Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de stijgende vraag naar biologische landbouwproducten en het achterblijven van het aanbod in Vlaanderen
Verslag
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, beste collegas, u weet allemaal dat wij de biologische landbouw een warm hart toedragen omdat het een vorm van landbouw is die het milieu en de natuur uitermate respecteert en ook respect betoont voor het dierenwelzijn. Beesten krijgen daar meer vrije uitloop en zitten ruimer in hun hok. Medicijnen worden enkel curatief toegepast en niet preventief zoals met het antibioticagebruik in de gangbare landbouw. Dat zijn allemaal redenen om die biologische landbouw te ondersteunen.
De Vlaamse Regering doet dat ook. In het strategisch actieplan 2008-2012 van de biologische landbouw staan heel wat maatregelen opgesomd om de afzet van de biologische landbouw te bevorderen, de vraag naar biologische landbouwproducten te stimuleren en de productie van biologische landbouw in Vlaanderen te doen bijbenen.
Wat lezen we spijtig genoeg vandaag in de kranten? Het was ons uiteraard al langer bekend: de vraag naar biologische landbouwproducten stijgt inderdaad met 10 procent per jaar, en in 2010 zelfs met 20 procent, maar de Vlaamse productie volgt niet. Die stabiliseert min of meer. Vorig jaar zijn er dertig nieuwe land- en tuinbouwbedrijven bijgekomen, maar dat is te weinig om die gestegen vraag te kunnen invullen. We merken dat de toenemende vraag van de Vlaamse consument nu moet worden ingevuld met geïmporteerde producten, wat uitermate spijtig is. Het is een gemiste kans voor onze Vlaamse landbouwers die vaak bij omschakeling naar biologische landbouw, een stabieler inkomen hebben en vaak ook een hogere rendabiliteit van hun bedrijf kennen.
Het is natuurlijk ook een gemiste kans voor het milieu, want de consumenten denken met de aankoop van biologische producten een goede zaak voor het milieu te doen, maar we worden nu vaak beleverd met ingevlogen sperzieboontjes uit Kenia en zo meer.
Wat scheelt er met het Vlaams Actieplan 2008-2012? Waarom slagen we er niet in om de productie te doen bijbenen? Dat was nochtans een van de doelstellingen van het Actieplan.
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, welkom terug. Ik ben blij dat u net op tijd bent om onze vragen te beantwoorden.
De heer Martens heeft de positieve elementen van de biolandbouw al naar voren gebracht, ik zal ze niet herhalen. Het is inderdaad zo dat de vraag naar biolandbouw serieus gestegen is, met 10 procent per jaar en vorig jaar, in 2010, zelfs met 20 procent. Ook het aanbod is gestegen, er zijn een dertigtal landbouwers bij gekomen die nu bio zullen produceren. Een dikke 250 bedrijven zijn nu echt bio aan het boeren.
We bengelen in Europa echter nog altijd een beetje aan het staartje. We hebben een inhaaloperatie gedaan, maar die is niet voldoende. Er moet inderdaad nog veel ingevoerd worden. Wat me frappeert, is dat er zelfs varkensvlees, dat voor Vlaanderen toch een exportproduct is, moet worden ingevoerd voor de biomarkt.
Er is een evaluatie van het Strategisch Plan Biologische Landbouw bezig. In het najaar van 2011 gaf u aan dat u daarmee gestart was en dat een nieuw beleidsplan zal worden opgestart vanaf 2013. Welke wijzigingen zult u daarin aanbrengen? Kunt u al een tipje van de sluier oplichten betreffende deze evaluatie? Hoe zult u het aanpakken om de landbouwers te stimuleren om nog meer en sneller de omschakeling te maken?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, de eerste vraag was of er initiatief genomen was ten aanzien van de biolandbouw. U hebt terecht verwezen naar het Strategisch Plan 2008-2012. Er was een tijd maar dat is men nogal snel vergeten toen de biolandbouwers met getrokken riek als ik dat zo mag zeggen tegenover de reguliere landbouwers stonden. In 2008 is daar verandering in gekomen. We hebben toen samen, zowel met de bioboeren als met de gangbare landbouwers, de handen in elkaar geslagen en we hebben beslist om iets te doen.
