Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, ik denk niet dat ik overdrijf als ik zeg dat momenteel heel veel mensen wakker liggen van de vraag wat er gaat gebeuren met hun pensioen. Ook mensen in het onderwijs liggen wakker van de vraag of ze nog gebruik zullen kunnen maken van de tbs-regeling. Drie weken geleden hadden we een uitgebreid debat in de commissie. Het was een vrij aangenaam debat: we waren het bijna unaniem eens over wat er moest gebeuren. Minister, u hebt toen gezegd dat er sprake was van twee onderdelen. Dat is waar. Ik zal het nu niet hebben over de tbs-regeling op zich, maar wel over de gevolgen van de federale beslissing over de pensioenen voor die tbs-regeling. U hebt toen gezegd dat u er nog niet veel over kon zeggen, dat er eerst moest worden onderhandeld, met alle gemeenschappen bij elkaar, voor u er iets over kon zeggen.
Ondertussen heeft minister Van Quickenborne in het weekend en begin deze week gezegd dat de scherpe kantjes zullen worden afgevijld. Gisteren hebt u overlegd met de gemeenschappen en minister Van Quickenborne. Dan denk ik dat u het over dat eventuele afvijlen van de scherpe kantjes in verband met de tbs-regeling hebt gehad.
Mocht de pensioenleeftijd worden opgetrokken, dan zijn de gevolgen niet gering, ook voor de begroting van de Vlaamse Regering. Het is dus toch wel belangrijk voor dit parlement om te weten wat er precies wordt beslist. Deze ochtend las ik in de krant dat er in feite nog niets is beslist: Vlaams onderwijs kijkt kat uit de boom over TBS. Het zou veeleer het Franstalig onderwijs zijn dat er extra hard op aandringt om die maatregelen toch eens goed te bekijken.
Minister, de communicatie is belangrijk, zeker ten opzichte van de mensen van het onderwijs. Zo weten zij waar ze aan toe zijn. Wat is er gisteren precies beslist?
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, we kunnen maar communiceren over iets als er ook iets is beslist. Het is heel belangrijk een onderscheid te maken tussen de pensioenleeftijd, de jaren van een loopbaan en de manier waarop men een loopbaan berekent, wat een uitsluitend federale bevoegdheid is, en de tbs-regeling, die een uitsluitend Vlaamse bevoegdheid is. De tbs-regeling komt er kort door de bocht op neer dat onderwijsmensen eigenlijk vervroegd met pensioen kunnen gaan en wachtgeld krijgen. Ze zijn weliswaar theoretisch ter beschikking, maar in de praktijk gebeurt dat niet zo.
De voorbije zondagavond heeft het kernkabinet van de Federale Regering voor het eerst echt grondig gepraat daarover, ook over het onderwijs. Er zijn nog geen beslissingen genomen. Gisteren hebben wij, dus de drie gemeenschappen, met federaal minister van Pensioenen Van Quickenborne aan tafel gezeten om te horen waar de Federale Regering aan denkt. Dat wist ik ondertussen al wel, via andere kanalen. We hebben gehoord wat er kan en wat er niet kan. De federale instanties hebben naar de drie gemeenschappen geluisterd. We hebben afgesproken dat we elkaar morgenvroeg opnieuw zullen zien, om opnieuw te praten. Dat gaat echter uitsluitend over het bepalen van de pensioenleeftijd, over het bepalen van de manier waarop de loopbaan wordt berekend. Dat is echter al min of meer opgehelderd. Daar hebben we duidelijkheid over. Het gaat ook over de vraag hoe dat moet worden vertaald voor mensen die werken met een carrière met tantième 1/55. De Federale Regering heeft daar nog geen beslissing over genomen. Ze ging daar vandaag intern opnieuw over praten. Ik verwacht dat daar de komende dagen wel beslissingen over zullen worden genomen.
Mevrouw Van Steenberge, u hebt in de krant waaruit u citeert, ook kunnen lezen dat het Vlaamse onderwijs niet onvoorbereid aan dit debat begint. We hebben immers het goede idee als ik dat zelf mag zeggen van het leerkrachtenloopbaanpact gehad. Daardoor hebben we de voorbije maanden met de vakbonden en de onderwijsverstrekkers veeleer informeel diverse mogelijkheden kunnen exploreren, onder meer omdat dat ook op de agenda stond.
