Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het standpunt van de Vlaamse Regering op de komende Interministeriële Conferentie betreffende de zogenaamde fantoombevoegdheden
Verslag
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, het begrip usurperende bevoegdheden is door u gemaakt en voor het eerst in de markt gezet. Sinds een tijdje probeert u er een nieuwe naam aan te geven: fantoombevoegdheden. Dat lukt niet erg want het wordt niet opgepikt door de pers. Het heeft volgens mij vooral te maken met het feit dat het natuurlijk geen spookbevoegdheden zijn. Het gaat om echte bevoegdheden en er komt nogal wat geld bij kijken.
Hoe noem je een instantie of iemand die zich bemoeit met iets waar ze zich niet mee heeft te bemoeien? Een schoonmoeder natuurlijk. Ik zou daarom willen voorstellen om vanaf nu te spreken over schoonmoederbevoegdheden. Dat maakt u natuurlijk tot de ideale schoonzoon. Ik heb dit weekend heel wat over uw eigenschappen mogen lezen. Ik zou toch wel willen dat u als schoonzoon, wanneer u bij uw schoonmama, bij Elio, op bezoek bent, eens op tafel klopt en drie dingen zegt.
Ten eerste moet u zeggen: Elio, het is genoeg geweest. We gaan belangenconflicten inroepen. U kunt daarvoor verwijzen naar de teksten van de collegas van de N-VA uit 2008 waarin netjes al de usurperende bevoegdheden staan opgesomd. U hebt zelf gezegd dat het gedaan moet zijn.
Tweede punt, maar daar gaan we het nu niet over hebben, die schoonmama probeert voor haar eigen zaken ook nog eens de factuur naar u door te schuiven. Op dat vlak slaat u gewoon op tafel, dat kan voor u absoluut niet.
Ten derde, over de usurperende bevoegdheden zegt u zelf: hou u daar niet meer mee bezig, wij nemen dat wel over. In 2008 hebt u zelfs gezegd: dat is onze bijdrage aan de federale sanering. Hoe gaat u dat betalen?
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, de heer Vereeck verwees effectief naar het lijstje van de N-VA. Ik heb het hier bij. De usurperende bevoegdheden waren toen begroot op 1,1 miljard euro, waarvan 639 miljoen euro voor Vlaanderen, 79 miljoen euro voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en 220 miljoen euro voor het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap. Maar ik heb de indruk dat het in deze discussie niet meer over usurperende bevoegdheden gaat. Het gaat nu over het feit dat de federale overheid voor 250 miljoen euro uitgaven gaat schrappen.
Hoe is dat lijstje van 250 miljoen euro dan samengesteld? U mag blijkbaar kiezen uit een lijst. Het gaat onder meer over Belgocontrol, het niet meer vrijstellen van taksen op verzekeringen voor De Lijn en gebouwen en dergelijke. Met andere woorden, het gaat niet meer over usurperende bevoegdheden. Het gaat niet meer over bevoegdheden waar de federale overheid niet meer bevoegd voor is, maar wel nog geld aan spendeert. Daar gaat het allang niet meer over. Het gaat gewoon om een budgettaire operatie van 250 miljoen euro.
U zult mogen kiezen uit een lijstje, los van het feit of u die uitgaven die de federale overheid niet meer doet, gaat overnemen. Als het bijvoorbeeld gaat om die vrijstelling van taksen op gebouwen en dergelijke, dan bent u verplicht van die uitgaven te doen. Over de usurperende bevoegdheden hebt u altijd gezegd: als de federale overheid de uitgaven niet meer doet, zullen wij wel zien of we daar geld aan spenderen of niet. Het stedenbeleid, het preventieve gezondheidsbeleid, die grote domeinen zitten er niet meer in. Wat zal uw standpunt zijn ten aanzien van dat lijstje dat u vrijdag voorgelegd zult krijgen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, de interministeriële conferentie die voor afgelopen vrijdag gepland was, is om begrijpelijke redenen uitgesteld naar vandaag, daarna naar volgende vrijdag en nu zou het dinsdag 27 maart 18.30 uur worden. We hebben de agenda gekregen. Daar staan zeven punten op. We hebben van alle punten documenten gekregen, behalve van het eerste en dat luidt: fantoombevoegdheden en responsabilisering. Mijnheer Van Hauthem, responsabilisering is daar inderdaad aan toegevoegd. Ik ga ervan uit dat dat slaat op de bijdrage van de gewesten inzake gemengde bevoegdheden.
