Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van de dames Kathleen Helsen, Kathleen Deckx en Vera Celis, de heer Paul Delva en de dames Fatma Pehlivan, Goedele Vermeiren en Sabine Poleyn houdende technische en praktische aanpassingen aan het decreet van 25 november 2011 betreffende het inschrijvingsrecht.
De algemene bespreking is geopend.
De heer De Meyer, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik breng u graag een kort verslag uit van de besprekingen in de commissie.
Mevrouw Kathleen Helsen, indiener, gaf aan dat de tijd tussen de goedkeuring van het initiële decreet en de implementatie ervan gebruikt is om te luisteren naar vragen uit het onderwijsveld. Het voorstel doet een aanpassing en wil een aantal verduidelijkingen invoeren, maar het is niet de bedoeling om te raken aan de fundamenten van het initiële decreet.
Een eerste aanpassing is dat het toepassingsgebied van het Inschrijvingsdecreet in het gewoon secundair onderwijs beperkt wordt tot het eerste leerjaar van de eerste graad.
Via een tweede aanpassing wordt vermeden dat er strategische inschrijvingen gebeuren in gemeenten die grenzen aan gemeenten met een aanmeldingsprocedure. Daarom start de aanmeldingsprocedure al op de eerste schooldag na de kerstvakantie, terwijl het vroegste principiële inschrijfmoment pas op de eerste schooldag van maart valt.
In het oorspronkelijk decreet kon het ordeningscriterium toeval enkel gebruikt worden als er ex aequos waren bij de toepassing van de voorrangsregeling. Nu wordt dat een volwaardig criterium.
De belangrijke aanpassing geldt voor de scholen van het buitengewoon onderwijs. Zij kunnen al streven naar een evenredige verdeling inzake sociale mix en bescherming van de zwakkere onderwijszoekende, maar worden daar niet toe verplicht. Ze verzamelen wel de nodige gegevens erover met het oog op het volgend schooljaar.
Collegas, in de algemene bespreking had mevrouw De Knop eerder kritiek op het parcours dat werd gevolgd dan wel op de inhoud van het reparatiedecreet. Zij ging ervan uit dat de voorgestelde aanpassingen zouden leiden tot een consistenter en beter uitvoerbaar decreet, maar vroeg zich af of alle problemen ermee opgelost zijn en of het decreet nu werkelijk toepasbaar zal zijn. Ze stelde voor om een advies te vragen aan de Raad van State.
Ook mevrouw Van Steenberge had kritiek op het brokkenparcours van het decreet. Deze gang van zaken moet volgens haar politiek worden afgekeurd.
De heer Bouckaert stelde dat de regeling veel te complex geworden was en dat een van de fundamentele bezwaren tegen het oorspronkelijke decreet was dat het de autonomie van de scholen voor een groot deel inperkte.
Mevrouw Helsen merkte op dat er voor dit aanpassingsdecreet al een advies gegeven was door de Raad van State, zonder verdere opmerkingen.
In mijn betoog wees ik erop dat het parcours van het decreet geen schoolvoorbeeld van schitterend wetgevend werk is, maar dat de voorliggende aanpassingen er zijn gekomen door in te gaan op bemerkingen van het werkveld. Het is altijd moeilijk om complexe materies te regelen met pasklare oplossingen, en het is mogelijk dat er later, na een volledige cyclus van uitvoering nog wijzigingen moeten komen, maar door de nu voorliggende aanpassingen zal het decreet al beter toepasbaar worden.
Mevrouw Deckx sloot zich daarbij aan. Ook zij vond dat men niet kon beloven dat later geen aanpassingen meer zullen moeten gebeuren.
Mevrouw Celis ging ervan uit dat de regeling in het voorliggende voorstel van decreet in elk geval zou volstaan voor het volgende schooljaar. Bij de artikelsgewijze bespreking werden geen opmerkingen gemaakt door de leden van de commissie. De voorzitter merkte nog enkele taalfouten op, waarvan de verbetering beschouwd werd als een technische correctie aan de tekst.
Het voorstel van decreet over de aanpassingen van het decreet betreffende het inschrijvingsrecht werd daarop aangenomen met acht stemmen voor, een stem tegen en drie onthoudingen. (Applaus)
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de verslaggever bedanken voor het zeer correcte verslag. Ik heb in de commissie ook al een toelichting gegeven in dezelfde richting als wat in het verslag staat. Ik heb op dit moment geen aanvullingen bij wat reeds besproken is en wat de verslaggever heeft weergegeven.