Elk jaar worden actieplannen geformuleerd met alle betrokken. Ik som niet alles op, ik noem er enkele: Bio zoekt Boer, Bio zoekt Keten, biobedrijfnetwerken en biovarkens. Er werden diverse initiatieven genomen.
Tenzij u zegt dat ik er zelf aan moet beginnen sommigen zouden dat misschien graag hebben en u weet dat ik na mijn politieke carrière graag landbouwer zou worden kan ik alleen maar aanmoedigen. Ik kan er de gangbare landbouw alleen maar op wijzen dat er een markt is voor bioproducten. We hebben een aantal instrumenten om de landbouwers te informeren over hoe een en ander in elkaar steekt. We hebben in de commissie al aangekaart dat er een groeiende markt is, dat er spijtig genoeg onvoldoende Vlaamse bioproducten zijn en dat we ze uit andere landen naar hier moeten halen. Ik ben het volledig met u eens dat we nog heel wat mensen kunnen enthousiasmeren om in de biolandbouw te stappen.
We hebben het Strategisch Plan 2008-2012 aan een evaluatie onderworpen. We leggen er de laatste hand aan om er nog meer dan in de eerste fase een turbo op te zetten om ervoor te zorgen dat het sneller gaat. We zullen met de sector bekijken hoe we een aantal dingen kunnen versnellen of uitbreiden. Op Bio zoekt Boer hebben vorig jaar 250 boeren een beroep gedaan. Het is een stijgend succes. Ook in verband met het biovarken werden recentelijk initiatieven genomen. Er werd een project goedgekeurd om dit verder in gang te zetten. We doen dat ook voor de akkerbouw, voor de biologische graanteelt. Het zijn heel interessante initiatieven. U vroeg hoe het Strategisch Plan er zal uitzien na 2012. Ik ga ervan uit dat we verder bouwen op wat we hebben en ik ben het met u eens dat we een versnelling moeten bewerkstelligen, maar die versnelling is pas mogelijk wanneer er boeren, landbouwers, zijn die het nut ervan inzien en die de stap zetten.
Minister-president, u hebt gelijk, er heeft heel wat bewogen in de gangbare landbouw. Zelfs de woordvoerder van het ABS, Guy Depraetere en zoon, is omgeschakeld naar biolandbouw. Tot een aantal jaren geleden was dat niet denkbaar.
Bio zoekt Boer werkt met één consulente. Is dat voldoende, minister-president? We hebben in het kader van ons mestbeleid afgesproken dat boeren die problemen hebben met het voldoen aan de mestnormen steun, advies en begeleiding krijgen van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Is het niet aan die adviseurs om te onderzoeken of de omschakeling naar biologische landbouw een oplossing zou kunnen zijn voor die bedrijven? Uit onderzoek van de universiteit van Wageningen blijkt dat in het grondwater onder biologische rundveebedrijven een kwart minder nitraat zit dan bij de gangbare bedrijven. Ook voor die problemen kan omschakeling naar biolandbouw een oplossing zijn.
Minister-president, er is inderdaad een enorme beweging op gang gebracht. Alle actoren werken daar samen aan, maar het gaat nog altijd te traag. We kunnen de mensen niet dwingen om om te schakelen. Ik wil u wel vragen om bij elke actie die u onderneemt in het beleidsdomein Landbouw, aandacht te besteden aan de biolandbouw zodat landbouwers er steeds mee in contact komen en het steeds minder vreemd wordt; zodat het iets wordt wat naast de gangbare landbouw staat en waar men voor kan kiezen.
Het kan een stimulans zijn voor de landbouwers dat de prijzen veel stabieler zijn dan in de gangbare landbouw omdat de vraag zo groot is. In tijden van crisis kan dat toch een positief punt zijn.