Ter voorbereiding van deze vergadering is er op 14 maart contact geweest tussen de kabinetsleden. Daar zijn de zaken mondeling toegelicht. De federale delegatie ging ervan uit dat ze in 2012 250 miljoen euro zou kunnen recupereren of schrappen. Voor 2013 zou dat 300 miljoen euro worden, wel te verstaan voor alle deelstaten en niet alleen voor Vlaanderen. Men heeft ook gezegd dat er nog geen definitief federaal voorstel was. Dat zou men ons zo snel mogelijk overmaken. Op de vergadering van nu dinsdag zou men vooral de methodiek willen vastleggen, de manier van onderhandelen en de aanpak via werkgroepen.
Op 28 maart is er een vergadering van het Overlegcomité. Dat punt staat nog niet op de agenda ervan, maar zal ook zeker aan bod komen.
Men heeft mondeling zes elementen toegelicht waarover men het waarschijnlijk zal willen hebben bij het eerste punt van de vergadering van komende dinsdag. Er is de vakbondspremie, voor 13,7 miljoen euro. Er is de ontwikkelingssamenwerking, voor 92,8 miljoen euro. We hebben daar gisteren uitgebreid over gediscussieerd in de commissie. De federale overheid zou dat geleidelijk afbouwen. Ik kom daarop terug. Vervolgens zijn er de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind en de Kinderrechtencoalitie, voor 177.000 euro. Er is de Stichting Biermans-Lapôtre, met een gebouw in Parijs, voor 150.000 euro. Er is de Belgische bijdrage voor de Europese Unie. En ten slotte zijn er de achterstallen in verband met de pensioenlast van de overheidssector.
Voor alle duidelijkheid, met betrekking tot die fantoombevoegdheden of schoonmoederbevoegdheden, whatever heb ik altijd twee zaken gezegd. Het kan ten eerste niet zijn dat er bevoegdheden als usurperend worden beschouwd die nadien het voorwerp uitmaken van de zesde staatshervorming. Dan zijn het geen fantoombevoegdheden. Fantoombevoegdheden zijn immers bevoegdheden die wij al hebben, en die kunnen niet worden overgedragen. Dat is dus een contradictio in terminis. Ten tweede behouden we ons de vrijheid voor om uitgaven die de federale overheid stopzet, al dan niet binnen onze eigen bevoegdheden voort te zetten. Aangezien het gaat over onze eigen bevoegdheden, zullen we daar natuurlijk over kunnen en moeten discussiëren.
Het meest delicate in die lijst is zeker de ontwikkelingssamenwerking, gezien de urgentie. Een aantal leden hebben dat terecht aangehaald. Ik begrijp dat zeer goed. Men heeft gezegd dat geleidelijk te zullen afbouwen. In het debat moet zeker de volgende kwestie aan bod komen. Als een overheid projecten lanceert die meerdere jaren duren, is het niet evident dat die projecten in de loop van die looptijd worden stopgezet en dat wij dat onverkort kunnen continueren door zelf geld op tafel te leggen. Ik heb echter begrepen dat men zegt daarover te willen discussiëren.
Het debat over de pensioenbijdragen is niet nieuw. Voor Vlaanderen zou dat neerkomen op 54 miljoen euro. We hebben daarover gezegd dat, indien we betalen, we ook meer moeten kunnen bepalen. Dat punt zal zeker ook aan bod komen.
Op 27 maart vindt dus die interministeriële conferentie plaats. We kunnen die vergadering met die elementen stofferen. De Vlaamse Regering zal zich daarover buigen als we met meer kennis van zaken kunnen spreken. Ik hoop echter dat het voor iedereen duidelijk is dat er ook in Vlaanderen nog veel noden niet gelenigd zijn en dat het helemaal niet evident is om in bestaand Vlaams beleid te snoeien om noden te lenigen die zouden voorvloeien uit het gegeven dat de federale overheid dingen niet meer gaat doen. Dat wou ik nogmaals herhalen. Ik ga ervan uit dat we daarover ook de volgende weken opnieuw vragen en een debat zullen kunnen hebben.