Mevrouw Deckx heeft het woord.
Voorzitter, ik wens ook de verslaggever te bedanken en heb geen verdere commentaar.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Voorzitter, ik dank ook de verslaggever. Ik denk dat de heer De Meyer zeer goed heeft weergegeven welke opmerkingen er in de commissie waren. We hebben zeer goed geluisterd naar de mensen op het veld en de gemaakte aanpassingen zijn hiervan een gevolg.
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Voorzitter, ook ik zou de heer De Meyer willen bedanken voor het volledige verslag. Hij is gestart met te zeggen dat hij het kort zou houden, maar hij heeft het toch wel vrij uitgebreid gebracht. Zoals de heer De Meyer zei, gaat dit voorstel van decreet meer over verduidelijkingen op basis van gesprekken met het onderwijsveld: het zijn niet echt inhoudelijke aanpassingen.
Ik heb in de commissie toch mijn opmerkingen gegeven. Zeven maanden geleden hebben wij het initiële decreet pas goedgekeurd. Toen hebben de oppositiepartijen al gezegd dat dit decreet niet goed in elkaar stak. Ik heb verwezen naar een brokkenparcours. De collegas hebben beaamd dat het geen voorbeeld was van goed decreetgevend werk.
Onze fractie heeft dit voorstel van decreet niet goedgekeurd. Ik wil u verduidelijken waarom. Wij hebben geen inhoudelijke opmerkingen, maar wij willen nogmaals aangeven dat we niet akkoord gaan met het initiële decreet. Het Inschrijvingsdecreet betekent voor ons een beperking van de vrijheid van schoolkeuze. Ook gisteren heeft de minister nog eens in de commissie gezegd dat vooral in steden de vrijheid van schoolkeuze inderdaad aan banden is gelegd en beperkt is. Door onze tegenstem willen wij nog eens benadrukken dat de vrijheid van schoolkeuze voor iedere ouder toch wel zeer belangrijk is.
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Voorzitter, de voornaamste opmerkingen zijn door de verslaggever weergegeven. Ik wil vanuit onze fractie nog benadrukken dat de toetsing van de praktijk aan het veld die aanleiding gaf tot deze praktische en technische opmerkingen, aantoont dat het traject van dit decreet alle eigenschappen vertoont van een legistiek en politiek brokkenparcours. Dat zijn ook de woorden die mevrouw Van Steenberge in de mond nam. Er was een initieel decreet, een pittig advies van de Raad van State, een geamendeerd decreet, amendementen op het geamendeerd decreet en nu al een reparatiedecreet nog voor het in werking is getreden.
We zullen afwachten wat de toekomst brengt. Het moet in het volgende schooljaar uitgevoerd worden. We zullen dan pas weten of alle angels uit dit nieuwe Inschrijvingsdecreet zijn gehaald en of dit hersteldecreet geen opkalefaterwerk is dat uiteindelijk niet nodig was.
Wij willen in ieder geval ons ongenoegen uitdrukken over deze wijze van werken, en daarom zullen wij ons bij de stemming voor het gehele voorstel van decreet onthouden.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, ook ik wil de heer De Meyer danken voor zijn zeer bondig, correct en veelzeggend verslag.
Onze fractie heeft zich unaniem onthouden omdat het hier gaat om correcte correcties op een decreet dat wij inhoudelijk destijds niet hebben gesteund. Ik ga de redenen niet herhalen. De hoofdreden was niet zozeer de schoolkeuze dan wel de complexe voorrangsregeling die wordt ingevoerd waardoor het voor scholen heel moeilijk wordt om hun inschrijvingen te organiseren. We ontvangen daarover veel signalen vanuit het werkveld.
Tevens werd zo een bepaalde techniek gepropageerd vanuit de meerderheid: we keuren decreten goed, we zien wel welke problemen er in het werkveld ontstaan en daarna corrigeren we die. Dat is geen goede legistieke techniek. Problemen moeten door de decreetgever worden voorzien. De decreetgever moet geen problemen creëren, om die nadien met een reparatiedecreet op te lossen.
De correcties zijn duidelijk een verbetering van een verder voor ons toch niet aanvaardbare regeling. Daarom onthouden wij ons.
De heer Delva heeft het woord.