Samengevat: er is momenteel dus nog niets beslist. We zijn dat volop aan het bespreken. De Vlaamse Regering zal beslissen en daarover communiceren, zodra we weten wat de Federale Regering heeft beslist, want dat is cruciaal voor de nieuwe tbs-regeling.
Minister, dat heeft net geleid tot mijn vraag. Ik heb inderdaad ook de krant gelezen. Als ondertitel stond daarin te lezen: In Franstalig onderwijs is probleem groter. Vervolgens werd de situatie geschetst. Het Vlaamse onderwijs zou al verder staan. Het gaat er immers om 58 jaar, in tegenstelling tot in het Franstalig onderwijs. In de commissie hebt u echter iets anders gezegd. U hebt gezegd dat zij in december een decreet hebben goedgekeurd waardoor zij al verder staan dan wij: ze schuiven telkens twee jaar op, samen met de pensioenregeling. Daarom dacht ik dat wat ik in de krant had gelezen, niet volledig klopte. Ik wou dus uit uw mond vernemen of er al dan niet iets is beslist. Ik heb u ook gevraagd in de commissie om u zeker niet te laten rollen. In het artikel staat immers dat het het Franstalig onderwijs zal zijn dat extra hard zal aandringen. Ik vind dat Vlaanderen extra hard moet aandringen. Zoals ik u al heb gezegd in de commissie, is er bij de nieuwe Financieringswet sprake van een nieuwe leerlingentelling, waardoor de Franstaligen meer geld zullen krijgen dan wij.
Minister, het is niet het Franstalig onderwijs maar het Vlaams onderwijs dat extra op zijn tellen moet letten.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb u drie weken geleden samen met onze collega over deze problematiek geïnterpelleerd. Vorige week heeft het parlement een met redenen omklede motie goedgekeurd waarin staat dat de tbs zal moeten worden aangepast ten gevolge van de federale beslissingen, dat dit op een budgetneutrale manier moet gebeuren, dat we vragen om de nodige overgangsmaatregelen te nemen en dat er stimuli komen voor oudere leerkrachten, kaderend in het bredere loopbaandebat.
Minister, u hebt ons toen ook gezegd dat u gaat onderhandelen met de federale overheid en met de vakbonden. Wij verwachten van u dat u naar die onderhandelingen gaat met een bepaalde visie en niet alleen om te luisteren. Wij verwachten van u dat u ons tussentijds toch kunt zeggen wat uw visie is en dat u niet zult wachten tot u een beslissing hebt genomen om dan te zeggen wat u als minister van Onderwijs hebt beslist. Ik veronderstel dat u namens de regering een bepaalde vork hebt waarbinnen u kunt onderhandelen, maar dan is het niet oninteressant dat we daarover worden geïnformeerd.
De mensen in het onderwijs wachten op een antwoord, want 1 april is de datum voor de volgende uitstappers.
Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Voorzitter, minister, de pensioenleeftijd is inderdaad één ding, maar de tbs staat al heel lang op de agenda. Er zijn intussen al belangrijke kansen voorbijgegaan om beslissingen te nemen.
Minister, niets houdt u tegen om nu reeds pistes te ontwikkelen, zoals ook de heer De Meyer al heeft gezegd. Ik vind het niet meer dan normaal dat u over dit heikel thema ook het Vlaams Parlement zou informeren.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Voorzitter, minister, veertien dagen geleden hebben we in de commissie inderdaad ruim de kans gekregen om over de tbs te spreken. U hebt toen gezegd dat er een overleg was met de collegas. Dat is er intussen geweest. U kunt dus terugkoppelen wat er gezegd is geweest.
U moet wel begrijpen dat er zeer veel ongerustheid is bij de mensen, zeker bij die mensen die op korte tijd van deze tbs-regeling zouden kunnen genieten. In de mate van het mogelijke zou ik echt zeer graag hebben dat er zo snel mogelijk zo duidelijk mogelijk over wordt gecommuniceerd.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik sluit me aan bij wat mevrouw Celis zegt, maar het feit dat de Franstaligen daarop aandringen, stelt me gerust. Ik denk dan dat het snel in orde zal komen.
