Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, minister, veel collegas en ook veel andere mensen hebben onlangs de nieuwsbrief van de Vlaamse Vereniging Reisbureaus (VVR) in hun elektronische postbus gekregen. Dat was een confidentiële nieuwsbrief, een nieuw begrip voor mij. Daarin zet de VVR met de voeten vooruit de strijd tegen de mogelijke afschaffing van het Reisbureaudecreet verder. Tot daar niets aan de hand. Dat is freedom of speech: ze hebben het recht een standpunt in te nemen en dat te propageren.
Het wordt echter wel problematisch als ze zich beroepen op een doorlichting van het evaluatierapport van de Dienst internationaal Vlaanderen (DiV). In de commentaar die ze geven bij de doorlichting die ze hebben uitgevoerd, wordt het rapport Internationaal Vlaanderen op de meest brutale manier afgekraakt. Ik geef een paar citaten uit de teksten van de VVR. Dit rapport oogt neutraal en professioneel, maar in de drang om maar te bewijzen wat men wil bewijzen, worden talrijke fouten gemaakt. ( ) De integriteit van de dienst wordt hier in twijfel getrokken. ( ) Dat ze fouten ontdekken, tot daar, maar de integriteit van de dienst in twijfel trekken, dat doen ze hier. ( ) Het rapport negeert volkomen de kmo-reisbemiddeling en weigert in te zien dat de consument er alle belang bij heeft een beroep te kunnen blijven doen op een sterke en onafhankelijke tussenpersoon. Het rapport is dus vooringenomen en/of verdient enkel de kwalificatie onvoldoende.
De commentaar is ondertekend door de bestuurder van de VVR die tegelijk voorzitter is van het comité reisbureaus. Minister, kunt u de adviezen van zon adviescomité, waarin zon voorzitter functioneert met andere leden van de VVR, nog aanvaarden en au sérieux nemen als de voorzitter de integriteit van de Vlaamse overheidsdienst in twijfel trekt?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Bouckaert, zoals u zelf zegt, heeft iedereen in dit land recht op vrije meningsuiting, ook een belangenvereniging als de VVR. De vraag is of een bestuurder van de VVR, die tegelijk voorzitter is van een adviescomité, kritiek kan uiten op de Vlaamse overheid en de Vlaamse administratie.
Ik denk dat dit kan, en wel om twee redenen. Ten eerste heeft een adviescomité geen enkele bevoegdheid inzake decreten of decreetgeving, maar is het wel bevoegd voor de uitvoering van de decreten. Leden van het adviescomité moeten bij de opneming van hun ambt de belofte afleggen dat ze dat onpartijdig en onafhankelijk zullen doen. Ten tweede heeft de Vlaamse decreetgever in ons concept ik denk aan de strategische adviesraden vaak gewild dat mensen van het middenveld deel uitmaken van die raden. Bij strategische adviesraden is het zelfs een verplichting mensen uit het middenveld op te nemen. Op zich kan het dat die mensen in hun hoedanigheid van vertegenwoordiger van een middenveldorganisatie een ander standpunt innemen dan dat van het adviescomité waarin ze zetelen.
Ik wil wel beklemtonen dat ik me volledig distantieer van wat in die nieuwsbrief staat. Ik heb er kennis van genomen. Ik sta in deze zaak achter mijn administratie, die wat mij betreft objectiviteit heeft nagestreefd, en die dat evaluatierapport heeft gemaakt op een voortreffelijke manier. Het was nieuw, onontgonnen terrein in Vlaanderen. Ik heb de kwaliteiten van dat rapport al geprezen in de commissie en ik blijf dat ook herhalen.
Het siert u dat u zich distantieert van de schrijfsels van de VVR. Ik moet toch wel benadrukken dat ze geen feitelijke kritiek hadden op het rapport en sommige van hun feitelijke kritieken zijn juist maar veel erger, ze trekken de integriteit van onze Vlaamse ambtenaren in twijfel.
