andere uitspraken moeten andere verantwoordelijkheden worden genomen, maar ik zeg u dat deze Vlaamse Regering in dit dossier na de ministerraad van vrijdag heel duidelijk is geweest en die duidelijkheid de volgende weken, maanden en jaren zal blijven aanhouden, en dat minstens tot 2014.
Maar er is geen duidelijkheid over de positie van sp.a in uw coalitie. Ik heb u geen vragen gesteld over wat u zult doen indien de Raad van State dit of dat doet. Ik vraag sp.a of deze partij hoopt dat de Raad van State de milieuvergunning zal vernietigen. Ze zeggen niet ja, maar ze zeggen ook niet neen. U gaat dus in gespreide slagorde naar de Raad van State. Hoe kunt u die coalitiepartner in godsnaam nog vertrouwen?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, u gaat volledig voorbij aan het begrip van subsidiariteit. In een complexe democratie als de onze heb je verschillende bestuursniveaus waar mensen op verschillende niveaus beslissingen nemen. Minister Lieten heeft daarnet perfect verwoord dat wij begrip en respect hebben voor beslissingen die op het niveau van de Vlaamse Regering worden genomen. Ik vraag u evenveel respect voor beslissingen die op andere niveaus worden genomen. (Rumoer)
De deputatie van de provincie Vlaams-Brabant heeft gisteren beslist om in beroep te gaan tegen de milieuvergunning rond Uplace. Die heeft een andere samenstelling dan deze Vlaamse Regering. Ook daar hebben mensen zich collegiaal betoond om dat te doen. Steden en gemeenten hebben vandaag beslist om daartegen in beroep te gaan. Dat zijn verschillende bestuursniveaus, waar verschillende beslissingen kunnen worden genomen. Dat maakt deel uit van de complexiteit van dit land. Het zal aan de gerechtelijke macht toekomen om finaal een antwoord te geven.
Mijnheer Van Malderen, uw redenering klopt ten dele. Ik weet ook wel dat colleges van burgemeester en schepenen hun eigen functie hebben, net als de bestendige deputatie. Hier gaat het over de voorzitter van een partij die in de meerderheid zit. Geen bestendige deputatie stad of gemeente, maar een partij. De voorzitter van een meerderheidspartij zegt openlijk dat hij hoopt dat de Vlaamse Regering voor de Raad van State struikelt. Daar gaat het debat over.
Minister-president, u antwoordt op een vraag die niet aan u is gesteld. Er komen er nog genoeg, ook voor u.
Minister Lieten, u hebt ondertussen begrepen, denk ik, dat tot de ministeriële deontologie behoort dat u loyaal gaat staan achter beslissingen die worden genomen door collegas in het kader van de aan hen gedelegeerde bevoegdheid.
Een tweede plicht die tot die deontologie behoort, is dat u op vragen van het parlement zo correct, helder en duidelijk mogelijk antwoordt. De vraag is heel simpel: ik ga ze herformuleren. Onthoud de loyauteit die u moet tonen ten opzichte van genomen beslissingen. Betreurt u het feit dat de partij die afvaardigt in deze regering van plan is om deze beslissing aan te vechten bij de Raad van State? Het antwoord daarop is ja of nee.
Mijnheer van Rouveroij, zit uw partij in de deputatie van Vlaams-Brabant?
Ik heb u ook geen vraag gesteld. Het gaat over minister Lieten.
Mijnheer van Rouveroij, ik kijk uit naar de vragen die u mij nog gaat stellen in de loop van dit debat. Als minister-president moet ik toch de beslissing die wij vrijdag hebben genomen, duidelijk maken aan het parlement. Als daar een antwoord wordt gegeven op uw vraag, is dat mijn taak. Ik zeg u: heel deze Vlaamse Regering staat achter alle genomen beslissingen. Ik kan niemand tegenhouden om naar de Raad van State te stappen. Wanneer het terugkomt van de Raad van State, gaat deze Vlaamse Regering, met de beslissingen die in het verleden zijn genomen, de zaak herbekijken, met het maximaal respecteren van gegeven engagementen. Ik kan toch niet vooruitlopen op de Raad van State. Geen enkele collega hier kan dat.
Dat was ook de vraag niet.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister-president, in een poging om uw regering en de zeer bizarre en onmogelijke positie van uw collega te verdedigen, hebt u iets interessants gezegd. U hebt het Brownfieldconvenant ingeroepen als voornaamste reden om de vergunning toe te kennen.
Net niet.
Jawel. U verwijst naar beslissingen in het verleden, namelijk het afsluiten van het Brownfieldconvenant. Dat is net het punt, minister-president. U haalt het Brownfieldconvenant, een contract met Uplace, met een projectontwikkelaar, aan om een bouw- en een milieuvergunning af te leveren. U bent als Vlaamse Regering zowel rechter als partij. Minister Lieten heeft dat ook benadrukt, maar ze heeft nadien haar woorden ingetrokken. Dit is de essentie: u bent tegelijk rechter en partij in dit dossier.
Mijnheer Sanctorum, ik had dit punt zeker voelen aankomen, niet zo snel, maar goed. In de commissie heeft de heer Reekmans, en op een bepaald moment ook u, gevraagd of er geen probleem is bij de onafhankelijkheid van de beslissing van de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning. De eerste die die vraag heeft gesteld, bent u niet. Die eer gaat naar de heer Reekmans.
Ik heb daar toen antwoord op gegeven, verwijzend naar artikel 4 van het convenant, waar heel duidelijk in staat dat het aparte procedures zijn, die los staan van het een en het ander. U hebt daar toen kennis van genomen. Er is toen een stilte ontstaan, dus ik ga ervan uit dat mijn antwoord bevredigend was. Nu komt u daarop terug.
Ik geef u nog een bijkomend antwoord. Artikel 4 is zo belangrijk dat wij erover gewaakt hebben dat de gedelegeerde bevoegdheid die aan Joke Schauvliege is gegeven, maximaal gerespecteerd werd, omdat zij een uitspraak deed in een graad van beroep. Wij hebben dus alles gedaan om te voorkomen dat het argument dat u aanhaalt, ons voor de voeten zou worden geworpen. En dus is het een bijkomend element dat niet de hele Vlaamse Regering heeft beslist, maar wel Joke Schauvliege, in die gedelegeerde bevoegdheid.
U spreekt zichzelf tegen, minister-president. Een contract afsluiten, dat inroepen als reden voor het draagvlak van dit project binnen de Vlaamse Regering, en daarna zeggen dat die milieuvergunning onafhankelijk moet worden beoordeeld: u ziet toch wel dat dat gewoon nergens op slaat? Dit is tegenstrijdig.
Mijnheer Sanctorum, in artikel 8.8.1.2 van het convenant staat: De Vlaamse Regering zal mits het naleven van de geijkte procedures en onder voorbehoud van reden, een beslissing nemen over de aanvraag. Dat is gedaan door mij voor wat de stedenbouwkundige vergunning betreft, en door collega Schauvliege voor wat de milieuvergunning betreft. Wij hebben die gemotiveerd, we hebben de mogelijke protesten en de inbrengen die in de veelvuldige openbare onderzoeken naar voren zijn gekomen, punt voor punt weerlegd. Nu doen alsof wij hier een vrijgeleide geven aan de projectontwikkelaar, is heel ver naast de waarheid. (Applaus bij de N-VA)
De heer Reekmans heeft het woord.
Minister-president, ik ben inderdaad de eerste geweest die het dossier van Uplace in het parlement heb aangekaart. Op het ogenblik dat het marketingdossier van Uplace naar buiten kwam, stond daar mijns inziens qua vorm en omschrijving een heel ander verhaal dan in de oorspronkelijke brownfieldconvenant en de afspraak met de Vlaamse Regering. Dat is aangekaart in de commissie, de minister-president heeft daar een duidelijk standpunt ingenomen. Ik heb ook gemerkt dat Uplace achteraf het nodige heeft gedaan om die verwarring tegen te gaan. Ik was eerst dus zeer kritisch voor dit dossier, maar achteraf heeft de regering duidelijk geantwoord en heeft Uplace het nodige gedaan om die waas weg te nemen.
Tot zover de bloemen voor de Vlaamse Regering, dan nu even de werkelijke praktijk. Ik ben zelf inwoner van Vlaams-Brabant, en mocht ik niet in dit parlement zitten of niet aan politiek doen, ik zou het niet meer snappen. U hebt de sp.a nu wel het zwijgen kunnen opleggen in uw regering, maar ik merk dat u de CD&V- en sp.a-afdelingen in Vlaams-Brabant het zwijgen niet opgelegd krijgt. Sinds dit weekend wordt de vredespijp gerookt in de Vlaamse Regering en is er zwijgplicht voor sommige ministers, die vandaag zelfs niet ja of neen durven te antwoorden, maar ik stel vast dat de afdelingen van CD&V en sp.a in Vlaams-Brabant harder roepen dan ooit tegen Uplace. Hoe kan een burger nog begrijpen welke partij hier voor of tegen is? Dat heeft niets te maken met subsidiariteit. Dat heeft te maken met consequentie en geloofwaardigheid.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Dit is een debat met twee onderwerpen. Ik wil even terug naar de cohesie binnen de Vlaamse Regering, en meer bepaald naar het antwoord dat de heer Van Malderen daarnet gaf. Uit zijn verklaringen en de antwoorden die minister Lieten heeft gegeven, moeten we eigenlijk concluderen dat er in deze Vlaamse Regering drie mensen zetelen, namelijk mevrouw Lieten, mevrouw Van den Bossche en de heer Smet, die bepaalde sympathieën hebben, maar dat er geen Vlaamse sp.a-partij in de regering zit. Dat was de essentie van het antwoord van de heer Van Malderen. (Opmerkingen)
We zaten bij de cohesie in de Vlaamse Regering. Minister-president, ik zei daarnet dat dit incident niet gesloten is. Dat blijkt nu. Minister Lieten heeft daarvan in dit korte debat het bewijs geleverd. Je moet maar het lef hebben om in dit Vlaams Parlement te komen zitten en in feite niet te antwoorden op de vraag: u hoopt toch dat de Vlaamse Regering het haalt voor de Raad van State? Neen dus. En met die onbetrouwbare partner gaat u verder.
Minister-president, dat betekent dat de geloofwaardigheid van uw regering al lang aan diggelen ligt. U krijgt dat niet meer uitgelegd. U krijgt dat niet meer rechtgetrokken. Tenzij u na het zoveelste incident eindelijk eens uit een ander vaatje tapt. Tenzij u eindelijk uitsluitsel geeft over de positie van sp.a in het algemeen in uw coalitie, en van minister Lieten in het bijzonder. Tenzij u komt zeggen dat de positie van sp.a onhoudbaar is geworden.
Minister-president, ik heb de indruk dat u op uw kabinet een jukebox hebt staan. Zon oude jukebox met plaatjes in. U moet daar een letter en een cijfer op induwen. U haalt altijd dezelfde plaat naar boven, laat ons zeggen de D8. Incident nummer één. De minister-president duwt D8 in en wat komt eruit? Dit is niet voor herhaling vatbaar. Maar de plooien zijn gladgestreken. De Vlaamse Regering is eensgezind. Tweede incident. Wat doet mijnheer Peeters? D8. Dit is niet voor herhaling vatbaar. Maar de plooien zijn gladgestreken. De Vlaamse Regering is eensgezind. Derde incident. Minister-president: D8. Dit is niet voor herhaling vatbaar. Maar de plooien zijn gladgestreken. De Vlaamse Regering is eensgezind.
Minister-president, ik raad u aan om eens een ander nummer in te tikken, C4: Dit is niet voor herhaling vatbaar. De plooien zijn niet gladgestreken. En Lieten ligt er uit. Dat zou pas een boodschap zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ofwel, mevrouw Lieten, houdt u de eer helemaal aan uzelf. Dat zou het meest elegante zijn na het brokkenparcours dat u hebt afgelegd. Maar indien u dat al zou doen, ga dan alsjeblieft niet terug naar De Lijn, want de kans is groot dat u ook daar de tram laat ontsporen. (Gelach en applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vereeck heeft het woord.
Geachte voorzitter, geachte collegas, geachte leden van de regering of van wat daarvoor moet doorgaan. Pacta sunt servanda: afspraken moeten worden nagekomen. Deze Vlaamse Regering komt haar afspraken niet na. Nochtans was de afspraak duidelijk: jullie zouden regeren en wij zouden oppositie voeren. Maar neen, zelfs die simpele afspraak is te moeilijk. En dus voert de regering voortaan oppositie tegen zichzelf. Van een copernicaanse omwenteling gesproken. Proficiat aan de meerderheid, al maakt u ons als oppositie daarmee wel technisch werkloos.
En dan is er de manier waarop jullie oppositie voeren. Hoe groffer, hoe toffer, lijkt het motto van de meerderheid. Ga daar als oppositie maar eens over. Zo werd minister Joke Schauvliege door Bruno Tobback, de voorzitter van sp.a, vergeleken met de verschrikkelijke Roemeense dictator Ceauşescu, het Genie van de Karpaten, die duizenden doden op zijn geweten heeft. Nu kun je minister Schauvliege veel verwijten, maar genie, dat zou ik niet durven zeggen. (Gelach. Rumoer)
Nochtans, collegas, wat Uplace betreft is de vergelijking met Ceauşescu niet zo slecht gekozen, omdat de dictator in de jaren 80 het plan had om bestaande dorpen te laten verdwijnen en te laten vervangen door grote centra. Dit plan werd niet uitgevoerd omdat zijn regering ten val kwam. Minister-president, de geschiedenis lijkt zich te herhalen. De grofste beschuldigingen aan het adres van minister Schauvliege kwamen van de keizer van Leuven, Louis Tobback. Hij beschuldigde de minister van belangenvermenging bij het afleveren van de milieuvergunning voor Uplace. Corruptie dus.
Ook Bart Van Malderen herhaalde de aantijging: dit is een keuze voor de portefeuille van de ontwikkelaar en niet voor het algemeen belang.
Zaterdag in Het Laatste Nieuws ontkende minister Schauvliege echter alle beschuldigingen en zei dat ze haar beslissing volstrekt objectief had genomen. Ik citeer u, minister: Ik heb de heer Verhaeghe zelfs nog nooit gezien. Einde citaat. Dat gaat dan nog behoorlijk genant worden als u elkaar voorbijloopt op Waregem Koerse, of in de Warande, nog zon rijkeluisclub, nietwaar mijnheer Roegiers?
Ondanks de objectiviteit en onschuld van minister Schauvliege vond het andere genie van de Vlaamse Regering de beslissing onbegrijpelijk. Mevrouw Lieten, het is geen schande om iets niet te begrijpen, maar dit moet u wel begrijpen: een regering beslist collegiaal. Ze is een en ondeelbaar. Ik wil het nog eens herhalen, zodat u het goed begrijpt: ministers moeten alle beslissingen van de regering collegiaal nemen, of er is een probleem.
Uw voorzitter spreekt namens uw partij, maar u spreekt als minister.
Maar blijkbaar niet in deze regering. Minister Lieten raakt eigenlijk met alles weg. Ze mag brandhout maken van ViA of Uplace, ze mag e-mails rondsturen waarin staat dat minister Crevits er niet veel van bakt op het domein Mobiliteit, dat minister-president Peeters te weinig inspraak toelaat, dat ministers Bourgeois en Muyters karikaturen van teflon en beton zijn, dat minister Schauvliege onbegrijpelijke dingen doet. Dan rest me nog een vraag, minister Lieten: wat denkt u eigenlijk van minister Vandeurzen? Dat is de enige die u nog niet publiekelijk hebt afgekraakt. U hoeft nu niet te antwoorden, stuurt u een mailtje, afzender maakt niet uit, het komt wel bij mij terecht.
Zoals gezegd, minister Lieten komt er steeds bijzonder licht en zonder sanctie vanaf. Bij het incident over Uplace had de regering bijvoorbeeld kunnen beslissen om naar analogie met de VRT-journalisten, haar tijdelijk geen externe opdrachten meer te geven. Het is niet omdat ze minister van Media is, dat ze alles zelf moet verspreiden.
U hoort me hier niet pleiten om haar te schorsen of op non-actief te zetten dat is wel een groot verschil , het zou een beschermende maatregel zijn, om haar te beschermen tegen zichzelf, of tegen henzelf, in het meervoud, want er zijn eigenlijk twee mevrouw Lietens, een die de beslissing niet begrijpt, en een die ze wel begrijpt. Of misschien gewoon haar smartphone afpakken. Dat helpt wel.
Mijn fractie staat kritisch, maar in essentie positief tegenover het project Uplace. De sanering van de vervuilde terreinen in Machelen is positief, een privé-investering van meer dan 600 miljoen euro in crisistijd is positief. De creatie van 3000 vooral laaggeschoolde jobs is positief. Het is ook iets te makkelijk om te stellen dat het convenant met Uplace er snel-snel op het einde van de vorige legislatuur is doorgejaagd. Uplace diende het dossier al in december 2007 in. We moeten ophouden met te spreken over een megashoppingcenter, het is eigenlijk een stad, Ucity, met publieke ruimtes, kantoren, horeca, hotels, bioscopen, musea, fitnesscentra enzovoort.
De projectontwikkelaar moet ook zelf 13 miljoen euro investeren in infrastructuurwerken voor mobiliteit, en zelfs 1 miljoen euro in de versterking van de handelskernen van Machelen en Vilvoorde. Daarmee raken we het heikele punt aan van de impact op de handel in deze steden. Die is nu al niet zo rooskleurig, los van Uplace. Die twee steden lijden ook wel onder de concurrentie van Leuven en Mechelen.
De Europese regelgeving laat echter niet toe concurrentie te verhinderen. Maar tegelijkertijd moet er volgens diezelfde Europese regelgeving wel rekening worden gehouden met dwingende redenen van algemeen belang, zoals mobiliteit en milieu, waarop mijn collegas Reekmans en Sabbe straks nog dieper ingaan. Ook LDD is bezorgd om de files en de volksgezondheid en zal die kritische nevenvoorwaarden nauwlettend in de gaten houden.
Mijn fractie is trouwens wel tevreden dat na de afschaffing van het Reisbureaudecreet, nu ook de winkelnota op de schop gaat.
Mevrouw de viceminister-president, u kent nu in hoofdlijnen de mening van de LDD-fractie. Ik moet de vraag herhalen, want daarnet is de vraag van de heer Van Hauthem verdronken in een technisch debat over de Raad van State. De essentiële vraag voor u is: steunt u de beslissing van de Vlaamse Regering om een milieuvergunning aan Uplace te geven? U kunt niet zeggen: ik heb een andere mening en ik respecteer . U zit hier niet namens de sp.a, u zit hier namens de regering. De ministeriële deontologie vereist dat u dit project publiek steunt of ontslag neemt.
U begrijpt het niet zo goed, ik zal het dus nogmaals herhalen. (Rumoer)
Voor mij is het heel duidelijk: we hebben vrijdag heel duidelijk nog eens bevestigd dat deze regering deze beslissing van Joke Schauvliege steunt. Wat de persoonlijke mening en de hoop van elke minister is, dat mag iedere minister voor zichzelf houden. (Gelach. Rumoer)
Minister, hou het dan ook voor uzelf!
Wat de mening is van mijn partij, is de mening van mijn partij.
Ik zeg het nogmaals heel duidelijk: wij zullen collegiaal deze beslissing van Joke Schauvliege steunen.
Neen, dat klopt niet. Minister, de regering is één en ondeelbaar. U hebt wat dit betreft geen persoonlijke mening, u moet hier publiek verklaren dat u de beslissing van uw collega Schauvliege steunt, niet respecteert, maar steunt en uitvoert. Dat heb ik u opnieuw niet horen zeggen. U zorgt voor de problemen in deze regering!
Collegas, de Vlaamse Regering sukkelt van incident naar incident. Dit debat is het zoveelste voorbeeld. Het is een soap aan het worden, een echte realitysoap voor op het derde VRT-net van minister Lieten. De Vlaamse Regering: het leven zoals het is, van Oosterweel over de miserietaks tot Uplace, van de karikaturen in teflon en beton over smeerlappen en lullos tot het vermeend dictatorschap.
Het is bij momenten hilarisch, maar het moet ophouden. De schade van dit soort, op zich banale, incidenten is niet te onderschatten. Ze vergroot immers de kloof tussen burgers en politiek, ze ondermijnt de slagkracht van de Vlaamse Regering en heeft daardoor een negatieve weerslag op de projecten die wel belangrijk zijn voor de mensen in Vlaanderen. Vlaanderen staat voor immense uitdagingen, maar beslissingen verzanden in een interne strijd binnen de regering. Vlaanderen staat stil omdat ministers ruzie maken en elkaar het licht in de ogen niet gunnen. En dit voor een Vlaamse Regering die pleit voor meer verantwoordelijkheden en meer bevoegdheden, want wat Vlaanderen zelf doet, doet het beter. Wel, dat is alleszins niet het geval met deze regering. De Vlaming staat stil in steeds langer wordende files, rijdt over slecht onderhouden wegen, e r blijven de wachtlijsten voor gehandicapten wat een smet op het blazoen van onze rijke regio! en er is de stijgende armoede. En het klein beetje fiscale autonomie dat wij in Vlaanderen hebben, gebruiken we om mensen extra te belasten door de jobkorting af te schaffen of door een scheidingstaks te verdubbelen.
Ik geef toe, door het geruzie en het gekrakeel in uw regering worden de goede maatregelen die er zijn, ondergesneeuwd. Ik verwijs naar de beslissing van minister Van den Bossche om de oversubsidiëring van de groene stroom terug te draaien en naar de beslissing van minister Smet om tbs af te schaffen. Eerlijk gezegd, dat komt er helemaal niet door als u zo ruzie blijft maken.
Ik begrijp dat de oppositie probeert om een karikatuur te maken van het een en het ander. (Rumoer)
Ik maak er geen karikatuur van, het is een karikatuur! (Rumoer)
Ik begrijp dat u dat tracht te doen, maar waar u het niet over hebt, is over het beleid. Uw heel beperkte opsomming van de beslissingen die de Vlaamse Regering heeft genomen, toont dat aan. Wanneer u het hebt over beleid, wil ik uw reactie hebben op het Wapenhandeldecreet, met daarbij een heel indrukwekkend betoog van de oppositie, en op het goedkeuren van het Gemeentedecreet. Ik kan een hele lijst geven van beslissingen die deze Vlaamse Regering ook in dit parlement heeft genomen. Dat is beleid. Al de rest van uw opsomming komt neer op de vraag of dit de beslissing van deze Vlaamse Regering aantast. Het antwoord daarop is: neen!