Minister, ik dank u hartelijk voor uw toelichting, maar de vraag is natuurlijk: is dat uw lijstje, of was dat hun lijstje?
Dat is hun lijstje.
Ik heb inderdaad het idee dat u ter zake redelijk passief bent. We bevinden ons in een uniek tijdsgewricht. Op dit moment is het duidelijk dat die federale overheid, al was het maar om de budgettaire druk, af wil van een aantal van haar schoonmoederbevoegdheden. Dan vind ik dat u toch ook een aantal dingen op tafel kunt leggen. Het verbaast me in dezen nog steeds dat u daarvoor eigenlijk geen provisies, geen buffers hebt aangelegd. (Opmerkingen)
Minister-president, we blijven natuurlijk enigszins ronddraaien. De heer Vereeck heeft gelijk als hij u vraagt of dit hun lijstje of uw lijstje is. Het is uiteraard hun lijstje. Waar is uw lijstje? U hebt dat hier zelf eens opgesomd. Uw coalitiepartner heeft dat ooit eens gedaan. Als het gaat over de rekening in de bus van de buur stoppen, dan zou het wel zijn gegaan over een rekening van meer dan 600 miljoen euro. Enfin, laten we dat even vergeten, want dat was 2008.
Minister-president, u weet toch dat de federale overheid op dit ogenblik gewoon uitgaven aan het afstoten is zonder dat die nog iets te maken hebben met de usurperende bevoegdheden. Men is de zaken aan het mengen. We weten waar het grote pakket van de usurperende bevoegdheden onder meer zit, namelijk in het stedenbeleid en in het preventief gezondheidsbeleid. Als ik dan het lijstje van minister Chastel bekijk, dan vind ik dat op zijn minst een zeer gemanipuleerde lijst. Ik hoop dat u zich volgende week niet laat rollen, minister-president. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister-president, ik ben blij dat u de ontwikkelingssamenwerkingsprojecten nog eens hebt vermeld. U zegt dat dat tamelijk urgent is. Dat is een understatement. De middelen voor de ontwikkelingssamenwerkingsprojecten zijn stopgezet op 1 januari van dit jaar. Er zijn honderden mensen in die sector tewerkgesteld. Honderden studenten zitten in allerlei projecten in het buitenland. Honderden onderzoekers zijn ook in ons land werkzaam. Men schat dat men de lonen nog zal kunnen uitbetalen en de projecten nog zal kunnen laten lopen tot eind maart. U komt op 27 maart de eerste keer samen om daarover te praten. Dat lijkt mij rijkelijk laat, minister-president. Wat gaat er met al die mensen gebeuren vanaf 1 april? Kunt u me daar een antwoord op geven?
De heer Roegiers heeft het woord.
Minister-president, dit stukje van de discussie gaat voort op wat we gisteren in de commissie Buitenlands Beleid hebben besproken. De universitaire ontwikkelingssamenwerking is inderdaad bijzonder dringend, collega Meuleman heeft dat terecht gezegd. U hebt zelf in uw antwoord gezegd dat het prioritair is, dat het erg belangrijk is en dat het erg snel moet gaan. Ik hoop in ieder geval dat we volgende week wat de universitaire ontwikkelingssamenwerking betreft al vooruitgang kunnen boeken, want ik deel hier namens mijn fractie de bezorgdheid van de universiteiten en de ontwikkelingssamenwerkingshelpers.
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Minister-president, het is een positief geluid dat het teruggetrokken wordt op een geleidelijke manier. Kunt u ook zeggen over hoeveel jaar dat zal gebeuren? Wat is hun voorstel?
Voorzitter, dat zijn allemaal heel interessante vragen, maar ik kan natuurlijk niet antwoorden wat ik nog niet weet. Eén ding is zeker, mijnheer Van Hauthem: ik zal me zeker niet laten rollen. (Applaus bij CD&V en het Vlaams Belang)
Samen met collega Muyters zal ik dat verhinderen, mocht iemand op het federale niveau de intentie hebben om ons te rollen.
Nu, lijstjes hier, lijstjes daar. Ik weet zeer goed dat het lijstje van minister Chastel volstrekt onaanvaardbaar is. (Applaus bij CD&V, het Vlaams Belang en de N-VA)
Dat lijstje is van tafel. Dat lijstje mag u verscheuren, dan moet u er ook niet meer naar verwijzen.