Ik wil de aandacht richten op een element in de memorie dat belangrijk is voor de scholen in Brussel. Daarin staat dat er in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad een specifieke regeling ter bescherming van de Nederlandstalige leerlingen is. Er staat in dat scholen streven naar 55 procent van de leerlingen en dat voor het bereiken van dat percentage leerlingen die ook scoren op een van de voorrangsindicatoren niet meetellen. Dat was al zo in het decreet van 25 november 2011.
Daar komt nu de volgende tempering op, namelijk dat de leerlingen waarvan sprake niet onbeperkt of uitgesteld worden ingeschreven. Het inschrijven van deze leerlingen stopt op het moment dat het contingent GOK bereikt is. Aangezien er geen uitgestelde inschrijvingen zijn, zal geen enkele van deze leerlingen op het einde van de voorrangsperiode eventuele open plaatsen in het niet-GOK-contingent opnemen. Tot slot wordt er gezegd dat het deze leerlingen uiteraard vrij staat zich in de volgende voorrangsperiode opnieuw aan te dienen voor een inschrijving. Misschien kunnen we daarover nog eens kort spreken met de minister.
Minister Smet heeft het woord.
Ik wil het parlement danken voor de goede samenwerking tussen de parlementsleden, mezelf, mijn administratie en mijn kabinet. Het is belangrijk, voorzitter, dat ik met dit voorstel van decreet een belofte nakom die ik in de plenaire vergadering heb gemaakt. Uitdrukkelijk is door verschillende parlementsleden gevraagd om het decreet nog eens, vooral met verantwoordelijken uit Antwerpen maar ook met andere mensen, te bekijken om hier en daar een verfijning toe te passen. Daarom ligt dit voorstel van decreet op tafel.
Sommige collegas hebben het over een brokkenparcours. Dat vind ik overdreven. Dat dit niet de schoonheidsprijs der schoonheidsprijzen zal winnen klopt wel, maar dat was ook nooit de ambitie. Zoals de heer De Meyer opmerkt, is het een zeer technisch decreet, met verschillende belangen. We hebben met de meerderheid geprobeerd om daarmee goed rekening te houden. Nogmaals, we hebben dan de belofte gemaakt om het te verfijnen en dat is gebeurd.
Op zich vind ik dat goed decreetgevend werk, mijnheer Bouckaert. We hadden evengoed op de stelling kunnen staan dat het decreet niet moest worden aangepast en eerst moest worden toegepast. Ik vind dat het van een volwassen houding getuigt dat we het nodige pragmatisme aan de dag hebben gelegd.
Mevrouw Van Steenberge, ik heb gisteren in de commissie niet gezegd dat de vrijheid van onderwijskeuze door de capaciteitsproblematiek in de steden aan banden wordt gelegd. U geeft een vrije vertaling van mijn woorden. Ik heb wel gezegd dat dat onder druk komt te staan, omdat ouders niet hun eerste keuze kunnen krijgen. Het is niet altijd evident, ook al is het soms relatief. Dat heeft niet veel te maken met het Inschrijvingsdecreet, maar wel alles met de demografische explosie van jonge kinderen in de steden. We kunnen met zo veel activiteit enkel blij zijn. Het zal veel geluk meebrengen voor die ouders en ook voor die kinderen, hoop ik, maar het betekent wel dat we plaats moeten hebben.
Mijnheer Delva, het Grondwettelijk Hof heeft onze regeling met betrekking tot Brussel en de voorrangsregeling gevalideerd. Het heeft wel zijn waakzaamheid geuit. Het is belangrijk dat we in september-oktober van dit jaar, wanneer die voorrangsregeling wordt toegepast, deze regeling goed beoordelen en evalueren. We moeten dan bekijken of we ons doel hebben bereikt.
Ik ben in elk geval bereid, als uit de evaluatie blijkt dat er voor Brussel meer verfijning nodig is in het licht van het arrest van het Grondwettelijk Hof, daar legistiek rekening mee te houden in onderwijsdecreet (OD) XXII, dat in het najaar in dit parlement zal worden besproken. Ik vind het goed dat we geen decretale bepalingen opnemen in dit voorstel van decreet, maar dat we dat eventueel doen in OD XXII, na een grondige evaluatie. Dan kunnen we dat perfect aanpassen aan de beperkingen die het Grondwettelijk Hof heeft gesteld.
Dank u voor de samenwerking.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1569/1)
De artikelen 1 tot en met 40 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.