Ik som op: de Oosterweelverbinding, de interne staatshervorming en ik kan nog een tijdje doorgaan.
Gaat u dan nog even door!
Minister Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega's, de minister-president zei het al: dit zijn genomen beslissingen. Ik begrijp dat de oppositie deze incidenten aanwendt om te stellen dat de Vlaamse Regering niet beslist. Wel, deze regering beslist heel veel, in budgettair moeilijke tijden. Wij hebben een budget in evenwicht, wat bijna uniek is in Europa. Dit is tezelfdertijd een investeringsregering. Investeringen in onderzoek en ontwikkeling liggen hoger dan het Europese gemiddelde. Er is de interne staatshervorming en de versnelling van de investeringen. Het is de eerste regering die werkt aan de efficiëntie van de overheid. Er is de groene stroom een beslissing van de hele regering en de maatregel in verband met de terbeschikkingstelling , die er zonder stakingen en onrust is gekomen. Zegt u dus niet dat deze Vlaamse Regering geen daadkracht heeft. Dat staat haaks op de werkelijkheid. (Applaus bij de meerderheid)
Minister Bourgeois, amper twee weken geleden is hier gedebatteerd over armoede. Er is geen armoedebeleid die naam waardig. Vooral de kinderarmoede neemt toe. En hoe durft u te beweren dat wij inzake innovatie het Europese gemiddelde halen? Wij zitten daar ver onder. Wij zitten ver onder de Barcelonanorm. Lees eens de rapporten van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie. Wij halen zelfs de middenmoot niet.
Wij zitten boven het Europese gemiddelde, tot spijt van wie het benijdt. En wij volgen een groeipad.
Dat klopt niet.
Voorzitter, als de meerderheid het wat moeilijk krijgt, komt zij af met de begroting. Wat daarover wordt gezegd, klopt wel. Maar hier gaat het over Uplace en de cohesie in de Vlaamse Regering. Maar als het moeilijk wordt, duwt minister Bourgeois op de jukebox nummer D9 in, en dan horen we nog maar eens dezelfde plaat.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, het debat gaat over de cohesie in de Vlaamse Regering, en er wordt gesteld dat deze regering geen beslissingen neemt. Maar wanneer beslissingen van de afgelopen weken worden vermeld, dan probeert men alles onder de mat te vegen. Mijnheer Van Hauthem, misschien moeten wij uw kritieken wat meer onder de mat vegen.
Het zou bijzonder erg zijn mochten er nog geen beslissingen zijn genomen. Zo erg is het natuurlijk niet. Maar bij gebrek aan samenhorigheid wordt er nu niets structureels, ingrijpends veranderd. En er worden ook beslissingen genomen die daarna niet worden uitgevoerd. BAM is zo een dossier. Wij horen er niets meer van en er staat op dat vlak niets te gebeuren.
In dit concrete dossier hebt u een beslissing genomen. U beroept er zich op. U bent sterk en hebt gekozen. Maar ik hoop dan toch dat u die beslissing zult uitvoeren? U zult toch niet wachten op het arrest van de Raad van State?
Minister-president, het is niet omdat u mooie notas schrijft en voorstelt en ook sterke toespraken houdt in het Vlaams Parlement, dat u ook een goed beleid voert. Neem Uplace. U schreef een mooie nota met de titel Winkelen in Vlaanderen. Onze fractie steunt de inhoud. Daarin staat duidelijk dat de shoppingcentra levensbedreigend kunnen zijn voor de stedelijke kernen. Levensbedreigend! En dan komt Uplace er. Een mens denkt dan misschien dat het daarbij zal blijven. Maar er zijn veel brownfieldconvenanten, en er zijn er meerdere die een shoppingcentrum in het vooruitzicht stellen. U kunt dan wel mooie intenties verwoorden dat wij de kleinhandel moeten beschermen en de kernen versterken , maar in de praktijk doet u iets anders.
In Vilvoorde overschrijden wij bijna 35 keer de Europese norm inzake fijn stof. En het jaar is nog niet halfweg! U zegt dat u een fijnstofbeleid zult voeren. Maar uw beslissing zal ervoor zorgen dat daar dagelijks 25.000 autos extra bijkomen. En zo kan ik doorgaan. Het armoedebeleid of het investeringsbeleid lijden aan hetzelfde euvel. Minister Bourgeois zegt dat wij investeren. Maar ik stel vast dat De Lijn afbouwt. In Gent en andere steden heeft De Lijn een kleiner aanbod dan vroeger het geval was. Waar blijven de beloofde tramlijnen? Ik zie ze niet.
U kunt veel mooie notas maken en mooie toespraken houden, maar dat overtuigt absoluut niet.
Mijnheer Watteeuw, het is al heel belangrijk dat u de twee zaken die u noemt, notas en toespraken, goed en zelfs mooi vindt. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Er worden hier weer heel wat debatten aangehaald die al in de commissie werden gevoerd. Collegas van Groen hebben die zaken al aangehaald. Er werd mij gevraagd hoe ik Uplace kan koppelen aan de winkelnota. Ik heb in de commissie al uitgebreid gezegd dat Uplace een beslissing van de vorige regering is, en de winkelnota heel duidelijk nadien is gekomen. De winkelnota schept voor de eerste keer in de Vlaamse politiek een kader voor zowel groot- als kleinhandel. Het is een kernversterkende copernicaanse omwenteling binnen heel het winkelgebeuren. Er werd ook duidelijk gezegd dat, hoewel Uplace een beslissing van de vorige regering is, deze regering een duidelijke visie heeft. Dat is al aan bod gekomen in de commissie, ook u hebt daarover het woord gevoerd. U rakelt dat echter weer op in een verkeerd kader, wat ik zeer betreur.
Collegas, deze Vlaamse Regering neemt beslissingen. U kunt die beslissingen vanuit de oppositie bekampen. U kunt zeggen dat het verkeerde beslissingen zijn of dat ze moeten worden aangevuld. We nemen beslissingen inzake Uplace en inzake alle elementen die aan bod gekomen zijn.
Als het debat daarover gaat, wil ik daar wel verder discussie over voeren. Ik wil graag dat het debat op dat niveau wordt gebracht en dat het niet over e-mails en dergelijke toestanden gaat. (Opmerkingen van de heer Jan Penris)
Mevrouw Crevits heeft het woord.
Mijnheer van Rouveroij, vorige week donderdag is in de commissie Openbare Werken het decreet Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) zeer uitvoerig aan bod gekomen. Uw fractie was niet aanwezig. Er zijn verder belangrijke voortgangsrapportages inzake de Oosterweelverbinding. Als u dus zegt dat ik niets doe, is dat niet helemaal juist.
Iemand, ik denk de heer van Rouveroij, vroeg in verband met de mobiliteitsmaatregelen of ik nu alles zou stilleggen. Ik wil daar zeer duidelijk over zijn: de Vlaamse Regering heeft een duidelijk engagement genomen om zowel de projectgebonden als de niet-projectgebonden maatregelen van het mobiliteitspakket uit te voeren. Als er al procedures worden gevoerd voor de Raad van State, zal dat mij niet beletten om het flankerend beleid dat trouwens broodnodig is in Vlaams-Brabant consequent uit te voeren.
Er zijn mensen die denken dat er niets gebeurd is. Dat is echter niet juist. De projectnota voor de Woluwelaan werd al goedgekeurd. Aangezien er al een milieueffectrapport (MER) werd opgesteld, kunnen we de ontheffing van het MER aanvragen. Dat zit dus op het goede spoor. Het is absoluut niet mijn wens, noch mijn bedoeling om dat te laten tegenhouden door procedures. De Woluwelaan kan perfect worden gerenoveerd.
Mijnheer Watteeuw, het verbaast mij bijzonder dat u vraagt waar de trams blijven. U was er misschien niet bij, maar nog niet zo lang geleden is de tramlijn naar Wijnegem geopend. Straks wordt de tramlijn in Mortsel geopend. Ik denk dat uw partij daar op dit ogenblik een niet onbelangrijke rol in speelt. Ten slotte werd BRABO 2 goedgekeurd door deze Vlaamse Regering. Dat zijn volgens mij belangrijke projecten die cruciaal zijn en aantonen dat ook deze Vlaamse Regering investeert in traminfrastructuur. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
U zegt dat u geen enkele tram hebt gezien. We investeren op dit ogenblik in minstens drie tramlijnen. Ik kan er nog een paar noemen, indien u dat wenst.
Wat de tramlijnen in Vlaams-Brabant betreft, heeft deze Vlaamse Regering beslist om een MER op te maken. U weet dat dat verplicht is. Dat loopt momenteel volop, mijnheer Watteeuw. Ik kan geen tramsporen aanleggen zonder onderzoek te voeren. We moeten het MER uitvoeren. Dat doen we ook. Komt u me nu dus niet vertellen dat er niet in openbaar vervoer wordt geïnvesteerd. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Voorzitter, ik wil even inpikken op de andere collegas wat de winkelnota betreft. Collegas, je kunt niet jarenlang een beleid laten voeren om de wagens uit de steden te bannen en dan ineens verbaasd zijn dat er rond de steden shoppingcentra en projecten als Uplace komen. Dat lijkt mij nogal logisch.
Minister, daarnet kwam de vraag waar de trams zijn. Ik hoop dat die nog ver weg blijven, en ik zal u zeggen waarom. De Universiteit Gent heeft een rapport gemaakt. De Vlaamse Regering hoopt dat 40 procent van de verwachte 8 miljoen bezoekers voor Uplace via het openbaar vervoer komen. Minister, nu komt het. In die studie staat ook dat vandaag amper 3 procent van de mensen die gaan winkelen, in hun vrije tijd het openbaar vervoer gebruiken. In hun vrije tijd gebruikt dus amper 3 procent het openbaar vervoer om te gaan winkelen. Ik denk dat u wat mobiliteit betreft een zwaar probleem hebt als u alleen blijft inzetten op datgene waar deze Vlaamse Regering op blijft inzetten. Als maar 3 procent het openbaar vervoer gebruikt om te gaan winkelen, dan hebt u een probleem.
Voorzitter, deze regering verbaast ons keer op keer. Minister Lieten geeft al de hele tijd een tsjevenantwoord maar minister Crevits is helder en duidelijk. Ze zegt dat de beslissing wordt uitgevoerd, en zo willen we het horen. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Collegas, u herinnert zich waarschijnlijk dat ik in september met een spelletje Cluedo de draak heb gestoken met de Vlaamse Regering. Ook toen was er een lek naar de pers georkestreerd vanuit de regering. Een dik half jaar later is het weer zover. Minister-president, er zit een judas onder uw apostelen. Misschien komt het lek u goed uit omdat het de aandacht wegneemt van de interne verdeeldheid in uw partij. Tom Dehaene, Carl Devlies en een hoop CD&V-burgemeesters inbegrepen, bestempelen Uplace als een ramp. Mijnheer Dehaene, ik heb u nog niet gehoord, maar uw mening zou ons zeer interesseren.
Minister-president, het punt is nu wel bereikt dat deze stuntelende regering ook uw geloofwaardigheid in het gedrang brengt. Want wie gelooft u nog als u de samenhang van uw regering verdedigt? De feiten spreken u tegen. De feiten zijn dat u beslist had niets over het mailincident naar buiten te brengen en dat dit toch in de openbaarheid geraakt. De feiten zijn dat zelfs u met al uw charmes niet langer kan wegsteken dat de sfeer binnen de regering verziekt is. De ijskoude sfeer op de persconferentie afgelopen vrijdag sprak boekdelen. De feiten zijn dat er geen knopen worden doorgehakt in belangrijke dossiers zoals Oosterweel en dat de economische gevolgen niet zullen uitblijven. De feiten zijn dat uw viceminister-president al verschillende malen de beslissingen van de regering niet verdedigt. U noemde haar houding en die van sp.a onbegrijpelijk en deloyaal. Van twee dingen één, als een coalitiepartner deloyaal is, dan hebt u een huizenhoog probleem. Het volstaat niet om een briefje in de Klaagmuur te steken en de kous is af. Mevrouw Lieten is allesbehalve een kneusje, ze lacht u vierkant uit. U zegt telkens: Ingrid, dit is de laatste keer. Ingrid, dit is niet voor herhaling vatbaar. Ingrid, dit is allerlaatste keer. Ingridje, dit is de allerallerlaatste keer. Hoe vaak is de laatste keer? Hoe vaak mag men oncollegiaal zijn in Peeters II? Hoeveel judaskussen mag Ingrid u geven?
Mijnheer de minister-president, uw regering is een zootje ongeregeld. De kakofonie die uit uw fanfare komt, is niet om aan te horen. U bent de dirigent, en u moet dringend meer tijd steken in het samenspel, in het coachen van uw coalitie. Het is volgens mij ook geen toeval dat relletjes vaak uitbreken als u in het buitenland bent. Als de kat van huis is, dan dansen de grijze muizen. Meer tijd besteden aan de coherentie in uw ploeg, dat is goed, maar uw collegas moeten ook willen natuurlijk. Want dat uw coalitiepartners sp.a en N-VA elkaars bloed kunnen drinken, dat is spijtig genoeg geen nieuws meer. Soms moet een ploeg van trainer wisselen, maar in dit geval zou ik voorstellen dat de trainer enkele spelers wisselt want deze regering maakt u, ons, en heel Vlaanderen belachelijk.
Minister-president, ik geef u alvast wat literatuur mee voor de zomervakantie. Het is een werk uit 2008, uitgegeven door Uitgeverij Lannoo. U zult zich zeker helemaal kunnen inleven in het verhaal, want het heet Regeringen die niet regeren. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Ik zal graag het boek in ontvangst nemen, tenzij het van de bibliotheek komt. (Gelach)
Het is van de bibliotheek van het Vlaams Parlement, maar bij dezen heb ik dat graag in ontvangst genomen. Als dat niet correct is, moet u zich richten tot de heer Vereeck.
Mijnheer Vereeck, u zegt feiten, feiten, feiten. Daar wil ik het juist opnieuw over hebben. De feiten zijn dat we een beslissing hebben genomen over tbs. De feiten zijn dat we een beslissing hebben genomen over de groene stroom. De feiten zijn dat we een begroting in evenwicht hebben. De feiten zijn dat er een loopbaanakkoord is afgesloten. Ik kan zo blijven doorgaan. Dat zijn feiten. Dat is beleid. Ik zal blijven zeggen de heer Sanctorum en anderen zullen ook nog proberen te wijzen op de e-mails enzovoort dat dat wat mij betreft irrelevant is ten aanzien van het beleid dat deze Vlaamse Regering voert, irrelevant om Vlaanderen op de kaart te zetten en irrelevant om ons voor te bereiden op de zesde staatshervorming. Hier gaat het mij om: het beleid van deze Vlaamse Regering! Geef me één dossier. Er wordt telkens hetzelfde gezegd: het Oosterweeldossier. Dat is een belangrijk dossier. Morgen zal minister Crevits het BAM-decreet verder bespreken. We hebben stappen gezet naar Europa en dergelijke. Het is een dossier waarin vooruitgang wordt geboekt. Geef me een ander dossier dat deze Vlaamse Regering heeft laten liggen, een ander dossier waarover deze Vlaamse Regering niet tijdig een beslissing heeft getroffen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president, ten eerste toont het antwoord van uw viceminister-president op de vraag of ze nu die beslissing steunt, aan
Zij steunt die beslissing, voor alle duidelijkheid! Stop nu met die spelletjes!
Ik heb het haar nog altijd niet horen zeggen. Dat is wel relevant, om de eenvoudige reden dat dat aantoont dat uw regering vierkant draait en dat er geen beslissingen uit komen. Oosterweel is niet zomaar een dossier. Oosterweel is het dossier dat voor het eerst de krak in uw regering heeft gegeven.
Een tweede dossier: armoedebeleid. Gaat u nu zeggen dat er een armoedebeleid wordt gevoerd?
We hebben dat hier uitvoerig besproken!
We hebben de discussie gehad.
Innovatie. Weet u hoeveel extra inspanningen we moeten doen om tegen 2020, uw Pact 2020, uw ViA
60 miljoen euro dit jaar erbij!
Weet u hoeveel erbij moet komen om uw eigen doelstelling te halen? Weet u dat? 178 miljoen vanaf vandaag tot 2020, en dan zit u in 2020 pas op het niveau van de Barcelonanorm! Kom nu niet zeggen dat u op schema zit en dat u doortastend beleid voert.
Wij hebben beslissingen genomen in die dossiers! We kunnen dat bespreken. Ik wil daar graag verder over spreken, maar dit is een debat over beleid en geen debat over e-mails en andere toestanden.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister-president, ik voel me vereerd dat u me al op voorhand wil counteren, waarvoor dank. Ik wil meteen ingaan op uw voorstel om een aantal voorbeelden te geven van een gebrek aan daadkracht bij deze Vlaamse Regering. Wel, de belasting op de inverkeerstelling (BIV) was zon mooi voorbeeld. De Vlaamse Regering nam maanden de tijd om een voorstel te lanceren in het Vlaams Parlement. Het was een abominabel voorstel. Dit parlement heeft een zodanig grote wijziging moeten doorvoeren en minister Muyters is door het stof moeten gaan. Uiteindelijk is er een aanvaardbaar compromis gekomen binnen het parlement. Dat is de daadkracht van deze regering, minister-president. (Applaus bij Groen!)
De heer Caluwé heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, gaat de oppositie nu bepleiten dat er in het parlement geen amendementen meer mogen worden aangenomen? Het is toch de normale gang van zaken dat wanneer de regering met een ontwerp naar het parlement komt, we dat hier ten gronde bespreken. De meerderheid heeft inderdaad een amendement aangenomen.
Als de Vlaamse Regering maanden de tijd neemt, of zelfs meer dan een jaar de tijd neemt
De heer Vandaele heeft het woord.
Het verhaal van de BIV hebben we allemaal van heel nabij kunnen volgen. Minister Muyters door het stof? We hebben hoorzittingen gehouden. De meerderheid en de regering hebben in zeer nauw overleg bijstellingen gedaan die door iedereen werden gedragen. Als u een slecht voorbeeld wilt kiezen, dan is dat er eentje.
Allez zeg! Mijnheer Vandaele, ik hoop dat u dat niet echt meent, maar goed.
De BIV-wijziging was inderdaad een heel mooi voorbeeld van het feit dat deze Vlaamse Regering niet tot goede beslissingen kan komen, want het parlement moet een gigantische correctie doorvoeren.
Ik zal nog een voorbeeld geven. Het heeft maandenlang geduurd vooraleer er een compromis omtrent groene stroom uit de bus kwam. De groene-energiesector hing in de touwen. En wat werd het compromis uiteindelijk? De gezinnen en kleine bedrijven mogen grotendeels opdraaien voor de kosten voor groene stroom.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Ik heb altijd veel respect gehad voor het werk van de heer Sanctorum in de commissie. Ik begrijp niet waarom hij nu een onwaarheid vertelt.
U kent het dossier, mijnheer Sanctorum. Wanneer de opkoopplicht wordt weggehaald bij de distributienetbeheerders door de marktprijs de facto stabiel te houden boven de boeteprijs, gebeurt er een verrekening die gespreid is over alle gebruikers, niet enkel gezinnen en kleine zelfstandigen. Het loutere feit dat bedrijven met een bijzondere energie-intensiteit een gedeeltelijke vrijstelling krijgen, is om de werkgelegenheid in Vlaanderen te beschermen. Dat neemt niet weg dat dit een vorm van herverdeling van de factuur is. Tegelijk worden de al verzamelde certificaten, zowel in warmtekracht als in groene stroom, van de markt gehouden. Dat zijn 2,5 miljoen certificaten. Ze zullen pas op de markt worden gebracht als dat nodig is om het quotum te halen. Als dat niet nodig is, zullen ze niet eens op geen enkele dag zelfs op de markt worden gebracht. Dat zorgt ervoor dat het effect op de factuur van gezinnen en kleine zelfstandigen bijzonder positief is. Het stemt mij ietwat droevig dat u in het kader van dit debat die waarheid niet erkent.
Dat was gewoon een antwoord op de concrete vraag van de minister-president. Ik denk dat we de discussie in de commissie moeten voeren. Het punt is dat u de kosten van groene stroom eerst verspreid en dan weer concentreert door hoge vereisten op te leggen
Wij hebben een beslissing genomen, mijnheer Sanctorum! Er is een beslissing genomen inzake groene stroom.
Maar dat heeft maanden geduurd en dat is in elk dossier het geval.
Voorzitter, leden van de regering, dames en heren, met de beleveniswinkels van Uplace zullen we effectief wat beleven: elke dag Batibouw, elke dag Autosalon, elke dag een match van de Rode Duivels of een optreden van U2. We zullen er echter enkel het vervelende gedeelte van beleven: in de file staan. U2 en de Rode Duivels zullen we hoogstens op de radio horen. Ondertussen moet de middenstander die het toch al niet gemakkelijk heeft, opboksen tegen een mastodont van een winkelcentrum dat de allures krijgt van een nieuwe stad. Ondertussen neemt de luchtvervuiling toe die nu al problematisch is, terwijl de Vlaamse Regering boetes mag betalen aan Europa voor het niet-halen van de Europese normen inzake luchtkwaliteit. Die normen dienen nochtans om de gezondheid van de Vlaming te beschermen.
De budgettaire crisis, die bestaat niet voor Uplace. Als er geld nodig is, dan schrappen we toch gewoon in Cultuur of Onderwijs? Aan het einde van de rit is de begroting in evenwicht, dus is er niets aan de hand. En dat allemaal voor de belangen en winsten van één projectontwikkelaar. Uplace heeft in dit parlement zelfs geen democratisch draagvlak. Als in dit parlement vandaag zou worden gestemd over Uplace, zou het project worden weggestemd.
Mijnheer Sanctorum, u verwijst naar de effecten op de kleinhandel. U weet ongetwijfeld dat er in het kader van de milieuvergunning geen uitspraak gedaan kan worden over eventuele concurrentie met de kleinhandel. In 2010 is de vergunning voor de handelsvestiging afgeleverd door de gemeente Machelen. Daar is niemand tegen in beroep gegaan. Dat was nochtans mogelijk. Niemand heeft dat gedaan.