Minister, in de commissie werd er toch zeer sterk de nadruk op gelegd dat het principe van de legitieme verwachtingen moet worden gerespecteerd en dat de mensen die op de drempel staan van de tbs, zomaar niet op een bruuske manier in hun verwachtingen gefrustreerd mogen worden. Het wordt echt tijd dat u die mensen op een of andere manier geruststelt met een billijke overgangsregel. U kunt zich niet blijven wegsteken achter het overleg op federaal vlak. Tussen haakjes: uw partij zit ook in de Federale Regering; ik neem aan dat u een en ander kunt forceren.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik hoop dat onze leerkrachten op u zullen kunnen rekenen en dat u uw uiterste best zult doen om die heel scherpe kantjes van die heel koude pensioenhervormingen, die de Federale Regering heeft beslist voor de jaarwisseling, mee te helpen af te vijlen.
Er is nood aan overgangsmaatregelen voor die mensen die in het systeem konden stappen maar dat nog niet hebben gedaan en die nu zouden worden geconfronteerd met een loopbaan waar plots twee of drie of zelfs meer jaren bij komen.
Minister, men rekent op u om op tafel te kloppen bij minister Van Quickenborne. Ook wij rekenen op u.
Minister Smet heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, natuurlijk kunnen de leerkrachten altijd op mij rekenen. Ik probeer dat altijd te doen, en het zal ook nu zo zijn. Maar ik dacht dat jullie ook altijd vroegen dat een minister niet begint standpunten te communiceren, zeker over gevoelige materies, vooraleer er een beslissing is genomen. Dat hoor ik in dit parlement vaak vragen aan ministers.
Welnu, er is vandaag nog geen beslissing genomen. De Vlaamse Regering kan nog geen beslissing nemen want de beslissing die we moeten nemen over de toekomstige regeling van de tbs, die inderdaad zal moeten worden aangepast, kunnen we pas nemen als we de contouren kennen. Dat heb ik gisteren inderdaad gezegd, ik denk op Het Nieuws.
De contouren worden op dit moment nog altijd op het federale niveau bepaald. Wat is de pensioenleeftijd? Wat zijn de gevolgen op een lange loopbaan? Hoe wordt het aantal jaren in een lange loopbaan vertaald in de reële pensioenleeftijd? Deze beslissingen moeten worden genomen door de Federale Regering, en dat heeft zij nog niet gedaan. Ik ben heel blij dat we voor die beslissing samen met de Federale Regering rond de tafel kunnen zitten, dat het geen fait accompli is. Ik denk dat jullie daar blij mee moeten zijn: de Vlaamse Regering heeft in een exclusief federale bevoegdheid toch enige medezeggenschap, samen met de Franse en Duitse Gemeenschapsregeringen.
Daarnaast is het ook heel belangrijk om te weten hoe de loopbaan wordt berekend. Wat telt allemaal mee om aan je carrière te komen? Dat is essentieel in het debat. Die twee elementen moet je kennen, die moeten beslist zijn, alvorens wij in Vlaanderen een nieuwe tbs-regeling kunnen uitwerken. Als we die tbs nog willen, want ik heb sommigen onder jullie, onder andere Open Vld, ervoor horen pleiten dat we die regeling moeten afschaffen. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Vanderpoorten)
Het is genuanceerder. Ik heb er al verschillende zaken over gehoord. We moeten daarover het debat voeren en dat doen we ook.
Het verschil tussen de Franse en de Vlaamse Gemeenschap is dat de Franse Gemeenschap in december 2011 een nieuwe regeling heeft uitgewerkt waarbij zij eigenlijk een beetje kort door de bocht zegt dat het de federale pensioenleeftijd is min twee, min vier. In Vlaanderen hebben wij een besluit dat zegt: 56, 58 jaar. In die zin zijn zij beter voorbereid, want als de federale leeftijd opschuift, schuift bij hen ook de leeftijd voor tbs automatisch op. Bij ons is dat niet het geval. Maar om dat decreet te kunnen goedkeuren, heeft de Franse Gemeenschap wel een belofte gedaan aan een groep van leerkrachten die 55 jaar oud zijn en die niet op tbs zijn gegaan. De Franse Gemeenschap heeft hun beloofd: Wij verschuiven onze leeftijd maar jullie, die er gebruik van zouden kunnen maken, zullen er in de toekomst ook gebruik van kunnen blijven maken. Door de wijziging van de federale pensioenleeftijd ontstaat daar een probleem. Dat probleem is veel uitgesprokener in de Franse Gemeenschap. De Vlaamse Gemeenschap heeft dat probleem niet want wij hebben dat nooit beloofd aan mensen van 55 jaar. Dat is het objectieve verschil tussen de Franse en de Vlaamse Gemeenschap.