Minister, dat is niet de eerste keer. Destijds is over het Reisbureaudecreet een DIT-rapport (dienstenimpacttoets) gemaakt. Ze zeggen over het DIT-rapport dat het gemaakt is door een vetbetaald consultancybureau en dat het niets waard is. Ze spelen dus voortdurend de man in die kwesties. De kern van mijn vraag was of men de waarde van de adviezen van iemand die dit soort taal hanteert en die tegelijk zon invloed heeft in het adviescomité hij is de voorzitter van de VVR en er zitten nog vier andere leden van de VVR in dat comité niet in twijfel moet trekken. Is dat geen reden om het hele systeem van adviescomités te herzien?
De heer Sintobin heeft het woord.
Mijnheer Bouckaert, ik ben het met u eens dat er soms wat schort aan de formulering van de gedachtegang van de VVR, maar zoals de minister ook zegt, moet er toch wel een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de VVR als belangenvereniging en anderzijds het adviescomité. Ik heb de indruk dat u samen met andere collegas en misschien past het woord niet echt bij u een soort van kruistocht aan het voeren bent tegen de VVR.
Ik heb het ministerieel besluit bij van 22 september 2011 waarbij de samenstelling van het adviescomité bekend wordt gemaakt. Ik heb toen niemand iets horen zeggen. Ik verwijs ook naar het antwoord van de minister. U kent waarschijnlijk de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV). Weet u wie de voorzitter is? Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond. Het is trouwens vereist om ervaring en expertise in de materie te hebben om in een adviescomité te zitten.
Minister, komt er nu een wijzigingsdecreet of wordt het Reisbureaudecreet opgeheven?
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister, de adviezen van het adviescomité worden gecontamineerd door de dominante positie van de VVR. Dat zeggen niet zozeer wij wij maken ook wel die vaststelling maar dat wordt ook gezegd door bevoorrechte getuigen. Ik citeer de bevoorrechte getuigen in het opgestelde evaluatierapport dat inderdaad een heel knap rapport is dat u hebt geprezen, evenals wij: Zowel het adviescomité als het beroepscomité hebben door hun huidige samenstelling en voorzitterschap de facto een VVR-meerderheid. De meerderheid bij beslissingen ligt dus altijd alvast en maakt de deelname aan deze comités voor de andere leden zinloos. De oplossing voor dit probleem is de hersamenstelling van deze comités zodat een goede en neutrale werking van de sector kan gegarandeerd worden. Wie is aan het woord? Jetair en Association of Belgian Tour Operators (ABTO), niet de heer Bouckaert en de heer van Rouveroij. Dit is geen kruistocht maar gewoon een vaststelling.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb namens onze fractie in het verleden al meermaals aangedrongen op een snelle evaluatie van het decreet om te komen tot een duurzame oplossing van de rechtsonzekerheid waar de vele socioculturele verenigingen en ondernemers zich vandaag in bevinden. Er is een grondige evaluatie gebeurd, die duidelijk en bijzonder kritisch was. De noodzakelijkheid en meerwaarde van het decreet werden serieus in vraag gesteld. Het is alleszins duidelijk dat het decreet handhaven vandaag geen optie meer is. Er moet ofwel een grondige wijziging komen ofwel een afschaffing van het decreet.
Bovendien is ook duidelijk en dat wordt ook bevestigd in deze nieuwsbrief dat we met de VVR niet alleen met een dominante, maar ook een heel hautaine partner zitten. Ik denk dat ze in de commissie hun eigen positie onmogelijk hebben gemaakt. Ze hebben in de commissie duidelijk benadrukt dat ze hun houding niet zullen bijstellen en dat de nieuwe dagvaardingen al klaarliggen. Dan is de vraag of een aanpassing nog veel zin heeft.