De luchtkwaliteit is volgens u afgenomen en Europa tikt ons op de vingers. Ik zou u willen wijzen op de officiële cijfers. Ik veronderstel dat u die niet in twijfel trekt. Ik heb hier het Milieurapport van 2011. Daaruit blijkt dat de luchtkwaliteit op twintig jaar tijd drastisch verbeterd is, inclusief fijn stof. Wij hebben van u absoluut geen lessen te leren. Ik heb hier de cijfers. Tussen 2005 en 2010 is de fijnstofconcentratie vijftig keer sneller gedaald dan tussen 2000 en 2005 toen Groen verantwoordelijk was voor Leefmilieu. Ik heb absoluut geen lessen van u te leren!
De heer Van Dijck heeft het woord.
Ik vraag me soms af of men wel weet over welke site hier wordt gesproken. Het gaat over een vervuilde, industriële site op een kruispunt van snelwegen, gevestigd in de Vlaamse Ruit. Sommigen halen hier elementen aan alsof het daar dé open ruimte is. Mijnheer Sanctorum, wanneer er shoppingcentra in het Brusselse Gewest worden gevestigd, waaraan uw partij wel haar medewerking verleent, dan geldt die kritiek plots niet meer. Heeft dat te maken met wie er mee de beslissingen neemt? Of willen we de dossiers an sich bekijken?
Mijnheer Van Dijck, ik laat er geen twijfel over bestaan: Groen is tegen de ontwikkeling van grootschalige shoppingcentra, zeker buiten de stadskern. Wij verzetten ons daartegen. Wij zijn de enige Vlaamse partij in de Brusselse Regering met dat standpunt. CD&V is openlijk voor. Is CD&V dan voorstander van drie projecten, twee projecten in Brussel en een in Vlaanderen? Idem dito voor sp.a. Minister Smet, die hier niet aanwezig is, heeft openlijk gepleit voor de ontwikkeling van het NEO-project op de Heizelvlakte. Als u ons standpunt deelt, dan zullen die projecten niet worden ontwikkeld in Brussel.
De heer Sabbe heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, u maakt me een beetje bang. U pleit eigenlijk onomwonden voor de rechtsonzekerheid in Vlaanderen. Er is iets dat me van het hart moet. Iedereen in dit halfrond weet wat een sociaal-economische vergunning is. Die vergunning is zonder enig bezwaar afgeleverd. Ook de heisa van UNIZO begrijp ik niet. Wanneer men iemand een volledig proces laat doorlopen, kan men nadien niet op de barricades gaan staan. Dat moet gebeuren in het begin wanneer er daartoe mogelijkheden zijn. U moet niet op het dossier springen omdat iemand het in de actualiteit brengt.
Mijnheer Sabbe, onze houding in het dossier van de shoppingcentra in Brussel is heel duidelijk. Vaak krijgt sp.a van de meerderheidspartijen het verwijt dat ze in begin voorstander waren en nu plots tegen. Wij stellen vanaf het begin dat wij geen voorstander zijn van de ontwikkeling van grootschalige shoppingcentra. Wij zullen die met alle macht proberen tegen te houden. Ik hoop dat alle Vlaamse partijen in de Brusselse Regering die mening zijn toegedaan.
Minister Schauvliege, ik zou graag een citaat willen voorlezen van uw collega van CD&V die schepen is in Leuven: Vanuit een christendemocratische visie op duurzame mobiliteit, leefbaarheid van de kernwinkelgebieden, het maatschappelijk belang van multifunctionele steden, is het project Uplace onaanvaardbaar. Het project Uplace valt niet te verzoenen met deze principes.
Blijkbaar geeft u een milieuvergunning af voor een project dat haaks staat op de christendemocratische visie. De aspecten van de milieuvergunning zal ik straks met veel plezier toelichten.
Wanneer u spreekt over de evolutie van de luchtkwaliteit tijdens de voorbije twintig jaar, dan wil ik toch zeggen dat de aanwezigheid van Groen in de Vlaamse Regering zeker een bijdrage heeft geleverd tot de daling van de luchtvervuiling in Vlaanderen. Wanneer we het hebben over een termijn van twintig jaar, dan is dat een eigenaardige vergelijking.
Mijnheer Sanctorum, Just under the Sky heeft toch een milieuattest gekregen van de Brusselse Regering? Dat is intussen al een halfjaar geleden. En het ontslagbericht van staatssecretaris De Lille heb ik intussen nog altijd niet gezien.
U moet de reacties op die attesten en zo dan toch wel eens beter lezen. Daar zijn immers heel wat reacties op geweest.
Hij zal wel eens gezegd hebben dat hij allerlei dingen voelt en hoopt en zo, maar heeft hij ontslag genomen?
Mijnheer Caluwé, ik zal heel duidelijk zijn. Ik zal u geruststellen. Nogmaals, wij zijn tegen de ontwikkeling van die grootschalige shoppingcentra. We mogen echter niet appels met peren vergelijken. Het project Just under the Sky heeft een andere omvang dan Uplace. Daar moet u heel eerlijk in zijn. Ik verdedig niet de grootschalige shoppingcentra, ook niet in Brussel, maar u mag geen appels met peren vergelijken. Just under the Sky is veel kleiner. Er zijn duidelijke voorwaarden opgelegd qua mobiliteit die bij Uplace niet zijn opgelegd. Dan heb ik het over het verplicht betalend maken van parkings, zodat mensen toch het openbaar vervoer nemen. Het gaat voornamelijk over mensen uit Brussel die daarheen gaan. Nogmaals, wij zijn tegen de ontwikkeling van grootschalige shoppingcentra, maar er moet wel een juiste vergelijking worden gemaakt.
Voor alle duidelijkheid, Just under the Sky is een puur shoppingcentrum en qua winkeloppervlakte is het vergelijkbaar. Ik denk dat het iets groter is, namelijk 56.000 vierkante meter voor Just under the Sky en 55.000 vierkante meter voor Uplace. (Opmerkingen)
U moet uw dossiers beter voorbereiden. Just under the Sky is nog niet de helft van Uplace. Het gaat over de winkeloppervlakte. (Opmerkingen)
Ik ga het niet verdedigen.
Mijnheer Sanctorum, u verwijst naar de periode toen u mee deel uitmaakte van de Vlaamse Regering. Ik verwijs nogmaals naar de officiële cijfers. Ik veronderstel dat u die niet in twijfel trekt. Volgens het milieurapport van 2011 was de afname van fijn stof in de periode 2000-2005 veel minder groot. Voor de periode toen wij mee verantwoordelijkheid droegen, is er sprake van 50 procent minder fijnstofconcentraties in de lucht. (Applaus bij CD&V)
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, ik dacht dat Just under the Sky zich nu in de fase van het openbaar onderzoek bevindt en dat uw partij die bestemmingswijziging mee heeft goedgekeurd. Ik heb daarnet begrepen dat u Just under the Sky eigenlijk wel steunt. Of heb ik het mis?
Ik denk dat u me dan vijf keer verkeerd begrepen hebt. Wij verzetten ons tegen de grootschalige shoppingcentra. Is het nog niet duidelijk? (Opmerkingen)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Wat de heer Sanctorum hier heeft gezegd, is niet onbelangrijk. Mijnheer Sanctorum, voor u is dat Brusselse project oké.
U moet de proppen uit uw oren halen.
Bent u voor of tegen dat project? Zegt u ja of neen?
Wij zijn tegen de ontwikkeling van grootschalige shoppingcentra! (Opmerkingen van de heer Ward Kennes)
U hoeft zich niet druk te maken. Wees gerust: wij zijn tegen de twee projecten die eventueel zouden worden ontwikkeld in Brussel. Minister-president, is dat duidelijk genoeg?
Bent u ertegen? En gaat u daarnaar handelen?
Wij zijn tegen de ontwikkeling van grootschalige shoppingcentra. Ik kan dat nog wel honderd keer zeggen. (Opmerkingen)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, ik wil de oproep herhalen die ik zaterdag heb gedaan, zeker ten aanzien van CD&V, waarvan sommigen zeer luid roepen. Gaan we Just under the Sky en NEO tegenhouden en downsizen? Ja of neen? Bianca Debaets is voor de twee projecten, en hier in Vlaanderen bent u voor Uplace. CD&V is dus voor die drie projecten, en dan durft minister Schauvliege beweren dat ze een goed beleid heeft voor de luchtkwaliteit. Minister Schauvliege, een beleid met betrekking tot luchtkwaliteit levert niet resultaten op vanaf het eerste moment. Eerst moeten er een aantal maatregelen worden genomen, en dan krijgt men daar het effect van.
Meer nog, Europa zegt heel duidelijk dat er sprake mag zijn van 35 overschrijdingen per jaar. Tot een paar jaar geleden stelde Europa dat niet. In Vilvoorde nadert men die 35. Nu zijn er al 33 overschrijdingen. In Voorhaven Brussel zit men nu al aan 46 overschrijdingen. En wat doet u? U zult nog meer fijn stof toevoegen. Uw beleid is dus gewoon het omgekeerde van het beleid dat werd gevoerd ten tijde van de paars-groene regering.
Mijnheer Watteeuw, de wijzigingsbestemming ondersteunt u dus niet met uw partij hier, maar wel in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering?
Mijn oproep was duidelijk: Vlaamse partijen in Brussel, steun ons en dan pakken we die projecten aan.
Wat een onwaarschijnlijk afleidingsmanoeuvre dat CD&V hier probeert. CD&V is enerzijds voor Uplace, anderzijds tegen. Is de heer Dehaene hier nog? Ik zie hem niet meer. Hij is verdwenen. Waar zijn de andere tegenstanders? Ik zie mevrouw Brouwers. Ik denk dat CD&V in Leuven ook tegen Uplace is. Wat is het nu bij CD&V? Daarnet focusten we op sp.a, maar hoe zit het met CD&V? Staat Uplace inderdaad haaks op de christendemocratische visie? Minister-president, ik stel u de vraag.
Ik heb gezegd waar de regering voor staat. Het gaat over het beleid van de Vlaamse Regering, de beslissing van de Vlaamse Regering over Uplace. Ik ben duidelijk geweest. Als ik straks de gelegenheid krijg, zal ik het nog eens zeggen.
Het is nog niet helemaal duidelijk dus.
Minister-president, u hebt uw ploeg inderdaad niet in de hand. Zoveel is duidelijk. Uw ministers rollen al ruziënd over straat. Ik begin te vermoeden dat de term dictator foutief door uw entourage werd verspreid, om het beeld van u als minister-president, want u bent enkel nog minister-president op papier en niet echt van een ploeg, te compenseren via het beeld van een potentaat. Dat lijkt me logisch. Het zou een strategie kunnen zijn van uw spindoctors. Maar eigenlijk is dat uw probleem, minister-president.
Minister Lieten, u had kritiek op Uplace. Spijtig genoeg slikte u nadien die kritiek weer in. Dat kunt u niet ontkennen. Uw partij heeft een bochtig parcours afgelegd in dit dossier: voor, tegen, weer een beetje voor, opnieuw tegen en uiteindelijk is het voor en tegen tegelijkertijd. Dat hebben we daarnet begrepen. Minister, u zit duidelijk niet graag in deze regering. Ik heb met u te doen, maar in essentie is dat uw probleem.
Ons probleem, en vooral het probleem van de burger, die we vertegenwoordigen in dit parlement, dames en heren, is het slechte beleid van deze Vlaamse Regering. Deze regering komt inderdaad niet goed overeen, maar nog veel erger is dat ze slechte beslissingen neemt en waarschijnlijk komt ze daardoor ook niet goed overeen. Deze Vlaamse Regering draait rond in een vicieuze cirkel van ruzies en slechte beslissingen. Het echte kwaad vandaag, collegas, is de beslissing van minister Schauvliege om de milieuvergunning toe te kennen aan Uplace, intussen gesteund door heel de regering.
Minister-president, uw vorige werkgever UNIZO noemt Uplace, ik citeer, zonder twijfel het zwartste dossier ooit. Dat kan tellen.
Minister Schauvliege, ik stond werkelijk paf toen ik uw argumentatie las om die milieuvergunning toe te kennen. Het waren argumenten uit de milieueffectenrapportage waarvan uw eigen gewestelijke milieuvergunningencommissie al brandhout had gemaakt. U knikt nu neen, maar het is ja. U deed alsof het advies van die experts niet bestond en u hebt de oude argumenten gewoon overgenomen. Waarom hebben we dan maanden moeten wachten op die beslissing, vraag ik me af.
Minister, u stelt als voorwaarde dat Uplace een 10 miljoen euro moet bijdragen voor de verkeersontsluiting van het project. Dat stond al in de convenanten met Uplace en wordt nu gewoon bevestigd in de milieuvergunning. Moeten we daarvoor dan enthousiast zijn? Het gaat bovendien zelfs over een cadeauregeling voor Uplace. Normaal moet bij dergelijke werken de private partner x procent betalen en de overheid y procent van de factuur. Zo spreid je de financiële risicos, als het duurder uitvalt dan verwacht, wat meestal zo is. Herinner u de beroemde pi-factor van de heer De Wever.
Maar niet zo met Uplace en Bart Verhaeghe. Die krijgen financiële zekerheid en weten exact wat ze moeten betalen. U weet, minister-president, dat de Inspectie van Financiën daar vernietigend over was. Het is een financieel beleid van twee maten en twee gewichten. De overheid, de belastingbetaler, mag alle financiële risicos dragen.
Dan kom ik tot het aspect van verkeer, milieu en gezondheid. Minister, u stelde dat de milieu-impact minimaal tot onbestaande zal zijn. Ik weet dat u af en toe bewust of onbewust een loopje neemt met de waarheid, maar dit is al te gortig. Volgens de milieueffectenrapportage zou 35 tot 40 procent van de bezoekers van Uplace met het openbaar vervoer moeten komen om de milieu-impact te beperken. Dat op zich is al totaal onrealistisch. Maar om dat zelfs maar mogelijk te maken, moet onder meer een tramlijn van Jette naar Tervuren worden aangelegd. Kostenplaatje: 400 miljoen euro, met een jaarlijkse exploitatiekost van 10 miljoen euro.
Voor alle duidelijkheid, voor er reacties komen: ik verwelkom openbaar vervoer in Vlaams-Brabant. Maar op het moment dat Uplace de deuren opent, zal die tram er helemaal niet zijn. Resultaat: gezinnen zullen met de auto komen, en de impact op milieu en gezondheid wordt wel zeer groot. De belangen van een projectontwikkelaar primeren blijkbaar op de volksgezondheid.
Mijnheer Sanctorum, ik begrijp niet waarom u verbaasd bent dat ik mijn beslissing heb opgebouwd rond de project-MER. Ik ben wettelijk verplicht om de milieueffectenrapportage mee op te nemen in mijn vergunning. Ik moet motiveren hoe ik in de milieuvergunning zal anticiperen op wat in het MER staat. Ik heb dat dan ook gedaan.
Ik ben niet degene die zegt dat de effecten gering negatief zijn: de project-MER zegt dat. Milieudeskundigen zeggen daarin goed onderbouwd dat als er milderende maatregelen worden uitgevoerd, het resterende effect gering negatief zal zijn. Dat staat letterlijk in het MER.
U zegt dat ik in de voorwaarden van de milieuvergunning heb opgenomen dat de projectontwikkelaar ook zelf projectgebonden inspanningen moet doen op het vlak van mobiliteit. U zou ook moeten weten dat ik in de milieuvergunning onmogelijk een aantal verplichtingen voor derden kan opnemen. Iemand die een milieuvergunning aanvraagt, kun je niet opleggen dat aan bepaalde verplichtingen die derden moeten uitvoeren, voldaan moet worden. Er is rechtspraak die stelt dat dat onmogelijk is. Had ik dat opgenomen, dan zou de Raad van State de verleende vergunning inderdaad vernietigen.
Wat heb ik dan gedaan? Ik heb de verplichtingen die opgelegd zijn aan de exploitant, zowel in de brownfieldconvenant als in de principeovereenkomst die in 2010 is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning. Dat is een goede garantie dat ook de projectgebonden investeringen op het vlak van mobiliteit worden uitgevoerd op het moment dat Uplace wordt ontwikkeld.
Wat de mobiliteit betreft, kan minister Crevits u meer duiding geven bij de projecten die allemaal op stapel staan naar aanleiding van het flankerende milderende beleid rond Uplace.
Minister Crevits heeft het woord.
De mensen van het Verkeerscentrum hebben twee doorrekeningen gedaan. De eerste doorrekening was die op 2015. Daarin is uiteraard geen tramlijn opgenomen. Dat staat ook uitdrukkelijk in het milieueffectenrapport. Er wordt wel bepaald dat het noodzakelijk is dat de Woluwelaan volledig gerenoveerd wordt, met een vrije busbaan, die later omgebouwd kan worden tot tramlijn. De tweede doorrekening was gericht op het jaar 2020. Daarin wordt wel rekening gehouden met de mogelijkheid dat er dan al een tramlijn gerealiseerd is.
Ik was een beetje verrast, mijnheer Sanctorum, toen ik vorige zondag in het debat in De Zevende Dag uw fractieleider hoorde verklaren dat het absolute onzin is om te denken dat dat nu een belangrijke verbinding is, die tramlijn langs Jette die ook in de Woluwelaan zal passeren. Hij zei dat het niet nodig is om daar het hele Vlaamse budget onder te laten lijden.
Ik vind dat wel vreemd. Er staan in het plan van De Lijn van 2009 al vier tramlijnen. We zijn op dit ogenblik een MER aan het opmaken en ook een maatschappelijke kosten-batenanalyse aan het uitvoeren. Tenzij u zou zeggen dat die tram er moet komen maar dat hij niet langs de site Uplace mag passeren wat ik nogal eigenaardig zou vinden want het kan niet anders , lijkt het mij dat het voor de provincie Vlaams-Brabant en voor de hele regio een cruciale en prioritaire tramverbinding is. Als er een tram komt, moet hij toch wel daar komen. Sowieso zal de maatschappelijke kosten-batenanalyse nog veel positiever uitvallen als het project Uplace wordt meegerekend.
De MER ziet dus twee fasen, een met en een zonder tram. U zegt dat die tram er moet zijn in 2015. De MER heeft dat op een andere manier berekend. We zullen moeten maken dat de Woluwelaan grondig gerenoveerd is. En als de deuren van Uplace opengaan, zal De Lijn moeten voorzien in pendelbusverbindingen.
Minister Schauvliege, u haalt de argumenten uit het MER, maar het advies van de gewestelijke milieuvergunningencommissie stelt dat dit onvoldoende is. Toch neemt u die argumenten over. Wat staat er nu in dat MER? Als er verkeer bijkomt, zal het nieuwe verkeer het oude verkeer verdringen. Of over de luchtkwaliteit: daarover stelt het MER dat zij al niet bijster goed is in die zone. Een beetje luchtvervuiling erbij, dat kan allemaal geen kwaad. Minister, dat is de kritiek die uw expertencommissie heeft gegeven. Dat is een van de basiselementen waarom zij als integrale commissie een negatief advies heeft verleend. U hebt dat advies straal genegeerd.
Minister Crevits, het punt is natuurlijk dat die 35 tot 40 procent openbaar vervoer er niet zal zijn. Het zal op zich al zeer twijfelachtig zijn dat al die mensen zonder degelijke randvoorwaarden met het openbaar vervoer naar Uplace zullen gaan. Dat openbaar vervoer zal er niet zijn. Mogelijk zal De Lijn inderdaad vanaf 2015 pendelbussen inzetten. Dat zal dan 2,6 miljoen euro per jaar kosten. Er zullen ook nog busbanen moeten worden aangelegd. Maar, minister, dat zal niet voldoende zijn om tot die 35 tot 40 procent openbaar vervoer te komen. Dat is de voorwaarde om de milieu-impact te beperken. Dat is de essentie van de zaak. Collegas, we tekenen hier voor een project waarbij er in theorie openbaar vervoer zal zijn. Maar het openbaar vervoer zal er niet zijn. Er zal gewoon meer file zijn op de ring. Dat is de realiteit.
Mijnheer Sanctorum, het is uw volste recht om het niet eens te zijn met wat ik daarnet heb gezegd. Ik heb u een uiteenzetting gegeven over hoe het MER de verhoudingen tot het openbaar vervoer heeft berekend. Voor 2015 heeft men de verhoudingen berekend zonder tramlijn, voor 2020 met tramlijn. Het MER is gevalideerd door de onafhankelijke MER-diensten van Leefmilieu. Minister Schauvliege heeft bij het verlenen van de vergunning haar argumentatie gebouwd op dat MER. Er zijn hier trouwens nog mensen die zeggen dat slechts 3 procent van de mensen met het openbaar vervoer naar een shoppingcentrum gaat. Die 3 procent klopt als het gaat over kleine centra. Maar ik wil toch eens de vergelijking maken met Wijnegem. Daar gaat vandaag, als je geen rekening houdt met de tram, 17 procent van de mensen met het openbaar vervoer naartoe. Ik ben zeer benieuwd naar de cijfers als straks ook de tram wordt meegerekend.
Nogmaals, de milieuvergunningencommissie is het niet eens met die analyse. Dat is essentieel, want zij verleent advies.
Minister Schauvliege heeft haar motivatie gegeven. De Raad van State zal daarover uitspraak doen.
Is dat de argumentatie: de Raad van State zal wel uitspraak doen?
Mijnheer Sanctorum, u hebt het recht om het er niet mee eens te zijn.
Het gaat niet over mijn standpunt. Het gaat ook over uw eigen mensen die advies verlenen.
De partij Groen put zich altijd uit in het citeren van passages uit MERs. Die zijn voor jullie altijd heilig. Ik heb er nu naar verwezen. En nu bent u het niet eens met een gevalideerd MER.
Als voor mijnheer Sanctorum al die adviezen zo belangrijk zijn, wil ik hem wijzen op het voorstel dat de administratie van de provincie aan de deputatie heeft voorgelegd. Ik lees artikel 1: Aan Uplace wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend voor het uitbaten van het gebouwencomplex gelegen aan de Woluwelaan, enzovoort.
Mijnheer Sanctorum, was de deputatie fout om de administratie niet te volgen en geen vergunning te verlenen, of telt dat alleen als het in uw kraam past, en niet als het niet in uw kraam past? Ik denk dat we een politieke verantwoordelijkheid hebben. Daardoor staat u hier nu, want als de administratie en de adviesorganen mogen beslissen, dan moeten we hier niet over discussiëren, dan kunnen wij ons verschuilen achter adviezen van anderen. Wij proberen op basis van adviezen een beslissing te nemen. Ik dacht dat u daar ook achter stond, dat dat het democratisch gegeven was.