Ik denk dat het een publiek geheim is dat wij hebben gezegd dat wij begrijpen dat er overgangsmaatregelen moeten zijn. Dat hebben we duidelijk aan de Federale Regering laten weten. Op dit moment verlopen de gesprekken tussen minister Van Quickenborne, namens de Federale Regering, mezelf en mijn collegas Simonet en Paasch goed. Wij hadden gisteren een goed gesprek. Ik hoop dus dat jullie begrijpen dat ik niet op dat gesprek zal vooruitlopen en zeggen: Dit is mijn standpunt. Dit eis ik van de Federale Regering. Zo ga je naar een blokkering. Mij interesseert dat we een goede oplossing kunnen vinden voor de leerkrachten. Mij interesseert ook dat we in Vlaanderen geen of een niet al te hoge factuur krijgen. Ik denk dat de minister van Begroting het daarover met mij eens zal zijn. (Minister Philippe Muyters knikt instemmend)
Dat is voor mij ook belangrijk. Dan zullen we een evenwichtige regeling, met een overgang, uitwerken. De Vlaamse Regering kan snel beslissen. U weet dat al, ondertussen. We hebben nu alle elementen op tafel. We moeten wachten op een duidelijke beslissing van het federale niveau. Dan kunnen wij onze verantwoordelijkheid nemen. Dat zal gebeuren op korte termijn. Dat zal geen maanden meer aanslepen. Dat is een kwestie van maximaal nog een paar weken. Dan zullen we duidelijkheid geven aan de mensen. Ik verwacht dat de Federale Regering de komende dagen zal beslissen. Dan kunnen wij in Vlaanderen ook beslissen wat we doen. Dan kunnen we aan de leerkrachten en de scholen communiceren wat de toekomstige regeling is.
Het klopt dat we, bij wijze van bewarende maatregel, de aanvragen voor de leerkrachten, die volgens de oude regeling op 1 april zouden uitstappen, niet meer behandelen. Ik denk dat het niet meer dan logisch is dat ik die instructie aan mijn administratie heb gegeven. Jullie waren het er trouwens allemaal mee eens dat we dat zo moesten doen.
Samengevat, voorzitter en mevrouw Meuleman in het bijzonder, de leerkrachten kunnen op mij rekenen. We zullen samen met de Vlaamse Regering en de Federale Regering een goede, evenwichtige regeling uitwerken die rekening houdt met de maatschappelijke noden van vandaag en ook met de bijzondere kenmerken van het leerkrachtenberoep. Want het moet meer zijn dan alleen werken. We moeten kijken om het leerkrachtenberoep in de toekomst aantrekkelijk te houden. Dat is een evenwichtsoefening die we nu aan het maken zijn. We zijn daar volop mee bezig.
Minister, ik dank u voor het antwoord.
Over het systeem van tbs zelf heb ik geen vraag gesteld. Dat is te ruim en iedereen is het erover eens dat de randvoorwaarden vervuld moeten zijn en dat er overgangsmaatregelen moeten zijn. Het ging over de federale beslissing. U zegt terecht dat u daarop moet wachten, maar de Vlaamse Regering zal snel moeten beslissen, want er komt een begrotingscontrole. Het heeft een weerslag op onze begroting. U zult dus zeker moeten beslissen wat er moet gebeuren.
Voor mij, en blijkbaar ook voor u, is het heel belangrijk dat de leerkrachten ondertussen niet met die onrust zitten. Het gaat over communicatie naar hen toe. Wij krijgen allemaal dagelijks e-mails met vragen als: hoe zit het met de tbs, wat moeten we doen, we hebben legale verwachtingen. Die communicatie is belangrijk. Minister, ik reken erop dat zodra u iets weet, niet alleen het parlement maar ook de leerkrachten op de hoogte zullen worden gesteld van wat ze mogen verwachten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.