Minister, voor onze fractie is een snelle oplossing voor de sociaal-culturele verenigingen voor die nieuwe evoluties het belangrijkste. Wij willen daar samen met u naar zoeken. Maar wat ons betreft, is de afschaffing van het decreet de beste en duurzaamste oplossing. (Applaus bij CD&V, Open Vld en sp.a)
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Voorzitter, collegas, we zijn het erover eens dat het evaluatierapport dat werd voorgelegd door de administratie, van een grote degelijkheid en grondigheid getuigt. Ik ben het zeer expliciet oneens met de appreciatie van de VVR van dit rapport. Het is niet correct wat men schrijft en het is ook niet wijs dit op die manier te formuleren.
Een ander paar mouwen is de vertegenwoordiging van belangengroepen en andere afvaardigende partijen in raden, comités, adviesinstanties en dergelijke meer. We moeten vermijden dat we aan geleide adviesorganisatie zouden doen en enkel stemmen laten vertolken die spreken in de richting van wat wij wensen. Dat neemt niet weg dat wij in het kader van de globale evaluatie van het decreet ook de positie en de samenstelling van dat adviescomité opnieuw zullen moeten bekijken.
De heer Caron heeft het woord.
Mevrouw Robeyns heeft het heel goed gezegd: met een dergelijke meerderheid heb je zelfs geen oppositie meer nodig in het parlement. Ik geef haar helemaal gelijk.
De VVR heeft in de hoorzitting gezegd dat ze niet minder dan honderd dagvaardingen klaarliggen heeft om naar het sociaal-cultureel werk te sturen. Dat is een vorm van machtsconcentratie. Dat is deze dagen een belangrijk thema. Als je te veel stoelen tegelijkertijd bezet, dan krijg je dit soort zaken, waarbij één organisatie met een paar mensen meent overal haar mening te mogen doordrukken en zelfs dit verkozen parlement behandelt als een voetmat. Dat is niet te nemen.
Wij staan voor het sociaal-cultureel werk, niet alleen ik maar ook vele collegas. Dat is veel belangrijker dan de wetgeving in dezen. Ik steun de afschaffing van het decreet, minister. Ik ben een groot voorstander van het middenveld, maar met een dergelijke houding, waarbij het middenveld meent dat het de macht heeft en de regels mag bepalen, kan ik niet leven.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Het evaluatierapport van het Reisbureaudecreet is ongezien in Vlaanderen. Het is een schitterend document van ongeveer 70 bladzijden dat tot stand is gekomen na een bevraging van een dertigtal organisaties, waaronder de VVR. De conclusie is duidelijk: ofwel wordt het Reisbureaudecreet aangescherpt, onder andere om de sociaal-culturele sector beter te beschermen tegen de aanvallen van diezelfde VVR, ofwel zal dit decreet moeten worden afgeschaft. Binnen de meerderheid zijn we ons daarover nog volop aan het beraden. Binnenkort krijgt u uitsluitsel.
De mensen van de VVR horen dat soort conclusies natuurlijk niet graag. Ze zitten inderdaad overal tussen. Er is gesproken over het adviescomité, maar er is ook nog een beroepscommissie, een technisch comité, de Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen (SARiV), de federale Geschillencommissie Reizen en de Europeesche Verzekeringen. Ze zitten in heel wat zaken, en dat is ook normaal want Vlaanderen is klein en de reisbureausector ook. Ik denk dat daar het probleem niet ligt. Ik wil aan de minister vragen of dat adviescomité een meerwaarde heeft betekend in de afgelopen jaren en of het misschien niet nuttig is om dat tenminste al af te schaffen.
Ik wil toch vragen om een onderscheid te maken tussen het decreet en de evaluatie van het decreet en de gevolgen die we daaraan zullen geven. Ik heb gezegd dat we dat gaan doen in de commissie. Zoals mevrouw Brouwers zegt, zijn we daar volop mee bezig. Er zijn stemmen pro en contra, ook genuanceerde stemmen. Ik wil erop wijzen dat ABTO, een andere beroepsvereniging, uitdrukkelijk pleit voor het behoud van het decreet. Dit zijn zaken die we in alle rust moeten bekijken, en liefst niet op een drafje conclusies over maken.