Minister Crevits, u was verbaasd over mijn uitspraak in De Zevende Dag. Ik bevind mij in goed gezelschap, mevrouw Crevits. De fractievoorzitter van uw coalitiepartner sp.a was de eerste om te zeggen dat we de kost van de tramlijn moeten vergelijken met het investeringsbudget van De Lijn. Die verhouding is totaal scheefgetrokken.
We hebben daarnet pogingen gezien om te tonen dat de eensgezindheid in de meerderheid uitstekend was, maar ik zie alleen maar tegenstellingen. Fractievoorzitter Van Malderen zal dat wellicht verduidelijken.
Inzake de 40 procent openbaar vervoer wil ik een andere vergelijking maken. Naar The Loop in Gent een grootschalige ontwikkeling, niet altijd even gelukkig, maar goed loopt een tramlijn. Waarschijnlijk is dat de meest rendabele tramlijn van Vlaanderen. Dat is lijn 1. Het mobiliteitseffectenrapport (MOBER) zegt dat op deze lijn 10 procent van de mensen met het openbaar vervoer reizen.
De heer Van Malderen wil straks ook antwoorden. Mocht hij me een vraag om uitleg hebben gesteld, dan zou ik hem onmiddellijk hebben gerustgesteld. Ik doe dat bij dezen nog eens. We hebben met deze regering toch al een aantal tramprojecten gerealiseerd. Ik heb ze net opgesomd. Brabo 1 zit erbij, en straks Brabo 2. Die projecten worden gerealiseerd via publiek-private samenwerking. Als we verder investeren in tramlijnen in Vlaanderen dat staat in het regeerakkoord , dan ga ik ervan uit dat voor alle partijen de tramlijn langs Jette we moeten nog zien wat de maatschappelijke kosten-batenanalyse zal brengen positief zal zijn en dat er volop in zal worden geïnvesteerd.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, u verwijst altijd naar administraties en zegt dat de minister daar geen rekening mee houdt. Ik ben schepen in Zaventem, ik spreek dus niet in naam van Leuven. De site van Machelen-Diegem ligt op 150 meter van Zaventem. De administratie Wegen en Verkeer zegt dat de Woluwelaan de verwachte verkeersstroom naar Uplace 22.000 autos per dag kan slikken. De heer Tim Lonneux van Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant zegt dat hij een verkeerssimulatie deed en dat de plannen de test doorstonden.
Mijnheer Sanctorum, u komt hier zeggen dat men ingaat tegen de mobiliteit. De administratie Wegen en Verkeer zegt dat er bepaalde investeringen gebeuren. Die moeten gebeuren, los van Uplace. De tramlijn Jette-Vilvoorde-Tervuren is ook gepland in het kader van het Gewestelijk Expresnet. Daarvoor zijn al initiatieven genomen, en iedereen in Vlaams-Brabant is vragende partij om die te realiseren. Sommige andere zaken zijn beslist in het kader van het START-programma (Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de Luchthavenregio). Nu komen zeggen dat men over één nacht ijs zou gegaan zijn, dat er geen studies aan voorafgegaan zijn, dat de administratie er geen rekening mee heeft gehouden, dat is nonsens. Ik ben dit soort leugens en demagogie over dat project kotsbeu.
Wij hebben als gemeente Zaventem positief advies gegeven over de sociaal-economische vergunning. U moet maar eens lezen waarom. Het hele Uplace-concept is geen typisch grootschalig winkelcentrum, het gaat over belevingswinkels, over een toegevoegd effect op een klassiek winkelcentrum. (Rumoer)
Er zijn studies van economen, van wetenschappelijke mensen die zeggen dat Uplace op een andere manier zal functioneren! De gemeente Vilvoorde is positief geweest over de sociaal-economische vergunning, de gemeente Machelen is ook positief geweest, de gemeente Zaventem is positief geweest en UNIZO is niet in beroep gegaan, omdat Uplace een bepaalde vorm van shoppingcenter is die we hier nog niet kennen, die totaal innovatief is en die complementair is aan de bestaande stadskernen! Het is demagogie van Tobback vanuit Leuven om te zeggen dat er tweehonderd winkels gesloten zullen worden! (Rumoer. Opmerkingen)
Tom Dehaene heeft dat niet gezegd, Tobback heeft dat gezegd! Men hangt een totaal verkeerd beeld op, zowel over de mobiliteit als over de sociaal-economische vergunning. Arm Vlaanderen! Ik ben van Zaventem. Nu doet men een investering waardoor er drieduizend jobs komen. Het is de regio waar we de jobs hebben verloren van Renault, zesduizend, van DHL, vierduizend, en van Sabena, tienduizend! Iedereen zat hier toen te zeggen: Er moet werk in de streek komen. Nu komt er een investering waarvan men zegt dat de mobiliteit kan worden opgevangen, een investering die sociaal-economisch complementair is, en dan komt men hier demagogie verkopen tot en met! Arm Vlaanderen! Arm Vlaanderen. (Applaus van CD&V, de N-VA en LDD)
De heer Reekmans heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik wil even repliceren op uw woorden en daarna zal ik ingaan op het debat van 20 minuten geleden. U hebt een heel mooie poging gedaan, en u hebt gelijk met wat u zegt. U hebt collegas van de oppositie de mantel uitgeveegd, maar ik raad u aan om dat ook eens te doen bij uw collegas van CD&V Vlaams-Brabant, de heer Dehaene op kop. Overtuig hen eens van wat u hier zegt, zodat ze in Vlaams-Brabant rechtlijnig achter het plan staan. Ik vond het lovenswaardig wat u vertelde, maar de heer Dehaene zwijgt hier, hij kan alleen in de gazetten zijn mening zeggen.
Voorzitter, ik kom nu tot de essentie, want ik vraag al een kwartier het woord. Ik wil reageren op wat minister Crevits daarnet vertelde over de cijfers. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik dank u, voorzitter, omdat ik het woord krijg en ik als verkozene blij mag zijn omdat ik het woord krijg. (Gelach)
Minister Crevits, u was heel selectief daarnet inzake de 3 procent die u aanhaalde bij wat ik vertelde. Ik maak het even heel duidelijk. Men heeft het hier net gehad over mobiliteit. Ik ben voor het project van Uplace, maar inzake de mobiliteit zit ik met een levensgroot vraagteken. De heer Van Rompuy verwijst naar studies die aantonen dat het geen problemen zal geven, maar ik zit met vragen.
Minister, in het departement mobiliteit en ruimtelijke ordening van de Universiteit Gent heeft een van de onderzoekers letterlijk gezegd: De 40 procent mobiliteit via openbaar vervoer zal niet gehaald worden of je moet de parkeerprijzen verdubbelen in de omliggende gemeenten of tolgelden vragen op de Brusselse ring. Dat komt letterlijk uit de studie. In dezelfde studie staat ook de 3 procent. U zegt dat het selectief is, dat de 3 procent alleen in de kleinere winkelgebieden geldt, maar de studie van de universiteit van Gent ik heb dit dus niet uitgevonden zegt heel duidelijk dat u de doelstelling van 40 procent in 2020 niet zult halen.
Er is ondertussen veel gezegd. Ik ben het volledig met u eens, mijnheer Van Rompuy, dat we werk moeten creëren. Ik ben het daar volledig mee eens, maar we mogen niet ergens werk creëren en tegelijkertijd elders werk vernietigen. Dat is het punt hier. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Dat is wel waar! (Rumoer)
Dames en heren, u geeft repliek op het betoog van de heer Sanctorum. Nu probeert hij een antwoord te geven, maar hij heeft nog geen twee zinnen gezegd of hij wordt alweer onderbroken!
De heer Sanctorum alleen heeft nu het woord! (Opmerkingen)
Als dit een debat is Het is ook de bedoeling dat u de hele tijd luistert en in de zaal blijft zitten. (Opmerkingen)
Wat de adviezen van de ambtenaar betreft, is het natuurlijk zo dat het advies van één administratie niet heiligmakend is. Uiteraard. De verkeersmodellen dit is een van de punten van kritiek erop vertonen heel wat onzekerheidsmarges.
Dat is een probleem van de verkeersmodulering, maar de gewestelijke milieuvergunningencommissie heeft een integraal advies van de administraties afgeleverd. Het klopt dat de administratie Ruimtelijke Ordening positief staat tegenover het project, maar vroeger stond zij zeer kritisch en negatief.
Slotsom: minister Schauvliege, u hebt geen beslissing genomen als minister van Leefmilieu. U hebt de adviezen van uw eigen experts genegeerd en braaf geluisterd naar de minister-president. U bent geen minister van Leefmilieu meer, u bent minister van Uplace geworden. Proficiat. (Applaus bij Groen)
Mijnheer Sanctorum, ik hoor u enkele keren zeggen dat ik alle negatieve adviezen van de administratie naast mij heb neergelegd. Dat klopt niet en ik wil dat rechtzetten. Ik heb mijn beslissing gebaseerd op het project-MER. Daarnaast heb ik van acht administraties een advies ontvangen. Die waren allemaal positief, behalve het advies van Toezicht Volksgezondheid (TOVO). Eerst had TOVO een gunstig advies uitgebracht, maar op gewestelijk niveau geeft die administratie een ongunstig advies. TOVO stelt dat Vlaanderen inzake luchtkwaliteit niet voldoet aan de Europese normen, en dat wij daarom voorzichtig moeten zijn met wat wij toelaten. U zwaait altijd met Europa. Maar u moet weten dat het Europees Hof van Justitie verbiedt om op basis van algemene milieukwaliteitsoverwegingen één vergunning te weigeren. Dergelijke weigeringen worden door het hof vernietigd. Ik kan dat advies van TOVO niet volgen. Het project-MER spreekt dat advies trouwens tegen, en op basis daarvan is de vergunning verleend.
Mijnheer Sanctorum, in de pers uitte u een laag-bij-de-grondse beschuldiging aan de secretaris-generaal van de administratie. Wij hebben geen positief of negatief advies gekregen, maar wel bedenkingen en punten die wij in het oog moeten houden. Mijn administratie heeft mij ook een indrukwekkende bundel bezorgd waarin de meeste bezwaren worden weerlegd. En de punten die niet werden weerlegd, zijn samen met de administratie bekeken, om nadien dan een bouwvergunning te verlenen. Ondertussen was er een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) goedgekeurd waaraan de administratie heeft meegewerkt en dat tot openbare onderzoeken heeft geleid. Op basis van het GRUP en de bouwvergunning stelde de administratie in de milieuvergunningencommissie dat wat haar betreft de zaak op het vlak van ruimtelijke ordening helemaal in orde is. U zegt dat dit het gevolg is van de politieke opvattingen van de secretaris-generaal. Wel, dat is laag bij de grond.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, mijn generatiegenoot en goede vriend, de heer Van Rompuy, raakt de essentie van het debat. Hij verwijt ons demagogie, al is hij zelf nooit gespeend van enige demagogie. Hij slaat wel de nagel op de kop wanneer hij zegt dat Zaventem een voorstander is omdat het om een nieuwe manier van winkelbeleving is. Maar is dat wel de toekomst die wij willen? Er is een heel interessant document van het Steunpunt Jeugd beschikbaar dat ook in de pers is verschenen. Daarin staat wat jonge mensen willen: de volgende generatie wil geen grote shoppingcentra maar bruisende stadskernen, met veel groen en weinig autos, en winkels dicht bij huis.
Trouwens, minister Muyters, het verbaasde u ook erg dat uit de enquête die gevoerd werd bij de Vlamingen bleek dat zij geen Vlaanderen vol shoppingcentra willen, maar willen wonen zoals in Freiburg. Misschien is dat de essentie van het debat: welk soort Vlaanderen willen we? Misschien moeten we meer naar de volgende generatie luisteren in plaats van hier heel de tijd op elkaars kap te zitten. Dat is voor mij de kern van het debat.
Minister Schauvliege, nogmaals, het advies van de vergunningencommissie is het integrale advies. Alle andere adviezen die u telkens aanhaalt, gaan over deeladviezen, deelaspecten. U moet natuurlijk naar het integrale advies kijken dat over de milieueffecten in de ruime zin gaat.
Minister Muyters, het klopt dat de administratie ruimtelijke ordening eerst zeer kritisch was en nadien een positief advies heeft gegeven. Dat is inderdaad een discussie over het geslacht der engelen. U zegt dan dat het technisch gezien geen advies is. Ik zal u volgen en het een nota noemen in plaats van een advies. Wat is er gebeurd? Het is een nota met juridische argumenten die niet allemaal worden weerlegd, met een aantal argumenten die, minister Schauvliege, van tel zullen zijn voor de Raad van State en die ook gelden voor de milieuvergunningen. Zo is er nog geen stedenbouwkundige vergunning voor de mobiliteitswerken. Juridisch gezien is er helemaal nog geen zekerheid dat die mobiliteitswerken zullen worden gerealiseerd. U mag dan ondanks deze budgettaire krappe tijden nog zoveel budgettaire ruimte hebben gereserveerd voor Uplace, minister Schauvliege, er is geen zekerheid dat die mobiliteitswerken er zullen komen. Dat juridisch argument zal zeker van tel zijn.
Minister Muyters, er is ook een duidelijk inhoudelijk luik in deze eerder negatieve nota. Het advies van de Vlaamse Bouwmeester wordt geciteerd. Hij spreekt onder andere over een middeleeuws uitziend ensemble. Dat advies is niet bijster positief over de inhoud. De nota was oorspronkelijk inhoudelijk ook eerder negatief, maar werd nadien plots positief. Ik stel dat alleen maar vast. (Applaus bij Groen)
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister-president, als u denkt dat Open Vld zit te wachten op incidenten als deze hebt u het uiteraard verkeerd voor. We moeten ze aanklagen, want het zijn symptomen van een falende samenwerking en, daaruit volgend, een falend leiderschap.
Collegas, na elk van de vorige incidenten dacht ik: Die zal zijn of haar lesje wel geleerd hebben. De sp.a leert haar lesje echter niet, integendeel, het gaat van kwaad naar erger. Vorige week werden we opnieuw geconfronteerd met een spektakel van de slechtste soort: een minister en een regeringspartij die zich openlijk distantiëren van een regeringsbeslissing en die, meer nog, van plan zijn die beslissing aan te vechten bij de Raad van State en die juridische strijd desgevallend, aldus de heer Tobback, twintig jaar te voeren. We hadden het ergste dus nog niet gehad.
Maar wie dacht dat dit het hoogtepunt was voor de ontreddering van deze regering, kwam alweer bedrogen uit. Want na de persconferentie, waarop met een uitgestreken gezicht de indruk werd gewekt dat de plooien gladgestreken waren, was er in uw regering een vooralsnog onbekende minister laten we hem of haar een gevoelloos creatuur noemen die het nodig vond om het mailtje van minister Lieten, dat men in een moeite met het hoofdincident had geklasseerd, te laten lekken. Komt dat tegen, minister-president.
Dat de journalisten geen vragen mochten stellen, wees erop dat u niet gerust was. U kunt dat de journalisten verbieden, maar niet het parlement.
Collegas, uiteraard zijn er meningsverschillen tussen coalitiepartners. Het is inherent aan onze parlementaire democratie dat mensen van verschillende ideologieën, met verschillende meningen, een coalitie vormen en daarin verantwoordelijkheid nemen.
En neen, een regering moet geen vriendenclub zijn, maar collegialiteit, respect en de daaruit volgende samenhorigheid en vertrouwen, zijn de eerste voorwaarden om baanbrekend vakmanschap zoals u het graag noemt, minister-president neer te zetten. Op weg naar een beslissing kunnen de meningsverschillen rustig uitgediept worden. Maar eens beslist, staat men als één man, als één vrouw achter die beslissing.
En ik kan daar zelf van getuigen. Ik was tussen 1989 en 2009 schepen en eerste schepen van de stad Gent. Vriend en vijand, in en buiten Gent, erkent dat in deze stad fundamentele keuzes zijn gemaakt die haar ingrijpend ten goede hebben gewijzigd. Maar belangrijker dan het paarse project was de optimale verhouding tussen Open Vld en sp.a, tussen Frank Beke en mezelf. Zo zou het moeten zijn tussen de minister-president en zijn viceminister-president. Maar zo is het niet, althans met mevrouw Lieten. Mijnheer Bourgeois, ik wil u er niet in betrekken. Ik ga ervan uit dat die verstandhouding tussen u beiden wel is zoals ze hoort te zijn. Er zijn geen aanduidingen dat dat niet zo is.
Minister-president, de vraag die u zich dient te stellen, is of deze incidenten nog wel bij te leggen zijn. De hoop die u schijnbaar koestert dat het nog goed komt, doet me denken aan een uitspraak van Desmond Tutu ik weet niet of u hem kent? : Ik ben de gevangene van de hoop. Minister-president, als een regeringsleider één ding niet mag zijn, dan is het een gevangene, en al zeker niet de gevangene van één enkele coalitiepartner.
Hoe dan ook rijst de vraag of de prijs die de Vlaming daarvoor zal moeten betalen, het wel waard is. Want iedereen beseft dat het wantrouwen zich definitief heeft genesteld in deze regering. En niets is rampzaliger voor een doortastend, vooruitstrevend beleid dan voortdurend achterom te moeten kijken om te zien of iedereen wel volgt, of nog erger, om te kijken of, in deze vechtregering er niemand een dolk in je rug wil steken. Wanneer u volhardt tegen beter weten in, dan kan Vlaanderen alleszins de hoop op goed bestuur delieten.
Collegas, het Uplace-dossier gaat terug tot in 2007 met de stemming van het Brownfielddecreet. Nadat het decretale kader was gecreëerd, volgde een oproep om projecten in te dienen. Dat resulteerde in vijftig voorstellen. Voor de site in Machelen werden drie projecten ingediend. Daarom besliste de toenmalige regering dat de drie projecten in een wedstrijdformule tegen elkaar zouden worden afgewogen. Het Uplace-project werd door de Brownfieldcel als overwinnaar aangewezen. Op die basis is het convenant uiteindelijk ondertekend door de bekende partijen: Uplace, de gemeente Machelen, de provincie Vlaams-Brabant, die zich nadien weliswaar heeft teruggetrokken, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de Vlaamse Regering. Maar misschien nog belangrijker, collegas, is de daaropvolgende beslissing van de huidige regering. Op 21 mei 2010 heeft ze een addendum aan het convenant goedgekeurd, en ik citeer uit de regeringsnota die werd voorgelegd. Het ontwerp-addendum bestaat uit drie luiken, lezen we. En wat is nu de eerste zin van dat drieluik? Ik citeer: Het engagement van de partijen om met het project verder te gaan. Einde citaat. Maar het kan nog duidelijker. Het kan nog veel duidelijker. In artikel 1 van dat addendum staat, en ik citeer nogmaals: ( ) de partijen verklaren de intentie te hebben deze Brownfieldconvenant verder te goeder trouw uit te voeren met het oog op realisatie. Einde citaat.
Daarom, minister, nogmaals, respecteer dit parlement. U mag hier vandaag niet buitengaan zonder een helder antwoord. Bent u bereid het convenant te goeder trouw uit te voeren en dus alle handelingen te stellen die deze goede trouw aantonen? En u, collega Van Malderen, namens uw sp.a-fractie, bent u bereid deze regering en uw minister daarin te steunen? Nogmaals, ik wil geen verhaal horen, wij willen geen verhaal horen en de buitenwereld wil dat op dit ogenblik ook niet. Het is een simpele vraag, minister, waarop een simpel antwoord kan komen. Is het ja of is het neen? (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Het is ja! Het is ja! Eindelijk. Het is onverkort ja. We zullen dat jawoord dat u nu geeft, nauwgezet opvolgen in de komende maanden en jaren, zodat het niet wordt wat vaak in een huwelijk gebeurt, namelijk een echtscheiding, hoewel het begonnen is met een ja.
Minister-president, we zijn er eindelijk. U werd koud gepakt door uw coalitiepartner vorige week. Want pacta sunt servanda. Daarover hebben we het al vaak gehad, mijnheer Van Malderen, als het ging over de Nederlanders. Mijnheer Penris, onze Nederlandse buren die we inderdaad te vriend moeten houden. Maar pacta sunt servanda geldt uiteraard ook voor de private partners van de regering-Peeters en ook van de vorige regering.
Collegas, ik las vorige week in de krant een uitspraak van de nieuwe baas van Flanders Investment & Trade (F.I.T.), Claire Tillekaerts: niet zozeer de loonkost, maar wel de rechtsonzekerheid houdt investeerders weg uit Vlaanderen.
Gisterenavond was ik op de ambitiedag die werd georganiseerd door de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV). Ik luisterde naar een superinteressant paneldebat met bedrijfsleiders en wetenschappers. Er was ten andere veel schoon volk. Het was in de Handelsbeurs van Gent. Logisch dus dat men daar in groten getale naar is afgezakt. Het debat stond onder leiding van Kathleen Cools. En ja, Kathleen Cools kennende, ging ze natuurlijk ook in op de realiteit van vandaag. Ze stelde een vraag in verband met Uplace. Minister-president, uw kabinetchef was daar aanwezig, zo hoort het. Hij was een zeer aandachtige toeschouwer. Op de vraag over Uplace antwoordden alle panelleden eendrachtig: de rechtsonzekerheid die bij een afwijzing zou ontstaan, draagt veel verder dan alleen Uplace zelf en veroorzaakt onzekerheid bij ondernemers. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Neen neen, het is geen kritiek, dus u moet ook niet reageren. Een onzeker ondernemer is iemand die investeringen niet doet of ze uitstelt. Welnu, de regering-Peeters wil een investeringsregering zijn, en terecht. Vanuit de Open Vld steunen we u daarin. Met andere woorden, de houding van uw coalitiepartner sp.a is dus geen fait divers, maar raakt uw regering in het hart.
Om uit de crisis te geraken moeten we inderdaad investeren in brownfields, in publiek-private samenwerking en ook in steden en gemeenten, want zij staan in voor 50 procent van alle overheidsinvesteringen. Als ik de donkere wolken zie die op de lokale besturen afkomen, vraagt de Open Vld u inderdaad om veel aandacht te besteden voor de investeringscapaciteit van die steden en gemeenten, meer nog dan vandaag het geval is. Wat u vandaag doet, is goed, maar u houdt in eerste orde in stand wat door de vorige regering al tot stand werd gebracht, bijvoorbeeld de vaste groeivoet van 3,5 procent. Houden zo.