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ook van mijnentwege hartelijk welkom in dit halfrond. Ik weet ook dat er een en ander beweegt in de biosector. Ik weet dat daar subsidies tegenover staan.
Aan de ander kant vind ik dat we te veel in een niche blijven werken wat de biolandbouw betreft. Bij de aanpak van de mestoverschotten hebben we gemerkt dat er ontzettend veel problemen zijn gerezen over de perceelsbenadering wat bemestingsnormen betreft, speciaal voor de biolandbouw. Dat bewijst toch dat we de gevoeligheid voor bio alleen hebben als het over de niche gaat, maar niet als het in een breder geheel wordt ingekapseld. Het strategisch plan voor de korte keten is een goed middel om daarop voort te gaan.
Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) stopt 10 miljoen euro in de varkenssector. Dat gaat naar varkens en varkensstallen. Inzake de import van biovarkens, gelet op de varkenscrisis en de prijzenproblematiek, stel ik voor dat de VLIF ook aandacht heeft voor de biovarkens die we hier te weinig hebben.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de vraag. Laat me beginnen met een persbericht: Goed nieuws: op tweeënhalf jaar tijd hebben al zon 71 boeren in Vlaanderen de overstap gemaakt naar biolandbouw! dat gebeurde via Bio zoekt Boer. Ik veronderstel dat deze actuele vraag ook gebaseerd is op een artikel. Daar lees ik: de markt is nog jong en het evenwicht is broos. Dat is een belangrijk element. De traditionele sector haalt aan dat de stimulansen vanuit de handel- en distributiesector cruciaal zijn in het beslissingsproces van land- en tuinbouwers. 120 à 150 varkens lijkt me niet echt stimulerend, gelet op de grootte van de varkensbedrijven. Waar is de stimulans, vraag ik me af? Minister-president, komen er acties en overleg van en met de handel- en distributiesector zelf?
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik wil in de eerste plaats opmerken dat ik het, net als de minister-president, betreur dat sommigen er steeds een strijd tussen de biolandbouw en de reguliere landbouw van maken. De heer Martens heeft verklaard dat in de biolandbouw wel aandacht aan dierenwelzijn wordt besteed. Hij suggereert eigenlijk dat dit in de traditionele landbouw niet het geval is. Ik betreur dit.
Ik ben een consument van bioproducten. Ik vrees echter dat te weinig mensen zich omwille van de kleinschaligheid aan biolandbouw willen wijden. Zolang we er niet in slagen tot biolandbouw op grootschalige wijze te komen, zal dit probleem volgens mij blijven bestaan. De vraag is dan ook op welke wijze we de landbouwers kunnen stimuleren om op grootschalige wijze aan biolandbouw te doen.
De heer Callens heeft het woord.
Voorzitter, er is net gevraagd hoe we de biolandbouw eventueel kunnen stimuleren. De lancering van het Strategisch Plan Biologische Landbouw heeft me zeer verheugd. Wat me ook heeft verheugd, is de mededeling in de recentste beleidsbrief van de minister-president dat hij voor 2012 een beleidsplan klaar heeft.
Dit lijkt me interessant voor de mensen die willen overstappen. Wat zijn de aandachtspunten waar de minister-president met betrekking tot de stimulering eerst aandacht aan wil schenken? Het lijkt me belangrijk dat de minister-president een concreet antwoord op deze vraag geeft, ten behoeve van de mensen die willen overstappen. Ik ben ervan overtuigd dat mensen sneller zullen overstappen en sneller ruimte zullen zoeken of tot eventuele investeringen zullen overgaan indien ze duidelijk weten wat ze van de Vlaamse Regering kunnen verwachten.
Ik zal beginnen met de vraag van de heer Callens. Ik hoed me voor een aankondigingspolitiek. Ik wil vermijden dat ik in het Vlaams Parlement terecht het verwijt zou krijgen dat ik iets heb aangekondigd dat nog niet is gestabiliseerd of beslist. Ik zal de prioriteiten zo snel mogelijk communiceren. Dat is momenteel nog niet rond. Dat moet niet enkel in de schoot van de Vlaamse Regering of door mij als minister van Landbouw worden beslist: alle andere actoren worden hierbij betrokken.