Ik weet zeer goed dat er een discussie is over hoeveel van die federale middelen er naar Wallonië gaan en hoeveel naar Vlaanderen. Wat als wij zouden zeggen wat ze mogen schrappen, en onze collegas zouden zeggen dat dat voor hen mag blijven doorgaan? Ik heb altijd gezegd dat wij inspanningen willen doen, maar dan samen met de andere deelstaten. U begrijpt toch dat ik daarover overleg wil plegen rond de tafel en dat ik niet zo naïef ben wat u me mogelijk zou dwingen te zijn, maar dat ben ik niet om zelf met iets te komen waardoor heel het debat een andere wending krijgt. Nogmaals, ik ga ervan uit dat ik volgende week of de weken daarop opnieuw tekst en uitleg mag geven.
Collegas, ik ben me zeer goed bewust van de hoogdringendheid van de Ontwikkelingssamenwerking. Ik heb gisteren nog contact genomen, nu de vergadering weer is verplaatst naar dinsdag. Ik hoop dat u er begrip voor hebt dat die vergadering is verplaatst. Ik kan daar niets aan doen. De federale collegas organiseren die. Ik heb veel begrip voor het feit dat die verplaatst is. Maar dinsdag moet er toch duidelijkheid komen over dat aspect. Ik zal daarop aandringen. Ik wil nog eens zeggen dat, wanneer een federale overheid engagementen aangaat over verschillende jaren, het heel moeilijk is, en wat mij betreft zelfs niet aanvaardbaar, om dat te stoppen in de loop van die periode en ervan uit te gaan dat iemand anders ze overneemt. Ik denk dat er andere, intelligentere formules denkbaar zijn. Laat de projecten misschien eerst uitdoven. Wij zullen de nieuwe projecten volledig op ons nemen. Ik heb van de federale collegas begrepen dat daarover het debat open is. De onderhandelingen zullen wat mij betreft in die richting worden gevoerd.
Voorzitter, collegas, zoals wel vaker bij een CD&V-politicus is het een enerzijds-anderzijdsverhaal. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
U moet mij laten uitspreken. Enerzijds ben ik heel tevreden, mijnheer Van Rompuy. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Minister-president, u bent een assertieve schoonzoon. U hebt het lijstje verfrommeld en u hebt het in de prullenbak gegooid. Dat horen we graag, want er staan inderdaad zaken op die onaanvaardbaar zijn. Anderzijds begrijp ik niet waarom u niet met uw eigen lijstje zou komen. Dat is helemaal niet naïef. U hebt het zelf in 2008 voorgesteld. U hebt toen zelf gezegd dat u het allemaal overneemt als onderdeel van een federale sanering.
Collegas-fractieleiders, buffers aanleggen: waar heb ik die idee opgedaan? Op de website van minister van Begroting Muyters staat het, lees het na: Er staat ons een budgettair zwaar jaar te wachten omdat er overdrachten komen van usurperende bevoegdheden. We moeten dat financieel voorzien en ik zit nog altijd op mijn honger. Waar zijn de buffers voor de overdrachten van de bevoegdheden die u zult vragen? Het gaat niet om peanuts. Het gaat om grootstedenbeleid, zoals mijn collega hier naar voren schuift, en om gezondheidspreventie.
Minister-president, wij mogen dus, zoals u zegt, dit lijstje kapotscheuren. Het heeft lang geduurd eer we eraan geraakten. Dit trekt inderdaad op niets.
Wat nu de lijst zelf betreft, ik blijf erbij: men is op federaal vlak aan het bekijken hoe men een aantal uitgaven kan afstoten, uitgaven die al dan niet te maken hebben met usurperende bevoegdheden. Men zal vooral bekijken wat de andere deelstaten, vooral de Franse Gemeenschap maar ook het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, aankunnen. In functie daarvan zal men afstoten of niet afstoten. Dat is de realiteit.
U zegt dat u de uiteindelijke lijst niet kent. Minister-president, de federale minister van Financiën is Steven Vanackere. Ik kan mij niet voorstellen dat u niet eens de telefoon pakt en zegt: Hallo, Steven, het is Kris hier. Hoe zit dat nu met dat lijstje? U kent dat lijstje. Geef het ons ten minste mee. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.