Minister-president, uw regering wil via een wijziging van het Gemeente- en Provinciedecreet de structurele onbestuurbaarheid van gemeenten aanpakken. Als u zo wakker ligt van dit volstrekt overroepen probleem bij de gemeenten, is het nu het moment om de procedure te starten die uw eigen onbestuurbaarheid kan beëindigen.
U geeft de indruk dat uw regering op één lijn zit, maar in een parlementaire democratie is dat niet voldoende. Als regering moet u ook over een meerderheid beschikken in dit halfrond. Is dat nog zo? Waarom denkt u dat de sp.a-fractie niet haar partijvoorzitter Tobback maar wel minister Lieten zal volgen?
In dit halfrond volstaat een persconferentie met een uitgestreken gezicht niet. In dit halfrond is er maar één middel om hierop een antwoord krijgen. Volgens het reglement, artikel 76, kunt u als regeringsleider de vertrouwenskwestie stellen. Tussen het stellen van de vertrouwenskwestie en de stemming moet normaal gezien 48 uur verlopen, maar het parlement kan bij unanimiteit van zijn reglement afwijken. Open Vld is alleszins bereid om dat te steunen. Wij vragen u met andere woorden vandaag niet meer of niet minder dan dat u als regeringsleider de vertrouwenskwestie stelt. Wij dulden geen scheidsrechter meer aan het hoofd van deze regering. Wij willen een regeringsleider die naam waardig, omdat we inhoudelijk met elkaar de degens willen kruisen.
Minister-president, iemand uit uw christendemocratische familie heeft ooit eens gezegd: trop is te veel, te veel is trop. (Applaus bij Open Vld)
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik vond het zon groot contrast. De heer van Rouveroij heeft herhaaldelijk sprekers onderbroken maar wou zelf niet worden onderbroken. Ik heb mijn betoog intussen aangevuld en zal straks mijn reactie geven.
Ik wou net interveniëren toen de heer van Rouveroij het had over goed bestuur en samenhang van de regering. Het is verre van mij om hier te zeggen dat er geen incident geweest is, maar het is vorige vrijdag afgesloten, mijnheer van Rouveroij. U hebt gerefereerd aan het paarse bestuur in Gent. Ik kan u een waslijst bezorgen van incidenten onder de paarse regeringen. Onder Dewael zei een minister dat hij gestalkt werd door zijn minister-president en dat de oppositie tegen hem in de regering zat. Een ander minister heeft zelfs betoogd tegen het beleid van een collega-minister. Het huidige incident is klein bier tegenover het zogezegde goede bestuur van paars. (Rumoer. Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Van Malderen, ik zal u zeggen waarom ik een beroep heb gedaan op het reglement. Ik ben nu meer dan een jaar fractievoorzitter. Ik laat mij graag onderbreken, dat is geen punt. Amper twee weken geleden had ik een betoog van twintig minuten voorbereid over de begrotingsaanpassing, uiteindelijk heb ik hier anderhalf uur gestaan. Dat is geen punt. Bij een begrotingsaanpassing hebben we het over tientallen onderwerpen. Dan is het logisch dat we ogenblikkelijk kunnen repliceren. Maar dit is een gebald thema. Ik wou graag mijn redenering aaneensluitend brengen en niet constant onderbroken worden. Dat lijkt me zowel voor het halfrond goed als voor de mensen die het van buitenaf moeten volgen.
De heer Caluwé heeft het woord.
Voorzitter, leden van de regering, collegas, we staan hier voor een debat over de interne cohesie in de Vlaamse Regering. Versta me niet verkeerd, dat u hier een debat vraagt nadat een minister de beslissing van een andere minister onbegrijpelijk heeft genoemd, vind ik logisch. Ik vond die uitspraak van die minister overigens ook onbegrijpelijk en onbetamelijk. Ik ben blij dat we daarnet toch een ja gehoord hebben en dat men blijvend het regeringsbeleid steunt.
Na dit incident concluderen dat deze regering slecht werk levert, gaat te ver. Deze regering heeft van bij de start, in moeilijke omstandigheden, gekozen om naar een begrotingsevenwicht te gaan. Uiteraard leidt dat vaak tot zware discussies.
En we hadden er ook op gerekend dat we na twee jaar door die economische crisis zouden zijn. We hebben echter moeten vaststellen dat de economische crisis een tweede dip vertoont. We doen het wel relatief goed op Europees vlak, we behoren bij de beteren en proberen Duitsland zo goed mogelijk te volgen. Hoewel het niet evident is, bereiken we ook dit jaar opnieuw een evenwicht. Daarvoor heeft de Vlaamse Regering moeilijke beslissingen moeten nemen. Zij heeft die moeilijke beslissingen echter kunnen afronden. Zo dooft bijvoorbeeld tbs in het onderwijs uit, en dit zonder aanleiding te geven tot grote maatschappelijke discussies en zonder problemen op het terrein in het onderwijs. Vorige week heeft de regering beslist om het groenestroomcertificatensysteem om te vormen zodat het beheersbaar wordt.
Dat die regering regeert en tot besluiten komt, dat deze meerderheid aan elkaar hangt en moeilijke problemen oplost, zien we ook in kleinere dingen. Op de agenda staat het nieuwe Wapenhandeldecreet dat we straks zullen goedkeuren. Dat er zon decreet zou komen, stond al in het regeerakkoord van 2004 van de vorige coalitie. De vorige ministers, mevrouw Moerman en mevrouw Ceysens, zijn daar nooit in geslaagd vanwege interne tegenstellingen binnen de regering. Binnen deze coalitie zijn we daar wel in geslaagd. Het waren intern soms moeilijke debatten maar straks zal dit decreet hier worden goedgekeurd.
Systematisch, week na week, worden beslissingen genomen en knopen doorgehakt en wordt er met deze meerderheid geregeerd.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Ik luister met stijgende verbazing naar deze toespraak. Ik heb geprobeerd om in dit debat lang te zwijgen. Ik wil echter een vraag stellen aan de fractieleider van CD&V omdat ik me persoonlijk aangesproken voel.
Dat de minister de beslissing van een collega-minister onbegrijpelijk vindt, is onbegrijpelijk, zoals u zei. Maar als diezelfde partij van die minister bij monde van twee belangrijke voormannen uit die partij de huidige en vorige Vlaamse Regering beschuldigt van belangenvermenging en dat is geen detail dan is de vertrouwenskwestie zoals onze fractieleider die stelt, meer dan ooit aan de orde.
Ik was zelf de auteur van het Brownfielddecreet van 30 maart 2007. Wij hebben er alles aan gedaan om een zeer transparante regeling uit te werken, dixit Raad van State, dixit alle mogelijke wetenschappelijke studies nadien.
Vandaag is duidelijk dat de meeste brownfieldconvenanten zijn afgesloten in de regio Vilvoorde-Machelen, waar de vervuiling en de brownfields zich opstapelen. Diezelfde partij heeft echter geen enkel probleem gemaakt over de procedures die de regering en de respectieve ministers hebben toegepast. Ik vind het dan ook bijzonder ongepast, om niet te zeggen schandalig dat men die woorden niet terugtrekt en zich verontschuldigt. (Applaus bij Open Vld, LDD en het Vlaams Belang)
Mijnheer Van Mechelen, ik ben het volledig met u eens dat die woorden er ver over waren. Het is dan ook zeer terecht dat de voltallige Vlaamse Regering vorige vrijdag uitdrukkelijk afstand heeft genomen, niet van de woorden van de voorzitter van sp.a maar wel van de vader van de partijvoorzitter van sp.a.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik heb me ook heel lang ingehouden, maar ik heb het intussen gehad met die truc van de bliksemafleider en die plaat van de zogenaamde daadkracht van de Vlaamse Regering en de opsomming van alle realisaties zoals het Wapendecreet.
Voor alle voorbeelden die u aanhaalt van zogenaamde goede verwezenlijkingen, kan ik minstens evenveel voorbeelden van echt zwakke decreten opsommen. Ik geef het voorbeeld van het Inschrijvingsdecreet in het onderwijs, dat de kampeertoestanden aan de scholen zogezegd moest oplossen. Dat is een processie van Echternach geweest. De parlementsleden hebben een voorstel van decreet ingediend. Daar is dan een totaalamendement op gekomen. Daar zijn dan opnieuw amendementen op ingediend. Dat zou dan van start gaan. Nu moeten we begin juni opnieuw stemmen over amendementen, zodat dit nog voor september klaar is, omdat men tot de vaststelling is gekomen dat dit niet werkt. En wat blijkt deze ochtend? In Antwerpen is men weer aan het kamperen aan de scholen. Binnen deze Vlaamse Regering zijn er dus ook complete gedrochten van decreten in de maak. Er zijn ook zaken die niet worden gerealiseerd, zoals die hervorming van het secundair onderwijs waarop we nog wachten, zoals het lerarenloopbaandebat. Ik kan diezelfde plaat hier ook nog eens draaien, dus laten we alstublieft die platen in de kast houden en ons proberen te beperken tot de essentie. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer Caluwé, u zei daarnet tevreden te zijn dat minister Lieten hier duidelijk heeft gezegd dat ze achter de regeringsbeslissing staat. Ik heb een heel eenvoudige vraag voor u. U bent fractieleider van CD&V. Kunt u heel eenvoudig met ja of neen antwoorden op de vraag of heel uw fractie achter deze regeringsbeslissing staat? We hebben de heer Dehaene immers nog niet gehoord in dit debat, maar hij was daarnet wel zijn standpunt aan het uitleggen voor de cameras van Villa Politica. Ik dacht nog altijd dat het debat hier werd gevoerd. Staat heel uw fractie, de heer Dehaene en de CD&V-parlementsleden uit het Leuvens inbegrepen, achter deze regeringsbeslissing?
De heer Dehaene zal zelf antwoorden.
Ik vroeg het aan u.
De heer Dehaene heeft het woord.
De heer Reekmans heeft me al een paar keer verwijten naar het hoofd gegooid, dus misschien is het gepast dat ik hem ook eens van antwoord dien.
Mijnheer Reekmans, de minister heeft vorige week die beslissing genomen, als bevoegde beroepsinstantie. Het is een beslissing van de minister alleen, dus geen regeringsbeslissing. Het is iets anders. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Wacht, laat me uitspreken. Het is gedelegeerd. Als u me vraagt of ik achter de beslissing in beroep van die minister sta, dan antwoord ik volmondig ja. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Dat was uw vraag wél. Voor alle duidelijkheid, ik zit niet in de regering. Ik sta volmondig achter die beslissing omdat ik ervan overtuigd ben dat de minister alle punten in overweging heeft genomen. Was er juridisch gezien, voor alle duidelijkheid ruimte geweest om die milieuvergunning niet te geven, dan had ze die niet gegeven. Daarom is ze ervan overtuigd dat die milieuvergunning inderdaad stand zal houden bij de Raad van State. Zoals u weet, is er echter sprake van diverse procedures in dit dossier. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Dat is wél een antwoord. U hebt echter goed opgemerkt dat ik zeer veel vragen heb bij dit project, omdat het op een plaats komt waar de fileproblematiek al gigantisch is en de milieuproblemen zoals hier vandaag ook al is gezegd al evenmin mogen worden onderschat. Ook de handelskernen in die regio staan onder druk. Daarom heb ik daar vragen bij. Ik denk dat de Vlaamse Regering beslissingen aan het nemen is die deze regio ten goede komen qua mobiliteit en milieu. We hebben er deze namiddag al diverse gehoord. Als het project van Uplace kan worden gerealiseerd voor we alle nodige inspanningen hebben gedaan, dan vrees ik dat er inderdaad een gigantisch probleem is. Daarom heb ik zoveel vragen.
Ik ben de eerste om te zeggen dat we de brownfields moeten aanpakken. En inderdaad, in onze regio moeten er worden aangepakt. Maar het is nog iets anders om te zeggen dat eender wat moet kunnen. We moeten dus voldoende aandacht hebben voor de maatregelen die moeten worden genomen, zodat de regio leefbaar blijft. Een van de belangrijkste troeven van de regio is de ligging en de mobiliteit. Als we die mobiliteit verliezen, kan dat een gigantisch probleem worden in de regio.
Enkele fractieleiders en leden hebben het minister Lieten zes keer moeten vragen om haar ja of nee te doen zeggen. Ik herhaal heel simpel mijn vraag aan de fractieleider van CD&V: staat heel de CD&V-fractie, inclusief de parlementsleden van Vlaams-Brabant, achter de afgeleverde vergunningen aan Uplace? Ja of nee?
Wij staan achter dit project. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Uiteraard staat de fractie erachter dat we een engagement dat is aangegaan in de vorige regering ten volle uitvoeren. Ik leg het u uit. De heer van Rouveroij heeft hier duidelijk heel de geschiedenis van de brownfields naar voren gebracht. Ik herhaal die nog eens kort. Het aantal Vlamingen neemt toe, de gezinnen verdunnen. Zij willen wonen, werken, zich ontspannen. We hebben vastgesteld dat dat almaar meer ruimte vraagt. Dat neemt steeds meer groene open ruimte tot zich. Tegelijkertijd lag er in Vlaanderen wellicht een duizendtal hectare aan oude industrieterreinen, ongebruikt, zonder bestemming.
Het vorige parlement heeft de vorige regering in 2007 bij decreet gemachtigd om engagementen aan te gaan met private investeerders die daar wel zinnige projecten voor hadden, om ervoor te zorgen dat oude terreinen op een nuttige manier opnieuw worden gebruikt. Ze krijgen de zekerheid, als ze eraan beginnen, dat een aantal engagementen worden genomen. Er is het engagement om, indien nodig, infrastructuur aan te leggen. Dat neemt de regering op zich. Er is het engagement dat er geen registratierechten moeten worden betaald. Er is een engagement met betrekking tot een aantal flankerende maatregelen. Is er een engagement dat men de vergunning, die men moet hebben, zal krijgen? Nee. Daarvoor moet men formeel de procedures volgen, uiteraard.
Tot nu toe zijn er in totaal 36 brownfieldconvenanten goedgekeurd, voor een totaliteit van om en bij de 1000 hectare in Vlaanderen, die vandaag een goede bestemming krijgen. Ik geef een voorbeeld. Chinese bedrijven hebben als uitvalsbasis in Europa tussen Denemarken, Engeland en Vlaanderen voor Vlaanderen gekozen. Die komen niet terecht op een stuk open groene ruimte dat daarvoor moet worden aangesneden, maar op een brownfield aan de A12 en aan het kanaal in Willebroek. Dat is een zinvolle manier waarop met die brownfieldconvenanten is gewerkt.
Een van die 36 projecten heeft de vorige Vlaamse Regering na een prijskamp toegewezen aan Uplace. De heer Watteeuw zei daarstraks iets anders, maar bij mijn weten is dat het enige project van die 36 waarbij er sprake is van een winkelcentrum. Verder gaat het over bedrijventerreinen en kantoren.
Om er maar één te noemen: Temse.
Dat is geen brownfieldconvenant.
Dat is wel een brownfieldconvenant, wat is dat nu?
Voorzitter, dat is weer onjuist. Temse is goedgekeurd op basis van vijf bijzondere plannen van aanleg, opgesteld door de gemeente Temse, in overleg met alle bevoegde administraties.
Het gaat hier om dit ene project. Maar goed, er zit een groot aantal winkels in of een groot gedeelte shopping, wat problematisch kan zijn voor de kernen elders. Dat is juist. Uiteraard was dit gedragen in de vorige Vlaamse Regering, die op een bepaalde manier was samengesteld. Er zijn vragen of het juist was, maar het is beslist.
Misschien bestaan er wat andere meningen over. En als de regering anders was samengesteld, had het er misschien iets anders uitgezien, of had iemand anders het misschien kunnen halen. Maar als er vervolgens een andere regering komt, die er anders uitziet, ga je dan alle beslissingen van de vorige regering terugnemen en bijsturen of heronderhandelen? Dat gaat toch in tegen de rechtszekerheid waar een ondernemer op mag rekenen?
Uiteraard moet men zijn vergunningen halen. En uiteraard is het niet zo dat een minister die een bepaalde vergunning aflevert, gebonden zou zijn door het feit dat een convenant is afgesloten door de regering. Die minister moet die vergunning beoordelen zoals hij elke andere mogelijke vergunning beoordeelt en daar dezelfde criteria op toepassen. Als hij het in een ander geval, zonder convenant, zou afkeuren, moet hij het ook in dit geval afkeuren. Als hij het in een ander geval zou goedkeuren, moet hij het ook in dit geval goedkeuren.
Iedereen kijkt nu naar die milieuvergunning. Alstublieft, jongens, het gaat hier om een milieuvergunning voor winkels, een cinema, een zwembadje in een hotel. Dit is geen Seveso-bedrijf! U kunt toch niet veronderstellen dat men dit zou kunnen tegenhouden op basis van de milieuvergunning? Wees alstublieft ernstig.
Men kan procedures aanspannen en in beroep gaan bij de Raad van State. Hetzelfde geldt voor de bouwvergunning. Hetzelfde had ook kunnen gebeuren voor de sociaal-economische vergunning. Het meest problematische het effect op de detailhandel in de omringende steden valt onder de socio-economische vergunning. Die behoort trouwens niet tot de bevoegdheid van de Vlaamse Regering, maar nog altijd tot de bevoegdheid van de Federale Regering. We stelen vast dat tegen die socio-economische vergunning, die is afgeleverd door de gemeente Machelen, niemand in beroep is gegaan. Had men dat kunnen halen? Ik weet het niet. De rechter moet dat beoordelen.
Enkele weken geleden is een uitspraak gedaan over de socio-economische vergunning voor de vestiging van Mediamarkt op de Bredabaan in Schoten. De stad Antwerpen, de gemeente Brasschaat en UNIZO zijn daartegen in beroep gegaan, en zij hebben dat gewonnen voor de Raad van State. Daar worden dus de effecten op de andere handelskernen onderzocht, collegas. De Vlaamse Regering kon dat niet eigenmachtig afleveren. Als men dat absoluut wilde tegenhouden, had men die procedure moeten volgen.
Collegas, ik wil tot slot nog iets zeggen over Vlaams-Brabant. Ik wou ook iets zeggen over de vraag of gemeenten voldoende ondersteund worden door de Vlaamse overheid, maar ik ben blij dat dat niet herhaald is. Ik zal daar dus verder niets over zeggen.
Als ik al die dramatische berichten hoor over welke verschrikkelijke verkeerscongestie dit allemaal met zich mee zal brengen, weet ik niet of die 22.000 veronderstelde klanten daar wel zullen raken en of die investering van 600 miljoen euro wel zal gebeuren. Ofwel is het ene waar, ofwel is het andere waar. Als het ene waar is, zal er mijns inziens een moeilijkheid zijn qua private investeringen.
Of Uplace er nu komt, zijn vergunningen krijgt en finaal ook zijn investeringen zal kunnen doen, of niet, de engagementen met betrekking tot de mobiliteit in Vlaams-Brabant moeten integraal worden uitgevoerd. Die Woluwelaan is vandaag al een probleem. Er is vandaag al een groot probleem met betrekking tot de mobiliteitsafwikkeling. Dat moet dus worden doorgevoerd.
Voor de stedelijke ondersteuning hebben we het Stedenfonds. Dat is gericht op de centrumsteden. Alle provincies hebben meerdere steden in dat Stedenfonds. Vlaams-Brabant heeft alleen Leuven. Het lijkt ons gepast, zeker nu gisteren de Senaatscommissie Brussel-Halle-Vilvoorde heeft gesplitst symbolisch kan dat tellen , om de hoofdstad van dat arrondissement ook te erkennen als centrumstad. Vilvoorde kan die ondersteuning krijgen en op dezelfde manier worden behandeld als de andere grote steden in ons land. (Applaus bij CD&V)
Voorzitter, ik wil nog even reageren op wat de heer Dehaene zei. Dat was toch zeer frappant. CD&V is blijkbaar haar streken nog niet verleerd. Mijnheer Dehaene, u stelt dat u tegen Uplace bent, maar voor de milieuvergunning voor Uplace. U blijft zich verbergen achter het feit dat er een procedure zal worden gestart bij de Raad van State. Mijnheer Dehaene, de vergunningen zijn er. Het project is goedgekeurd en kan gestart worden. Dat is de realiteit. U mag zich dus niet verbergen achter de procedure bij de Raad van State. Bovendien, mijnheer Dehaene, ik weet niet of u het opiniestuk in De Tijd hebt gelezen dat u mee hebt ondertekend, maar u haalt daar letterlijk een aantal juridische argumenten aan die gebruikt kunnen worden bij de Raad van State om de vergunningen aan te vechten. Maar daarnet zei u dat minister Schauvliege juridisch gezien niet anders kon dan de milieuvergunning toe te kennen. Wat is het nu?
Voor alle duidelijkheid: ik heb het stuk gelezen. Geschreven zelfs. Er staat inderdaad in dat er procedures mogelijk zijn bij de Raad van State. Verschillende vergunningen moeten worden aangevraagd. Er staat: wellicht tegen de milieuvergunning. Maar ik heb zeer duidelijk gezegd dat ik persoonlijk denk dat mevrouw Schauvliege haar werk als minister, als beroepsinstantie, zeer goed en zeer nauwlettend heeft gedaan. Ik denk dat de kans op slagen voor een beroep bij de Raad van State klein is. Ik geef dat gerust toe. Maar wij, als parlement, zullen niet in beroep gaan tegen de beslissing van minister Schauvliege. Dat kunnen wij niet. Anderen zullen dat doen. (Gelach. Opmerkingen)
Het is misschien niet duidelijk, mijnheer Sanctorum, maar ik treed al diegenen bij die zeggen dat er een convenant is afgesloten en dat alle vergunningen die moeten worden aangevraagd, worden bekeken, zoals elke andere vergunning die moet worden aangevraagd. Hier is inderdaad beslist om die milieuvergunning af te leveren na kennis te hebben genomen van alle documenten die in overweging moesten worden genomen. Ik geef gerust toe dat ik geen specialist ben inzake milieuwetgeving, maar ik herhaal dat het mijn inschatting is dat daar geen fouten in gemaakt zijn. Dat neemt niet weg dat ik zeer veel vragen blijf hebben bij het project Uplace. Maar dat is iets anders dan de gevolgde procedure, dan de vergunningen die afgeleverd moeten worden. Er is een procedure op gang getrokken, en die wordt gevolgd. (Gelach. Opmerkingen)
Ik ben voorstander van het volgen van de procedures. Een beroep bij de Raad van State is een van de mogelijke stappen.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Ik wou toch even de kennis van het administratief recht opfrissen in deze hele discussie. De heer Dehaene geeft zo de indruk dat minister Schauvliege bijna handelt als een rechter, en dat ze dus puur juridisch werk doet en dat ze de juridische beslissingen neemt die ze moest nemen, maar dat je je daar politiek van kunt distantiëren. Dat is niet zo.