De heer Sintobin heeft gelijk. Gedurende een bepaalde periode was de biolandbouw goed en de gangbare landbouw slecht. Gelukkig zijn we in 2008 en de daaropvolgende jaren van die polarisering afgestapt. Ik wil daar absoluut niet opnieuw in terechtkomen. Het is volledig verkeerd de situatie op die manier te omschrijven. De gangbare landbouw houdt zich ook perfect aan de wetgeving en levert ook heel wat inspanningen voor het dierenwelzijn. De heer Martens heeft terecht opgemerkt dat er een markt voor biolandbouw is en dat we daar op zouden moeten inspelen.
De heer Sintobin heeft ook gelijk dat het landbouwareaal beperkt is. Biolandbouw vergt nu eenmaal meer oppervlakte dan gewone landbouw. Dit heeft onder meer met de producten te maken. Er zijn limieten. Het is natuurlijk mogelijk dat het Vlaams Parlement me meer hectaren landbouwgrond ter beschikking wil stellen. In dat geval wil ik het Vlaams Parlement daar nu al voor danken.
Mevrouw Rombouts heeft terecht opgemerkt dat het niet enkel om de landbouw draait. Aangezien ze hier een belangrijke rol in spelen, zal ik ook de distributie en de handel hierbij betrekken.
De mensen die positief staan tegenover bioproducten, mogen niet vergeten dat die producten meestal iets duurder zijn. Dit geldt zeker voor de mensen die voor de zwakkeren in de samenleving opkomen. De kostprijs van heel wat producten uit de gangbare landbouw ligt lager. Indien we ons enkel bioproducten zouden kunnen aanschaffen, zou ik spijtig genoeg misschien de vraag krijgen waarom de producten zo duur zijn. Het gaat dan natuurlijk om een ideale wereld.
Ik heb hier, ook vanuit de oppositie, een aantal opmerkingen naar voren horen brengen. Ik zal daar met plezier rekening mee houden. Zo is me gevraagd of nog meer consulenten kunnen worden ingezet en hoe het met het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds zit. Ik bekijk dit met een open geest. Ik vertrek steeds vanuit de vaststelling dat het niet om de tegenstelling tussen biolandbouw en gangbare landbouw gaat. Er is een markt en een plaats voor beiden.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb begrepen dat het Strategisch Plan Biologische Landbouw wel een opvolger zal krijgen en dat het misschien nog wat zal worden bijgestuurd.
Mevrouw Rombouts, ik denk niet dat de distributie een probleem is. Veilingen zoals Brava springen op de kar, slachterijen openen aparte biolijnen enzovoort.
Ik hoop inderdaad dat bioproducten en gangbare producten naar elkaar toe groeien wat de prijs betreft. Het is natuurlijk ook oneerlijke concurrentie. De gangbare landbouwproductie wentelt namelijk een aantal kosten af op de gemeenschap, zoals de zuiveringskosten voor ons drinkwater waar de pesticiden van de gangbare landbouw nog moeten worden uitgehaald. Het is vaak zo dat de gangbare producten eerder te goedkoop zijn dan dat bioproducten te duur zijn. Met kortere ketens moet het voor ieders budget mogelijk zijn om bioproducten aan te schaffen.
Het Strategisch Plan Biologische Landbouw is een positief verhaal. We moeten echter iets harder inzetten op die omschakeling. Misschien moeten we eerst bekijken wat de knelpunten zijn, wat de meeste mensen tegenhoudt om die omschakeling effectief te maken. Zo kunnen we daar prioritair aan werken.
Ik ben het ermee eens dat die twee types van landbouw naast elkaar kunnen bestaan. Het is natuurlijk wel zo dat de producenten van de biolandbouw een eerlijke prijs voor hun product krijgen, wat bij de gangbare landbouw niet altijd het geval is.
Het incident is gesloten.