Ik herhaal dat u een onderscheid moet maken met een vereniging als belangenvereniging, met een vrije opinie en een vrije standpuntinname, die in ons systeem vaak deel uitmaakt van de adviesraden. Ik neem aan dat niemand onder u zal fulmineren als de gedelegeerd bestuurder van de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) een standpunt zou innemen tegen de Vlaamse overheid, terwijl die man voorzitter is van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Ik denk dat dat perfect kan.
De manier waarop men iets doet, kan natuurlijk een zaak van kritiek, beoordeling en appreciatie zijn. Dat is een andere zaak. Er is vrijheid van mening. Het is niet omdat je in een adviescomité zit dat je je mening niet mag laten gelden.
Dat belet echter niet ik herhaal het dat ik me volkomen distantieer van de termen en vooral van het waardeoordeel dat werd geveld over onze administratie.
Aan de heer Caron en andere leden wil ik zeggen dat de insinuatie dat zij hun wil opleggen, totaal onjuist is. Om te beginnen, dit zijn adviezen. Het zijn adviezen bij de uitvoering van het decreet, bijvoorbeeld wanneer het gaat over het intrekken en schorsen van vergunningen. Zij zijn belast met het geven van een advies daarover. De minister beslist. Toerisme Vlaanderen beslist.
Mevrouw Brouwers, ik weet het niet uit het blote hoofd, maar ik denk dat dit adviescomité enkele tientallen adviezen heeft verstrekt. Ik weet dat die altijd goed zijn opgebouwd en onderbouwd. Vaak zijn ze unaniem. Voor zover ik me herinner, wordt, als er geen unanimiteit is, ook de dissenting opinion meegedeeld. Die adviezen beantwoorden dus aan een behoorlijke kwaliteitsnorm. Ik heb die nu niet grondig onderzocht, maar dat is mijn antwoord, prima facie, op uw vraag.
Kan ik het helpen dat de VVR de grootste vereniging is? Van alle kmos in Vlaanderen die een reisbureau zijn, is ongeveer 90 procent lid van de VVR. Dat is nu eenmaal de situatie. In andere beroepsgroepen is dat ook zo. Dat geeft hun nog altijd niet de autorisatie om een administratie te beschuldigen van vooringenomenheid of, impliciet, van een gebrek aan objectiviteit. Ik blijf daarbij. Dit zal mijn houding niet beïnvloeden, noch die van de collegas van de meerderheid. We zullen die evaluatie grondig doen. Ik had die evaluatie ook besteld daarvoor. Die is verstrekt zoals gevraagd, en we zullen dat nu allemaal grondig bekijken, op een serene manier, zonder beïnvloeding of stemmingmakerij.
Mijnheer Sintobin, ik voer geen kruistocht tegen de VVR. Kruistochten lopen meestal slecht af. Mijn naamgenoot Boudewijn IX werd in 1204 onthoofd door de Bulgaren. Het is net de VVR die een kruistocht voert, tegen de discussie en tegen de afschaffing van het decreet. Minister, ik zou u toch de raad geven om voort te maken met het debat. In heel deze kwestie zit er immers een dik abces, namelijk de positie van de VVR. De VVR is inderdaad een drukkingsgroep, maar het is ook een dominante speler in een Vlaamse instelling, namelijk het adviescomité. We hebben het daarnet gehad over de VRT-journalisten met twee petjes, over het feit dat mensen dat onderscheid niet maken, dat er ter zake een code zou moeten komen enzovoort. Hetzelfde geldt hier: het is niet gezond dat één drukkingsgroep die nog dominant is, maar Electrabel is dat ook, dat vermindert wel zich vrijwel helemaal vereenzelvigt met de adviesfunctie van de Vlaamse overheid. Zolang hier niets verandert, zal dat abces blijven voortwoekeren. De VVR zal blijven bulderen en zal heel de discussie over het decreet en de afschaffing ervan vergiftigen, en daar is niemand mee gebaat. (Applaus bij CD&V, Open Vld, sp. a en LDD)
De actuele vraag is afgehandeld.