Mevrouw Schauvliege, u handelt als minister in beroep tegen een beslissing van de bestendige deputatie van Vlaams-Brabant, die de beroepsinstantie was van de gemeente Machelen. Die gemeenten, Vlaams-Brabant en u als minister nemen beleidsbeslissingen. Uw beroep heeft een devolutieve werking. Uw beslissing om een milieuvergunning toe te kennen, is geen puur juridische beslissing het moet natuurlijk juridisch onderbouwd zijn maar is ook een beleidsbeslissing. Het is een politieke beslissing. Mijnheer Dehaene, u staat achter die politieke beslissing, of u staat er niet achter. U moet minister Schauvliege haar rol niet reduceren tot een puur jurisdictionele instantie. Dat is fout.
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Ik sta te kijken naar hoe CD&V er telkens opnieuw in slaagt zwart met wit te verzoenen. Enerzijds is er een minister die een milieuvergunning aflevert, anderzijds is er binnen diezelfde partij iemand die blijkbaar een totaal andere mening is toegedaan.
Mijnheer Caluwé, u benadrukt heel erg dat de flankerende maatregelen inzake mobiliteit cruciaal zijn om dit project te kunnen realiseren. Gaan de minister en u akkoord met de optimalisatie van de ring en gaat u de budgetten daarvoor vrijmaken, naast de flankerende maatregelen inzake het openbaar vervoer? Ik bedoel dan niet alleen de optimalisatie van Zaventem, laat dat duidelijk zijn.
Als dit project mogelijk zal zijn, dan zal dat alleen maar lukken door te investeren in mobiliteit van het openbaar vervoer en in de optimalisatie van de ring. Ook daar heeft CD&V een heel halfslachtige houding. Enerzijds dienen ze voorstellen van resolutie in die dat vragen, en anderzijds laten ze na daarvoor de nodige stappen te ondernemen.
Tsjeventruken zijn een beschermd geheim recept. Mijnheer Caluwé, uw minister-president heeft in de regering het probleem opgelost met zwijgplicht. Uw fractie heeft een probleem, want u hebt een volksvertegenwoordiger uit de afdeling Leuven. De CD&V-afdeling uit Leuven zegt in de pers letterlijk dat de beslissing van minister Schauvliege en de Vlaamse Regering onbegrijpelijk is. Nadat hij het eerst is gaan vertellen voor de cameras van Villa Politica, zegt de heer Dehaene dat hij hier vragen bij heeft. In de pers reageert bij vernietigend op de milieuvergunning. Hij zegt letterlijk: op naar de Raad van State.
Mijnheer Caluwé, u hebt hier meerdere volksvertegenwoordigers uit Vlaams-Brabant in uw fractie, die niet alleen koud en warm blazen dat is een typische tsjevenstreek maar hier gaat het over uw partij. Ik ga sp.a en de e-mails van minister Lieten niet verdedigen. Uiteindelijk veegt uw partij een andere partij de mantel uit in de Vlaamse Regering, maar u hebt prominente volksvertegenwoordigers die niets anders doen in uw partij. Hou daar eerst eens grote kuis.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Ik heb geen probleem met de heer Dehaene. Het is goed dat ook binnen CD&V het maatschappelijk debat wordt gevoerd over zin en onzin van die grote projecten. Waar ik me wel mateloos aan erger, is de toon in uw betoog, mijnheer Caluwé. U komt hier zeggen: wij zijn de betrouwbare en daadkrachtige partner, kijk eens wat een wapenfeit. We gaan hier straks het Wapendecreet stemmen dat al in 2004 in het regeerakkoord stond. We willen rechtszekerheid, er is een brownfieldconvenant afgesloten, dus moeten we dat ook uitvoeren.
Mijnheer Caluwé, in 2004 bent u na een korte oppositiekuur opnieuw in de regering gestapt. Uw campagne ging er vooral over dat de wachtlijsten in de gehandicaptensector zouden worden weggewerkt. Op dat moment waren er 5.800 wachtenden op die lijst. Die zouden als sneeuw voor de zon verdwijnen met CD&V in de meerderheid. De rechtszekerheid voor personen met een handicap zou eindelijk worden gegarandeerd. Vandaag staan er 16.700 personen met een handicap op een wachtlijst. Alsjeblieft, uw selectieve rechtszekerheid stoort me mateloos. Wel rechtszekerheid voor een grote ondernemer, geen rechtszekerheid voor alle mensen met een handicap. Dat ergert me mateloos. (Applaus bij Groen en Open Vld)
Ik wil even reageren op wat mevrouw De Knop zei. Ik wil nog eens duidelijk het engagement herbevestigen. We hebben het project Uplace, waar het debat vandaag onder meer over gaat, maar dit dossier is ingebed in een vrij groot dossier over het Vlaams Strategisch Gebied Brussel (VSGB) en daarin worden op het vlak van mobiliteit een aantal heel duidelijke engagementen genomen. Bij Uplace horen projectgebonden maatregelen zoals de heraanleg van de Woluwelaan en de toegangen tot de ring. Het totaalbudget bedraagt ongeveer 57 miljoen euro.
Ik heb de kans nog niet gehad om het te zeggen, maar u moet eens oplijsten welke van die maatregelen niet nodig zouden zijn indien Uplace er niet zou komen. Dat zijn er vrijwel geen. Het hele pakket projectgebonden maatregelen is dus ook zonder Uplace absoluut noodzakelijk om de mobiliteitsontwikkeling te verbeteren. Vandaar mijn engagement om, los van wat er met dit dossier gebeurt, volop door te gaan met de mobiliteitsprojecten. Het is juist dat nog niet alle vergunningen er zijn, maar er is wel al een goedgekeurde PAC-nota (Provinciale Auditcommissie), waarin de provincie zelfs bijzonder positief was. We gaan dus vooruit in dit dossier.
Daarnaast zijn er een aantal niet-projectgebonden maatregelen. Die hebben betrekking op de ontsluiting van de hele regio. Daar zitten de tramdossiers in, maar daar zit ook het volledige dossier in van de optimalisatie van de ring.
Mevrouw De Knop, u weet heel goed dat het een dossier is dat mij bijzonder bekommert. Ik wens er het doorgaand verkeer te scheiden van het bestemmingsverkeer. Dit dossier, de strategische MER, wordt nu gefinaliseerd en komt straks aan bod in de commissie Mobiliteit en Openbare Werken. Ik hoop dat we ook daar heel binnenkort keuzes kunnen maken met de Vlaamse Regering. U weet dat de ring voor een stukje op het Brusselse grondgebied loopt en dat we de steun nodig hebben van de Brusselse regering. Ik hoop dat we ook in deze dossiers goede vooruitgang kunnen boeken.
Als u mij vandaag vraagt of ik de optimalisatie van de volledige ring wil, is mijn antwoord: absoluut. Als u mij vraagt of ik daarmee bezig ben, dan is mijn antwoord: zeer zeker. De strategische MER loopt, er hangt een volledig mobiliteitsonderzoek aan vast. In de budgetten zal uiteraard voorzien moeten worden, maar dat moet gebeuren op het moment dat de duidelijke keuze gemaakt is en vastligt wat er uitgevoerd zal worden. In het kader van het Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de Luchthavenregio (START) zijn er trouwens ook al middelen vrijgemaakt en gereserveerd om de eerste delen van de renovatie te doen.
Mevrouw Vogels, ook u hebt zon plaat, L4, en u hebt ze ook weer opgezet. De wachtlijsten zijn een grote zorg, maar ik weet onder welke minister ze begonnen zijn. (Rumoer)
Mijnheer Reekmans, ik heb alle begrip voor de discussie die dit dossier in onze rangen veroorzaakt omdat we kernversterking en winkels in de centra inderdaad superbelangrijk vinden. Dit is een beslissing van de vorige regering en die voeren we consequent uit. Ik heb alle begrip voor de discussie bij ons en voor de kritiek daarop, want wij kunnen daarmee omgaan: het is niet omdat iemand een keer kritiek geeft, dat we die prompt aan de deur zetten. (Applaus bij CD&V)
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren van de regering, collegas, ik ben de zesde spreker in dit debat. We zijn bijna drie uur bezig en er zijn al talloze tussenkomsten geweest, ik wens dus ook gebruik te maken van artikel 45, punt 11. (Rumoer. Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Na een week mediadebat is het een bijzonder moeilijke ambitie om hier nieuwe elementen aan te dragen. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Als de heer Watteeuw het reglement zou willen respecteren
Ik wil het reglement respecteren, maar ik vind het wel straf dat de sp.a alles aanstookt en grote verklaringen aflegt, maar dat we hier zelfs geen vragen mogen stellen tijdens uw betoog.
Mijnheer Watteeuw, u respecteert twee keer het reglement niet. Eén, u kreeg het woord niet en twee, het staat de heer Van Malderen vrij om te zeggen dat hij niet mag worden onderbroken. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw. Rumoer)
De heer Van Malderen heeft het woord.
Een voordeel om nu pas het woord te kunnen voeren is wel dat wij stilaan wat meer beschouwend tegen dit debat en het onderliggende dossier kunnen aankijken. Een eerste vaststelling en ik verontschuldig mij bij voorbaat, want het is een open deur intrappen is wel dat Uplace de meningen verdeelt. Er woedt vandaag in heel Vlaanderen een debat over een brownfieldconvenant in het kleine Machelen. In heel de regio van Vlaams-Brabant maken mensen zich zorgen over de effecten van een grootschalig winkelcomplex in hun achtertuin. De middenstanders vrezen voor hun broodwinning, lokale bestuurders zijn bang voor de leefbaarheid van hun gemeentelijke kernen en stadskernen. Natuurlijk zijn er ook mensen die net brood zien in zon grootschalige ontwikkeling. Dit debat verdeelt de maatschappij, verdeelt het parlement en loopt door en over partijgrenzen.
Collegas, laat één zaak duidelijk zijn: sp.a als partij en als fractie is in dezen niet verdeeld, en wij zullen een stem blijven geven aan al wie zich zorgen maakt over dit project. En dat zijn er veel: Touring en de milieubeweging, steden en gemeenten bestuurd door de meest uiteenlopende coalities, de provincie Vlaams-Brabant, de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO), de burgemeester van Mechelen, de heer Bart Somers: zij allen hebben hun bezorgdheid geuit over dit dossier. Sommigen hebben beslist om in beroep te gaan. In wat ik een evenwichtig opiniestuk in De Tijd noem, las ik deze morgen het volgende: Wij zijn bezorgd over de mobiliteit, de leefbaarheid en het Vlaamse karakter van de regio. Daarom steunen wij de besturen en instanties die de vergunningen van Uplace juridisch aanvechten.
Dat maakt dat het standpunt van mijn partij in dezen op zijn minst een legitiem standpunt is. Wij zeggen blijkbaar wat velen zeggen. Maar iedereen weet ook dat in een complexe democratie als de onze partijstandpunten zelden 100 procent worden bewaarheid. Het compromis is het werkmiddel van de politieke praxis. En compromissen, voor zij die ze kunnen maken en appreciëren, heb je in veel soorten: er zijn compromissen die je koestert en er zijn er waar je het moeilijk mee hebt, maar ze wel afsluit en respecteert omwille van een groter belang. U mag twee keer raden in welke categorie wij Uplace onderbrengen. Daarmee heb ik ook gezegd dat we de basisbeslissing van de Vlaamse Regering respecteren en collegiaal steunen, met inbegrip van alle voorwaarden die er van bij het begin onlosmakelijk aan vasthangen en van alle stappen die nadien zijn gezet.
In dit parlement is al ettelijke keren over Uplace gedebatteerd. Telkens hebben wij gewezen op mogelijke problemen en aandacht gevraagd voor flankerende maatregelen. Dat is ook onze rol. Dat was het geval als het over de bouwvergunning ging; in de commissie, wanneer vragen daarover waren geagendeerd; en dat is vandaag ook zo wanneer het over de milieuvergunning gaat.
Ik verwijs dan naar twee verslagen. Het eerste dateert van 14 februari, toen wij in de commissie een voorstel van resolutie behandelden. Ik zei toen het volgende: Het is en blijft de discretionaire bevoegdheid van de Vlaamse Regering onverkort over al die deelaspecten te oordelen. Het brownfieldconvenant is met andere woorden geen passe-partout om de kassa open te trekken en kwistig investeringen te betalen. Het tweede verslag is van 27 februari. Daarin hebben wij gezegd dat de discussie in essentie draait om de bescherming van de burger of het nu een investeerder of een andere stakeholder is. En als dan een beslissing wordt genomen om een bepaalde vergunning niet af te leveren, is dat een beslissing die haaks kan staan op hetgeen vooraf is vastgelegd in een convenant. Het convenant kan immers niet in de plaats treden van andere bevoegdheidsdomeinen van de Vlaamse overheid die verantwoordelijk zijn voor het afleveren van vergunningen. Spreker geeft als voorbeeld de Administratie Wegen en Verkeer die, als men een project wil uitvoeren, even goed vergunningen moet aanvragen. Zelfs als de Vlaamse Regering budgetten voor een project vrijmaakt, dan nog zijn er de procedures die oordelen over de haalbaarheid.
We maken ons vandaag oprecht zorgen over de realisatie van een aangenomen modal split van 35 procent bezoekers die met het openbaar vervoer zouden moeten komen. Dat vraagt laat dit duidelijk zijn zeer grote investeringen. Deels zijn die reeds begroot, met name de projectgebonden investeringen, deels bevinden die zich in een iets verder tijdsvenster.
We appreciëren het engagement dat de Vlaamse Regering bevestigd heeft ook zo spoedig mogelijk werk te maken van de niet-project gebonden investering, met name in de vertramming.
Maar we hebben in deze plenaire vergadering ook akte genomen van de ijver waarmee sommigen de hakbijl in het budget van De Lijn willen zetten. Onze partij zal niet toelaten dat andere projecten op droog zaad worden gezet of dat de reiziger in heel Vlaanderen daarvoor opdraait. Wij zijn onverkort voorstander van een duurzaam mobiliteitsmodel. De voorgestelde tramlijnen hebben daar hun plaats in, maar kunnen niet geïsoleerd worden gezien. Je kunt het niet maken de Uplace-oase bij wijze van belevingsconcept duurzaam te ontsluiten als de rest van Vlaanderen een mobiliteitswoestijn vormt.
Uit het antwoord van minister Crevits leiden wij heel duidelijk af dat zij die bekommernis deelt. Deze tramlijnen zullen worden aangelegd, met of zonder Uplace. Minister, wij zijn daar tevreden over. Sp.a zal blijven ijveren voor een duurzame mobiliteit in heel Vlaanderen.
Dit debat noopt ons ertoe om, los van Uplace, een discussie te organiseren over de reikwijdte van het brownfieldconvenant op zich. De hamvraag is of een brownfieldconvenant inspraakprocedures en openbare onderzoeken overstijgt. Lopen we niet het risico dat we, met als argument pacta sunt servanda, het gegeven woord van de heer van Rouveroij, in feite een ongedekte cheque tekenen?
Reeds van bij de start van het dossier hebben we gewezen op het belang van het correct en volledig doorlopen van alle procedures. Finaal zullen de Raad voor Vergunningsbetwistingen en de Raad van State zich hierover moeten buigen. Dat zal desgevallend een goede aanleiding zijn om in het parlement opnieuw ten gronde over de procedure en de doelstellingen van het brownfieldconvenantenbeleid te discussiëren.
Ten slotte wil ik er net als sommige vorige sprekers voor pleiten de problematiek van deze regio integraal te bekijken. Dit overstijgt Uplace, dit overstijgt zelfs de gewestgrenzen. Daarnet hebben we sommigen al wat enthousiaster dan anderen het debat gevoerd over NEO en Just under the Sky. Het is duidelijk dat we hierover in debat zullen moeten treden met Brussel. Minister Muyters heeft dat al een aantal jaren geleden aangekondigd. We vragen dat Vlaanderen actief stappen zet om ervoor te zorgen dat andere ontwikkelingen geen nefaste invloed hebben op deze regio.
Collegas, de discussie over dit dossier verdeelt Vlaanderen. Het verdeelt een regio en blijkbaar ook politieke partijen. Uiteraard probeert de oppositie er garen bij te spinnen. Het meest viel mij het betoog van de heer van Rouveroij op. Hij stond hier gespeeld terughoudend, met geveinsde tegenzin, en probeerde de regering de les te spellen omdat ze een discussie heeft over dit dossier. Dat vormt een raar contrast met bijvoorbeeld Jaak Gabriëls, die twee legislaturen geleden ging betogen tegen een minister in functie. Ik ben ook nog niet vergeten, mijnheer Van Mechelen, hoe u op het einde van vorige legislatuur zonder concertatie in de regering in de media het fiscaal pact aankondigde. Het vormt ook een groot contrast, mijnheer van Rouveroij, met uw uitspraken deze week in De Ochtend, waarbij u de minister-president vergeleek met een scheidsrechter die driftig rode kaarten moest uitdelen. De kern van uw betoog, mijnheer van Rouveroij, zit natuurlijk op het einde, waar u om een vertrouwensstemming vroeg. Daarmee legt u heel duidelijk de ambitie op tafel die u en uw fractie in dit debat hebben. Het roept bij mij om in de beeldspraak van het voetbal te blijven het beeld op van een supporter die zo graag mee zou voetballen dat hij het veld bestormt.
Voorzitter, misschien moeten we stewards voor de banken zetten, want blijkbaar is de goesting bij Open Vld heel erg groot. (Rumoer)
Collegas, het zou buiten alle proportie zijn om hierover een regering wekenlang te blokkeren, laat staan te laten vallen. Daarom wil ik nogmaals benadrukken dat wij collegiaal de beslissingen in dit dossier, inclusief de randvoorwaarden, respecteren en ondersteunen. Wij zouden willen dat de Vlaamse Regering zich in de toekomst kan concentreren op dossiers die Vlaanderen verenigen.
En we hebben al bewezen dat we dit kunnen, ook in moeilijke omstandigheden. Er is al verwezen naar de begroting. Er is al verwezen naar het oplossen van het tbs-vraagstuk. Er is een oplossing voor groene stroom. En er ligt nog veel werk op de plank. Het ontwerp van decreet Vlaamse Sociale Bescherming ligt voor in de commissie waarin we belangrijke zaken kunnen realiseren zoals een maximumprijs voor de thuiszorg. Er is het debat rond jongerenwerkloosheid dat opnieuw acuut en belangrijk wordt. De wachtlijsten vragen om een oplossing. De staatshervorming dient voorbereid te worden. We zullen het straks hebben over cultuursubsidies. In het regeerakkoord vinden we het antwoord op al die vragen: antwoorden die Vlaanderen verenigen. En het is onze absolute ambitie om er met deze Vlaamse Regering met de hele ploeg werk van te maken. (Applaus bij sp.a)
Mijnheer Van Malderen, u beweert dat wij staan te trappelen om toe te treden tot deze Vlaamse Regering, wellicht dan in vervanging van sp.a. Het tegendeel is waar. U zult het niet geloven maar doorheen de jaren, hoewel we een beleidspartij zijn, hebben we onze weg in de oppositie wel gevonden. Wat wij willen en zo heb ik het ook verklaard op het einde van mijn betoog is niet dat wij een vertrouwensstemming willen uitlokken, maar wij vinden dat u gebruik moet maken van het reglement om de vertrouwenskwestie te stellen. Waarom? Omdat we in godsnaam eindelijk eens af moeten van die incidenten zowel binnen uw regering als tussen uw regering en het parlement. We zouden niet liever hebben dan dat u uw werk kunt doen en dat wij de degens kunnen kruisen over inhoud, over beleid, over de keuzes die u maakt. Er is niemand mee gebaat dat we deze debatten om de drie weken moeten voeren. Het is niet goed voor u, maar het is ook niet goed voor ons. Dit is niet goed voor de politiek. We zouden graag hebben dat u aan dit parlement vraagt of dit parlement nog altijd bij meerderheid achter uw regering staat. Als dat zo is, kunnen we eindelijk deze bladzijden van incidenten omdraaien. Definitief.
Voorzitter, ik blijf het onvoorstelbaar vinden dat de heer Van Malderen vraagt om niet onderbroken te worden, terwijl een minister van zijn partij erin slaagt om buiten de regering zware verklaringen af te leggen, wat niet de gewoonte is en ook niet collegiaal is. Hij wil niet onderbroken worden. Het zij zo.
Mijnheer Van Malderen, wat mij de laatste uren duidelijk is geworden, is waarom uw partij zondag haar familiedag in Bellewaerde had. Uw positie is als op een roetsjbaan: u schiet van de ene naar de andere kant. Het ene moment neemt u een heel andere positie in dan het andere moment. Het is duidelijk wat u probeert: u probeert duidelijk van twee walletjes te eten. U probeert profijt te halen uit een soort van oppositierol, maar u wilt dat wel combineren met ministers en kabinetten. Mijnheer Van Malderen, ik wil niet onderbroken worden. (Gelach)
U probeert van die twee posities te profiteren. Ik zou dit niet zeggen als het alleen zou gaan over dit ene dossier. Het komt voortdurend terug. Dat is toch duidelijk. Neem de verdeeltaks. U was diegene die zei dat de taks moest worden aangepast maar uiteindelijk is de aanpassing minimaal geweest. Neem de besparingen bij De Lijn. Vanuit uw fractie wordt er voortdurend gezegd dat dit niet kan, maar u slikt uiteindelijk alles. Ik heb gezien dat u het ook in het federaal parlement toepast met de afkoopsom bij misdrijven. Renaat Landuyt heeft er een voorbeeld gegeven. Straks zullen we het ook zien bij de cultuurbesparingen. U probeert voortdurend de indruk te wekken dat het allemaal veel erger zou zijn zonder sp.a. En eigenlijk is dat geen mooie houding. Het is niet collegiaal tegenover uw collegas in de regering. U zegt eigenlijk dat het met CD&V en N-VA veel erger zou zijn, maar dat er gelukkig nog sp.a is. Maar als het momentum komt, dan bindt u in. En dat is niet correct tegenover de oppositie. Ofwel bent u oppositie, ofwel bent u een lid van de regering. U probeert het allebei te zijn.
Ik kom tot een ander punt over Uplace zelf. U zegt dat sp.a niet verdeeld is. Ik ga er dus van uit dat de voltallige sp.a-fractie alle initiatieven die zullen worden genomen in verband met de zaak voor de Raad van State, zal onderschrijven. Ik verbaas me dan enigszins dat bijvoorbeeld een notoir lid van uw fractie, de heer Sannen, blijft zeggen: ik blijf me verzetten. Hij zegt: er kan een regeringsbeslissing zijn, we kunnen ons neerleggen bij de zaken op voorwaarde dat dat de resultante is van een debat, maar dat is dus niet zo, er is geen debat geweest, dus leg ik me niet neer bij de milieuvergunning. Dat zijn de woorden van de heer Sannen. Mijnheer de fractievoorzitter van sp.a, wat is het nu met uw fractie? Gaat u nu volledig mee in de lijnen die zijn uitgetekend door de minister-president, of bent u volledig tegen, wat mijn perceptie is. U moet dat toch eens duidelijk maken.
Mijnheer Van Malderen, het grofste is dat Uplace gekend was bij het begin van deze regering. Toen het regeerakkoord werd afgesloten, wist u wat er ging gebeuren, want in de vorige regering heeft uw minister mee die beslissingen genomen. Wat u hier nu doet, is volkomen hypocriet.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Ik heb de heer Van Malderen horen zeggen: we zullen in overleg moeten treden met Brussel over het project op de Heizelvlakte. Mijnheer Van Malderen, ik hoor u dat graag zeggen. Ter informatie: ik heb diezelfde vraag enkele maanden geleden gesteld aan minister Smet in de commissie Brussel. Hij was toen zeer verontwaardigd dat ik ook maar durfde te suggereren dat er misschien beter wat overleg zou zijn tussen beide gewesten. Hij was eigenlijk heel erg boos omdat ik dat vroeg. Nu zou u dat een goed idee vinden. Ik ben blij met uw suggestie, want overleg lijkt me inderdaad wel nuttig. Ik wil u suggereren om aan minister Smet te zeggen dat u bereid bent om dat soort van overleg te steunen.
Mijnheer Van Malderen, hartelijk dank voor uw monoloog. Grote woorden van sp.a in de pers, in de sociale media, maar dan met hangende pootjes naar het parlement komen, dat vind ik vrij bedenkelijk.
Ik heb één concrete vraag, mijnheer Van Malderen. Het klopt dat de investeringswerken ten voordele van Uplace er sowieso moeten komen als je daar een ander project ontwikkelt. Maar nu wordt Uplace daar ontwikkeld. Het is dus ten voordele van Uplace. Mijnheer Van Malderen, vindt u het verantwoord, terwijl u het project contesteert en de vergunningen zult bestrijden met alle middelen, dat budgetten worden gereserveerd voor de ontsluitingswerken en dat ondertussen budgetten voor Cultuur en voor Onderwijs worden geschrapt? Vindt u dat verantwoord?
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, na heel het debat blijf ik met een heel onbehaaglijk gevoel zitten. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
Laat me zeggen: na de tussenkomst van sp.a die verhelderend had moeten zijn. De N-VA stelt zich in dezen iets consequenter en correcter op. Hoe je het draait of keert, sp.a zit met een huizenhoog probleem. Langs de ene kant voert de partij het verzet aan. Los van wat minister Lieten ten opzichte van haar collega heeft gedaan, is er de partijvoorzitter en zijn vader die het verzet aanvoeren en zeggen dat ze alles zullen doen om die beslissing te doen vernietigen, een beslissing van de Vlaamse Regering waar zij mee inzitten.
Maar daar stopt het natuurlijk niet. Nadat het convenant door de vorige Vlaamse Regering en dus door de voormalige ministers Kathleen Van Brempt en Frank Vandenbroucke ondertekend werd, heeft deze Vlaamse Regering de definitieve goedkeuring gehecht aan het addendum aan het brownfieldconvenant Uplace. De heer van Rouveroij heeft er al naar verwezen. Het is niet vrijblijvend wat er in artikel 1 staat, namelijk: De Partijen verklaren dat zij wensen verder te gaan er is een moment geweest, toen wij uit de regering waren, dat de partijen de behoefte hadden om dit toch nog eens duidelijk te maken en te verklaren aan de andere contractanten met het Brownfieldproject Uplace Machelen, zoals ondertekend door de Vlaamse regering, Uplace NV, Ring Airway Park NV, de Gemeente Machelen en OVAM op 5 juni 2009, en de Partijen verklaren de intentie te hebben deze Brownfieldconvenant verder ter goeder trouw uit te voeren met en dan komt het het oog op de realisatie van het project.
Wat minister Lieten en de sp.a-ministers mee hebben ondertekend, is dat ze zullen ijveren voor de realisatie van het project. Nu zegt die partij dat ze alles in het werk zal stellen voor de niet-realisatie van het project. De Raad van State, die men aanspreekt, is natuurlijk gericht op de niet-realisatie van het project. Men kan veel met elkaar proberen te rijmen in de politiek, maar wat men niet kan rijmen is de niet-realisatie die de partij wenst, en de realisatie die de sp.a-ministers hebben ondertekend. Dat kunt u niet rijmen.
Minister Lieten kwam in het begin van het debat een beetje in de problemen. Ze wou niet zeggen dat ze inderdaad ja zegt op de realisatie van het project. Ze is er halvelings uit geraakt. Ze heeft dan een pijnlijk moment gehad toen ze zei dat niemand mag vragen wat ze hoopt. Dat is een schisma. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Ik kan natuurlijk niet aantonen dat u hoopt dat de Raad van State de vergunning vernietigt en dat het niet wordt gerealiseerd. U hebt in dit debat eventjes in uw kaarten laten kijken toen u zei dat u niet gaat zeggen wat u hoopt. U hebt getekend voor de realisatie van het project. U moet mij nu eens zeggen hoe u dat rijmt met de partij waarin u functioneert en die zegt dat ze er alles aan zal doen om het project niet te realiseren. Dat is totale schizofrenie. U probeert dat te verbloemen.
Ik kan na dit debat en de woorden van de heer Van Malderen echt niet zien hoe u het vertrouwen hebt kunnen herstellen. U hebt het convenant zelfs twee keer ondertekend! Eén keer in de vorige legislatuur en nu een tweede keer. Hoe kunt u dat rijmen?
Mijnheer Watteeuw, mijnheer Sanctorum, ik weet niet waar uw partij haar familiedag doorbrengt, maar de muziek stond daar blijkbaar heel luid, want u bent doof gebleven voor wat ik net heb verteld. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Het is heel duidelijk: wij hebben die beslissing genomen met inbegrip van voorwaarden en met respect voor alle mogelijke procedures. Mijnheer Sanctorum, u hebt een rare redenering gemaakt. Na de aanleg van enkele tramlijnen en investeringen .
Ik had het niet over tramlijnen. Dat weet u zeer goed. Het gaat me om de wegenwerken voor de ontsluiting.
Mijnheer Sanctorum, u hebt het woord niet!
De heer Van Malderen heeft het woord.
Dank u voor de verduidelijking. Dan vraag ik u eens te gaan kijken naar de toestand van de wegen. Misschien kunt u zich eens afvragen of daar geen bijkomende investeringen nodig zijn. Die investeringen waren trouwens al ingekleurd via het START-project, dat is gelanceerd toen DHL zou vertrekken van de luchthaven van Zaventem. De Vlaamse overheid heeft daar toen al investeringen tegenover geplaatst. Daar heeft toen niemand tegen geprotesteerd.
Mevrouw Ceysens, met uw vraag brengt u het debat terug naar de kern: wat is een brownfieldconvenant? Hoe verhoudt die zich tot andere vergunningen? Wat is de bedoeling van het woordje inspanning?
Mijns inziens bestaat er een heel groot verschil tussen een inspanningsverbintenis en een resultaatsverbintenis. Het is mijn stellige overtuiging dat men via een brownfieldconvenant eenvoudigweg geen resultaatsverbintenis kan maken, wel een inspanningsverbintenis, om de simpele reden dat het een discretionaire beslissing blijft van alle mogelijke bevoegdheden en ministers om te oordelen over de verschillende stappen.
U slingert dat naar onze partij maar de boemerang komt natuurlijk wel terug. Ik stel vast dat de deputatie van Vlaams-Brabant gisteren heeft beslist om ook naar de Raad van State te stappen inzake de milieuvergunning. Daarin zitten twee of drie gedeputeerden van uw fractie.
Mijnheer Van Malderen, als ik al ergens doof van ben geworden, dan is het vooral van het tromgeroffel waarmee u voortdurend aankondigt dat u zich zult verzetten tegen allerlei beslissingen. Daarna wordt het wel akelig stil. Dat is vreemd voor dove of bijna dove mensen zoals ik.
U hebt op één vraag niet geantwoord. Zal uw fractie zich volledig scharen achter deze beslissing? De heer Sannen zegt dat hij zich zal blijven verzetten. Hij zegt dat een compromis mogelijk is op voorwaarde dat het de resultante is van een debat. Die milieuvergunning is dat niet. Dus blijft de heer Sannen zich verzetten tegen deze beslissing. Mijnheer Van Malderen, zal uw volledige fractie meegaan in de keuze voor Uplace?
Ik stel voor dat u het verslag naleest. Ik heb dat letterlijk zo gesteld.
Een inspanningsverbintenis betekent dat de Vlaamse Regering geen opportuniteitsoordeel meer heeft over dit dossier. Dat staat ook gedefinieerd in het convenant. Dat is echter de vraag niet. U bent diegene die in een onverzoenbare situatie zit. U zit in de Vlaamse Regering. De provincie Vlaams-Brabant is een bestuursniveau waar wij inderdaad deel van uitmaken. U zit echter in de Vlaamse Regering, die opteert voor de realisatie van dit project. Wanneer de Raad van State opmerkingen zal maken, zal deze Vlaamse Regering dan ook antwoorden moeten formuleren om de realisatie van het project mogelijk te maken. Dat moet u rijmen met een partijvoorzitter en een burgemeester in Leuven die zegt dat de partijfilosofie de niet-realisatie is. De filosofie van minister Lieten en haar twee collegas in de Vlaamse Regering kan geen andere zijn dan de realisatie van het project. Zo niet, moeten ze opstappen. Dat heeft niets te maken met een inspanningsverbintenis. Dat is de schizofrenie die u treft. U zit in die catch 22. Door de opmerkingen van de twee Tobbacks bent u in die positie terechtgekomen. U kunt niet om die dubbelzinnigheid heen. Uw partij wil de niet-realisatie, de drie ministers in de Vlaamse Regering willen de realisatie. U denkt nu dat de Raad van State de problemen zal oplossen, maar dat is niet het geval. Deze Vlaamse Regering zal zich immers moeten verdedigen voor de Raad van State en zal een raadsman moeten aanduiden die gaat voor de realisatie van het project. Minister Lieten en haar twee collegas zullen dan ook moeten opteren voor de realisatie van het project. U kijkt nu weg, minister Lieten, omdat dit heel vervelend is voor u, maar u, en u alleen, zit op die schopstoel.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister-president, ministers, dit debat heeft lang geduurd. Het is een belangrijk debat. U hebt wellicht al gehoord dat mijn fractie het debat gedeeltelijk in de luwte volgt. Toch wil ik in een aantal punten aangeven hoe wij dit dossier bekijken en wat onze positie daarin is.
We moeten weten waar dit dossier begonnen is. Het gaat hier over brownfields waar we invulling aan willen geven en grote vervuilde terreinen in Vlaanderen waarvoor de vorige Vlaamse Regering oplossingen wilde zoeken. Dat heeft een decretale verankering. We zullen dit aanpakken, niet alleen met de overheid maar ook met private partners.
Er is ook de vraag wat de rol van de overheid is in dezen. Dat is een fundamentele discussie. De N-VA kan ter zake maar één element expliciet naar voren schuiven, namelijk dat de overheid een betrouwbare en stabiele partner moet zijn. Zoals hier werd gezegd, kan men niet zomaar van de ene regeerperiode op de andere het geweer van schouder veranderen. Engagementen moeten worden uitgevoerd. Er wordt soms smalend gedaan over pacta sunt servanda. Ik denk dat dit fundamenteel is. Daar doe je niet smalend over.
De N-VA zou dit inderdaad van een afstandje kunnen bekijken. Minister-president, dit is beslist op het einde van Peeters I, maar we hebben er ons duidelijk toe verbonden om uit te voeren wat ik net heb verwoord. Of het nu gaat over beslissingen van Peeters I van voor of na september 2008, we zullen die zeer loyaal uitvoeren.
Het gegeven van een convenant is heel duidelijk. Dit is geen resultaatsverbintenis, maar het is wel een duidelijk engagement, en het is decretaal bepaald. Zoals ik daarnet zei, vind ik dat van die belangenvermenging er écht over. Velen onder ons hebben ook lokale verantwoordelijkheden. Ze zijn burgemeester of schepen. Hoe vaak hebben we in onze eigen stad, dorp of gemeente niet te maken gehad met terreinen die leeg kwamen te staan en waar ontwikkelaars zich op richtten, die een preadvies kwamen vragen aan het gemeentebestuur? Daarbij werden engagementen uitgesproken om die kernen leefbaar, gezellig en goed uitgebouwd te zien. Dan maak je afspraken, maar daarmee zul je niet zomaar elke bouwvergunning verlenen. Het is echter een engagement als partners, als bondgenoten.
Vandaag zijn ook de randvoorwaarden heel uitvoerig aan bod gekomen. Dit zijn niet zomaar randvoorwaarden: mij lijken ze fundamenteel om dit project in Machelen slaagkansen te geven. Er is het element van de concurrentie. Wij vinden het ook vreemd dat de sociaal-economische vergunning waarover nu zoveel wordt gezegd, probleemloos is gepasseerd. Maar het is belangrijk. Er zijn de mobiliteitsproblemen, of die nu projectgebonden of niet-projectgebonden zijn. Nog niet zo lang geleden hebben we hier gedebatteerd over Renault Vilvoorde: laten we dat niet vergeten. Het ging over 6000 arbeidsplaatsen. Ook die arbeiders moesten dagelijks naar die site. Het ging over vervuilende industrie. Toen hebben we duidelijk gesteld dat dit moest worden ingevuld. Het is inderdaad een locatie vlakbij de luchthaven van Zaventem. Het is een poort tot Vlaanderen.
Een ander punt is hier nog niet aangehaald, maar ik heb het links en rechts toch ook gehoord in de media. Mijnheer Van Hauthem, ik denk dat ik me daarmee bijna op uw terrein begeef. Dit is inderdaad een poort tot Vlaanderen. Het ligt in de Vlaamse Rand. Het ligt in Vlaams-Brabant. Ik heb de intentieverklaring die Uplace nv en het Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid hebben opgesteld met betrekking tot het project Uplace Vlaanderen en de functie als poort tot Vlaanderen. Daarin staan duidelijke afspraken over het Nederlandstalige karakter van het project. Er wordt ook duidelijk gestipuleerd dat dit in samenspraak zal gebeuren. De beide partijen, zowel de Vlaamse overheid als de projectontwikkelaar, hebben die intentieverklaring duidelijk op papier gezet. Ze sluiten die intentieverklaring ook af met de bepaling dat de beide partijen er in publieke fora naar mogen verwijzen, net omdat ze willen dat dit gemeengoed wordt, en de basis voor de verdere werking. Ik denk dat dit ook kan voldoen aan die bekommernissen.
Mijnheer Van Hauthem, ik zie dat u mij wilt onderbreken, maar ik zal artikel 45 niet inroepen.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer Van Dijck, voor ons is het probleem van Uplace dat het daar niet thuishoort. Het hoort niet thuis in de Vlaamse Rand rond Brussel. Ja, minister-president, het hoort thuis in een stad, eventueel, waar het kan, maar niet daar. Dat betekent niet dat men niets moet doen met die terreinen, maar men gaat alleen maar de internationalisering, de verstedelijking en de verbrusseling stimuleren. Mijnheer Van Dijck, ook dit is een project dat regelrecht ingaat tegen de filosofie qua ruimtelijke ordening van de jaren 70, toen men die Groene Gordel rond Brussel wou bewaren.
Wat ons betreft, mijnheer Van Dijck, is de fout gebeurd, niet door aan Uplace de vergunning te geven, maar door het brownfieldconvenant af te sluiten met Uplace voor zon project. Dat is ook de reden waarom wij bezorgd zijn voor projecten die op parking C van de Heizel dreigen ontwikkeld te worden door de stad Brussel. Parking C van de Heizel ligt wel op het grondgebied van de gemeente Grimbergen. Men is daarvoor ook met allerlei plannen bezig. Wij hadden toen net dezelfde kritiek, qua verstedelijking of verbrusseling en mobiliteit, als nu ten opzichte van Uplace.
U zegt dat er een afspraak is gemaakt met minister Bourgeois voor het Nederlandstalige karakter van de communicatie. Ik kan u zeggen dat de eerste folder van Uplace die bij de handelaars in Vilvoorde in de bus viel, in het Engels was.
Die folder wil ik dan zien. Ik heb daarover vandaag nog navraag gedaan. Er is inderdaad een Engelstalige communicatie naar investeerders, die internationaal gericht is. Er is mij bevestigd dat er in Vilvoorde nog niets is verspreid.
Het was de heer Dehaene die de minister daarover heeft ondervraagd in de commissie.
Ik heb die vrije tribune ook gelezen en tot mijn verrassing gemerkt dat men persisteert, nadat ik daarover een vraag om uitleg heb gekregen en duidelijkheid heb verschaft. Uplace heeft nog nooit een folder verspreid in Vlaams-Brabant, laat staan in het Engels. Er is een investeringsfolder opgemaakt door de investeringsmaatschappij die kapitaal zocht. Die was inderdaad in het Engels, niet op een breed publiek gericht, maar op potentiële investeerders. Daaruit afleiden dat Uplace het charter dat het heeft getekend overtreedt, is totaal onjuist. Er is geen folder verspreid in Vlaams-Brabant.
Ik wil de minister daarin steunen. In de commissie Vlaamse Rand hebben we daarover gesproken. Uplace is een investering waarvoor wij de garantie vragen dat de voertaal het Nederlands is.
Mijnheer Van Hauthem, ik weet niet of u de streek kent van het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel. Als er één plaats is in Vlaanderen, België of Europa, waar een site is die totaal geïndustrialiseerd is, waarin we miljoenen hebben moeten investeren, waar er qua ruimtelijke ordening geen enkele mogelijkheid is voor open ruimte of groen, is het die wel. De stedenbouwkundige vergunning is gegeven voor het nieuwe project. Dat zal voor een opwaardering van die site zorgen en mogelijkheden geven qua ruimtelijke ordening die men nergens anders in die regio kan vinden.
U hebt het over de groene gordel. Dat is het omgekeerde daar. Weet u waar dat ligt? Ga de brug van Vilvoorde op en kijk links naar beneden. Kijk naar de vroegere site van Renault. Vindt u dat de groene gordel? Sorry, maar we moeten een beetje ernstig blijven. Ik heb de indruk dat heel veel collegas die regio gewoon niet kennen. Als minister van Economie ben ik tot bij KIA gegaan in Zuid-Korea om investeringen te krijgen, om werkgelegenheid te creëren op die site. Nu is er een Vlaamse investeerder die daar 3000 jobs kan creëren de helft van het aantal jobs bij Renault destijds met allerhande neveneffecten. Die aspecten mogen ook eens naar voren worden gebracht. U vertelt nonsens.
Die mogen zeker aan bod worden gebracht, mijnheer Van Rompuy. Maar enfin, ik ken dat terrein ook wel. Het ligt daar inderdaad braak. Maar men zou er toch iets anders mee kunnen doen dan zon grootschalig project dat 8 miljoen bezoekers per jaar verwacht. Hoe gaat u dat opvangen? Daarop is nog altijd geen deftig antwoord gekomen.
Als ik zie hoe mensen in mijn fractie opkomen voor het groene Vlaamse karakter van de Rand, kunt u ervan op aan, mijnheer Van Hauthem, dat we dit project nooit hadden goedgekeurd indien het daartegen inging. Dit is een vervuild bedrijventerrein, waar oplossingen voor komen.
Ik concludeer, collegas: wij staan op een correcte uitvoering van gemaakte afspraken. Geen blanco cheques, maar duidelijke engagementen, ook vanwege de Vlaamse overheid. Daartoe blijft de N-VA zich engageren. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Van Dijck, mijnheer Van Rompuy, tegen de ontwikkeling van die zone zeggen wij uiteraard volmondig ja. Maar welk project gaan we daar ontwikkelen? Er wordt steeds een tekort aan industrieterreinen in Vlaams-Brabant geclaimd. Dan vind ik het zeer eigenaardig dat een vervuild industrieterrein zou worden ingezet voor een project zoals Uplace, dat gigantisch veel bijkomend verkeer zal genereren. Wat is de logica daarachter?
Het zal ook veel tewerkstelling creëren.
U zou veel meer tewerkstelling creëren met een ander project dan Uplace, dat bovendien niet de tewerkstelling ergens anders zou vernietigen. Want dat is wat zal gebeuren met Uplace.
Bovendien, mijnheer Van Dijck, zal de ontwikkeling van Uplace de verdere ontwikkeling van die zone hypothekeren. Dat is ook het argument van de deputatie van Vlaams-Brabant, mijnheer Van Rompuy, de gedeputeerde van uw partij: Uplace hypothekeert een verdere ontwikkeling van heel die reconversiezone.
Vooraleer ik de minister-president het woord geef, wil ik aan de heer Vereeck vragen dat de heer Sabbe en de andere leden van zijn fractie die het woord hebben genomen, aanwezig zouden zijn, uit respect. Men eist dat van de regering, dan eis ik hetzelfde van de volksvertegenwoordigers. (Applaus bij CD&V, Open Vld, sp.a, het Vlaams Belang, de N-VA en Groen)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik heb de hele nacht gevlogen vanuit Israël/Palestina om hier op tijd te zijn om het debat te kunnen meemaken. Ik dacht dat het goed zou komen, toen ik het boek van de heer Vereeck kreeg. Het klopt, het is van de bibliotheek. Hij heeft tijd tot 26 juni om het terug te brengen. (Gelach)
Ik heb een exemplaar besteld, u krijgt er een.
Hartelijk dank. Het boek gaat echter ook over federale regeringen. Wij zijn daar als Vlaamse Regering niet direct bij betrokken.
Voorzitter, collegas, de discussie bestaat uit twee delen. Ten eerste is er de problematiek rond Uplace en in het bijzonder de milieuvergunning, en ten tweede de discussie over de cohesie binnen de Vlaamse Regering. Ik zal op die twee punten een aantal heel duidelijke elementen meegeven.
Ik heb verschillende malen, ook in dit parlement, gezegd dat de beslissing in beroep over de milieuvergunning toekomt aan Joke Schauvliege, die de gedelegeerde bevoegdheid heeft om dat te doen. Het was een beslissing van heel de Vlaamse Regering om die bevoegdheid te delegeren. Joke Schauvliege heeft de adviezen, studies en diverse elementen met heel veel zorg bekeken. Ze heeft hier, op het niveau van een rechtscollege, ook juridisch de bakens gezet waar het wel en niet over gaat. Het gaat hier over een milieuvergunning. U hebt gezien dat er 17 elementen zijn. Ze heeft dat met heel veel zorg gedaan. 26 paginas, 40 argumenten. De minister heeft die beslissing in alle onafhankelijkheid genomen.
Ten tweede is er de problematiek van de mobiliteit. Dat is een heel belangrijke problematiek, waar verschillende collegas, zeker vanuit Vlaams-Brabant, bezorgd over zijn. We hebben daar in de Vlaamse Regering, met Hilde Crevits als bevoegde vakminister, duidelijke afspraken over gemaakt.
Die afspraken zullen worden uitgewerkt en nagekomen. Minister Crevits heeft dat hier verscheidene keren gezegd. Dat staat zelfs een beetje los van Uplace. Vlaams-Brabant vraagt al lang afspraken inzake mobiliteit. Het is juist dat de mobiliteitsproblematiek daar moet worden aangepakt. Er moeten niet alleen inspanningen worden gedaan voor Antwerpen en Limburg en andere provincies. Ook Vlaams-Brabant vraagt dat er in mobiliteit wordt geïnvesteerd. Het is zonneklaar dat die investeringen zullen worden uitgevoerd, door deze Vlaamse Regering en door andere Vlaamse regeringen die daar verder moeten en kunnen aan werken. Dat is ook de afspraak die is gemaakt in deze Vlaamse Regering. Deze Vlaamse Regering zal dus de mobiliteitsproblematiek, zoals ze ook in het kader van de brownfieldconvenant is besproken, aanpakken.
We kunnen natuurlijk veel discussiëren over die brownfieldconvenanten. Beste collegas, ik wil jullie in herinnering brengen dat daarover een decreet is goedgekeurd. Ik betreur niet dat een zeer interessant instrument, ontwikkeld door de vorige Vlaamse Regering, wordt ingezet om een brownfieldproblematiek aan te pakken. Deze aanpak wordt hier kamerbreed bijgetreden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat verontreinigde gronden op een positieve manier opnieuw worden gebruikt? Dat is wat hier, in dit Vlaams Parlement, met het decreet over de brownfields is goedgekeurd. Dit Vlaams Parlement kan daarover discussiëren en dat decreet, mocht dat mogelijk en wenselijk zijn, nog vervolmaken.
Ik ben het ook volstrekt oneens met diegenen die het hebben over rechter en partij. De vorige en deze Vlaamse Regering hebben dat met heel veel zorg bekeken, zodat wij er absoluut zeker van konden zijn dat men ons dat verwijt niet zou kunnen maken. Ik ben het eens met de heer Van Mechelen en nog andere collegas: wij voelen ons persoonlijk aangesproken wanneer men de insinuatie durft te maken dat hier sprake is van rechter en partij, en dat de zaak niet koosjer is, enzovoort. Dat zijn maar kleine woorden, maar de impact is enorm. Dat kan niet zijn. Als het zo is, moeten wij dat Brownfielddecreet dringend aanpassen, want ik kan niet dulden dat mensen het ter discussie stellen met argumenten die geen steek houden. (Applaus van de meerderheid, Open Vld en LDD)
Collegas, ik wil nu toch even artikel 4 van het brownfieldconvenant voorlezen: De opgenomen verbintenissen impliceren geenszins dat de toepasselijke wetten en reglementen niet zullen worden toegepast. Deze verbintenissen kunnen derhalve op geen enkele wijze afbreuk doen aan de opdracht van de Vlaamse Regering om bij de behandeling van de aanvragen tot goedkeuringen, machtigingen en vergunningen de geldende wettelijke en decretale regels toe te passen en de geijkte procedures te doorlopen, zoals het organiseren van de nodige openbare onderzoeken in het kader van de herbestemming, de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning.
Het is er uitdrukkelijk in opgenomen. Daarom is het zo belangrijk dat die gedelegeerde bevoegdheid wordt bewaakt, en dat de ministers Schauvliege en Muyters voor wat betreft de stedenbouwkundige vergunning in alle onafhankelijkheid de beslissing nemen. Diegenen die in deze staat van beroep van een milieuvergunning een politieke beslissing willen maken, maken juist van datgene waarvan zij een verwijt maken het onderwerp. Wanneer de Vlaamse Regering het brownfieldconvenant heeft ondertekend uitdrukkelijk met artikel 4, en op andere plaatsen is het nog eens herhaald , moeten we er met heel veel zorg voor zorgen dat het geen politieke beslissing wordt, maar een beslissing van de gedelegeerde bevoegdheid van de gedelegeerde minister. Dat is wat hier is gebeurd.
Ook de winkelnota is hier aan bod gekomen. Natuurlijk is hij heel belangrijk. Ik ben heel blij dat iedereen, kamerbreed, zegt dat de winkelnota de copernicaanse omwenteling is in het distributielandschap. We moeten met heel veel zorg grootschalige projecten ontwikkelen. (Opmerkingen van mevrouw Patricia Ceysens)
Als Open Vld het daarmee niet eens is, kunt u daar straks nog even op terugkomen.
Ik heb begrepen dat heel het Vlaams Parlement, behalve Open Vld, zegt dat we resoluut moeten gaan voor die kernen. In de winkelnota staat dat het geen of-ofverhaal is, maar dat we met heel veel zorg ook grootschalige projecten kunnen ontwikkelen. Dat hebben we ook bediscussieerd in de commissie. De kernen worden het zwaartepunt van ons distributiebeleid, en grootschalige projecten kunnen nog waar er argumenten zijn om dat te doen.
We hebben daar vrijdag in de schoot van de Vlaamse Regering een aantal afspraken over gemaakt. Juridisch is de milieuvergunning afgeleverd door de bevoegde minister en de gedelegeerde bevoegdheid wordt herbevestigd. De beslissing van Joke Schauvliege is geen enkel discussiepunt in de Vlaamse Regering. Heel het dossier wordt uitgevoerd zoals afgesproken en Hilde Crevits heeft zich daar uitdrukkelijk toe geëngageerd. We gaan daar verder aan werken.
Dan kom ik tot het tweede luik. Ik was wat verrast toen ik bepaalde mensen hoorde, maar ik heb ze waarschijnlijk niet goed begrepen. Groen heeft geen probleem met Just under the Sky, maar wel met Uplace. Dat heeft de heer Sanctorum hier uitdrukkelijk gezegd. Ik wil daar verder over discussiëren, maar het kan niet dat men zegt dat dit project wel kan plaatsvinden omdat het aantal vierkante meters zelfs nog meer is dan die van Uplace, maar dat Uplace niet kan doorgaan. Daarover moet duidelijkheid komen. Mijnheer Sanctorum, ofwel heb ik het verkeerd begrepen, ofwel hebt u zich wat ongelukkig uitgedrukt.
Ik wil het nu hebben over de cohesie van de Vlaamse Regering. Ik heb de eer en het genoegen niet alleen in deze regering te hebben gezeten, maar ook in de vorige. Het belangrijkste wat een regering moet doen, is beslissingen nemen. Het politieke leven is een heel dynamische omgeving, waar van alles gebeurt, maar het belangrijkste is dat er beslissingen worden genomen, en dat er geen blokkeringen zijn. Sommigen onder u hebben gezegd dat we nooit een beslissing zouden nemen over Uplace voor de gemeenteraadsverkiezingen. We zouden dat op de lange baan schuiven.
Wel, we hebben een beslissing genomen. Ik ga niet het hele lijstje van alle beslissingen overlopen, want dan worden sommige mensen zenuwachtig. We hebben dat stap voor stap gedaan. We hebben nog twee jaar en daarna zullen we in 2014 naar de kiezer gaan. Het zal de kiezer zijn die uiteindelijk zal beslissen of deze regering haar engagementen is nagekomen of niet. Persoonlijk ben ik daar vrij gerust in.
Ik heb geen enkel probleem met een discussie over het beleid, maar niet over zaken waarvan ik me afvraag of we ons daarmee moeten bezighouden. Dat geldt zowel voor de meerderheid als voor de oppositie. Ik betreur hoe een en ander is gelopen, maar de fundamentele kwestie is dat we elkaar niet moeten opjagen. Ik wil geen stok gooien naar de media, want die doet wat ze denken te moeten doen, maar zijn we onszelf niet aan het opjagen over zaken waarvan we, als we ze goed bekijken, ons afvragen: is het dat maar?
Als de oppositie denkt met die elementen de cohesie van de Vlaamse Regering onderuit te kunnen halen, dan vergist ze zich. U moet met andere argumenten komen om die cohesie in twijfel te trekken. Hier zijn vragen gesteld. Ik hoop dat de oppositie een antwoord heeft gekregen op alle vragen die ze heeft gesteld.
Mijnheer van Rouveroij, innovatie in de politiek is altijd interessant, maar ik heb nog nooit meegemaakt dat de oppositie vraagt dat de meerderheid een motie zou indienen om het vertrouwen te vragen van de meerderheid die dat vertrouwen al heeft. Ik heb in dit debat niemand van de meerderheid ook maar een vraag horen stellen over het vertrouwen in deze regering. U moet niet vragen dat wij het vertrouwen opnieuw zouden vragen, u moet, indien u ervan overtuigd bent dat de cohesie in deze Vlaamse Regering niet aanwezig zou zijn, een motie van wantrouwen indienen waar dan over kan worden gestemd. Dat is de normale gang van zaken.
Ik kan alleen maar bevestigen dat in de Vlaamse Regering heel duidelijk een aantal afspraken gemaakt zijn ik zal ze niet nog eens herhalen , en dat er van de meerderheid in dit Vlaams Parlement niemand op het spreekgestoelte heeft gestaan die het vertrouwen in de Vlaamse Regering ook maar één seconde in vraag heeft gesteld. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president, u mag zich niet vergissen van vijand. Toen u zich hier zonet afvroeg waar de oppositie in godsnaam mee bezig is, stelde u de verkeerde vraag. De oppositie heeft zich afgevraagd waar de meerderheid in godsnaam mee bezig is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het zijn niet wij die mails lekken. Ik heb het trouwens in mijn betoog bijna niet over die mail gehad, we hadden het over de cohesie. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Neen, de interpellatie was al binnen en ging over de wijze waarop uw coalitiepartner gereageerd heeft op een lid van uw regering. Wanneer u laat weten dat dat ongepast is, dan is het niet de oppositie die dat zegt, maar wel de regeringsleider. En dan zouden wij u niet mogen interpelleren daarover? En dan zouden wij u geen vragen mogen stellen over de cohesie?
Ik heb begrepen dat het zoals altijd weer nummertje D8 is: alles is in orde. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Jawel, dat hebt u hier wel gezegd. Ik vraag me één ding af, minister-president. U hebt uw viceminister-president daarstraks in bescherming genomen. Mijn vraag was heel duidelijk: hoopt minister Lieten dat de Vlaamse Regering struikelt over de Raad van State? Ze heeft daar niet op willen antwoorden. Ik vind dat ongezien, ik heb nog nooit meegemaakt dat een partij, een meerderheidspartij bij monde van de voorzitter, die dan toch de partij vertegenwoordigt, hoopt dat de regering waar zijn partij deel van uitmaakt, struikelt over de Raad van State.
Ik wil het nog een keer proberen en ik zal de vraag anders stellen: minister Lieten, hoopt u dat de Vlaamse Regering het voor de Raad van State haalt?
Ik krijg opnieuw geen antwoord. En dan probeert u, minister-president, ons ervan op deze tribune van te overtuigen dat er geen vuiltje aan de lucht is. Dat gelooft u toch zelf niet! Er is al lang een vuiltje aan de lucht: de cohesie tussen de partijen is weg. En met al uw gepraat van op deze tribune zult u die indruk nooit weg krijgen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, ik volg u zeker wanneer u zegt dat we ons niet mogen laten opjagen door de media. Eerlijk gezegd, op de mail waarin u werd verweten een dictator te zijn, heb ik geen enkele reactie gegeven, zelfs geen tweet. Ik heb er verder niets over verteld.
De vragen die hier werden gesteld, gingen natuurlijk over wat daarvoor is gebeurd. Uw viceminister-president heeft namelijk publiek gesteld dat ze een beslissing van de regering die gedelegeerd was aan een minister, onbegrijpelijk vindt en dus niet steunt. Dan kwam uw reactie daarop. U zei: Dat is een houding van een coalitiepartner die deloyaal is en onbegrijpelijk.
Het punt is dat het niet de eerste keer is dat dit is gebeurd en dat u inderdaad in uw hemd staat. Ik heb het daarnet gezegd, het is de laatste keer, het is de allerlaatste keer, maar hoe weet u nu dat het niet meer zal gebeuren? Whats next?
Inderdaad, in tegenstelling met wat u tot vandaag hebt beweerd, heeft minister Lieten nog altijd niet geantwoord op de vraag of zij wil dat Uplace er komt. Zij blijft eromheen fietsen. Wil zij dat er een positief resultaat uit de bus komt? Of hoopt zij eigenlijk stiekem en dan kent u de mol in uw regering dat het partijprogramma van sp.a wordt uitgevoerd en Uplace er niet komt? Zij heeft dat letterlijk gezegd. Zij zei dat zij de beslissing respecteert, maar ook dat elke minister mag hopen dat het complex er niet komt. Wel, dat kan niet. En dat toont aan dat er een probleem is met de functionering van uw regering.
Minister-president, dit debat ging ook over de vraag waar wij met Vlaanderen naartoe willen. Welke toekomst willen wij voor Vlaanderen, en wat is de toekomst voor Brussel? Zijn dat grootschalige winkelcentra, als een stad buiten de stad, of versterken wij de stadskernen? Dat eerste gebeurt dan met alle gevolgen voor de leefbaarheid, de mobiliteit en de luchtkwaliteit. Mijn partij is consequent. Maar de andere meerderheidspartijen zijn dat niet. Zij zijn verdeeld. En het is niet duidelijk wat het draagvlak voor Uplace in de meerderheidspartijen is.
Ik onthoud uit de debatten over Uplace die van vroeger en dat van vandaag dat uzelf en de Vlaamse Regering zich genoodzaakt voelen om Uplace te laten bouwen wegens dat brownfieldconvenant. U doet dat ondanks het vele protest en ondanks de argumentatie om een milieuvergunning en een stedenbouwkundige vergunning te weigeren. Die argumenten zijn er, maar u en uw ministers schuiven die terzijde. U wilt absoluut Uplace realiseren. Ik stel me zelfs de vraag of u wel zelf achter dat project staat. U komt uit UNIZO. UNIZO is tegen, en ik kan mij niet voorstellen dat u op enkele jaren tijd helemaal van visie bent veranderd. Ik kan mij niet voorstellen dat u zo inconsistent bent. Maar u wilt natuurlijk daadkracht tonen. En dat is moeilijk aan te tonen. En daarom krijgt de Vlaming Uplace door de strot geduwd.
Minister-president, u hebt selectief geluisterd naar wat mijn fractie en ikzelf hebben gezegd. Ik breng in herinnering waarmee ik mijn uiteenzetting ben begonnen en ook heb beëindigd: mijn fractie zit niet te wachten op debatten zoals deze en mijn fractie wil een regeringsleider en geen scheidsrechter. U creëert ook de feiten. De heer Van Hauthem zei het al: u creëert de incidenten, niet wij. Wij schrijven dat soort van mails niet en laten die ook niet lekken. Maar wij kunnen ze niet negeren. Wij konden ons ten dele terugvinden in uw uiteenzetting toch waar het gaat over Uplace. Maar u vergaloppeert zich wanneer u de zaken relativeert. U kunt dit incident toch niet relativeren?
Het was misschien goed dat u vier dagen in het buitenland was. Maar vorige week vrijdag leerde uw lichaamstaal mij dat u op dat moment ook niet aan het relativeren was. En het valt ook niet te relativeren. Wat hier is gebeurd, is geen fait divers. Het raakt de Vlaamse Regering in het hart van haar belangrijkste doelstelling; een investeringsklimaat creëren. De houding van sp.a creëert onzekerheid, en onzekerheid is voor ondernemers dodelijk. Onze samenleving, die nog altijd onder een crisis gebukt gaat, kan die onzekerheid echt niet aan.
Ik weet, minister-president, dat u dat ook vindt. Maar u zult uw coalitiepartner terug bij de les moeten krijgen. Daarom zeiden we ook dat het tijd wordt dat u een rode kaart gebruikt. Het is niet onze bedoeling om terug in de regering te komen. Bijlange niet. Ik heb u al gezegd dat we ons goed voelen in de oppositie. Een goede democratie heeft twee kanten: een oppositie die haar best doet we doen dat naar best vermogen, daarover zal de kiezer oordelen in 2014 , maar ook een regering die werkt naar best vermogen. Dat is vandaag echter niet het geval.
Ik wil even verwijzen naar artikel 76 van het Reglement van het Vlaams Parlement. Ik begrijp wel, minister-president, dat u dat reglement niet kent. Ik denk niet dat u hier ooit als parlementslid hebt gezeteld. Dat is het punt niet. In artikel 76 staat: De Regering dus niet een parlementslid kan te allen tijde de vertrouwenskwestie stellen. Dat is geen initiatief van Open Vld, noch van andere fracties. Wij willen u ertoe bewegen artikel 76 te gebruiken. Waarom? Omdat wij ervan overtuigd zijn dat het nog altijd rommelt binnen uw regering. Wij hebben echter onvoldoende inkijk om daar een definitief oordeel over te vellen. U zegt dat alles weer peis en vree is. Laten we voorlopig we zullen niet naïef zijn aannemen dat dat in de komende uren en dagen nog het geval zal zijn. Volgende week zullen we wel zien hoe het met die interne vrede zit.
Wij zijn er echter van overtuigd, omdat we dat wel kunnen volgen, dat hier op deze banken de meerderheid van sp.a, CD&V en N-VA wankelt op een aantal dossiers. Daarbij is Uplace enkel symptomatisch. Daarom stellen we u voor het simpel te maken, in uw eigen belang. Ik bied u een zelfreinigend middel aan. U hebt alles opgekuist in uw regering, waarvoor proficiat. Nu kunt u het parlement ook eens opkuisen. Laat het parlement het vertrouwen in uw regering opnieuw bevestigen, onder andere naar aanleiding van Uplace. Ik zal dan eens kijken hoe sp.a en vooral CD&V stemmen. (Applaus bij Open Vld)
Voorzitter, collegas, vrijdag was er een uitgebreide ministerraad. Er is een duidelijke communicatie gebeurd, waar geen enkel twijfel over bestaat. Er is heel duidelijke taal gesproken in de schoot van de Vlaamse Regering. Nadien is er via via informatie de wereld in gestuurd over een e-mail. Ik betreur dat. We hadden die zaak volledig uitgesproken. Ik ga ervan uit dat jullie dat niet geweest zijn. (Opmerkingen)
Dit debat was na de besluitvorming van vrijdag eigenlijk niet nodig. De Vlaamse Regering heeft het namelijk in alle duidelijkheid geformuleerd.
Mijnheer van Rouveroij, ik weet niet hoe vaak artikel 76 werd toegepast.
Dat is jaarlijks.
Ik herinner me enkel dat we op 18 mei 2005 een addendum hebben toegevoegd aan het Vlaamse regeerakkoord. Daar is dan een stemming over gehouden.
Ik respecteer het politieke spel. Ik begrijp dat u graag nog lang in de oppositie wilt blijven. Dat is u toevertrouwd. Ik vind echter dat de oppositie, wanneer ze denkt dat de meerderheid wankelt, een motie van wantrouwen moet indienen. Ik vind niet dat u mij kunt vragen wat u daarnet hebt geformuleerd. Ik vind dat u daarmee het politieke spel op zijn kop zet. U kunt mij dat vragen, maar ik weiger daaraan mee te doen.
Minister-president, de verenigde oppositie heeft in deze legislatuur inderdaad al een keer gezorgd voor een novum. We hebben inderdaad voor de eerste keer een motie van wantrouwen ingediend. Dat is u welbekend. Op dat moment ging het over de houding van één minister ten overstaan van dit parlement. Die minister heeft zijn lesje blijkbaar geleerd.
Wij laten hem als verenigde oppositie vervangen door een andere N-VAer. We hebben geen groene, geen blauwe, geen LDDer, niemand anders gepakt. We hebben gewoon uw driepartijencoalitie in stand gehouden maar we hebben gewoon één minister vervangen door een andere. Minister-president, snapt u het nog niet, maar het probleem dat nu rijst, gaat over een coalitiepartner, een derde partij. Ik zeg u nogmaals: noch Groen, noch LDD, noch Open Vld willen op dit ogenblik in uw regering. Dat is het punt niet. Probeer ons dat toch niet aan te praten! De heer Van Malderen probeert dat ook! Wij zitten in de oppositie, en een democratie werkt perfect met een goedwerkende oppositie, maar ook met een goedwerkende regering. Wij zijn niet van plan om een motie van wantrouwen in te dienen waarin wij voorstellen dat sp.a zou worden vervangen door Open Vld. Neen. U moet zorgen dat u in dit parlement een meerderheid hebt. (Applaus bij Open Vld en het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Moties
Door de heer Sanctorum, door de heer Van Hauthem en door de heer van Rouveroij werden tot besluit van dit actualiteitsdebat moties aangekondigd. Ze moeten uiterlijk om 18.30 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daar straks over uitspreken.
Het debat is gesloten.